woensdag 24 december 2014

Vergelijken...

Door Tjalling van den Bosch

Zeker bij eeuwwisselingen komen er vragen in de trant van: Wie was de beste van de afgelopen eeuw? Als dammers kunnen we redetwisten wie de beste dammer van de 20ste eeuw was. Meestal gaan dergelijke vergelijkingen mank, want het is vaak  niet correct om mensen, die aan het begin van de eeuw ergens goed in waren, te vergelijken met hen die dat aan het eind van dezelfde tijdspanne waren; ook al zijn er op het eerste gezicht overeenkomsten. 
Hoe kun je bijvoorbeeld Ton Sijbrands vergelijken met Herman Hoogland (beide gingen op relatief jonge leeftijd 'van school'), Harm Wiersma met Ben Springer (beide bedachten/bedenken van alles om onze sport te promoten) of Jack de Haas met Rob Clerc (beide waren wereldkampioen-waardig)?En toch wordt er vaak naar Aris de Heer gewezen, als het gaat om de titel: Beste dammer van de 19de eeuw . . .

Aris de Heer . . .  

Aris de Heer werd geboren op maandag 30 december 1805 (ten onrechte wordt als zijn geboortejaar nogal eens 1806 vermeld!) en overleed op vrijdag 15 mei 1874In 1826 trouwde hij met de iets oudere Jannetje Hoogland, ze kregen 5 zoons. Jannetje overleed in 1838 aan de gevolgen van mazelen (Morbilli). In 1841 trad de Heer opnieuw in het huwelijk, nu met de 20-jarige (aanzienlijk jongere) Neeltje Beets; zij kregen in totaal 10 kinderen (5 zoons en 5 dochters). In totaal verwekte de Heer dus 15 kinderen bij zijn echtgenotes; wel dient erbij vermeld te worden dat 5 van zijn kinderen tijdens, of direct na de geboorte reeds overleden.
In eerste instantie leek de Heer voorbehouden te zijn om onderwijzer te worden, doch de schoonfamilie van zijn eerste vrouw wist hem over te halen om vetweider (veehouder) te worden. Dit ging hem goed af, want gedurende zijn leven werkte hij zich op tot (zoals men dat toen noemde) een welvarend man, die enkele boerderijen bezat en enorm veel landOm zijn belangen, als welvarend man, te behartigen werd de Heer ook raadslid van de gemeente Middenbeemster
  
Denksporter . . .

Aris de Heer was een denksporter, want naast het dammen mocht hij zich ook graag overgeven aan het schaakspel. Er zijn enkele schaakpartijen van de Heer bekend (waaronder enkele   correspondentie-partijen die hij samen met zoon Klaas speelde tegen het duo A. de Lelie en J. Pinedo uit Amsterdam), maar zijn dampartijen werden niet genoteerd en daarom kunnen wij zijn dam-technische kwaliteiten niet op waarde schatten. Wel zijn er veel relikwieën bewaard gebleven, die direct met Aris de Heer als dammer van doen hadden; zijn nazaten hadden in de boerderij waar hij had gewoond (de Boreelhoeve te Noordbeemster) zelfs een historische ´damkamer´ ingericht.
Helaas sloeg in 1956 de bliksem in de boerderij en brandde als gevolg hiervan tot de grond toe af. Het enige dat men heeft kunnen redden was het dambord van de Heer, met zilveren hoekstukken en ivoren damschijven.
  
Dus als we iets meer over Aris de Heer als dammer te weten willen komen, dan moeten we het hebben van overlevering (verhalen).
De Heer won reeds op 15-jarige leeftijd een eerste prijs, hetgeen opmerkelijk genoemd mag worden, want eigenlijk was het not done om op een dergelijke jonge leeftijd het op te nemen tegen ouderen.

Er wordt tevens beweerd dat De Heer een halve eeuw ongeslagen is gebleven op het dambord! Hij speelde geen vluggertjes; als er gedamd werd, diende dat serieus en vol overgave plaats te vinden. De houding van de Heer, achter het bord, werd omschreven als kaarsrecht en onbeweeglijk.

Het volgende verhaal over Aris de Heer wordt ook vaak verteld. Alhoewel sommige in details iets van elkaar verschillen, wil ik het u niet onthouden. Dit specifieke verhaal is van een zekere C.H. Broekkamp, gepubliceerd in 1907.
Verliezen deed Aris de Heer volgens overlevering niet, het zou het ergste zijn wat hem kon overkomen. Tijdens een marktbezoek te Amsterdam ontmoette de Heer een amateur-damspeler, die volgens zijn beweren, toevallig voor zaken in Amsterdam was gekomen. Anderen willen echter zeggen, dat deze een Frans meester in het damspel was, en opzettelijk afgezonden om 'De Heer' daar te treffen. Na een korte kennismaking werd spoedig overgegaan tot een partij dam, vermoedelijk in 
'De Roode Leeuw' op de Vijgendam. Weldra bemerkte De Heer dat hij met een zéér kundig speler te doen had en spande dus alle krachten in om het spel tot een voor hem gunstig einde te brengen. De winststelling mocht hij echter niet behalen en moest zich derhalve met een 'kamper', een gebruikelijk woord voor een onbesliste partij, tevreden stellen. 
Toen het, na een zware strijd, remise werd, stond De Heer op en verklaarde de aan vele omstanders liever het bericht te hebben ontvangen, dat zijn beste os, die hij 's morgens ter markt had gebracht, was doodgevallen, dan de partij te moeten verliezen. 

Bleef er dan helemaal niets op damgebied van Aris de Heer bewaard? Neen, helaas.
Maar deze stand dan?

Wit speelt en wint. Inderdaad wordt deze stand toegeschreven aan Aris de Heer, als witspeler; suggestief wordt er vaak bij vermeld: Middenbeemster, 28 september 1874. Aris de Heer was echter in mei van dat jaar reeds overleden. De kinderen en kleinkinderen van Aris de Heer gaan er van uit dat men deze stelling uit puur propagandistisch oogpunt aan hun vader/grootvader heeft toegeschreven.


De winstvoering is als volgt: 48-43  (26x37)  47-42  (37x48)  28-22 (17x28) 33x22  (24x42)  22-18  (13x22)  43-38  (42x33)  39x6  (48x30)  35x2.
We kunnen veel van de verhalen over Aris de Heer niet meer op waarheid checken, maar dat hij een sterke dammer was staat, wat mij betreft, buiten kijf.

Het is heerlijk om in deze donkere dagen even 'terug te gaan in de tijd'.
Vanaf deze plaats wensen wij u een: Goede Kerst, Noflike Kryst, Merry Christmass, Joyeux Noël, Feliz Navidad, Buon Natale, Pax Hominibus, Zul Saryn Bolon Shine.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten