dinsdag 16 juli 2013

Humor...

Door Tjalling van den Bosch

Lachen is belangrijk voor de mens, hij/zij die dit onzin vindt heeft vaak het gelijk aan zijn/haar zijde, edoch een mens moet ook de 'zin van onzin' in kunnen zien, dit geldt zeker voor dammers (alsmede onze schaakbroeders). "Kun je dan lachen met die 'boekhouders' die je vaak alleen maar peinzend
in 'actie' krijgt te zien ?" zal de onwetende zich afvragen. Wel m'n beste, ten eerste zien alle dammers/schakers er tegenwoordig (al lang) niet meer uit als 'boekhouders' en ten tweede moet je misschien ingewijde zijn om het één en ander te begrijpen, je moet de sport begrijpen of de personen in kwestie kennen.

Voorbeeld 1

Een dammer die vroeger voor het roemruchte Rinsumageest speelde, wiens naam ik u zal onthouden (omdat het Jappie de Vries was), zat ooit eens tijdens het sneldammen in hevige tijdnood, maar zijn tegenstander had nog minder tijd tot zijn beschikking. Uiteindelijk kwam er een '3 om 1' op het bord, "maar remise ?" sprak zijn opponent, "nee, eerst de 16 zetten" repliceerde de Vries en dat terwijl hij
diegene was die maar '1' had !

Voorbeeld 2

 In de N.K.-bekerstrijd van dit jaar moest schrijver dezes het op een gegeven ogenblik opnemen tegen G.M.I. Hans Jansen, (wie kent hem niet !) Na afloop van deze rapid-partij analyseerden wij (oké, Hans, ik zat erbij) de partij nog even van 'begin tot eind'. Na zijn eerste zet, 33-29, sprak Hans de volgende woorden (onderkoeld en daarom  extra grappig): "ja, ik dacht maar eens iets anders, 32-27 wordt op een gegeven ogenblik ook zo gewoon" !?! Op de website van DC Hijken wordt deze partij door Hans Jansen besproken
http://www.hijkendtc.nl/?page_id=9099

Voorbeeld 3

Uit de schaakwereld komt een typisch staaltje van Britse humor. De financier en schaakgrootmeester Jim Slater had (bijna 50 jaar geleden) een forse som van 5.000,-- Engelse ponden uitgeloofd voor de 'volgende Engelse schaakgrootmeester'. Er streden eind 60-er jaren (van de vorige eeuw) drie meesters om deze titel, namelijk Bill Hartson, Raymond Keene en Tony Miles (Anagram: it's only me). De eerste twee hadden al een kans gemist en nu was het, begin 1968, aan Miles om de laatste norm te halen in een toernooi in Dubna (Rusland). In de schaakwereld had je in die tijd 'drie normen' nodig om je schaakgrootmeester te mogen noemen, alle drie 'meesters' hadden er twee. Vlak voor zijn vertrek naar Dubna kreeg Miles, van de secretaris van de Britse schaakfederatie, het verzoek: "als je succesvol bent, stuur ons dan a.u.b. even  een telegram" (zo ging dat in die tijd). Na de laatste ronde van het betreffende schaaktoernooi kwam er inderdaad  een telegram binnen bij de federatie met daarop de mededeling: TELEGRAM .

Ja, je blijft lachen met die denksporters, dan nu lachen met Jannes van der Wal. "Ja, natuurlijk lachen OM Jannes" hoor ik sommigen van u al denken, maar neen, het is lachen MET Jannes. Velen denken misschien dat Jannes een vreemde harlekijn was, vanwege zijn vaak 'mysterieuze' interviews die hij gaf, maar dat was (gedeeltelijk) ook zijn imago welke hij (zeker later) bewust hoog hield. Toch was Jannes, zeker in een vertrouwde omgeving, vaak ook zeer snedig en adrem, zoals het volgende verhaal van Douwe de Jong, opgetekend uit het boekje 'Jannes' van de samenstellers Jaap Kiers en Bouke Nielsen.

Voorbeeld 4

Oud-bondsbestuurder de Jong bezocht 'De Evenaar' het (niet meer bestaande) denksportcafé in Groningen, dat je gerust de tweede huiskamer van Jannes kon noemen. Afijn, Douwe schuift aan bij het tafeltje waar Jannes backgammon zat te spelen, en krijgt de vraag van de voormalige wereldkampioen: " Douwe, wil je wat van me drinken of kun je dat zelf nog wel betalen ?" De Jong, iets te vlot (!?): "Gelukkig wel, anders was het niet best !" , en daar ging hij, want Jannes repliceerde meteen met "dan lijkt het mij beter dat jij mij iets aanbiedt, doe maar een pilsje" . . . .De Jong, docent wiskunde aan de Economische Faculteit te Groningen, begaf zich  hoofdschuddend, maar schuld bekennend, naar de bar voor een pilsje (en waarschijnlijk voor hem zelf een vieuxtje) . . .
 
Een aandoenlijk verhaal uit hetzelfde boekje was de ontmoeting tussen Prins Claus en Jannes van der Wal, tijdens de Drentse Rijwielvierdaagse van 1990. Het was de bedoeling dat de Prins, die meedeed aan het wieler-evenement, even een kleine verhoging zou betreden om daarop, met Jannes, een partijtje te gaan dammen. Achteraf hadden de organisatoren en de begeleiding van de Prins toch bezwaren tegen deze ontmoeting, Zijne Koninklijke Hoogheid en die 'vreemde snuiter' als dat maar goed zou gaan . . . (!?). Maar Prins Claus wilde van geen wijken weten, hij had het programma gelezen en zag uit naar de ontmoeting met de dam-grootheid . . .

Uit het boekje:

Twee mensen stoorden zich totaal niet aan het protocol: Prins Claus en Jannes van der Wal, ze waren (als enigen !?) zeer ontspannen en kwebbelden er lustig op los. In het plaatsje Elp deed de Prins de openingszet 31-27 en gaf zich prompt gewonnen. Van der Wal legde vervolgens uit dat er een sterke zet was gespeeld en dat hij daarom onmogelijk met de opgave akkoord mocht gaan. De dammer bood dan ook - zeer tegen zijn gewoonte - remise aan.

Ach, de nostalgie krijgt nu de overhand, Jannes was een generatiegenoot van schrijver dezes en was in zijn jonge jaren al iemand die zeer goed standen kon doorrekenen, om u een voorbeeld hiervan te geven nodig ik u uit om de volgende diagram eens te aanschouwen, uit het N.K. junioren van 1974.

Wit: Jannes van der Wal
Zwart: Bert van Harten

Bert van Harten bestuurde de zwarte schijven en zag het na 48-42 (van wit) helemaal zitten!
Dus . . . (23-29) 34x23 (16-21) 27x16 (7-11) 16x18 (13x22) 28x17 (19x48) en nu 33-29 !! zwart moet meerslag nemen dus: (48x34) en 29x10 en na (9-14) 10x19 geloofde zwart het wel!

Dit alles zag Jannes dus aankomen (toen al op 17 jarige leeftijd) voordat hij vanuit de diagramstand 48-42 speelde . . .

 Forsan et haec olim meminisse juvabit . . .


 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten