dinsdag 25 februari 2014

Jeugd wil niet...

Door Tjalling van den Bosch

Iemand zegt iets en anderen blaten het na; voordat je het weet, is zoiets 'de waarheid' . . . ! Daarom reageren (bijvoorbeeld) 'grote bedrijven' ook zo fel als er iets gezegd wordt (over het bedrijf), dat hen niet aanstaat.
Ooit sprak ik de voormalige praeses van sc. Heerenveen (Riemer van der Velde) aan op het feit, dat hij nogal fel reageerde op een onzinnige opmerking. "Voordat je het weet is het de waarheid" antwoordde de toenmalige voorzitter;  "soms schrijft men iets in een krant en als je daar niet gelijk tegen ingaat, ettert
zoiets soms lang door, ook al is het onzin" voegde hij er noch aan toe.

Daar moest ik aan denken toen iemand zei: "De jeugd wil niet meer dammen". Velen papagaaiden hem direct na, maar ik vroeg mij af: "Is dit wel zo . . . ?"  Als ik naar grote toernooien ga, als deelnemer (Salou en Albufeira) of als  toeschouwer (Heerhugowaard, Nijmegen, Hoogeveen, etc.), dan valt het mij op, dat er (zeker in de schoolvakanties) best wel veel jongeren zijn die dammen  (en ook wel degelijk uit Nederland).
Wanneer ik op de site van de P.F.D.B. zie hoeveel jeugd, onder andere op Urk, aan het dammen is, dan denk ik; "Het kan dus wel . . . !"  Hulde mensen van Urk aan Zet, ga zo door en natuurlijk alle anderen die zich inzetten voor de jeugd.

Zou het ook zo kunnen zijn dat de jeugd wel wil, maar dat de ouderen niet (meer) willen opleiden . . . ?!?
Gaat u, waarde lezers en lezeressen, eens na bij uw eigen club; wordt daar überhaupt nog wel iets gedaan 'aan de jeugd' ?  Ik weet natuurlijk maar al te goed dat de jongeren, als ze in hun puberteit terecht komen, het dammen snel de rug toekeren, ik was zelf ook een tijdlang zo'n afvallige. Maar als je geen tijd en energie in deze adolescenten steekt, dan zal men ook later onze denksport niet (zo makkelijk) weer oppakken.
Herintreders zijn bijna altijd mensen, die vroeger (in hun jeugd) met het dambijltje hebben gehakt !

En . . . wijs nu niet direct naar de bondsbestuurders, want het opleiden van de jeugd staat of valt met de inzet van de verenigingen. een bond organiseert (als het goed is) alleen wedstrijden voor de diverse leeftijds-categorieën. Natuurlijk zou een goede bondsbestuurder kunnen inspireren en enthousiasmeren, maar dat is (schijnbaar) niet velen gegeven. Het komt vaak neer op die ene persoon, die zijn ziel en zaligheid in de jeugd legt.

Daarom, beste dammers en damsters, kijk eens in uw directe omgeving; is daar iets voor/met de jeugd te doen (op damgebied) ?  EN . . . kom nu niet met bezwaren aanzetten, maar met mogelijkheden ! Vaak kunt u de jeugd, als ze éénmaal de basiskennis hebben vergaard, leuke slagzetten voorleggen, zoals;

Wit speelt en wint, denk aan meerslag gaat voor !
Ook het eindspel wint !



Wederom wit speelt en wint, '(veel) geven en dan nemen' is hier het motto !



Als men wel een pareltje tussen al die jeugd opvist (zou men daarom zo'n succesvolle jeugdafdeling hebben op Urk) dan kan men het eens proberen met deze, van een zekere Garlopeau;

Natuurlijk weer; wit speelt en wint, en wel door 32-28  (26x37)  27-21  (16x27)  28-22  (27x18)  38-32  (37x28)  33x15  (24x44)  15x35  (44-49)  50-44  (49x40)  35x44  met  oppositie. Een leuk trucje is het om diegene die deze laatste opgave 'ziet' te vragen om niet de combinatie uit te voeren, maar om de eindstand op te zetten ! Deze methode is een goede oefening ook voor de gevorderde dammer; goed om de situatie na een combinatie te leren inschatten. Collega-teamleider Hans van Dijk zou zo'n oefening ook wel kunnen gebruiken, want tijdens de wedstrijd (Huizum - Provinciaal Gronings Tiental -14 januari 2014-), in de nationale clubcompetitie, verraste hij zijn tegenstander, Sietse Rozema, vanuit onderstaande diagram volkomen;

We komen erin na wits 29ste zet 49-43.Hans van Dijk mag nu met zwart een antwoord bedenken en dat doet hij (!), want hij ziet namelijk een dam op veld 48 schemeren;  (25-30)  zijn tegenstander denkt: "Wat heb ik nou aan mijn fiets hangen ?" Hij heeft de combinatie totaal gemist zo zegt hij;  34x25, Hans, nu helemaal verguld, vervolgt met; (23-29)  33x24  (13-19)  24x22  (14-20)  25x3  (12-17)  3x21 (26x48).AHHHHHH, 39-33  (48x31)  36x27 . . .

Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst . . .,
maar zorgen de ouderen wel dat die toekomst er straks nog is . . . ?!?


woensdag 19 februari 2014

Tsjegolef

Door Tjalling van den Bosch


Zo (aanhef) werd ruim 40 jaar geleden de naam van de voormalige wereldkampioen dammen (1960 en 1964) vaak geschreven. Het eind vorig jaar verschenen boek KAMPIOENSCHAPPEN VAN DE USSR heeft als auteur V. I. Sjtsjogoljev.  Het gaat om dezelfde persoon; de vertaler (van het boek) Bert Begeman geeft (gelukkig) een uitvoerige beschrijving van het feit, waarom de naam van de hoofdpersoon en auteur zo moet worden geschreven. Het was mij al eerder ter ore gekomen dat de vertaling vanuit het Cyrillische alfabet per land anders wordt geïnterpreteerd. Dus vanuit het Russisch vertalen naar het Frans leidt tot volledig andere naams-samenstellingen dan bijvoorbeeld een vertaling naar het Engels, of zoals u wilt naar het Nederlands. Begeman geeft een nog veel zorgvuldiger en meer uitgebreide uitleg: 'De vijf opeenvolgende medeklinkers (Sjtsj-) geven echter één Russisch letterteken weer, dat wordt uitgesproken als een wat langere, zachte sisklank. De naam van de auteur van het boek klinkt bij benadering
als "Sjógaljif"'. Het moge duidelijk zijn; de naam Watseslav Tsjegolef kan definitief in de prullenbak, het moet zijn: Vjatsjeslav Ivanovitsj Sjtsjógoljev. Het schuine streepje op de o laat ik verder weg, dat wordt in het boek namelijk ook gedaan.
Het boek (met alle winstpartijen van de hoofdpersoon in het Russisch Kampioenschap) heb ik onlangs aangeschaft; op de voorkant prijkt een jeugdfoto van de auteur/hoofdpersoon, op de achterkant zien we een sprintende (!) Sjtsjogoljev. Waarom de voormalig wereldkampioen zo in 'volle sprint ligt' is mij niet duidelijk geworden, maar de foto schijnt te zijn gemaakt tijdens een simultaan in Isjimbaj (1984). Een andere foto uit het boek, die bij mij vragen opriep, was ook tijdens een simultaan die de voormalige wereldkampioen dammen gaf.Op die foto, met als onderschrift; V. Sjtsjogoljev geeft een simultaan aan de bouwvakkers van de BAM-spoorweg - Bajkälo-Amoerskaja Magistralj- 1977, lijkt het niet om een dam- maar om een schaaksimultaan te gaan (!?!). Afijn, alle foto's zijn prachtig; de eerste is genomen in mei 1957, de laatste (groeps-)foto is van het laatste kampioenschap van U.S.S.R. (Orjól 1991).


Waar genoegen . . .

Het boek is volgens mij een must voor de dammer die, naast de partijen/analyses,  ook oog heeft voor het verleden, om preciezer te zijn; hoe het er (in de damwereld) aan toe ging in de voormalige U.S.S.R. Vooral Iser Koeperman krijgt een nogal negatieve rol toegedicht in het verhaal over corruptie, vriendjespolitiek en alle daaruit voortvloeiende misstanden. Het is natuurlijk wel het verhaal van één iemand (Sjtsjogoljev), maar hij krijgt steun van Aleksandr Mogiljanksij die, nadat hij naar de V.S. was geëmigreerd, zei dat:
"Sjtsjogoljev is een goudvis, die zwemt tussen de haaien . . .". Ook Aleksej Tsjizjov laat zich hierover uit in zijn voorwoord: "Sjtsjogoljev moest in zijn eentje vechten tegen unfair spel . . .". Onder andere Wiersma en Sijbrands lieten zich in die tijd ook vaak negatief uit over de situatie in de U.S.S.R., maar deze quotes komen uit de moederschoot zelf . . .
Het lijkt er inderdaad op dat Sjstjogoljev zich ook in de tijd, van voor de omwenteling (ruim 20 jaar geleden) in de U.S.S.R., durfde uit te spreken over de zwarte kant van het dammen aldaar. Veel van zijn artikelen uit die tijd werden niet gepubliceerd (censuur), maar zijn nu wel in het boek opgenomen. Ook zijn in het boek de uitslagen van alle kampioenschappen van de U.S.S.R. (1954 tot en met 1991) opgenomen en daarom alleen al is het boek een historisch monument. Wel vind ik het jammer dat er geen grote analyses worden gemaakt van de partijen van de hoofdpersoon, hij laat het bij vaak leuke, puntige opmerkingen. Ook staan er bij de partijen, zoals Tsjizjov het in zijn voorwoord noemt, 'verse indrukken' afgedrukt. Sjstjogojev schreef deze altijd, direct na zijn partij, over in een schrift en plaatste er dan op- en aanmerkingen bij; dat zijn dus de 'verse indrukken'. Overigens had ik liever niet gezien dat, wanneer Sjtsjogoljev zwart heeft, hij ook de diagrammen heeft laten afdrukken vanaf die kant (de diagrammen zijn dan dus 'gedraaid' weergegeven), ik vind dat wat verwarrend. Maar dit neemt niet weg, dat het lezen van dit 326 pagina's tellende boek voor mij een waar genoegen is (ik schrijf bewust is, want ik zal het nog meerdere keren naslaan en herlezen).
Aleksej Tsjizjov heeft zich er hard voor gemaakt, dat de auteur het boek ging uitgeven en met (grote) steun van Hanco Elenbaas is het dan eindelijk gelukt. In het boek is trouwens niet meegenomen het feit, dat de vrouw van Sjtsjogoljev, Galina Sapozhnikova, een paar jaar geleden door een auto-ongeluk om het leven is gekomen. Heel erg verdrietig natuurlijk, maar in het geval van Sjtsjogoljev helemaal, want hij steunde volledig op haar. De situatie van de hoofdpersoon is heden ten dage dan ook alles behalve rooskleurig.
Hij staat er min of meer alleen voor en moet 'rond' zien te komen van een zeer klein pensioentje; een reden te meer om het boek aan te schaffen, dunkt mij.
We gaan naar vrolijker tijden, zoals het sleutelduel uit het W.K. van 1960. In de 23ste ronde moest Sjtsjogoljev het opnemen tegen de leider (van dat moment), de driftig scorende en al even legendarische Baba Sy. De Senegalees leidde op dat moment met 1 punt voorsprong op onze hoofdpersoon en wanneer de laatste deze ontmoeting niet winnend zou afsluiten dan, kon hij de mondiale
kroon wel vergeten. We komen erin na zwarts (Sjtsjogoljev) 28ste zet (10-14):

Op het risico af, dat ik de plank finaal mis sla, probeer ik mij in te leven in dit historische (dam-)moment ("Ach, ik ben ook zo'n romanticus . . ."). Wit staat al niet zo lekker meer en met zwarts laatste zet wordt 38-33 verhinderd, terwijl wit ook moet rekening houden met (25-30), waardoor een vervolg met bijvoorbeeld 32-28 is verhinderd. Mijn eerste gevoel zegt 45-40; Baba Sy kiest echter voor 39-34 en toen volgde (8-13) ; hoe moet wit nu verder ? De Senegalees kiest voor 31-27  (22x31)  36x27 en zie nu hoe de (toen nog) toekomstige wereldkampioen Baba Sy op de pijnbank legt; (7-12)  38-33  (12-18)  de 1 om 2 dreiging is eenvoudig te zien, maar hoe weerleg je het (?); op 33-28 lijkt mij (14-19) al dodelijk. Dus wit duikt 'de hoek' in 24-20  (15x24)  29x20, maar uit de problemen is hij allerminst; (14-19)  20-15  (19-23)  oeps, daar is het volgende probleem (23-28). Iets met het offer 39-34 zie ik ook niet zitten (en veel belangrijker Baba Sy, toen, ook niet), dus 33-28  (25-30)  28x8  (30x50) ; dam halen met 8-3 mag niet vanwege (18-23) dus van ellende
maar 37-31  (26x28)  8-3  (21x32)  3x25  en Sjtsjogoljev had geen problemen om deze stand in winst om te zetten en de leiding in het klassement over te nemen. In de laatste 3 ronden maakte de nieuwe leider geen fouten meer en kon men hem kronen tot de jongste wereldkampioen ooit (19 jaar, 6 weken later zou hij 20 worden).

Opdat wij niet vergeten . . .

dinsdag 11 februari 2014

Karrespoor...

Door Tjalling van den Bosch


Ik zie het opgeheven vingertje van de Neerlandici onder ons alweer in de lucht priemen, "FOUT, het moet niet karrespoor zijn, maar karreNspoor . . .". Nee taalpuristen, Karrespoor is een eigennaam ! Het betreft hier een mannenkoor uit het Overijsselse plaatsje Tuk, dat staat tenminste op het naambordje aan de rand van het dorp, althans als je, net als schrijver dezes, vanuit noordelijke richting deze plaats binnenrijdt.

Toeval . . .

"Toeval bestaat niet" sprak de grootste filosoof van onze tijd ooit; toch hangt het ontstaan van Karrespoor van toevalligheden aan elkaar. Het mannenkoor ontstond in 1990 in café De Karre te Tuk. Op een avond zaten de stamgasten gezellig de wereldproblemen te bespreken toen de jukebox het begaf. Geen nood, men zette het zelf op een zingen en tot ieders verbazing klonk dat lang niet slecht. Al snel werd het plan opgevat om een 'plaatje' te gaan maken, temeer daar de uitbater, 'vader Hein' Kranendonk, precies 10 jaar de zaak runde. En zo geschiedde; café de Karre sponsorde de eerste single en de titel was een vaste uitdrukking van de uitbater 'Mooi Man' . . .Op de b-kant kwam het 'Wil-Hein-mus' te staan en warempel de a-kant werd nog een hit(je) ook (!) en volgden er optredens in het hele land en voor de televisie. Later had Karrespoor nog een tweede hitje met 'Lekker Op De Trekker'; een boerinnen-wervingslied, ver voordat Boer Zoekt Vrouw op de buis verscheen. Toch werden de verkoopcijfers van hun eerste single nimmer overtroffen, 'Mooi Man'.

