woensdag 30 december 2015

Storm...

 Door Tjalling van den Bosch

Wat doet een mens als buiten een storm raast(?); inderdaad, 'binnen' blijven. En dan(?); bijvoorbeeld de partijen van het WK 2015 (Emmen) eens rustig naspelen . . . En dan(?); je kijkt eens naar de openingszet(!), en gaat dan 'zitten vinken'. Smijt dat nog wat op? Mooi dat u dat vraagt:

Er werden 190 partijen gespeeld; qua openingszet verdeeld als volgt: Favoriet was 32-28; deze openingszet werd maar liefst 118 keer van stal gehaald. Op grote achterstand volgden 34-29: 32 maal en 33-29: 23 maal. Verdere afwijkingen werden nauwelijks uitgeprobeerd: 33-28: 6 maal, 34-30: 4 maal, 35-30: 3 maal, 31-27: 3 maal en 31-26 slechts eenmaal.

Wat betekenen deze cijfertjes(?); niets, maar ja het stormt buiten . . .Er werden 48 (van de 190) partijen tot winst gevoerd (ruim 25%); 28 partijen werden voor wit gewonnen en dus 20 partijen door zwart.

Witspelers die met 32-28 openden wonnen 14 maal; 16 maal was er verliest (van de 118 dus). Van de witspelers die met 34-29 begonnen wonnen er 7 (32), 33-29 maar 4 (23) en 34-30 slechts 2 (4) en eenmaal werd er na 33-28 gewonnen door wit.  Alle andere openingszetten leverden voor de witspelers geen winst op. U mag zelf uw conclusies verbinden aan deze cijfertjes.                                            
Er werden volgens de computer (zelf zou ik dat nooit durven beweren) maar liefst 18 maal 'de winst' gemist! Dat aantal verbaast mij nogal; overigens heb ik alleen de directe winsten geteld, ´gemist groot voordeel' (volgens de computer) heb ik niet meegerekend.

Damvarianten . . .

De damvariant Checkers is volgens kenners (zelf kan ik daar niet over oordelen) door de computer helemaal uit-geanalyseerd. Met andere woorden, de computer laat zien dat elke partij remise is, mits men natuurlijk geen fouten maakt. Op grootmeester-niveau worden die niet gemaakt, en dus is Checkers gestorven aan de remise-dood.

In 'onze' damvariant is dat dus duidelijk niet het geval; als grootmeesters 'niet willen', krijg je altijd een salon-remise; daar is, met wat voor regel dan ook, niets aan te doen. In Salou zag ik enkele jaren geleden twee grootmeester 'in actie'; er werden zetten gedaan, maar de pen werd niet losgelaten! Vijf minuten na de start lagen de twee grootmeesters al weer bij het zwembad, ondanks de 40-zetten regel!                                                                                                                                            
Tijdens het WK 2015 werd het wel duidelijk, dat er in het late middenspel/eindspel best veel fouten   werden gemaakt (op grootmeester-niveau!). Je kunt dus eigenlijk niet zeggen dat de 100-ruiten-damvariant (op het hoogste niveau!), in de praktijk, een remise-spelletje is, vanwege een gebrek van het spel!
Grootmeester Jan Groenendijk speelde (net als ieder ander) 19 partijen in Emmen; daarvan eindigden 7 in een 2-0 of 0-2. Groenendijk speelde vrij en onbevangen; compliceerde de stellingen zoveel mogelijk. Zelfs tegen de 'zittende' wereldkampioen(!) kwam er een explosieve stelling op het bord. Veel partijen van Groenendijk werden pas na een uitgewoed eindspel remise gegeven.

In het epistel Catenaccio . . .  (januari 2014) heb ik al eens uitgelegd op wat voor manier de voetbalwereld het 'afbraakvoetbal' van zo'n 40 jaar geleden heeft getracht uit te bannen. Kort samengevat: dat gebeurde door een (door de F.I.F.A. geïnitieerde) mentaliteitsverandering bij de topclubs. Zou daar iets 'in zitten' voor het internationale dammen? Is het grootmeesterlijke dammen een remise spel geworden?  Komt dat dan misschien door de manier waarop zij het spel spelen, of ligt het aan het spel? Ik ga voorlopig van het eerste uit; maar ja, een mentaliteitsverandering is weer moeilijk in regels vast te leggen, EN doen ze 'het' dan ook allemaal, of . . . ?

Als we er reglementair iets aan willen doen, moeten we dan de regel: Er mag pas remise worden overeengekomen als er dammen op het bord staan, net als in de Friese damvariant, gaan invoeren?!?
(Ja, ik heb dit, op dit blog, al eens eerder laten doorschemeren - Dûmny . . . , mei 2015 -). Dus niet meer halverwege de partij remise overeenkomen, maar doorspelen (vergroot de  kans op fouten!). Net als in veel andere sporten kan men pas winnen, nadat de tegenstander een fout heeft gemaakt . . .
Hé . . . ! De storm is gaan 'liggen'.

Goede jaarwisseling en vooral een goed 2016 voor u en de uwen . . . 




 

woensdag 23 december 2015

Het eindspel...

Door Peter Pippel

Het eind van het jaar brengt blijkbaar 'pennen' in beweging. Kregen we eerder een 'sprookje' van Piet Bouma aangeboden, thans is het niemand minder Peter Pippel, broer van de bekende eindspelspecialist Kees, die iets te melden heeft.

Eindspel Cordier – Groenendijk WK – 2015 Emmen.

In de laatste ronde van een prachtig WK ontstond onderstaand eindspel. Enkele zetten eerder had Cordier volgens het computerprogramma Kingsrow via een fraai dubbeloffer remise kunnen maken, maar nu was een gewonnen stelling ontstaan (volgens Kingsrow). De toeschouwers verheugden zich al op (eindelijk) weer eens een wereldtitel voor een Nederlander, de pas17-jarige Jan Groenendijk. 
Maar zo eenvoudig was het niet. Jan had nog geen idee hoe de stand tot winst gevoerd moest worden en in de analyseruimte kwamen Harm Wiersma en Auke Scholma er ook nog niet uit.

In de diagramstand is Jan met zwart aan zet. 
Jan speelde 17-08?? 
Een drama, want na 47-41 was het direct remise. Het ergste is nog, dat Jan de dreiging gezien had, maar op het moment sûprème even uit het oog was verloren. We zullen er nooit achter komen of Jan in de partij de winst, die er wel degelijk in zat, had gevonden. Maar ook Cordier had de sterkste verdediging niet zomaar voor het oprapen.


Het eindspel is zeer leerzaam, omdat het enkele belangrijke elementen bevat, die met name in het eindspel cruciaal zijn. In de opening en het middenspel is controle van bepaalde velden belangrijk. In het eindspel gaat het om de controle van lijnen en kwadranten; verder zijn (kleine) dreigingen en finesses veelal noodzakelijk om tot winst te komen.

Vanuit de diagramstand doorlopen we de volgende fases, waarbij zwart de hoofdlijn behoudt:
  1. Ervoor zorgen, dat 20 en 30 vast komen te staan op 15 en 25
  2. Schijf 26 laten promoveren tot derde dam
  3. Basisstelling opbouwen voor de winnende vangstelling
  4. Vangstelling op het bord brengen en witte dam afnemen
  5. Uiteidelijk met een finesse de kroon op het werk zetten.
Fase 1.

1. 46-23 Is beter dan naar 5
2. 48-42 Op 48-43 17-33; 20-15 33-44; 43-38 44-35; 30-25 (38-24? 23-34)
2. 17-08
3. 30-25 Op 42-24 08-02; dan met dam 23 op hoofdlijn spelen (verlies schijf 30)
3. 08-35
4. 20-15*

Fase 2.

4. 35-49
5. 42-48 49-21
6. 48-39 Op 48-42 23-10; 15x04 21-27; 04x31 26x48; 25-20 48-25; 20-15 25-14+
6. 26-31
7. 39-48 21-26
8. 48-39 31-37
9. 39-43 37-41
10. 43-39 41-46
11. 39-30

Voordat we verder gaan met fase 3 moeten we weten welke vangstelling we in fase 4 gaan opbouwen. Er zullen wel meer mogelijkheden zijn, maar ik heb gekozen voor de vangstelling met de zwarte dammen op 27, 37 en 46. De witte dam kan dan bijna nergens meer heen zonder gevangen te worden, MAAR dit werkt niet als de witte dam in staat is om, nadat de zwarte vangstelling is voltooid, veld 26 of 48 te bereiken. Daarom zorgen we er in fase 3 al voor, dat die vluchtweg voor wit niet mogelijk is.

Fase 3.

11. 46-32 We willen, dat wit het kwadrant 2-16-49-35 niet meer kan bezetten.
12. 30-02 32-16
13. 02-35 Op 02-30 verloopt de winstgang op vergelijkbare wijze.
13. 16-02
14. 35-49* 02-35
15. 49-16* 23-19 Zie opmerking zet 11.
16. 16-43*A 35-49
17. 43-34 49-16
18. 34-45
Het heeft even geduurd, maar nu hebben we de basisstelling van waaruit we de winnende vangstelling kunnen opbouwen. De witte dam mag nergens losstaan wegens combineren op schijf 47. Daardoor kan de vangstelling voor de witte dam gemakkelijk worden opgebouwd.

A.
16. 16-49 26-48
17. 49-21* Op 49-38 of 49-27 35-49+; op 49-16 35-49 16-11 48-42+
17. 35-49
18. 21-03 Op losstaan 48-42+; Op 21-26 19-37; 26x42 48x26 47-41 (op direct
18. 48-26 15-10 49-32+) 36x47 15-10 26-37 10-04 37-10+
19. 03-20 19-10
20. 15x04 49-27+

Fase 4.

18. 19-46 De witte dam mag nu niet losstaan.
19. 45-50 16-27 Eerst deze dam op zijn plaats zetten, want anders kan wit naar 17
20. 50-11 26-37
21. 11-50 Op 11-16 27-21
21. 37-28
22. 50x31 36x27
Ook deze fase is afgerond, maar we zijn er nog niet; wit is een handige speler.

Fase 5.

23. 47-42 46-19
24. 42-38 27-31
25. 38-33 31-36
26. 33-29 Dreigt 29-24 en dan 15-10
26. 36-41!!
27. 29-24 Op 25-20 41-46+
27. 19x30!
28. 25x34 41-46 +

Tot zover de heer Pippel; het is voor velen even wennen, maar een grootmeester dient men niet te duiden door enkel zijn voornaam.
Prettige kerstdagen . . . 

woensdag 16 december 2015

Overheersing....

Door Tjalling van den Bosch

Sinds de 'tweede helft' van de vorige eeuw overheersen de (in eerste instantie Sovjet-)Russen onze edele damsport. Natuurlijk werd de overheersing in de zeventiger en tachtiger jaren onderbroken door twee kinderen (Sijbrands en Wiersma) uit het 'vrije Westen', maar als men de 'grote lijn' in ogenschouw neemt dan kan men niets anders concluderen dan dat er sprake is van een (Sovjet-)Russische overheersing.
Hoe kan dat(?); zit het (internationale) dammen in hun DNA, is het genetisch? Nou nee, tot de wereldtitel van Koeperman in 1958 was het dammen, zoals we het nu kennen, nauwelijks bekend in de U.S.S.R.!! Hoe komt het dan toch, dat men sinds die tijd het internationale dammen zo overheerst? Daarvoor moeten we terug naar:

                                               Stalin . . . 

