zaterdag 21 juli 2012

Een komisch duo

(Onderstaande tekst is overgenomen van de site van Heerhugowaard Open)

Van tevoren was het al gevreesd: dit Quatre Mains toernooi gaat hilarisch, maar vooral historisch worden. Vorig jaar hadden we al een voorproefje door de koppeling van Flaubert Ndonzi en Hein de Cokere, maar dit jaar werd het overtroffen.

Met ruim 40 deelnemers werden er drie groepen gemaakt en werden de hoogste deelnemer qua rating met de laagste gekoppeld per groep. Hierdoor ontstonden bijzondere duo's. Wat te denken van Georgiev met Tesselaar of Schwarzman met Heslinga? Of Ndjofang met De Kruijf, waarbij de laatste aan het einde van de avond nog wat uitleg krijgt hoe je een schijf moet verplaatsen op het bord; niet met een grote armbeweging maar lekker hard duwen...

De commotie ontstond al direct in de eerste ronde toen Schwarzman/Heslinga tegen Georgiev/Tesselaar op het programma stond. De hele partij is gefilmd en is hieronder zichtbaar. Na een reeks zetten begint Schwarzman aan een combinatie en geeft een schijf weg, waarna Erwin minutenlang met de handen op het hoofd zoekt naar de volgende zet (communiceren onderling mag niet). Schwarzman houdt het ondertussen niet meer uit en discussieert met de scheidsrechter en stampt op een gegeven moment door de zaal. "We have to introduce a dopingtest", riep hij, omdat zijn partner al wat versnapering had genuttigd.

dinsdag 17 juli 2012

Thijs Talsma jr.


Door Tjalling van den Bosch

Dynastie

De Talsma's kregen het dammen met de paplepel ingegoten.
Als we uitgaan van onze hoofdpersoon dan gaan we eerst twee
generaties terug.
Grootvader Thijs Talsma was één van de oprichters van de damclub in
Rinsumageest, het was daarom logisch dat zijn zonen, Johannes (vader van
Thijs jr.), Anne en Sikke, zich ook bekwaamden in het spel der 100 ruiten.

De zonen van Johannes Talsma, naast onze hoofdpersoon waren daar (volgens
mij) ook nog Sicco, Anne-Dirk, Hidde en Tjitse, hebben ook allemaal gedamd of
dammen nu nog.
Het is niet zo dat de nazaten van grootvader allemaal lid werden van de club
in Rinsumageest, want er moest brood op de plank komen.
Johannes was arbeider bij de boer en dan was er lang niet altijd werk in de
directe omgeving van het dorpje waar vlakbij Bonifatius ooit definitief zijn
hoofd liet hangen.
Dus verhuisden de Talsma's nogal eens, in één van "De Huizumer"s vertelde
Johannes waar hij allemaal had gewoond.
Het waren allemaal dorpen zoals, naast Rinsumageest, ook Hommerts, Bornwird,
Tzummarum en Deinum.

Na dit reisje door Fryslan gaan we verder met Thijs (jr.), die zijn carrière begon
bij damclub Oudebildtzijl.
Geheel in de (dam)traditie van de Talsma's werd hij ook liefhebber van de combinatie.
Soms werden de schijven zo rigoreus over het bord verdeeld, dat een slagzet niet
uit kon blijven.
In mijn speurtocht naar interresante spelmomenten vond ik een partij tussen
Thijs en zijn oom Anne en het was vermakelijk om te zien hoe de eerstgenoemde de
partij won na keurige positionele manoeuvres, niks geen combinaties, oom werd
gewoon "netjes en droog" van het bord gezet.

Ook de partij tussen Thijs en Martin Dolfing viel mij op, al was het alleen al om
de naam die de witspeler thans in de damwereld heeft.
Bedenk wel dat het hier om een nog heel jonge Dolfing gaat.

Wit: Martin Dolfing
Zw.: Thijs Talsma




Uit de nationale competitie van 1993.

De latere nationaal kampioen schoot een bok toen hij 29-24 speelde, hij had nog wel gezien dat(23-28) niet mogelijk was vanwege 24x33, maar hij had geen rekening gehouden met (23-29)24x11 (16x7) 34x23 (25x45) en tot overmaat van ramp mag 23-19 niet vanwege 18-22, dus gaf de nog jonge Martin op als een man.

De volgende stand komt uit de "onderlinge" van Huizum uit 1995 en je zou kunnen zeggen dat dit typisch (Thijs) Talsma is.
Positioneel staat zwart mijns inziens goed tot zeer goed.
Maar er zitten veel addertjes onder het gras . . . . .

Wit: Thijs Talsma
Zw.: Erwin Heslinga





Zwart aan zet en er zijn veel mogelijke voorzettingen verhindert vanwege combinaties,
zoals (6-11), (8-12), (10-14) en ook de zet die Erwin speelt is niet goed:
1...13-19? 2.26-21 27x16 3.37-32 28x37 4.47-42 37x48 5.33-29 24x33 6.39x17 48-30 7.35x02

U ziet nu waarom het dammen voor het geslacht Talsma een combinatiespel is. . . .
Wel wil ik nog even aangeven dat in de (laatste) diagram zwart positioneel heel goed
komt te staan als hij (13-18) speelt, maar ja, dan waren er, door onze hoofdpersoon,
waarschijnlijk wel weer andere combinaties ingevlochten . . . .

zondag 8 juli 2012

Taal


Er is geen Huizumer groter als.......
Anton F. Schotanus

Door Tjalling van den Bosch

Eigenlijk is dit een vervolg op mijn vorige rubriek (over Pieter Bergsma).
Daar waar Pieter zeer flexibel was (wat de Nederlandse taal betreft) en
naar wegen zocht om de taal te vergemakkelijken is onze huidige voorzitter,
Anton Schotanus, zeer precies in het correct gebruiken van de Nederlandse taal.