Natuurlijk is het maar een kleine stap van 'Mooi Man' naar Arjen de Mooij . . . De Mooij werd in 1982 geboren en woont in Leiden. Zijn eerste grote damsucces behaalde hij in 2001 toen hij juniorenkampioen van Nederland werd, overigens na een barrage met Steven Wijker. In 2007 werd hij nationaal studentenkampioen en een jaar later won hij, met een score van 100%, het Golden Prague toernooi. Arjen heeft thans (2014) een rating van ruim 1300 en blaast landelijk zijn deuntje mee voor R.D.C. Rijnsburg, maar hij heeft vooral landelijke bekendheid verworven met zijn op- en aanmerkingen bij partijen op Toernooibase. De Mooij is een handige speler, in de onderstaande stand lokte hij niemand minder dan zijn clubgenoot Cor van Dusseldorp in de val.

Deze ontmoeting vond plaats 7 april 2007 tijdens de vierde ronde van het Paastoernooi  Amsterdam. De Mooij (wit) heeft zojuist op de 14de zet 31-27 gespeeld en toen zag van Dusseldorp zijn  kans schoon . . .
14.  . . - . .   (20-24)  29x20  (23-28)  33x22  (17x28)  32x23  (21x41) 34-29  (25x45)  35-30  (14x34)  23x5  (34x23)  5x46 . . . mooi man . Blijkbaar moest deze ontknoping bij de Mooij even bezinken, want pas op 13 juni 2013  merkt hij (op Toernooibase) op: "Goed meegewerkt van Cor aan deze lokzet. Ik blijf het bijzonder vinden dat de witte schijf op 23 drie zetten lang 'plakt' (dus geslagen kan worden, maar ergens anders een meerslag is) en daarna zelf naar dam slaat, Een unieke situatie (in een partij dan)?".  Schrijver dezes vindt dit een bijzonder fraaie lokzet; let wel de Mooij 'zag' het allemaal voordat hij 14.  31-27 speelde !

Tekstboeken . . .

De volgende stand komt voort uit de partij Laura Andriessen (wit) en Arjen de Mooij,  nationale clubcompetitie seizoen 2008/2009 (3de ronde) verspeeld op 25-10-2008. Het betrof hier de ontmoeting Lent - R.D.C. Rijnsburg, uitslag 10-10.

Andriessen heeft de stelling keurig opgebouwd, maar haar laatste zet 18. 42-38 kan niet door de beugel, we laten de Mooij aan het woord (wederom op Toernooibase en pas geplaatst op 15-12-2013): "Typisch zo'n zetje wat normaal gesproken alleen maar in de tekstboeken voorkomt, omdat alles precies goed moet staan. Pure klasse van Laura om erin te lopen (en ik moet eerlijk bekennen dat ik er vol op zat te spelen). 18.  ...  (22-27)  32x21  (18-23)  29x18  (12x34)  21x1  (11-17)  40x29  (13-18)  1x23  (15-20)  24x13  (8x50)" . . .De gevleugelde woorden van Hein Kranendonk passen ook hier precies: "Mooi Man . . .", alhoewel de witspeelster, op dat moment, heel andere gedachten zal hebben gehad: "Bah . . .".

En dat brengt ons natuurlijk bij Bassirou Ba (nog een 'bruggetje', toe maar !). Op mijn zoektocht naar een leuk diagrammetje van deze Senegalese grootheid kwam ik een partij tegen, waarin het slagmechanisme voorkomt, dat ik in een eerder epistel (november 2013 -Hoe is het mogelijk ?-) al eens aan u heb voorgeschoteld. Het betrof toen een compositie, deze keer komt het slag-idee dus uit de praktijk:

Dit fragment komt uit de partij Bassirou Ba - Kees Thijssen, verspeeld op 26-12-1997 tijdens de Challange Mondial. Kees heeft zojuist, op de 39ste zet, (7-11) afgegeven en nu rammelt Ba even stevig aan de poort;
27-21  (16x27)  32x21  (23x34)  44-40  (29x38), (het moge duidelijk zijn dat (35x44) 21-16 geen optie is, maar wel het slagmechanisme uit het eerder gememoreerde epistel) 40x16. Natuurlijk probeerde Thijssen het nog wel met (38-43) maar hij wist de remisehaven niet te vinden.

Waar een (plaatselijke) wereldhit uit Tuk al niet toe kan leiden . . .

woensdag 5 februari 2014

Tovenaar...