 Jozef Stalin; meedogenloos heerser over de Sovjet Unie van 1922 tot zijn dood in 1953. Wat heeft dit met dammen van doen(?); in eerste instantie misschien niet zoveel, maar voor de verhoudingen binnen de internationale sportwereld des te meer!

Nadat Hitler (nazi-Duitsland), mede door toedoen van de Sovjet Unie, in 1945 was verslagen, kwam de wereld vrij snel terecht in 'de koude oorlog'. In de eerste jaren na de tweede wereldoorlog werd er internationaal nog niet zoveel aan sportuitwisselingen gedaan. In die tijd werd sport voor de Verenigde Staten van Noord-Amerika echter steeds belangrijker; de goede sportprestaties van de sporters uit de V.S. werden gezien als een bevestiging voor de juistheid van de westerse democratie.
Ook Stalin onderkende de propagandistische waarde die ervan uitging en stelde Nicolay Romanov (een doorgewinterde sportbestuurder) aan om de sport in de Sovjet Unie naar een hoger plan te brengen.

Op zijn gat . . . 

Nu lag 'de sport' in de voormalige Sovjet Unie vanwege de tweede wereldoorlog op zijn gat, dus moest er in eerste instantie weer van alles worden georganiseerd. In die jaren kwamen achtereenvolgens de nationale voetbalteams van (het toenmalige) Joegoslavië en Bulgarije naar de Sovjet Unie om het op te nemen tegen teams uit diverse steden. In die ontmoetingen werden de plaatselijke elftallen verslagen. Dit kwam Stalin ter ore; nadat ook het lokale team Traktor in Stalingrad (het huidige Wolgograd) het onderspit had moeten delven tegen het nationale voetbalelftal van Bulgarije, was hij ziedend. Toen even later (in 1948) ook de schaatsers niet meer 'mee bleken te kunnen komen' op internationaal niveau, greep Stalin in.

Stalin trommelde alle 'hoge' sportbestuurders op en vroeg rechtstreeks aan Romanov: "Verklaar, waarom heb je onze sport belachelijk gemaakt"! Romanov, die een enorm dossier bij zich had, begon aan een goed voorbereid verhaal.
Nadat Stalin hem enkele minuten had aangehoord stond hij op en stapte op Romanov af en zei: "Waarom heb je dit laten gebeuren?". "Ik werd niet goed geïnformeerd" stamelde Romanov. Staling greep hard in; hij voerde Romanov af (Siberië) en benoemde kolonel-generaal van de staatsveiligheidsdienst (de KGB) Arkady Apollonov tot de nieuwe verantwoordelijke voor de nationale sport.
Dus geen door de wol geverfde sportbestuurder aan het bewind, maar een niets en niemand ontziende militair van de nationale veiligheidsdienst.

Apollonov wist wat er met zijn voorganger was gebeurd en nam enkele rigoureuze maatregelen. Bestuurders werden zo snel mogelijk in de internationale sportwereld geïnfiltreerd. Er werden scholen opgericht met als voornaamste doel om jongeren op te leiden tot topsporters; ze werden gehard om onder alle (extreme) omstandigheden te kunnen presteren. Ook kregen sporters een stipendium, zodat ze zich volledig op hun sport konden stortten. Dit was een doorn in het oog van het Olympisch Comité; professionele sporters werden toen nog geweerd van de Olympus.
Hoe het ook zij, de Sovjet Unie kwam er mee weg; staatsamateurs, in de V.S. sprak vaak over shamateurs (als in shame).

Alles werd in het werk gesteld, goedschiks of kwaadschiks, om door sport de juistheid van het communisme aan te tonen! Als de sporters dreigden te falen, probeerden bestuurders, scheidsrechters en juryleden de uitslag te beïnvloeden ten faveure van het almachtige Sovjet bastion. Mochten de Sovjetsporters toch falen, dan was er altijd nog de Sovjetpers! Vanuit de V.S. kwam het grapje dat, wanneer een Amerikaanse sporter won van iemand uit de Sovjet Unie, het volgende bericht in de (Sovjet-)pers verscheen: "Sovjetsporter eindigde als tweede, de Amerikaan als voorlaatste . . .".

Kracht & intelligentie . . . 

Stalin verordonneerde dat de sterksten, slimsten en mooisten uit de Sovjet Unie moesten komen; zodoende werden met name het gewichtheffen, schaken en (dames-)turnen uiterst belangrijke troeven voor hem! Alle inspanningen hadden resultaat; tot het uiteen vallen van de Sovjet Unie in 1990 overheersten zij internationaal de bovengenoemde sporten.

Het dammen wist zich in de schaduw hiervan ook snel te ontwikkelen in de Sovjet Unie. Het 100-ruiten-dammen was in eerste instantie onbekend in het grote land; op de 64-velden werd in bepaalde regio's wel gespeeld. Met name door de goede resultaten van Iser Koeperman explodeerde 'ons dammen' in de Sovjet Unie; er kwamen damscholen, topdammers kregen geld van de overheid en konden plotseling als echte professionals hun sport beoefenen.
Ook op bestuurlijk niveau kreeg het dammen met de Sovjet Unie te maken; alles was toegestaan om tot Sovjet-succes te komen (zo werd de wereldtitel van Jannes van der Wal ijskoud niet erkend). Bestuurders uit andere landen raakten gefrustreerd door het Sovjet-optreden en ook de dammers uit het grote land probeerden van alles (denk aan de combines) om succesvol te zijn en te blijven. Het niet laten doorgaan van de match om de wereldtitel tussen Koeperman  en Baby Sy is daar helaas ook een treffend voorbeeld van!
     
Het moge duidelijk zijn; misschien heeft Stalin nimmer een 100-veld-dambord  onder ogen gehad, zijn invloed reikte echter ver, heel ver . . .

Succes in sport, goedschiks of kwaadschiks, was de manier om de wereld duidelijk te maken dat: The Principles of Communism are the best way of live!

woensdag 9 december 2015

Verdict...

Door Tjalling van den Bosch

1.  Georgiev
"Veni, Vidi, Vici" (Vici, Vici, Vici, Vici, Vici, Vici, Vici, Vici,). Julius Caesar.

Aan de overheersing van de (in eerste instantie Sovjet-)Russen in onze edele damsport is geen verandering gekomen. Alexander Sergejevitsj Georgiev (ook wel: de kleine tsaar) eiste na een prachtig WK-toernooi (in Emmen) de titel wederom op. Mijns inziens was er trouwens nog een winnaar: het publiek (wereldwijd)!

Een meer dan verdiende overwinning voor Georgiev; in vrijwel elke partij ging hij compromisloos op zoek naar de twee punten. Weinig tegenstanders durfden Georgiev even compromisloos tegemoet te treden (Groenendijk wel); vaak waren tegenstanders in staat om de stand lang in evenwicht te houden, maar bezweken uiteindelijk in het late middenspel, dan wel eindspel, toch (zoals Cordier, Kouogueu). Georgiev speelde zoals het door de huidige denktijd noodzakelijk lijkt te zijn geworden; niet meer trachtten om vanuit de opening voordeel te verkrijgen, maar proberen om vanuit de opening een goed speelbaar middenspel te krijgen. Hoe het ook zij; de kleine tsaar is een topdammer die 'het klappen van de moderne-tijd-zweep' kent als geen ander.

2.  Groenendijk . . .
"Zonder fouten geen virtuositeit".
Voormalig wereldkampioen schaken Emanuel Lasker.

Jan Groenendijk was natuurlijk de revelatie van het toernooi; hij liet zien dat zijn overwinning in Salou van dit jaar (2015) geen toeval was. Groenendijk trachtte tegen vrijwel iedereen het spel te compliceren, in de hoop dat de tegenstander zich zou verrekenen(!); soms lukte dat, zoals bijvoorbeeld tegen Ndjofang en tegen Loko (dubbeloffer!). Vaak (wat vaak(?), altijd!) liet Groenendijk op andreikoiaanse wijze (ik denk hierbij vooral aan de fameuze partij Leclair-Andreiko - Brintatoernooi 1965, ronde 5 -) zijn klok tot de laatste seconden teruglopen, hetgeen hartkloppingen moet hebben veroorzaakt bij zijn fans.
De (WSDV-)clubgenoten van Groenendijk (regelmatig en in grote getale aanwezig) waren minder onder de indruk van zijn strijd met het uurwerk; ze gaven aan dat het altijd wel goed afloopt met hun held. Toch lijkt het ons toe, dat Groenendijk met een 'fatsoenlijker verstandhouding met de klok' gebaat is, maar misschien ziet Groenendijk zelf zijn 'tijd-spelletje' juist als een wapen(?!?).

3.  Boomstra . . .
"Laat je geregeld desillusioneren; geniet van de helderheid van geest die dat
oplevert". Marinus Knoope.

Roel Boomstra kon niet echt 'los komen'; de overwinning op Groenendijk (in de achtste ronde) leverde wel een 'extra plusje' op, maar de remise (reeds in de tweede ronde) tegen Vipulis (waar Georgiev en Groenendijk wel van wonnen), was achteraf gezien, een streep door de rekening. Na de ongelukkige remise tegen Atse (in de zestiende ronde) leek het erop dat Boomstra dan toch 'los kwam'; hij versloeg in de daarop volgende rondes Forbin en Cordier. In de laatste ronde kon Boomstra helaas geen potten breken tegen Ganbaatar en toen was het duidelijk dat 'Emmen 2015' niet het toernooi van Boomstra was.

Dat is het verdict van Emmen 2015 PUNT; natuurlijk zal er nog lang over worden nagekaart en gefilosofeerd, maar dat verandert er niets meer aan.

Troostende woorden . . .

Na afloop van het WK-toernooi spraken veel Nederlandse dam-fans elkaar moed in met woorden als: "Ze hebben de tijd/ Ze krijgen nog wel vaker een kans". 'Ze' zijn natuurlijk de jonge Nederlandse dammers; naast Groenendijk, Boomstra en Sipma kloppen straks misschien ook wel talenten als Van IJzendoorn, Slump en Wolff op de deur van het WK!
Het is inderdaad waar, dat ons land er, met het oog op de toekomst, goed 'voor' lijkt te staan.

Echter . . .

Jarenlang heeft uw penneleur zich in de wereld van de topsport mogen bewegen; de 'zweep' van het presteren op het hoogste niveau is zodoende overbekend. Eén van die wetten is: je moet de kans grijpen als deze zich voordoet.
Sporters uit de V.S. krijgen vlak voor de beslissende wedstrijd vaak te horen: "You're there, you might as well get the job done". 
Met andere woorden: Je bent nu in de situatie dat je kunt winnen, maak het dan nu ook maar af. Een jonge topsporter kan wel denken dat hij (of zij) nog vele kansen zal krijgen, maar dat is in de wereld van de topsport allerminst zeker.

Wij (Nederlandse dam-fans) moeten ons dus maar niet rijk rekenen met de gedachte, dat onze jonge damtalenten de komende jaren die WK-titel wel naar ons land gaan halen. Misschien breken andere jongelingen (zoals bijvoorbeeld Ivanov, Atse, Shaibakov, Silva, om maar eens wat dwarsstraten te noemen) door en regeren zij het komende decennium het WK met vaste hand . . .
Wie zou na het WK van 2000 hebben gedacht dat de nummer 7 uit de eindrangschikking, in 2015 maar liefst negen wereldtitels op zijn palmares heeft staan??

Afsluiten . . .

