maandag 4 augustus 2014

Opvoeden tot genie...6

Door Tjalling van den Bosch

Nadat we vorige keer de oudste telg uit het huwelijk tussen Klára Alberger en László Polgar onder de loep namen, is het nu de beurt aan dochter nummer 2:

Zsófia. 
Zsófia Polgar


Zsófia Polgár werd geboren op 2 november 1974. Reeds op jonge leeftijd kon ze
goed met mensen omgaan; ze was tenger, aantrekkelijk, gevoelig en (anders dan haar zusjes) zeer modebewust. Nadat, anderhalf jaar later, ook dochter nummer 3 (Judit) was geboren werd het al snel duidelijk dat de twee jongste zusjes veel met elkaar zouden optrekken; ze hingen als het ware aan elkaar, zag je de één, zag je de ander (en maar giechelen).Daar waar de oudste, die in de eerste 5 jaar van haar bestaan nauwelijks contact had met leeftijdsgenoten, waren de twee jongsten veel met elkaar aan het spelen en ravotten.

Anders ook dan Zsuzsa had Zsofiá altijd direct een mening, over van alles en nog wat en had ze nogal eens andere opvattingen dan haar ouders. Zsofiá is wat bescheidener dan haar jongste zusje; als Judit er niet zou zijn geweest, zou Zsofiá wereldwijd hebben gegolden als de beste jonge schaakster uit de geschiedenis, maar door de prestaties van haar zusje stond Zsofiá nogal eens in de schaduw. Toch was ook Zsofiá in eerste instantie begeistert door het schaken; volgens een bekende anekdote trof haar vader haar eens midden in de nacht aan op de wc, met een schaakbord op haar knieën.
"Waarom laat je de stukken niet even met rust" moet László haar hebben gevraagd. "De stukken laten mij niet met rust" was het antwoord.

Qua schaakstijl was de jonge Zsofiá de meest impulsieve van de zusjes. Als ze kon kiezen, speelde ze vrijwel altijd op de aanval of op een combinatoire beslissing. Daardoor bracht haar spel ook altijd de nodige risico's met zich mee; een foutje van haar kant was dan ook vaak direct beslissend. Vaak 'zag' ze het echter wel goed en ze heeft dan ook de fraaiste overwinningen behaald en ook (volgens schaakkenners) opzienbarende (winnende) offers op haar naam staan. Verder was ze op jonge leeftijd, net als haar zusjes, goed geschoold op de 64-velden; de openingstheorie kende nauwelijks nog geheimen voor haar en ook in het midden- en eindspel vloeiden de (goede) zetten haar op een natuurlijke manier uit de vingers. Daardoor was ze reeds op jonge leeftijd zeer succesvol: op vijfjarige leeftijd werd Zsofiá reeds Hongaars jeugdkampioen tot 12 jaar! Als 11-jarige werd ze tijdens de Jeugdwereldkampioenschappen in Puerto Rico eerste bij de meisjes tot 16 jaar en tweede bij de jongens (achter de toen 14-jarige Joël Lautier uit Frankrijk)!

Na het geweldige begin kwam er een rare knik in de carrière van Zsofiá; ze stond, als 12-jarige, op de drempel om Internationaal Meester bij de mannen te worden. Dit lukte telkens net niet, soms had ze slechts een ½ punt uit 3 partijen nodig, maar in plaats van rustig op remise te spelen, knalde ze er telkens compromisloos in én evenzovele malen verloor ze! Deze negatieve spiraal hield vreemd genoeg een paar jaar aan, maar toen kwam in 1989 (op 15-jarige leeftijd) het Torneo Magistrale te Rome, dat later in de internationale schaakpers werd omschreven als de 'Sack of Rome'. Zsofia won dit internationale grootmeestertoernooi (bij de mannen!) met een onwaarschijnlijke score van 8½ uit 9; de Russische grootmeesters Tsjernin en Dolmatov volgden op eerbiedwaardige achterstand; gedeeld tweede met 6½ uit 9. De toernooi-prestatie-rating van Zsofiá was meer dan 2900 (!!), de enige speler die ooit een hogere toernooi-prestatie-rating (tot dat moment) behaalde was Bobby Fisher, die tijdens het Amerikaans kampioenschap van 1964 11 uit 11 scoorde, hetgeen hem het haast onwaarschijnlijke aantal van 3138 tpr opleverde. Zsofiá behaalde, ook later nog, verbluffende schaakresultaten, maar anders dan haar twee zusjes miste ze de drang om op het hoogste niveau te blijven acteren en te presteren. Ze werd dan ook niet, in tegenstelling tot haar zusjes, Internationaal Grootmeester bij de mannen; wel bij de vrouwen natuurlijk alsook Internationaal Meester bij de mannen.

Toen ze nog maar 21 jaar was, koos ze ervoor om naar Israël te emigreren, daar zou ze vier jaar later (in 1999) trouwen met Yona Kosashvili (ook een GMI); ze kregen twee zoons, Alon en Yoav. Zsofiá ontwikkelde in die tijd vooral haar creatieve geest; ze ging schilderen en beeldhouwen. Begin deze eeuw emigreerde ze met man en kinderen naar Canada; in Toronto bouwden ze een nieuw bestaan op. Het schijnt (want ik heb het niet precies kunnen achterhalen) dat Zsófia sinds 2012 weer in Israel woont.Tegenwoordig is ze (volgens haar site) vooral in de weer als kunstenares en 'freelance designer', maar ook nog steeds als schaaktrainster. Verder houdt Zsofiá van uitgaan en reizen; tijdens de vele buitenlandse tripjes komt haar talenkennis goed van pas; ze beheerst o.a. Hongaars, Engels, Russisch, Duits en Hebreeuws en waarschijnlijk ook het Esperanto. Ze is blij dat ze zich uiteindelijk heeft overgegeven aan haar echte passie: de kunst. Alhoewel, ze zegt geen seconde van haar schaak-carrière te hebben willen missen. Net als haar oudste zuster schrijft Zsofiá haar naam tegenwoordig iets anders; op haar website schrijft ze deze als: Sofia Polgar.

Ook net als haar oudste zuster dankt Sofia haar ouders voor haar opvoeding, maar of zij haar kinderen ook zo opvoedt, is mij niet duidelijk geworden.

Tot de volgende keer . . .  




Geen opmerkingen:

Een reactie posten