Door Tjalling van den Bosch


Ruim 50 jaar geleden diende zich een nieuwe (de achtste) wereldkampioen schaken aan; zijn naam klonk als een geweerschot: Tal. Zijn stijl was die van een rücksichtslose aanvaller, voor wie niets te gortig was; zijn stellingen, offers, combinaties, etc. waren vaak dubieus van aard, maar hij toverde ze rustig op het bord. De manier waarop hij de (toen) bezadigde, verstarde schaakwereld binnendrong doet nog steeds denken aan een strafexpeditie. Hij schudde zijn slapende tijdgenoten wakker door stormenderhand de
hegemonie over te nemen. Michail Nechemevitsj Tal (die leefde van 1936 tot 1992) was een Letse schaker; hij bracht het schaken terug naar zijn wortels, zo schrijven schaakkenners nu. De tegenstander moest verslagen worden, niet door een opeenstapeling van positionele voordeeltjes, maar op een zo bruusk mogelijke manier. Dat een winstpartij naderhand, tijdens de post mortem,  niet helemaal door de beugel kon, daar lachte hij schamper om. Paradoxaal was het dat hij er vaak niet in slaagde om correcte combinaties tot een goed einde te brengen (!), terwijl het hem wel lukte om combinaties die een twijfelachtige, verdachte zet bevatten, met succes te bekronen. (Let wel dammers; bij schaken is 'slaan' niet verplicht !)

Sergey Rachmaninov zei ooit over de formidabele pianist Arthur Rubinstein:  "Als hij te exact was, verloor zijn uitvoering iets van haar kostelijke charme. Hij was waarlijk weergaloos, wie weet juist omdat hij zo vol was van menselijke driften, zijn uitvoeringen hadden niets van de volmaaktheid van een machine . . .". Woorden die volledig van toepassing waren op Tal, ook wel de tovenaar van Riga genoemd.

Er zijn honderden verhalen over Tal, maar dat is misschien ooit nog eens een onderwerp voor een ander epistel; we gaan nu over naar de link met onze damwereld. Ook in onze denksport doemt er thans iemand op die enige gelijkenis vertoont (qua spel) met de tovenaar van Riga en dan doel ik op Jan van Dijk uit Ureterp. Van Dijk heeft eenzelfde speelstijl als Tal; hij neemt vaak positionele risico's, plaatst dubieuze offers, om vervolgens combinatief toe te slaan. Halverwege de partij oogt zijn stelling vaak inferieur, maar op één of andere manier zit er toch meer diepgang in, die mij, als eenvoudig dammer, volledig schijnt te ontgaan.
Een 1400+dammer sprak ooit, nadat hij een vanuit positioneel oogpunt superieure stelling net niet tot winst had weten te voeren tegen van Dijk: "Ik was halverwege zeer tevreden over mijn stand, maar vervolgens kreeg ik een tsunami van combinatieve dreigingen over me heen". Van Dijk heeft zich ooit onderworpen aan een masterclass van Anatoli Gantwarg, maar dat vond hij maar niets; de zetten die de Wit-Rus aanprees waren niet aan de Ureterper besteed. Als Jan zijn partijen niet aan de eisen van de geldende positionele eisen voldoen, dan is dat jammer voor die eisen.
Kortom de conclusie is dat van Dijk's spel grote overeenkomsten heeft met dat wat de tovernaar van Riga ooit op het bord bracht en hoe noemen we zo iemand in de damwereld: Kamikaze Jan . . .Is het echter niet te weinig eer voor van Dijk (?); zouden we hem niet beter de tovenaar van Ureterp moeten noemen of nog beter: Tsjoender fan Oerterp . . .

De ontwikkeling die Jan van Dijk de laatste jaren doormaakt wordt prachtig in beeld gebracht door de opmerkingen bij zijn partijen op Toernooibase. Een selectie: Provinciale clubcompetitie 2009/2009, van Dijk - van der Pal uitslag 1-1; "Dit is echt heel erg jammer voor deze partij, waarin snotjoch (van Dijk) wordt weggespeeld. Zwart laat een goede gestroomlijnde strategie zien. Dat wit hier nog een punt aan overhoudt is onrechtvaardig. Zo leert Jan het natuurlijk nooit af om hele reeksen slordige en onverzorgde zetten af te leveren". MTB Open Hoogeveen 2011, van der Star - van Dijk 0-2; "Verbijsterend dat kamikaze Jan hier mee wegkomt".

En dan de omslag: 
Nationale clubcompetitie 2013/2014, van Dijk - Wigchers 2-0; "Tegen snelle Jan de voorstopper opspelen is net zo gevaarlijk als vuurwerkbommen maken". Nationale clubcompetitie 2013/2014, van Oosterum - van Dijk 0-2; "Met Jan achter de schijven is dammen zó gemakkelijk".

Dit is een partij uit de vijfde ronde van de Heerhugowaard Open 2013, achter de witte schijven zat Guido Verhagen en de Tsjoender fan Oerterp dus tegenover hem. Naar welke 'kleur' gaat uw voorkeur uit ?
Wit heeft net (op de 27ste zet) 41-37 gespeeld, van Dijk duikt naar veld 31, dus: (27-31)  38-32  (7-11)  steunveld (7) wordt vrijwillig en definitief door zwart verlaten ! 40-34  (11-16)  43-38  (16-21)  45-40  (31-36)  32-28  (19-23)  28x19  (24x13)  de 2 om 2 naar veld 8 levert natuurlijk niets op dus:  30-24. De witte stelling lijkt een solide bouwwerk, straks eventueel verder met 33-28 etc. . Echter . . . Jan zwaait met zijn toverstaf en (?) . . . jetzt geht's los . . . (22-28)  33x11  (36-41)  26x19  (41x43)  39x48  (14x23)  25x14  (10x50)  en wit geloofde het wel. Het is niet eens zozeer de combinatie op zich, maar vooral de manier waarop van Dijk naar zo'n combinatie 'toe speelt'.

De volgende diagram komt uit de halve finales van het Nederlands Kampioenschap 2014; achter de witte schijven zit Jan van Dijk en Gerbrand Hessing is zijn opponent. Hessing was al eens eerder het slachtoffer geworden van Kamikaze Jan; tijdens de ontmoeting De Oldehove - Witte van Moort (nationale clubcompetitie 28-1-2012) werd de man uit Westerhaar slachtoffer van een turbulente combinatie, door van Dijk ingeluid met een dubbel offer, maar daarvoor verwijs ik u naar Toernooibase (lees ook de commentaren). Waar het mij hier omgaat is deze, mijns inziens, niet al te plezierige (witte) stand van Jan.

 Misschien chargeer ik het wat, maar de witte stand (na de 22ste zet van zwart) is dramatisch; de linkervleugel is bijna uitgespeeld en op de andere vleugel heeft van Dijk nog helemaal geen schijf aangeraakt ! Kunt u zich thans (zie diagram) voorstellen dat de man uit Ureterp over 13 (wederzijdse) zetten met zijn toverstafje gaat zwaaien ?!? Gaat u er maar eens rustig voor zitten:  23.  38-33  (13-18)  33-28  (23x32)  34-29  (24x33)  39x37  dat lucht op, in ieder geval één schijf van rechts naar links overgeheveld ! (19-23)  43-38  (23-28)  40-34  (9-13)  44 39  (14-19)  45-40  (3-9)  37-31  (18-22)  34-38  (12-18)  zwart bouwt een keurige aanval op, toch is hij vlakbij zijn ondergang !?! 42-37  (9-14)  30-25  (19-23)  40-34  (14-19)  en ja toen kwam  26-21  (27x16)  en  38-32 . . . 'Als een donderslag bij heldere hemel' . . . zwart gaf niet direct op natuurlijk, hij kwam nog met (22-27)  maar hij kreeg vervolgens geen kans meer, 2-0 voor de  tsjoender fan Oerterp . . .