Om dit onderwerp ook weer niet al te depressief af te sluiten: Natuurlijk kan één van de Nederlandse talenten het komende decennium ook de strijd om de wereldtitel gaan beheersen!!

Maar goed, het 'dodelijk zijn op het hoogste niveau' kent geen leeftijdsgrenzen; Johan Cruijff debuteerde op 17-jarige leeftijd in het eerste team Ajax; hij scoorde meteen. Met andere woorden: JC stond er meteen!!
(Cruijff debuteerde in Ajax 1 op 15 november 1964 in de uitwedstrijd tegen het Groningse  G.V.A.V; Ajax verloor de wedstrijd met 3-1. Die dekselse Jopie scoorde wel . . .).  

Agenda . . .

Voor als u de kleine tsaar dit jaar nog een keer 'live' in actie wilt zien:
Woensdag 30 december 2015, te Almere:
Wereldrecordpoging kloksimultaan van Alexander Georgiev.
Aanvang: 10.30 uur.
Organisatie: Stichting Aanzet.


woensdag 2 december 2015

Trein...


Door Tjalling van den Bosch

Vorige maand (november 2015) reed er een dam-feest-trein door Drente. Eerst was er het wereldkampioenschap dammen voor de jeugd in Beilen, daarna stoomde de trein door naar Emmen, voor het WK Dammen Algemeen. Het werden enerverende en onvergetelijke (bijna) 4 weken, maar plotseling kwam de dam-feest-trein met een enorme klap tot stilstand!

De 17-jarige bestuurder, die tot dan alle klippen vol bravoure had omzeild, zag te laat een groot stuk beton op de rails liggen. Na de klap waren alle inzittenden confuus; sommigen sloegen vol ongeloof de handen voor de ogen; anderen beenden weg van de plaats des onheils. Weer anderen hadden moeite de tranen te bedwingen, hetgeen in een enkel geval niet lukte.
Op het brok beton stond in grote neonletters: Hét Eindspel.

Mening . . .

Iedere zichzelf respecterende dammer had direct na afloop (en ook zeker in de dagen erna) wel een mening over het incident: "Waarom niet . . . ?", "Eerst even een paar zetten met de dam, dan had hij weer tijd genoeg!", "Gewoon met die dam naar 5, dan zijn er geen problemen meer". De hoofdverantwoordelijke zelf leek direct na afloop vrij nuchter; hij gaf zelf aan dat hij het obstakel wel had gezien, maar dat hij het op het moment suprême even uit het oog was verloren . . . !
Verder liet hij zijn onthutste toehoorders weten dat hij überhaupt  niet 'zag' hoe hij tot winst had moeten komen in het dammen-eindspel.

De dagen erna kwam Hét Eindspel telkens weer op het bord bij damwedstrijden; ongetwijfeld zullen er ook op social-media de nodige varianten zijn getoond. Iedereen meende wel een winstvariant te kunnen aantonen; als iemand dan vroeg hoe hij dan tot 'de stand' moest komen stokte het bij de meeste analytici!
Om schijf 26 tot dam te laten promoveren was voor velen al een heel probleem als daar directe varianten voor werden gevraagd . . . !!

Alles er op en er aan . . .

Hoe het ook zij; het wereldkampioenschap dammen 2015 werd in de allerlaatste partij én in de allerlaatste seconde beslist.  Zowel het Jeugd WK als het WK Algemeen waren fenomenale dam evenementen, vol spanning en sensatie.
Sport op het allerhoogste niveau is het mooiste wat er is.

Natuurlijk dook de media bovenop de 17-jarige.
 


Alle betrokkenen dan ook grote dank, voor een fantastische maand in Drente.





woensdag 25 november 2015

Ongemeen spannend...

Door Tjalling van den Bosch

Terwijl uw penneleur dit epistel aan het 'digitale papier' toevertrouwt (zondagochtend 22-11-2015) is het ongemeen spannend aan kop van het WK Dammen (te Emmen).

Met nog vier rondes te gaan, staat Jan (vanaf nu nooit meer Jantje!!) Groenendijk (en ook nooit meer Sjonnie Greendyke) op kop met 19 punten uit 15 partijen. De zittende wereldkampioen Alexander Georgiev heeft evenveel punten, maar de (niet fraaie) regel 'de meeste overwinningen telt' bepaalt dat meneer Groenendijk voorlopig aan kop gaat. De achtervolgers (met een punt minder) zijn Boomstra, Ivanov en Atse; gaan die zich nog aansluiten bij de kopgroep?
Wie uiteindelijk met de overwinning gaat strijken gaan we niet voorspellen; we verschuilen ons graag achter de woorden die Hans Wiegel ooit sprak: "voorspellen is moeilijk, vooral als het over de toekomst gaat". Het is natuurlijk altijd leuk om te mijmeren; wie is in vorm, wie heeft het 'makkelijkste' programma, wie heeft er de kracht nog voor??? Maar misschien komt er ook nog wel iemand 'van achteren'(?); denk aan tienvoudig wereldkampioen Alexei Chizov of Wouter (I have a dream) Sipma!

In the picture . . .

Ons edele damspel staat dezer dagen volop in de belangstelling; eerst was daar natuurlijk het WK-jeugd in Beilen en nu dus het WK Algemeen. Veel (niet dam-)pers laat zich graag informeren over het toernooi; wat dat betreft mogen we eigenlijk niet klagen. Toch is het jammer dat we er weinig van terug zien op de publieke omroep; eigenlijk zijn beide evenementen te mooi om geen aandacht te krijgen in televisie-programma's als De Wereld Draait Door, Pauw of Studio Sport.

Het WK voor de jeugd was een fantastisch evenement; uw penneleur kon (vanwege werkzaamheden) helaas slechts één dag aanwezig zijn in Beilen. Toen we op de bewuste dinsdag aankwamen in de grote sporthal (vol met meer dan 250 dammende kinderen) liep de ochtendronde op zijn eind.

De langste partij van die dag vond plaats bij de allerjongsten; twee piepkleine meisjes (ze kwamen net boven te tafel uit), de één (Ulkar Babanli) kwam uit Azerbeidzjan en de ander (Zhou Jiang) uit China, streden voor wat ze waard waren in een langdurig eindspel. Natuurlijk stond er veel publiek bij de tafel (ook uw penneleur); op een gegeven ogenblik riep de Azerbeidzjaanse (?) de arbiter (Harry Mennema) bij zich. Ze priemde met drie vingertjes in de lucht; nu kent Mennema zijn talen (in ieder geval Fries en Nederlands), maar het Azerbeidzjaans bleek hij niet machtig te zijn. (Voor de duidelijkheid: de Azerbeidjaanse claimde dat er driemaal dezelfde stand op het bord stond, met dezelfde speelster aan zet, en eiste nu remise - geheel volgens de regelementen -).
Daarom haalde de arbiter er versterking bij in de persoon de Russische hoofdarbiter; deze zette de klok stil, nam beide notatiebiljetten in beslag en begon de partij na te spelen. Dat was lastig, want de beide jongedames hadden nogal wat (van de 76 wederzijdse) zetten onduidelijk of incorrect opgeschreven; het was waarschijnlijk eenvoudiger geweest om vanuit de stand op het bord 'terug' te spelen. Het duurde een hele tijd, maar uiteindelijk werd de claim van de Azerbeidzjaanse gehonoreerd, remise.
De partij is in ieder geval terug te vinden op Toernooibase Dammen; u mag zelf beoordelen of het verdict van de scheidsrechter correct was. Het was jammer dat het Jeugdjournaal hiervan geen opnames heeft gemaakt; nog veel schrijnender is het dat het programma helemaal geen melding heeft gemaakt van dit fantastische jeugdevenement!

Parijs . . .

De week waarin het Jeugd WK plaatsvond, alsmede de eerste week van het WK Algemeen was er volop ruimte in de eerder genoemde televisie-programma's om een item op te nemen over de evenementen, maar toen kwamen daar de vreselijke aanslagen in Parijs en dan kan je het natuurlijk schudden. Jammer, maar het zei zo; het enige dat wij dammers nog kunnen doen is een bezoekje brengen aan het WK te Emmen.
Doe het voor onze edele damsport.

donderdag 19 november 2015

Een sprookje...

Vooraf . . .

Piet Bouma had ooit een droom; hij wilde een (dam-)site waar iedereen, uit de hele wereld, partijen van elkaar konden naspelen. Uiteindelijk werd deze droom realiteit toen Bouma Toernooibase Dammen na jarenlange noeste arbeid aan de wereld presenteerde; the rest is history . . .De afgelopen maand (oktober 2015) ging Bouma's 'freischwebende intelligenz' opnieuw op de loop; het leidde tot het onderstaande sprookje (zoals hij dat zelf omschrijft):

Door Piet Bouma

Er was eens een begenadigd semi-profvoetballer in Liechtenstein. Een echt talent. Scouts en spelersmakelaars hielden hem al geruime tijd in de gaten. Alleen hij was publicitair niet interessant. Hij was geen Ronaldo, Messi of Zlatan en kwam daarnaast ook nog uit het onooglijke Liechtenstein. Eén spelersmakelaar met goede contacten met sponsoren zag mogelijkheden en hij had zelfs een (betaald?) lijntje met de Wereldvoetbalbond (FKTAR). Met een sponsor, die hem steunde, benaderde hij Barcelona en de speler. Hij kwam met een aanbod dat hij een sponsor had van € 500.000 Euro en dat hij met die sponsor misschien nog € 500.000,-- Euro aan andere sponsorgelden binnen kon halen. Zou de speler uit Liechtenstein, dan 1 jaar met dit transfergeld de Champions League bij Barcelona mogen spelen?

Uiteraard had de makelaar kosten in deze. Die moest hij declareren, maar de oplossing was om – als de deal doorging - die met een percentage van het transfergeld te verrekenen. Maar zijn kosten moesten natuurlijk wel betaald worden. Enfin, Barcelona had er ook wel oren naar en de speler uit Liechtenstein zag zich zelf al in Zuid-Amerika, Azie, Europa en Afrika spelen. Want de Champions League speelde inmiddels in alle werelddelen. En de speler ontving natuurlijk ook een flink gedeelte van de transfersom.

Voor de kosten van de makelaar werd een oplossing gevonden en ook de FKTAR – want Barcelona stond nog steeds onder curatele – wilde zijn medewerking aan een eventuele transfer geven. De voorzitter van de FKTAR – zoals niet ongebruikelijk – ging op persoonlijke titel ook wat investeren, uiteraard met het zakengevoel dat bij een volgende transfer, dat geld er ongetwijfeld dubbel en dwars uit zou komen.

De makelaar ging op stap. Hij benaderde deze en gene om de resterende € 500.000,-- binnen te halen. De eerste sponsor met de toegezegde € 500.000,—haakte plotseling af. Toch hield de makelaar vol en ook de voorzitter van FKTAR had nog alle geloof. Uiteindelijk moest ook de spelersmakelaar toegeven (de Champions League was al meer dan halverwege) dat de transfer niet ging lukken en hij stelde Barcelona, FKTAR en de speler op de hoogte. De voorzitter FKTAR bedacht een list.

Hij had gehoord dat een andere sponsor ook wel fiducie had in de speler. Het moest allemaal wat goedkoper, die latere klapper kwam dan wel. Hij benaderde zijn andere contact, vertelde wat er misschien mogelijk was met de eerste sponsor. Volgens hem was er een deal te maken met Barcelona en de speler voor ca. € 370.000. Dan zou de eerste sponsor nog ca. €  50.000,- binnen kunnen schuiven en hijzelf wilde misschien ook nog wat investeren. Maar zoals zo vaak, sponsoren gunnen elkaar het licht niet in de ogen. De eerste sponsor wilde niet meewerken en het andere contact haakte daarna ook naadloos af. Inmiddels ging de Champions League maar door. De FKTAR, was niet voor een gat te vangen.

Er waren wat contacten in Polen, met een club, die voorronden Champions League speelde. Transfersom werd nu wel € 100.000,--(misschien wat meer) en ja, bij deze satellietclub ging het wel alleen om voorronden Champions League.  Speler en Barcelona gingen niet akkoord, want zij hadden nog altijd het gevoel dat er meer te halen was, gezien de eerste fantastische aanbieding. Ze benaderden een andere spelersmakelaar, die in het verleden resultaten had geboekt.  Deze ging koortsachtig aan het werk. Benaderde deels dezelfde sponsoren, maar ving – uiteraard – bot. Hij moest toegeven dat het niet meer ging lukken. Speler en ook Barcelona werden een beetje moedeloos van de ontwikkelingen. Beiden zagen zelfs deelname aan de volgende (finale) Champions League niet meer zitten.

Inmiddels stond de Champions League finale al bijna op de agenda en leek de transfer af te ketsen.
De speler had een gepiepeld gevoel. Hij ging een en ander bij de FKTAR in werking zetten. De FKTAR vergaderde en men vond dit toch wel heel apart. Een gedeelte vond dat de FKTAR er niks mee te maken had, maar een ander groter gedeelte vond dat een transfer gerealiseerd moest worden. De finale van de Champions League werd evenwel al bijna gespeeld. Maar kon er ook nog niet een benefietfinale gespeeld worden? Er werd een datum gevonden en de benefietfinale Champions League  Fenerbahce-Barcelona, werd op de kalender gezet. De speler werd voor één wedstrijd getransfereerd naar Barcelona voor € 150.000,-- aan FKTAR-gelden. De oorspronkelijke sponsor wilde voor zijn goede naamsbekendheid ook nog € 25.000 bijdragen en de voorzitter van FKTAR kwam opvallend genoeg ook met € 25.000 over de brug. Barcelona en de speler gingen akkoord. De wedstrijd werd onder toeziend oog van veel Turks publiek gespeeld en ook in Liechtenstein ging men uit zijn dak, nu de speler op de internationale televisie zijn kunsten vertoonde. Drie weken later werd de grote Championsleague finale gespeeld, waar iedereen naar toeleefde. De benefietwedstrijd met een spectaculaire uitslag was in grote delen van de wereld vergeten. Alleen in Turkije en Liechtenstein was het nog steeds het gesprek van de dag.

En de speler uit Liechtenstein? Hij speelde daarna weer gewoon semi-prof voetbal bij zijn oude club.
Hij had zijn avontuur gehad, maar het had hem niet echt veel opgeleverd. Barcelona bleef uiteraard op het hoogste niveau spelen, en de FKTAR had opnieuw zijn goede wil getoond.  Allen leefden nog lang en gelukkig. Zelfs de spelersmakelaar zat al weer te broeden op een volgend project waarbij hij graantjes mee zou pikken..

De moraal van dit sprookje: hecht nooit geloof aan kakelende kippen, die gouden eieren beloven. Uiteindelijk is een half gewoon ei nog beter dan een lege dop.

donderdag 12 november 2015

Franse hoop...

Door Tjalling van den Bosch

Mogen de Franse damliefhebbers eindelijk weer eens gaan hopen dat er binnen afzienbare tijd een landgenoot serieus een gooi gaat doen naar de allerhoogste mondiale dam-eer? In een eerder epistel heb ik u al eens kennis laten maken met Kevin Machtelinck (Tsunami . . . -september 2015-). De jonge Fransman was uitzonderlijk goed in vorm tijdens het jongste Open NK in Heerhugowaard. Toch is Machtelinck niet de man waar de Franse dam-harten nu al sneller van gaan kloppen; nee dat is:

Arnaud Cordier . . .

Tijdens het komende WK Dammen (november 2015, te Emmen) verdedigt Arnoud Cordier de Franse tricolore (bleu-blanc-rouge).

Toen afgelopen jaar (2014) onze nationale kampioen Roel Boomstra de hoogste Europese dam-eer voor zich opeiste, ging het brons, toch enigszins onopvallend, naar Cordier. Dat 'enigszins onopvallend' school vooral in het feit dat de Fransen weinig aandacht besteedden aan de prestatie van hun landgenoot, én wij Nederlanders natuurlijk helemaal in de ban waren van de 'grote titel' die een landgenoot eindelijk weer eens binnenhaalde.

Zou Arnoud Cordier in staat zijn om in november de wereldtitel voor zich op te eisen? Bereidt Cordier zich speciaal voor op het naderende WK Dammen? Heeft hij goede support (financieel/trainingspartners) in Frankrijk? Het zijn vragen waar we geen antwoord op krijgen, mede door de summiere dam-berichtgeving uit het land van Marianne.

Cordier is in ieder geval een internationaal grootmeester, die moeilijk te verslaan is; als we op Toernooibase Dammen gaan zoeken dan moeten we terug naar augustus 2009 om een nederlaag van hem te vinden.Cordier verloor toen tijdens het Franse kampioenschap van  Oscar Lognon. Verder komen we nog te weten (via Toernooibase Dammen) dat Cordier in het seizoen 2010-2011 zijn laatste (twee) partijen (voor Van Stigt Thans) speelde in de Nederlandse clubcompetitie. De seizoenen ervoor speelde hij vrijwel constant mee voor het team. Vanaf het begin van zijn damcarrière heeft Arnaud alle Franse jeugdtitels meerdere malen op zijn naam geschreven; als 'senior' heeft hij de Fransetitel dit jaar (2015) voor de 14e(!) maal voor zich opgeëist.

Uw penneleur herinnert zich Cordier vooral van het jaarlijkse sneldamtoernooi in Salou; in 2011 won de Fransman dit toernooi met overmacht. Arnoud scoorde toen 16 punten uit 9 partijen; hij gunde Harry de Waard in de laatste ronde een puntje (toen ook al?), omdat hij daarmee zijn totaal-overwinning veilig stelde. De directe confrontatie met de als nummer twee aankomende Alexander Georgiev eindigde in een glorieuze overwinning voor de Fransman! Nog dezelfde avond voerde Cordier al zijn partijen van Salou blitz 2011 op Toernooibase in; ook een kwaliteit waar de gewone damliefhebber 'van staat te kijken'.

Verder nog . . .

Wat weten we verder nog van Arnaud Cordier? Hij werd geboren op 26 november 1974 te Dijon (Frankrijk). De kleine Arnaud was een slim jongetje; toen hij 5 jaar oud was kon hij de kubus van Rubik al oplossen. Hij zou het uiteindelijk schoppen tot ingenieur in de informatica, daarin verdient hij tegenwoordig ook zijn brood. Hij leerde het dammen van zijn vader Henry. Arnaud liet ooit in een interview weten dat hij op damgebied vooral geïnspireerd werd door de partijen van Pierre Gesthem, Baby Sy en Ton Sijbrands.

Dat is het helaas wel zo'n beetje; toch zouden de Fransen er goed aan doen om Arnaud Cordier eens serieus in de gelegenheid te stellen om de eerste wereldtitel sinds Pierre Gesthem (1947 -na de met 17-11 gewonnen match tegen R.C. Keller-) terug te brengen naar het land waar de strijd om de hoogste mondiale dam-titel ooit begon (Amiens 1885).

woensdag 4 november 2015

I have a dream...

 Door Tjalling van den Bosch

Neen, beste lezers en lezeressen we gaan het niet hebben over Martin Luther King en zijn relatie tot onze edele damsport; alhoewel . . . , misschien is die er wel(?), . . . , maar misschien ook niet.

King was een Amerikaans baptistische dominee die zich  tijdens zijn leven ontpopte als één van de prominentste leden van de Amerikaanse burgerrechtenbeweging. In 1963 hield hij een beroemd geworden speech op de trappen van het Lincoln Memorial in Washingthon D.C.
Dat 'D.C.' betekent overigens 'District of Columbia'. Washingthon (vernoemd naar de eerste president van de V.S.) is speciaal gebouwd als hoofdstad van de V.S.; ook het 'Witte Huis' (residentie van de zittende president) en regering bevinden zich daar. Om ervoor te zorgen dat de hoofdstad buiten het grondgebied van alle staten kwam te liggen, vanwege de autonomie, heeft men het territorium onafhankelijk van alle staten verklaard; vandaar dus altijd die toevoeging (D.C.).  

Waar waren we gebleven(?); o ja, bij de speech van King.Tijdens de redevoering (waarin King zijn hoop uitsprak dat mensen ooit op hun gedrag en niet op hun huidskleur beoordeeld zouden worden) gebruikte King de beroemd geworden frase: 'I have a dream'. Over een relatie van Martin Luther King en onze edele damsport, zelfs niet in relatie tot het checkers, is uw penneleur nog niets te weten gekomen.

Dagdromen . . . 

Uw penneleur kan zo nu en dan heerlijk dagdromen; zoals laatst, toen ik, vlak voor het slapen gaan, door het boek '100 jaar WK Dammen' van Jan Apeldoorn bladerde. Ik las het één en ander over Herman Hoogland, de eerste Nederlandse wereldkampioen dammen (zie ook: Damfamilies . . .op dit blog - juni 2014).

Ruim 100 jaar geleden (om precies te zijn in 1912) greep de jonge Herman de hoogste mondiale eer na een enerverend (rond)toernooi, waarin de tien deelnemers elkaar tweemaal 'troffen'. Het toernooi werd in Nederland (Rotterdam) verspeeld en er deden maar liefst vijf dammers uit ons kikkerlandje mee. Eerder had Hoogland een match gespeeld tegen de zittende wereldkampioen Isidore Weiss. Weiss was klein van stuk en werd daarom ook wel de kleine Napoleon genoemd. Hoogland kreeg in die tweekamp wel kansen (miste volgens overlevering een analytische winst), maar de einduitslag was uiteindelijk duidelijk in het voordeel van wereldkampioen Weiss. De match was blijkbaar een goede training voor Hoogland, want hij greep dus in het daarop volgende WK-toernooi de titel.

Geschied-herhaling . . .

Het is een algemeen bekend verschijnsel, dat de geschiedenis zich met enige regelmaat herhaalt! Dat wetende komen bij mij de (dag-)dromen(!), na het 'bladeren' door het boek van Jan Apeldoorn.

Alexander Georgiev is de zittende wereldkampioen; hij is net als Weiss klein van stuk en daarom wordt hij ook wel de kleine Tsaar genoemd!
Net als in 1912 wordt het komende WK in Nederland (Emmen) verspeeld!
Net als in 1912 doen er ook nu maar liefst vijf Nederlanders aan het WK mee!
Net als in 1912 speelde ook nu de zittende wereldkampioen, voorafgaand aan het WK-toernooi, een match tegen een jonge Nederlander!
Net als in 1912 kreeg ook nu 'de jonge Nederlander' kansen (hij schijnt zelfs een analytische winst te hebben gemist), maar verloor de match uiteindelijk duidelijk!

Zeg Sip, jongen,     . . . I have a dream . . .

woensdag 28 oktober 2015

Niet doen/wel doen...


Door Tjalling van den Bosch

Twintig jaar geleden reisde uw penneleur de wereld rond in het professionele circus dat (ook nu nog) 'de sterkste man' heet. Op een gegeven ogenblik (1996) was er een wedstrijd in Hongarije (Visegrád).
Hongarije was nu niet bepaald een toonaangevend ('sterkste man'-)land, maar sinds enkele jaren had men iemand (László Fekete) die redelijk meedraaide in het circuit. De avond voor de wedstrijd was er de gebruikelijke opening (met onder meer de loting). Tijdens de (altijd veel te lange) speeches werd het duidelijk dat de (Hongaarse) organisatie voorkeur had voor één bepaalde winnaar. U raadt het al: de Hongaar.
Wij (de andere deelnemers) maakten hier verder weinig tot geen woorden aan vuil, maar na afloop van de ceremonie was het duidelijk dat de winnaar never nooit niet de beoogde persoon van de organisatie zou worden. Je laat je als sporter niet piepelen(!); alle deelnemers waren na de opening tot op het bot gemotiveerd.
Liever iemand anders helpen, dan dat de Hongaar de wedstrijd zou gaan winnen! (De winnaar werd uiteindelijk de IJslander Magnus Ver Magnusson en uw penneleur nam het zilver mee naar huis; de Hongaar liet zich, toen het duidelijk was dat hij niet meer kon winnen, geblesseerd afvoeren, maar dit geheel terzijde natuurlijk).

Niet doen . . .

Ik moest aan dit voorval denken tijdens de opening van het Europees Kampioenschap Dammen 2012  te Emmen. Bijna alle sprekers spraken hun voorkeur uit voor één bepaalde (Nederlandse) deelnemer als eindoverwinnaar! Zoiets moet je NIET DOEN, tenzij je natuurlijk de concurrentie 'op scherp' wil zetten! Alexey Chizhov won het toernooi en nee, hij was dus niet de beoogde winnaar!!
Overigens vind ik het sowieso not done om je als organisatie, sponsor, werelddambond, Nederlandse dambond, in het openbaar (en liever ook niet in 'besloten' kring) uit te laten over een bepaalde voorkeur (qua winnaar). Laat het bovenstaande een (wijze) les zijn voor het komende WK Dammen; dus niet (weer) doen!

Wel doen . . .

Ik hoop overigens wel dat er na afloop van het Wereldkampioenschap Dammen te Emmen (van 8 t.e.m. 25 november 2015) een toernooiboek wordt uitgegeven(!), en dan geen (of niet alleen een) digitale versie, maar één die niet misstaat in de boekenkast van iedere damliefhebber. Van veel wereldkampioenschappen zijn er prachtige toernooiboeken (uitslagen van de ronde met tussenstand, vlot geschreven ronde-verslagen en doorwrochte partij-analyses), maar helaas zijn er ook W.K.'s waar geen naslagwerk van is! Een groot gemis.

De organisatie van het Javaanse Jongens WK-dammen 1990 schreef in het voorwoord van het toernooiboek dan ook terecht: 'Inhoudelijk geeft dit boek een prachtige weergave van de (WK-) titelstrijd 1990 en het bevat partijnotaties voorzien van deskundig commentaar. Met de uitgave van dit toernooiboek is nu het laatste belangrijke facet van dit sportgebeuren afgesloten'. Redactielid van hetzelfde toernooiboek (en deelnemer aan het WK-toernooi) Ton Sijbrands schreef in het nawoord: 'Menig dam-liefhebber is het een doorn in het oog dat toernooien van een dergelijke importantie slechts hoogstzelden in boekvorm worden vastgelegd'.

Dus beste (en door mij zeer gewaardeerde) organisatoren van het
Wereldkampioenschap Dammen 2015: niet doen/wel doen . . .

Dam-happening

Hopelijk wordt het WK Dammen 2015 een fantastische dam-happening. Voor de broodnodige persaandacht liggen ongetwijfeld de draaiboeken klaar (t.v., radio, schrijvende pers, social-media). Ook 'onze' damrubriek-penneleurs (welke sport kan bogen op wekelijkse columns?) kunnen we in de strijd gooien én wij, dammers, kunnen ook meehelpen!

Laten we (net als tijdens het WK voor de jeugd) op zondag 8 november (eerste ronde) allemaal afreizen naar Emmen; we laten op die manier het Nederlandse volk weten dat we er (nog steeds) zijn! Gevolg: de zaal puilt uit; velen kunnen niet naar binnen, opstoppingen, deelnemers weigeren nog een zet te doen vanwege het lawaai, politie wordt erbij gehaald, en weet ik wat al niet meer.
Kijk dan komt onze sport (en het WK Dammen) vast en zeker volop in de schijnwerpers van de (niet dam-)media te staan.

Om u alvast op te warmen; zo zag het er in 1948 uit:


1948 Amsterdam WK

woensdag 21 oktober 2015

De jeugd...

Door Tjalling van den Bosch

Er zijn dammers die te pas en te onpas te koop lopen met: "De jeugd wil niet dammen; ze hebben computers, iPads, tablets, smart-phones en wat al niet meer en dat vinden ze veel leuker" . . . 

In februari 2014 heeft uw penneleur al eens een epistel aan dit onderwerp besteed; mijn conclusie was toen: "De jeugd wil wel, maar de ouderen willen niet meer opleiden . . ."  Toch zijn er nog steeds dammers die menen dat die stelling ("de jeugd wil niet"), ook nu nog, valide is! Deze dammers zou ik willen adviseren om eens een kijkje te gaan nemen in Beilen, en wel tijdens het WK dammen voor de jeugd (van 1 t.e.m. 7 november 2015)! Eat your hart out . . . 

WK jeugd . . .

Het WK voor de jeugd lijkt op voorhand een waar spektakelstuk te worden; bijna 300 deelnemers (van 8 tot 20 jaar, in diverse leeftijdscategorieën) vanuit de hele wereld strijken begin november neer in het anders zo rustige Beilen. De sporthal waar dit evenement plaats gaat vinden is de Drentehal te Beilen (Eursingerweg 1).

U kunt waarschijnlijk wel begrijpen dat dit een giga-organisatie is. De mensen die het 'aandurfden' verdienen meer dan lof; uw penneleur kan het niet nalaten om deze helden (want dat zijn het in mijn ogen) bij naam te noemen: Wim Koopman, Gerhard Dunning, Harry de Groot, Henk Kalk, Siep Buurke, Herm Jan Brascamp en Geb Kos. Er zullen ongetwijfeld veel mensen zijn die naast de organisatie ook de handen uit de mouwen steken; ook voor hen hulde, grote hulde!
Wij dammers zijn toch eigenlijk verplicht om op z'n minst eenmaal een bezoek te brengen aan dit grootste meerdaagse damtoernooi in Nederland ooit!
Al zou het alleen maar zijn om de moedige organisatoren een plezier te doen!!

Waar loopt zo'n organisatie zoal 'tegenaan'? Huisvesting: niet alleen voor de 300 deelnemers, maar ook voor de (ongeveer) 150 begeleiders, trainers, ouders, etc. Maaltijden: wel of niet gesponsord, maar er zullen toch 3 maaltijden per dag (per persoon) geserveerd moeten worden. Vervoer: niet alleen van het logeeradres naar de speellocatie v.v., maar ook van vliegvelden, trein- of busstations v.v.. Materiaal (dat is misschien nog het gemakkelijkst!) 300 stoelen en 300 tafels, 150 borden en 150 klokken, prijzen (in de diverse leeftijdscategorieën)  en wat al niet meer zij (notatiebiljetten, arbiters, websiteondersteuning). 
Kortom, een ware tour de force . . .Overigens; dezelfde organisatoren zijn op het onwaarschijnlijke idee gekomen om aansluitend aan het WK voor de jeugd ook hun schouders onder het WK Algemeen te zetten! Het aloude adagium 'god schiep uit gouden korenaren de Drentenaren' laat zich hier gelden!

Jaar geleden . . .

Het is al weer een jaar geleden dat onze prachtige damsport heel mooi in de belangstelling stond (in Nederland); weet u het nog? Ja inderdaad, ik doel op de blindsimultaan van Grand Maître Ton Sijbrands; heel niet-dammend-Nederland sprak hierover. Welke andere (niet al te grote) sport kan zich op die manier één jaar later wederom aan het volk van Dietschen bloed presenteren?  Het is te hopen dat de draaiboeken voorzien in optredens in diverse talk-programma's (het liefst op de landelijke televisie!).
Dat moet mogelijk zijn; ook gezien de enorme aandacht van een jaar geleden voor de krachttoer van Sijbrands! (Dus: 'de pers' wil wel . . .).

Ik hoop dat de media-aandacht eindelijk weer eens een geweldige, positieve impuls zal geven aan de mij zo dierbare denksport.

Op naar Beilen . . . !
(Droom: verkeersinformatie, 1 november; in en rond Beilen is er sprake van grote verkeershinder . . .).


woensdag 14 oktober 2015

Pjotr...

Door Tjalling van den Bosch

Vanwege de Nina Hoekman Memorial (van 23 t.e.m. 25 oktober aanstaande) wijden we een viertal epistels aan mensen die op één of andere manier met Nina Hoekman-Jankovskaja van doen hebben gehad; dit is de laatste. Om één persoon kunnen we natuurlijk niet heen:

Pjotr . . . (?)

Neen, we toveren niet iemand voor het voetlicht die Nina kent uit haar 'jonge jaren', dus niet iemand uit de Oekraïne. We gaan het hebben over Nina's damzoon numero uno: Roel Pjotr Boomstra.
Roel werd geboren op 9 maart 1993 te Utrecht. Het heeft maar weinig gescheeld of Roel had nimmer achter het dambord plaatsgenomen(!); de eerste denksport waar hij mee in aanraking kwam was namelijk het schaken. Gelukkig kreeg Roel op ongeveer 7-jarige leeftijd ook onze edele damsport voorgeschoteld; alras werd duidelijk dat daar zijn talenten lagen.

Via de damclub kwam Roel al snel terecht in de nationale selectie; in eerste instantie bij de espoirs (oftewel in goed Engels: hopes). Op het EK voor de jeugd in 2005 kreeg de toen 12-jarige Roel voor het eerst te maken met bondsjeugdtrainster Nina Hoekman. Ze zouden een innige band opbouwen; ze waren beide niet weg te slaan, Roel niet als talentvolle jeugddammer en Nina niet als jeugddamtrainster.

We laten Roel even aan het woord over Nina: "Nina was als een dammoeder voor mij. Op de zeven Europese kampioenschappen die ik tussen 2005 en 2011 heb mogen spelen was Nina altijd als coach aanwezig". En een succesvolle periode (2005-2011) was het. Boomstra's palmares in die periode: als pupil 2005 en 2006 zilver, als aspirant 2007 zilver, 2008 goud en 2009 zilver, als junior zowel in 2010 als in 2011 goud. Het zal u dan ook niet verbazen dat Roel op jonge leeftijd de titel Grootmeester Internationaal kreeg toebedeeld.

Altijd aandacht . . .

Ook in toernooien waar zowel Roel als Nina aan meededen, had Nina altijd speciale aandacht voor de partijen van haar pupil. Na afloop bespraken ze die dan; de partijen die Nina zelf speelde kwamen nauwelijks aan bod. Doordat Nina zo'n aandacht had voor Roel zijn partijen, en na afloop ook telkens in zijn buurt bivakkeerde, ontstond er bij veel mensen het idee, dat Nina daadwerkelijk de moeder van Roel was. "Daar hebben Nina en ik altijd erg om kunnen lachen" vertelt Roel verder, "tijdens de prijsuitreiking van de World Cup in Oefa (2011, waar beide in hun categorie de tweede prijs wonnen) kreeg Nina daadwerkelijk de vraag voorgelegd 'is dat je zoon?'".