Ik weet zeker dat Schotanus gruwt bij het lezen van de bovenstaande aanhef !
Niet dat onze voorzitter de bedoeling van het bovenstaande zal tegenspreken,
maar er zijn mensen (waarvan onze hoofdpersoon er één is) die het schuim op
de mond krijgen als iemand in een gesprek argeloos "groter als" zegt.
Daar wordt een regel overtreden!

Volgens moderne taalboeken echter (Bron: Encyclopedie van misvattingen,
Hans van Maanen, 2002) is "als" na een vergrotende trap niet fout !
J. Renkema noemt het in de veelgehanteerde "Schrijfwijzer" (Den Haag 2002)
een "oude schoolregel", en hij vindt het "heel merkwaardig" dat het schrijven
van "groter als" als een zware fout wordt aangerekend.
C.G.L. Apeldoorn zegt in "Twijfelgevallen Nederlands" (Utrecht 1983):
"Dat is niet fout, "groter dan" is meer verzorgd Nederlands".
P.J. van der Horst in "Taal en tekst van A tot Z" (Zutphen 1988):
"Men gebruikt hier "als", dit wordt niet meer fout gevonden, maar "dan" heeft de
voorkeur.
De "Algemene Nederlandse spraakkunst" van W. Haeseryn (e.a.) constateert
slechts: "Het voegwoord "als" is in deze functie niet voor alle taalgebruikers
aanvaardbaar".

Denk ook aan "hen" en "hun"
Het onderscheid tussen "hen" en "hun" is een zeventiende-eeuwse uitvinding,
uit de tijd dat de taalgeleerden probeerden het Latijn te imiteren: "hun" bij
de derde naamval (meewerkend voorwerp) en "hen" bij de vierde naamval (lijdend
voorwerp en na een voorzetsel).
Het onderscheid werd overigens niet bedacht doot P.C. Hooft, zoals vaak wordt
aangenomen, maar door Christiaen van Heule in zijn "Nederduytsche grammatica
ofte spreac-konst" uit 1625.
Misschien is het nog wat ouder, maar in ieder geval neemt Hooft het idee van
Van Heule over, hij wilde het zelfs uitbreiden tot "hum" en "hem", dus
"dat is hum te veel" tegenover "ik zal hem uitnodigen".
Hier zijn taalkenners nog eenstemmiger: allemaal noemen zij het onderscheid
"kunstmatig".

De taal verloedert
Het lezen van oude taalrubrieken is vooral leuk omdat zo pijnlijk duidelijk wordt
waar mensen zich vroeger druk over maakten.
"Groter als" in plaats van "groter dan", "ik heb hun gezien" in plaats van
"ik heb hen gezien" een ook "pubertijd" in plaats van "puberteit".
Taal is een gebruiksvoorwerp, en de meerderheid van de gebruikers beslist wat
"goed"of "fout" is, al zal het die meerderheid meestal een zorg zijn.
Mensen die vinden dat er moet worden opgetreden tegen de verloedering van de
taal vechten tegen de bierkaai.
Natuurlijk, veel woorden en uitdrukkingen hadden vroeger een andere betekenis,
maar het is onzin om te zeggen dat die betekenis de "juiste" is.
Met een "éminence grise" werd vroeger gedoeld op iemand die op de achtergrond
aan de touwtjes trok, maar nu op iemand die zijn sporen verdiend heeft.
Met "ellende" werd vroeger "buitenland" bedoeld, "hoer" betekende ooit "geliefde".
Welke betekenis is de juiste ?
Taal verandert, maar dat betekent niet dat de taal verloedert.
Er gaan woorden af, er komen uitdrukkingen bij, de uitspraak verandert en wat al niet.
"Hun denken aan ons" vinden de taalboeken op dit moment niet zo netjes, maar niemand
weet wat we over vijftig jaar zullen vinden.

Virtueel
Tot slot nog een voorbeeld van het "onststaan van een Nederlands woord" !
Jean Nelissen, vermaard sportverslaggever, zocht een woord voor "het moment
dat iemand onderweg (tijdens een wielerkoers) theoretisch de leiderstrui draagt".
Hij bladerde in een Frans woordenboek en zag het woord "virtuel", dit betekende:
een oneigenlijke situatie gebaseerd op de toekomstverwachting.
Dus lanceerde hij de volgende dag, live in de uitzending, het woord "virtueel".
Jan Blokker, columnist in de Volkskrant, ontstak in woede !
Nelissen werd met de grond gelijk gemaakt, hij was volgens Blokker een "taalbarbaar",
het woord virtueel bestond helemaal niet !
Vijftien jaar later merkte Nelissen op: "Het woord "virtueel" is inmiddels (Jan Blokker
ten spijt) algemeen ingeburgerd",
En inderdaad, het wordt gebruikt in de politiek, de advocatuur, zelfs in literaire kringen
komt men het woord tegen !!

Anton Schotanus "semper fidelis" (aan correct taalgebruik EN aan DamClub Huizum).