Prijsuitreiking Oefa 2011
Presteren op het hoogste niveau . . .

Nina heeft Roel ook kennis laten maken met het: op het hoogste niveau presteren. Wanneer Roel wat nerveus was, vlak voor een belangrijke wedstrijd, dan kwam Nina met het geruststellende (en moederlijke): "Ik ben wel zenuwachtig voor jou, dan hoef jij dat niet meer te zijn". Het was een  typische opmerking van een succesvolle coach; op het juiste moment(!) even ontspanning, even een kleine glimlach. In ieder geval, Roel was vaak succesvol en hij koestert dan ook de tijden waarop Nina trots op hem was: "prachtige momenten waren dat".

Schrijver dezes weet dat Nina ook altijd bezig was om haar pupillen de liefde voor het damspel bij te brengen én ook mentaliteit en vechtlust; niet dat Nina dit in zoveel woorden zei, maar op een verfijnde manier kwam die 'boodschap' bij de meesten wel over. Helaas mocht Nina niet meer Roels grootste triomf (tot nu toe!!)  meemaken; nadat Nederland bijna 1½ decennium geen grote internationale titel had weten te bemachtigen, sloeg Roel toe tijdens het Europees Kampioenschap 2014. Na een imponerende start (6 uit 3) consolideerde Boomstra zijn eerste plek met louter remises tegen sterke opponenten; het bracht hem (en Nederland) de zo gewenste titel: Europees Kampioen.

Ook vond Nina het zeer belangrijk dat haar pupillen zich ontwikkelden 'in algemene zin' (sociaal gedrag, school). Op sociaal gebied profileert Roel zich tegenwoordig nadrukkelijk, o.a.  op facebook; daar bewerkstelligt hij mee dat dammen 'een gezicht' krijgt én dat dammers en niet-dammers een kijkje krijgen in de keuken van het topsport-dammen. Ook zijn opleiding neemt Boomstra serieus; anno 2015 is Roel student aan de Rijks Universiteit Groningen, waar hij bezig is met zijn bachelor Natuurkunde. Hopelijk niet te intensief, want in november (2015) staat het wereldkampioenschap in Emmen 'op de rol'.

Wat zou Nina zenuwachtig voor je zijn geweest Roel . . .


  

woensdag 7 oktober 2015

PP...

Door Tjalling van den Bosch

Dit epistel staat wederom in het teken van de  Nina Hoekman Memorial, welke plaatsvindt te Zutphen op 23, 24 en 25 oktober 2015 (www.Ninahoekmanmemorial.nl) De aanhef is zeker voor insiders meer dan duidelijk: (Nee, niet Piet Paulusma!!)

Peter Pippel.
 
De naam die in dam-land garant staat voor: de voortreffelijke organisatie van het fameuze damtoernooi Salou Open

Organisatie Salou; traditie
Peter Pippel is geboren op 21 september 1951 te Nieuwer-Amstel; ga niet op zoek naar 'waar dit ligt', want de gemeente Nieuwer-Amstel bestaat niet meer. Heden ten dage (anno 2015) is het de gemeente Amstelveen. 

Na het voortgezet onderwijs (MULO en Kweekschool) vond Pippel in 1971 emplooi bij de P.T.T. (voorloper van de K.P.N.).  Het is uw penneleur niet bekend of Peter tijdens zijn schoolperiode niet voldoende had opgelet, of dat hij 'even' geen zin had, maar ondanks zijn werk dook hij toch weer de studieboeken in. De reden volgens Peter was dat hij zijn werk toentertijd leuk vond, maar om 40 jaar hetzelfde te blijven doen, leek hem minder aantrekkelijk. Eerst (in de avonduren dus!) het Atheneum en daarna een pittige studie Bedrijfseconomie aan de Universiteit van Amsterdam. 
In 1991 stapte Pippel over naar de Gemeente Utrecht; eerst bij de Reinigings- en Havendienst later werkte hij zich op tot Financieel Specialist bij de Centrale afdeling Financiën. Sinds 2013 geniet Peter van zijn welverdiende (pre-)pensioen

Dammen . . .

Op jonge leeftijd kwam Peter reeds in aanraking met het dammen; zijn oudere broer Kees beoefende het spel, in huiselijke kring, zeer serieus.Wederom kunnen we niet vaststellen of Peter in eerste instantie niet oplette of 'even' geen zin had, maar pas op zijn 16de raakte hij in de ban van onze edele damsport; hij zou er nimmer meer van afzien. De jonge Peter had zelf het idee dat zijn talenten, in eerste instantie, meer in het (straat-)voetbal lagen . . .  

Vragend naar zijn beste dam-prestaties komt Peter met: "Ik werd ooit kampioen van IJmond in de hoofdklasse, er was één veel betere dammer, maar na een heftige strijd won ik het toernooi". Is dat het? Peter vervolgt: "In de eerste editie van Salou Open (1998) speelde ik in de achtste ronde tegen GMI Alexander Presman. Wonder boven wonder won ik, na een prachtig duel". Presman was tevens organisator van het toernooi en later, toen Pippel de organisatie had overgenomen, kwam hij erachter dat het eigenlijk geen goede combinatie is: organisator én deelnemer. "Het kost je punten" is zijn ervaring nu. In 2002 won Peter opnieuw (en wederom in Salou) van een GMI; Kees Thijssen moest in een gewonnen positie een verrassende manoeuvre uitvoeren om tot winst te komen, daarvoor moest Thijssen alles eerst wel even goed doorrekenen. Op zich is dit niet zo'n probleem voor Kees; echter in de bewuste partij verloor hij 'zijn klok uit het oog'! 
 
Nina . . .

In 1991 ging Pippel (net als Paul Visser in 1989) met een groep Nederlandse dammers naar Kiev, voor een dam-uitwisseling. In Kiev ontmoette Pippel voor het eerst Henk Hoekman; verder viel het hem op dat de meeste Oekraïners niet veel kaas hadden gegeten van het 'dammen op de 100-velden.' Er was één uitzondering, een jongedame van zo'n 25 jaar oud; het bleek te gaan om de (toen nog) vriendin van Hoekman: Nina Jankovskaja. "Nina liet toen al zien dat ze een zeer goede damster was; ze veegde mij finaal van het bord" herinnert Peter zich nu nog.

Later trof Peter het Zutphense duo (Henk en Nina waren inmiddels getrouwd) eenmaal per jaar (vanaf de eerste editie) tijdens Salou Open.  Alhoewel er in eerste instantie niet direct sprake was van een grote vriendschap, veranderde dit in 2004 toen de organisatoren (Alexander Presman en Dick Hendriksen) geen tijd meer konden vrijmaken voor de organisatie en met het toernooi wilden stoppen.  "Ze gaan toch niet mijn vakantie afpakken?" moet Peter zich toentertijd hebben laten ontvallen en ook "Wat is ervoor nodig om zo'n toernooi te organiseren?". "Veel tijd" was het antwoord op die laatste vraag.
U weet ondertussen dat Peter ambtenaar was, dus . . . om een lang verhaal kort te maken: Peter Pippel ging Salou Open organiseren, mede door de ferme aanmoedigingen en uitdrukkelijke hulp van Henk en Nina. "Zonder hen was het nooit gelukt" weet Peter anno 2015 zeker. "Nina benutte haar dam-relaties ten volle en zorgde ervoor dat het toernooi uitgroeide tot het grootste buitenlandse damtoernooi".  "Henk liet organisatorisch zijn handjes (nou ja, zeg maar gerust handen) wapperen en ik ontfermde me over de administratie" vertelt Peter verder. Een prachtig drie'man'schap, hetgeen leidde tot een zeer hechte vriendschap.

Koek en ei . . .

"Was vanaf dat moment alles altijd koek en ei?" vroegen we ons onderwerp. "Zeker niet" vertelt Pippel; hij vervolgt "Op een gegeven ogenblik zat Salou Open meer dan vol; toch meldde zich nog een zeer sterke speler aan. Nina wilde die speler graag mee laten doen; ik vond dat niet fair tegenover anderen, die op de wachtlijst stonden. Ik kreeg hierover een flink meningsverschil met Nina; ze ging daarin zover, dat ze haar medewerking wilde staken! 'Gelukkig' kwamen er dat jaar de nodige afzeggingen, waardoor de betreffende 'sterke speler' gewoon mee kon doen. Ik weet niet wat er anders gebeurd zou zijn; ook dat was Nina: duidelijk in alles en bovenal volhardend."

Ook over Nina's wil om te winnen (volhardend) heeft Pippel nog een verhaal: "Tijdens een kampioenschap verloor Nina, terwijl ze een paar zetten voor het einde simpel remise had kunnen maken. In plaats daarvan nam ze onverantwoorde risico's en verloor dus. Op de vraag waarom ze de remise uit de weg ging, was het antwoord voor de omstanders even verrassend als duidelijk: "Ik wilde vandaag geen remise, winst of verlies was het enig mogelijke resultaat"".

Ooit onderhield Peter Nina over het feit, dat ze met een Nederlander was getrouwd en dat de overstap naar Zutphen een hele verandering voor haar moet zijn geweest? Nina antwoordde toen gevat: "Ja Peter, maar aanraken is trouwen".

Het slotakkoord van dit epistel is voor Peter Pippel:
"Ik heb altijd vreselijk veel bewondering gehad voor de mens Nina Hoekman-Jankovskaja
 

woensdag 30 september 2015

Tuinder...

Door Tjalling van den Bosch

In het vorige epistel hadden we het over de Nina Hoekman-Memorial.
Net als vorige week laten we ook nu het licht schijnen op iemand die Nina van dichtbij heeft meegemaakt. De aanhef van dit epistel zal bij velen niet direct veel duidelijkheid verschaffen; waarschijnlijk geniet onze hoofdpersoon meer landelijke(?!) bekendheid als:

Damduizendpoot . . .

De persoon die we deze keer onder de loep nemen mag men gerust een damduizendpoot noemen; zijn officiële functie is die van bondsmedewerker van de K.N.D.B..

Inderdaad, we gaan naar niemand minder dan Paul Visser. Hij werd opgevist op 29 juni 1956 te Huissen; en ja, wie Huissen zegt, zegt dammen; dat is tegenwoordig zo en dat was toen ook al zo. De legendarische Piet Levels zwaaide toentertijd de scepter over het Gelderse schooldammen, en daar deed Paul aan mee. Levels wist alras Visser binnen te hengelen bij de lokale damclub in Huissen. Dat duurde echter niet zo lang, want na zo'n 5 jaar hield Paul het dammen (in 1972) weer voor gezien!

Visser stortte zich in 1972 op de lerarenopleiding en voltooide deze naar behoren; dus voor de klas(?) . . . uh, nou nee! Visser ging aan de slag als (zoals hij het zelf omschrijft) tuinder. Voor de duidelijkheid; Paul ging werken op de tuinderij van zijn broer. Dus geen leraar en ook niet dammen!

Gelukkig gold voor Paul het aloude: 'jong geleerd is oud gedaan' of 'het bloed kruipt waar het niet kan gaan'. In 1986 meldde hij zich weer aan bij een damclub; niet Huissen, maar DOG Elden. Visser kreeg de (dam-)smaak toen blijkbaar echt te pakken; naast de club uit Elden werd hij ook vrij spoedig (wederom) lid van Huissen. Anno 2015 is hij nog steeds lid van (zoals het tegenwoordig heet) damvereniging VBI Huissen. Tot 1999 hield dit dubbellidmaatschap stand; toen ging DOG Elden op in het huidige CTD Arnhem.

Damfunctionaris . . .

In 1991 trad Visser in dienst bij de K.N.D.B. (dus volgend jaar groot feest!). Paul Visser is vaak de 'stille' spin in het web bij veel damactiviteiten; soms vanwege zijn beroep, maar vaak ook als privépersoon. Zo is hij bijvoorbeeld de contactpersoon voor de Nina Hoekman Memorial. Ook komt Visser vaak met de raarste ideeën om het dammen onder de aandacht te brengen, zo ook tijdens de bewuste memorial. Hetgeen Visser zelf nooit van de daken zal schreeuwen is het feit, dat hij (mede-)initiator en drijvende kracht achter 'Nijmegen Open' was. Na 25 jaar droeg hij het stokje over aan de huidige organisatoren, nadat hij eerst nog het prachtige boek '25 jaar Nijmegen Open' had geschreven (samen met Eric Sanders en Tjeerd Harmsma).

 Nina . . .

Paul en Henk Hoekman (die Paul al van het dammen kende) reisden samen met nog enkele andere dam-enthousiastelingen in 1989 naar Kiev, voor een vriendschappelijke damuitwisseling. Daar leerde Paul (net als Henk) Nina voor het eerst kennen. Wanneer Paul (anno 2015) terugdenkt aan Nina dan komt het volgende als eerste bij hem boven: "Nina's passie en inzet zijn legendarisch en niet alleen op damgebied!" Visser vervolgt: "De vonken konden ervan afspatten; Henk heeft meermalen moeten bukken wanneer het bij haar of Henk mis ging op het bord, maar ook tijdens gezelschapsspelletjes kregen Nina's emoties soms de overhand".

Aan de andere kant was Nina ook weer in staat om haar eigen belang volledig terzijde te schuiven, bijvoorbeeld als het om haar dampupillen ging. Het omgaan met (dam-)kinderen was voor Nina een serieuze zaak. Niet alleen om ze de geheimen van onze edele damsport te laten doorgronden, maar Nina was zich ook terdege bewust van het feit, dat de jeugd in een levensfase zat, waarin ze makkelijk te beïnvloeden waren.

In alle epistels die we wijden aan de memorial komt Nina's passie en gedrevenheid voor de damsport aan het licht; alleen daarom al ontbreekt Paul Visser niet te Zutphen; dus op 23, 24 en 25 oktober aanstaande!

Ook u bent van harte welkom . . .

woensdag 23 september 2015

The Heikster...

 Door Tjalling van den Bosch

Vorig jaar (2014) overleed te Zutphen de Nederlands damkampioene en damtrainster Nina Hoekman-Jankovskaja op 49-jarige leeftijd. Op 23, 24 en 25 oktober 2015 vindt, eveneens te Zutphen, een memorial plaats ter nagedachtenis aan Nina. Veel van haar concurrenten/vriendinnen zullen dat weekend acte de présence geven.
Het zijn trouwens niet alleen dames die het strijdperk betreden, ook een stevige afvaardiging van de sectie 'mannen' zal de (dam-)degens kruisen tijdens de Nina Hoekman Memorial.
Voor meer informatie ga naar: www.Ninahoekmanmemorial.nl.
Nina heeft veel betekend voor het dammen in het algemeen.  Nina was naast een uitmuntend damster ook een fantastische trainster, die haar pupillen niet alleen bijstond op damgebied, maar ook in hun 'algemene ontwikkeling'. Eén van de exponenten van de 'Nina-school' is: 

The Heikster . . .

Heike Jildou Verheul werd geboren te Groningen en wel op 26 februari 1993. Nadat Heike in Groningen het gymnasium had afgerond, is ze Culturele Antropologie gaan studeren in Utrecht. Tijdens deze studie raakte ze ook geïnteresseerd in veiligheid, vandaar dat ze voor haar Bachelor drie maanden in Guatemala verbleef (tijdens 'Salou Open 2014' . . .; nooit weer doen Verheul!). 
Ze deed in Quetzaltanango onderzoek naar de gevoelens van veiligheid in de sloppenwijken. Het studeren zit Heike blijkbaar in het bloed, want nadat ze haar studie succesvol had afgesloten ging ze door met een masteropleiding Criminologie (ook te Utrecht).
Dan denk je 'het is mooi geweest', maar nee hoor; na haar 'masters' wil ze een tweede masteropleiding Culturele Antropologie gaan volgen! Bij het lezen van het bovenstaande kunt u het idee krijgen dat Heike alleenmaar met haar neus in de studieboeken zit; niets is minder waar, ze leeft zich ook graag fysiek uit, onder andere als basketbalster en softbalster.

Dammen . . .

Toen Heike een jaar of acht was, kwam ze in aanraking met de edele damsport; haar broer (Fabian) damde actief op de Michaëlschool in Groningen. Via haar broer kwam Heike terecht bij de jeugdafdeling van damgenootschap Het Noorden. Danny Staal zwaaide daar de scepter en gaf ook trainingen bij hem thuis; later bemoeiden tevens Martijn de Jong, Siep Buurke en Michiel Kroesbergen zich met het ontwikkelen van Heike's damtalent. 
Heike bleek over de nodige dambegaafdheid te beschikken; op haar palmares prijken o.a. 2x Europees Kampioen (2006 bij de pupillen en 2012 bij de junioren).
In Nederland heeft ze in alle jeugdcategorieën de nationale titel minstens één keer voor zich opgeëist. Voorts werd ze in 2013 Studentenkampioen van Nederland. Naast het bezit van de 'vrouwentitels' MFF en MIF mag ze zich ook Maître Fédération noemen

In 2003 (toen Heike tien jaar was) leerde ze Nina, alsook Henk Hoekman, kennen; Henk en Nina waren de begeleider/trainer van de Nederlandse afvaardiging naar het jeugd-EK van dat jaar. Doordat Heike in de nationale selectie terecht kwam (die door Nina werd getraind),  werd de relatie tussen beide steeds hechter. 

Familie Hoekman en Heike Verheul
"Nina werd mijn dammoeder" zegt Heike nu (anno 2015) "en Henk mijn dam-papa". Inderdaad, zo mag je Nina wel noemen 'dammoeder', want voor Nina hield het begeleiden van haar talenten niet op met eenmaal per maand een zaterdag trainen. 
Vaak logeerde Heike (en anderen) in Zutphen; later plaatste ze zich voortoernooien waar Nina ook aan meedeed. 
"Ik heb met Nina veel toernooien gespeeld, zoals EK's, Confederation Cup en natuurlijk Salou Open; als kers op de taart ben ik in 2011, samen met Ester (van Muijen) naar Kiev geweest, waar Henk en Nina een tweede huis hebben" vertelt Heike vol enthousiasme. 

Heel speciale band . . .

Het moge duidelijk zijn, Heike had een speciale band met Nina en heeft dat nog  steeds met Henk, die ze samen met Ester van Muijen bijstond ten tijde en na het overlijden van Nina. Toen Heike er tijdens het EK 2011 weinig van bakte, kon ze haar tranen niet bedwingen; moederlijk legde Nina toen de hand op haar schouder en zei: "je hoeft niet te huilen, dat heb ik al voor je gedaan".
Heel typerend voor Nina. Wat Heike verder nog van Nina is bijgebleven is haar enorme vechtersmentaliteit; "ik hoop dat ik daar wat van heb meegekregen" laat Heike zich ontvallen.
Eén 'incident' heeft grote indruk op de jonge Heike gemaakt: "tijdens één van mijn eerste NK's (bij de dames-senioren) verloor ik regelmatig door een 'zetje'". "Tegen Nina speelde ik echter een degelijke partij en ze moest in remise berusten". "Je loopt tegen iedereen in een zetje, behalve tegen mij" had Nina haar, na afloop van de partij, toegevoegd; Heike moest toen even slikken. Zo bedoelde Nina het natuurlijk niet, ze zou het vreselijk hebben gevonden als Heike zich willoos had laten afslachten, maar schijnbaar moest Nina zich even afreageren, want winnen was voor Nina geen optie, maar het enige!   

Heike kan natuurlijk nog vele verhalen opdissen, maar we laten het hierbij. Het moge duidelijk zijn; Heike Jildou ("Mooie Friese namen he") staat op de deelnemerslijst van de Nina Hoekman Memorial. (noteer de data in uw agenda; er is ook voor bezoekers het nodige te doen).
Tijdens het Open NK 2014 te Heerhugowaard nam Heike een heuse internationale grootmeester te grazen; zesde ronde, verspeeld op 16 juli 2014.
Verheul stuurde de witte schijven aan en heeft zojuist  18.  34-29  laten noteren. De Litouwer Aleksej Domchev  'sloot aan' met 18.  . . - . .  (3-9) en toen koos (het dammen is nu eenmaal keuzes maken)  wit voor  19.  38-32  (27x38)  20.  43x32. En toen glipte bij Domchev  20.  . . - . .  (14-19)  uit de vingers(?); na Heike's antwoord  21.  41-37  gaf de Litouwer zich beschaamd over, 2-0.
Ziet u waarom?   

woensdag 16 september 2015

Sexy...

Door Tjalling van den Bosch 

Uw penneleur mag 'niet-dammers' graag de vraag voorleggen 'wat zij vinden van onze edele damsport'. Vaak krijg ik geen 'echt' antwoord, maar zo nu en dan is er iemand die zeer uitgesproken is. Bijvoorbeeld: "Dammen is geen sport;, als ik dan even doorvraag blijkt dat deze persoon 'denksport in het algemeen' (denk ook aan schaken en bridgen) geen echte sport vindt! Dat mag, alhoewel ik genoeg middelen heb om deze stelling onderuit te halen: "het is wel degelijk competitief, het gaat wel degelijk om strijd tussen twee sporters, het wordt wel degelijk wereldwijd (zij het in verschillende varianten) gespeeld, etc. etc."

Enkele andere antwoorden op de eerder gestelde vraag waren onder andere: "Dammen is wiskundiger dan schaken"(?!) en ook "Het is niets voor mij, maar ik heb wel respect voor dammers en schakers". Een schaker die vroeger weleens had gedamd (op een club), merkte op dat: "het dammen moeilijker is dan schaken; bij het dammen wist ik nooit waar ik 'naar toe' moest, bij het schaken is dit eenvoudiger; gewoon je pijlen blijven richten op de vijandelijke dame". Het bovenstaande is een kleine samenvatting van wat ik tegen kwam, naar aanleiding van de bewuste vraag. Mijn (mogelijk voorbarige) conclusie is dat niet-dammers absoluut niet negatief over het dammen denken.

Hoe anders . . .

Ik heb mij de afgelopen decennia verbaasd over: hoe anders dammers zelf over hun sport denken! Ik kom tot dit onderwerp naar aanleiding van het interview van Jasper Lemmen met Pim Meurs, welke op 2 juni (2015) op de site Alldraughts is geplaatst. Meurs stipt hierin het imagoprobleem van het dammen aan; dammen is volgens hem suf en niet sexy. Er zijn meer dammers die zich op die manier hebben uitgelaten en daar is uw penneleur het helemaal niet eens!

Dammen is voor mij:
1. battle of the brains!
2. de strijd aangaan door geestelijk alpinisme!
(grote hoogtes, diepe dalen).
3. op basis van kennis en kunde elkaar bestrijden!
(keihard trainen (studeren) verhoogt beide; geldt voor alle sporten).
4. Dammen is goed voor jong en oud!

Punt 4 wil ik even uitgebreider toelichten; wanneer kinderen op zeer jonge leeftijd worden geactiveerd om te gaan dammen/schaken, ontstaan er in de hersenen zogenaamde 'dwarsverbanden', waardoor hun denkvermogen (op velerlei gebied) enorm toeneemt.
Voor ouderen geldt: 'rust roest': door te gaan (blijven) dammen/schaken bindt de oudere de strijd aan tegen diverse vervelende ouderdomsverschijnselen.
Dus: Fitness for the brain . . .

Doorgaan . . .

Ik kan nog wel doorgaan met het noemen van positieve punten, maar waar het mij om gaat is dat dammers zelf (!) hun sport blijkbaar 'bedenkelijk' vinden! Het zijn de dammers zelf die het hebben over een hoog 'nerd-gehalte'; het woord nerd betekent (vrij vertaald): introvert, afzijdig, niet sociaal.
Nooit heb ik van niet-dammers het woord 'nerd' (in wat voor vorm dan ook) gehoord!
Als ik jonge topspelers anno 2015 in ogenschouw neem dan kan ik het woord ook niet plaatsen; Boomstra, Sipma, Groenendijk, Wolff, Slump zijn in mijn ogen gezonde kerels (aan het worden) en ook hun vrouwelijke tegenhangers als bijvoorbeeld Verheul, van Muijen, Timmerman zijn in mijn ogen gezonde jongedames die zich zeer bewust zijn van het reilen en zeilen in deze wereld, niks introvert, afzijdig of sociaal niet bewust!
Natuurlijk zijn er onder dammers 'vreemde houtjes' (leek mij een leuke woordspeling), maar dat is bij andere sporten niet anders! Het is natuurlijk gemakkelijk om achter populaire sporten (voetbal, schaatsen) aan te lopen, maar zij die kiezen voor een minder populaire sport zijn niet bij voorbaat anders (wereldvreemd)!

Pers . . .

Ook hoor ik vaak dat 'de pers' dammen niet interessant vindt; ook daar ben ik het niet mee eens. Je moet 'de pers' natuurlijk wel iets bieden; de recordpoging van Ton Sijbrands van afgelopen december was toch een prachtig voorbeeld van hoe men de damsport moet promoten! In de 'niet dam-pers' was er niets dan lof voor Sijbrands huzarenstukje(!); het leverde Sijbrands bijna een nominatie op voor de (Nederlandse) titel:  Sportman van het jaar!!

De komende maanden staan er prachtige evenementen op de damkalender;
1. Nina Hoekman Memorial (23, 24 en 25 oktober 2015 te Zutphen)
2. WK jeugd dammen (1 t.e.m. 7 november 2015 te Beilen)
3. WK dammen (8 t.e.m. 25 november 2015 te Emmen).
4. Recordpoging Kloksimultaan (30 december 2015 Almere).
Dit laatste vindt plaats onder auspiciën van Stichting Aanzet.
Me dunkt, kansen te over om onze prachtige denksport goed te promoten! Dammers het is aan u; laat u zien bij deze damactiviteiten; dan kunnen de persmuskieten, alsmede de sponsors, zelf zien dat het dammen bij lange na niet dood is . . . !

Dammen is sexy . . . 

En voor hen die zich daar nog steeds niet in kunnen vinden(?):
"Het is jammer dat het jou niet gegeven is om de schoonheid van het dammen te onderkennen"!
Of:
"Wie het dammen niet kent, kan het niet waarderen. Voor wie geen idee heeft van de mogelijkheden op het magisch vierkant van de honderd velden, blijft de fascinatie van ons spel een mysterie!"

Als er nu nog mensen zijn die het dammen niet sexy vinden, dan zal het onderstaande filmpje u toch zeker van mening doen veranderen:
















maandag 7 september 2015

JdB...

Door Tjalling van den Bosch

Het zal bijna 8 weken geleden zijn geweest toen uw penneleur, op een zeer ouderwetse manier (brief), een tijding bereikte over een Dinner-sport-meeting in restaurant De Lage Vuursche. De afzender was iemand uit de wereld der Jeu de Boulers . . . !! Opmerkelijk; ter verduidelijking: op 27 mei 2014 had onze blogmanager mijn epistel -Jeu de Boules . . .- op dit blog geplaatst en nu, ruim een jaar later dus, een reactie van één van die balletjegooiers. 

Verzoek . . .

Uit de brief maakte ik op, dat men mij verzocht om het bewuste epistel op maandag 31 augustus jl.(2015) persoonlijk voor te komen dragen tijdens de genoemde bijeenkomst van sportbonden. Tijdens deze meeting waren er diverse sprekers uit de Nederlandse sportwereld en kon men tevens genieten van een 5-gangen diner (dit laatste trok mij natuurlijk over de streep, 5-gangen maar liefst; vroeger, thuis, aten we altijd in één gang; een noodgang). Het was de bedoeling dat er tijdens de bijeenkomst gediscussieerd zou worden over diverse facetten uit de sportwereld (topsport, breedtesport, ledenwerving, etc.) en verder kon men informeel met elkaar praten over 'wat er maar ter tafel komt'.

Toen ik op de bewuste dag tegen 5 uur ('s middags) arriveerde op de fraaie locatie werd ik joviaal ontvangen door de Jeu de Bouler; meneer vroeg mij of ik het epistel bij me had,voor de zekerheid had hij deze ook maar even 'uitgedraaid'. Op mijn vraag wat nu eigenlijk precies de bedoeling was, glimlachte hij geheimzinnig. Afijn, tijdens het eerste drankje zag ik vrij veel bekenden uit de vaderlandse sportwereld.
Helaas kon ik niemand uit de damwereld ontwaren, was de KNDB niet uitgenodigd, of was men verhinderd(?); ik kon er niet achter komen. Wel had het NOC*NSF een 'zware' delegatie afgevaardigd.
 
Aan tafel . . .

Na enige tijd werden we 'aan tafel' geroepen; er waren 12 grote ronde tafels; aan elke tafel zat één iemand van een sportorganisatie. De tafelindeling moest zorg dragen voor een gemêleerd gezelschap per tafel.  Aan 'mijn tafel' zaten o.a. iemand uit de schaakwereld, een korfballer, een hockeyer, een bridger en natuurlijk mijn Jeu de Boules-vriend. Na de eerste 'gang' (drie konijnenkeutels verborgen onder iets groenigs) kwamen 'de sprekers los'; het duurde even, maar op  een gegeven ogenblik mocht ik mijn epistel over het Jeu de Boules voorlezen. 
Daarna kreeg mijn Jeu de Boules-disgenoot het woord; zijn speech was zeer goed voorbereid en ik kreeg nogal wat voor de voeten geworpen! Hoe ik het aandurfde om het Jeu de Boules belachelijk te maken! Of ik wel wist dat de Jeu de Boules-bond meer dan het 10-voudige aan leden heeft (in vergelijking met het dammen)! De snoodaard . . .Sinds 3 jaar had men (de Jeu de Boules-bond) de peilen gericht op de 50-plussers, en dit had een ledenwinst opgeleverd van maar liefst 2.000! Mijn richting uitkijkend voegde hij er nog fijntjes aan toe: "We hebben nu dus meer dan 20.000 aangesloten leden". Met klemtoon op dat laatste! Ook kwam  hij nog met: "De Jeu de Boulers gaan (anders dan ik had geschreven) zich nu wel degelijk op een 'Olympische erkenning' storten"!  Toe maar . . .

De beste man bleef zo nog een tijdje doorgaan en ik mocht dit lijdzaam ondergaan, helaas kreeg ik na zijn schimpscheuten niet meer de kans om mij en plein publiek te verdedigen. Toen de spreker na zijn tirade weer aan onze tafel verscheen zorgde mijn opmerking ("Dat je je eigen sport moet promoten door een andere sport af te kraken!") ervoor dat er eerst even wat adrenaline moest worden afgevoerd. Later kreeg ik de kans om even rustig met hem te praten en kon ik hem uitleggen waar het bewuste epistel daadwerkelijk om draaide. Later vroeg ik hem naar de 10%-ledentoename van zijn bond; hij vertelde me dat de Jeu de Boules-bond zich de laatste drie jaar vooral op de 50-plussers had gestort, onder andere omdat 'die nog een beurs hebben'. Het mes bleek (zo vertelde hij), ook nog onverwacht, aan twee kanten te snijden, want doordat veel jongelingen met vader/moeder of opa/oma 'meekwamen', namen ook zij kennis van het Jeu de Boules. Zo de oudjes zongen, zo piepen de jongen . . . 
 
Schaak-meneer . . .

Op een gegeven moment bemoeide de schaak-meneer zich ook met ons gesprek en stelde dat hij het één en ander herkende. De schaakbond zag vanaf 2002 de ledenaantal van 24.000 teruglopen tot net boven de 20.000; "doordat we (de schaakbond dus) ons de laatste jaren meer op 50plus-markt zijn gaan richten, is het ledenbestand weer flink toegenomen" zo merkte hij onder andere op.
De schaker oreerde ook nog: "ouderen zijn tegenwoordig veel fitter en blijkbaar wil men zich graag in de avonduren op een andere wijze verpozen; het lijkt erop dat men zich steeds meer afkeert van de televisie en de ouderwetse gezelligheid weer opzoekt". (Ik vond dit laatste nogal wat gewauwel, maar juist vandaag (2-9-2015) kopt een landelijk dagblad: "Nederlanders kijken nog nauwelijks tv"! ). Verder had mijn schaak-disgenoot het nog over een "eigen digitaal(schaak) platform", maar daar verlies je mijn aandacht, want ik heb er totaal geen idee van wat dát allemaal inhoudt.
 
De bridger meende zich op een gegeven ogenblik ook in de 'strijd' te moeten mengen met: "Onze bond heeft een enquête gehouden onder de nieuwe leden, daaruit bleek dat veel ex-dammers tot de nieuwbakken bridgers behoorden". Ja, ja leuk om deze dammer even te kietelen; het moge duidelijk zijn, wie zijn billetjes (in mijn geval billen) heeft verbrand . . .! Ik weet niet of mijn jeu de boules-'vriend' het tafelgesprek zo langzamerhand sneu voor mij begon te vinden, maar op een bepaald moment richtte hij zich tot de op dat moment 'stille' korfballer: "Korfbal is toch ook niet een echt
populaire sport in Nederland, hoeveel leden hebben jullie eigenlijk?"
Met een zeer onderkoelde stem antwoordde deze: "Honderdduizend"; dat was jammer voor uw penneleur, want vervolgens richtte de jeu de bouler zich weer op die domme dammer.

Huiswaarts . . .

Nadat ik, geheel in de calvinistische traditie, alle schimpscheuten over me heen had laten gaan (blijven glimlachen . . .) besloot ik om goed half 10 huiswaarts te keren.

Toen ik weer in de auto zat, liet ik alles wat zich die avond had afgespeeld, nog eens de revue passeren en kwam tot de conclusie dat het met onze geliefde damsport misschien allemaal niet zo voorspoedig gaat, maar ik blijf erbij dat de damsport nog steeds een goed product is. En er zijn kansen(!), maar daarover volgende week meer.

Misschien is het moeilijk om het (dam)tij te keren, maar (zoals ik vaak in U.S.A. hoorde): When the going gets tough, the tough get going . . .