woensdag 23 december 2015

Het eindspel...

Door Peter Pippel

Het eind van het jaar brengt blijkbaar 'pennen' in beweging. Kregen we eerder een 'sprookje' van Piet Bouma aangeboden, thans is het niemand minder Peter Pippel, broer van de bekende eindspelspecialist Kees, die iets te melden heeft.

Eindspel Cordier – Groenendijk WK – 2015 Emmen.

In de laatste ronde van een prachtig WK ontstond onderstaand eindspel. Enkele zetten eerder had Cordier volgens het computerprogramma Kingsrow via een fraai dubbeloffer remise kunnen maken, maar nu was een gewonnen stelling ontstaan (volgens Kingsrow). De toeschouwers verheugden zich al op (eindelijk) weer eens een wereldtitel voor een Nederlander, de pas17-jarige Jan Groenendijk. 
Maar zo eenvoudig was het niet. Jan had nog geen idee hoe de stand tot winst gevoerd moest worden en in de analyseruimte kwamen Harm Wiersma en Auke Scholma er ook nog niet uit.

In de diagramstand is Jan met zwart aan zet. 
Jan speelde 17-08?? 
Een drama, want na 47-41 was het direct remise. Het ergste is nog, dat Jan de dreiging gezien had, maar op het moment sûprème even uit het oog was verloren. We zullen er nooit achter komen of Jan in de partij de winst, die er wel degelijk in zat, had gevonden. Maar ook Cordier had de sterkste verdediging niet zomaar voor het oprapen.


Het eindspel is zeer leerzaam, omdat het enkele belangrijke elementen bevat, die met name in het eindspel cruciaal zijn. In de opening en het middenspel is controle van bepaalde velden belangrijk. In het eindspel gaat het om de controle van lijnen en kwadranten; verder zijn (kleine) dreigingen en finesses veelal noodzakelijk om tot winst te komen.

Vanuit de diagramstand doorlopen we de volgende fases, waarbij zwart de hoofdlijn behoudt:
  1. Ervoor zorgen, dat 20 en 30 vast komen te staan op 15 en 25
  2. Schijf 26 laten promoveren tot derde dam
  3. Basisstelling opbouwen voor de winnende vangstelling
  4. Vangstelling op het bord brengen en witte dam afnemen
  5. Uiteidelijk met een finesse de kroon op het werk zetten.
Fase 1.

1. 46-23 Is beter dan naar 5
2. 48-42 Op 48-43 17-33; 20-15 33-44; 43-38 44-35; 30-25 (38-24? 23-34)
2. 17-08
3. 30-25 Op 42-24 08-02; dan met dam 23 op hoofdlijn spelen (verlies schijf 30)
3. 08-35
4. 20-15*

Fase 2.

4. 35-49
5. 42-48 49-21
6. 48-39 Op 48-42 23-10; 15x04 21-27; 04x31 26x48; 25-20 48-25; 20-15 25-14+
6. 26-31
7. 39-48 21-26
8. 48-39 31-37
9. 39-43 37-41
10. 43-39 41-46
11. 39-30

Voordat we verder gaan met fase 3 moeten we weten welke vangstelling we in fase 4 gaan opbouwen. Er zullen wel meer mogelijkheden zijn, maar ik heb gekozen voor de vangstelling met de zwarte dammen op 27, 37 en 46. De witte dam kan dan bijna nergens meer heen zonder gevangen te worden, MAAR dit werkt niet als de witte dam in staat is om, nadat de zwarte vangstelling is voltooid, veld 26 of 48 te bereiken. Daarom zorgen we er in fase 3 al voor, dat die vluchtweg voor wit niet mogelijk is.

Fase 3.

11. 46-32 We willen, dat wit het kwadrant 2-16-49-35 niet meer kan bezetten.
12. 30-02 32-16
13. 02-35 Op 02-30 verloopt de winstgang op vergelijkbare wijze.
13. 16-02
14. 35-49* 02-35
15. 49-16* 23-19 Zie opmerking zet 11.
16. 16-43*A 35-49
17. 43-34 49-16
18. 34-45
Het heeft even geduurd, maar nu hebben we de basisstelling van waaruit we de winnende vangstelling kunnen opbouwen. De witte dam mag nergens losstaan wegens combineren op schijf 47. Daardoor kan de vangstelling voor de witte dam gemakkelijk worden opgebouwd.

A.
16. 16-49 26-48
17. 49-21* Op 49-38 of 49-27 35-49+; op 49-16 35-49 16-11 48-42+
17. 35-49
18. 21-03 Op losstaan 48-42+; Op 21-26 19-37; 26x42 48x26 47-41 (op direct
18. 48-26 15-10 49-32+) 36x47 15-10 26-37 10-04 37-10+
19. 03-20 19-10
20. 15x04 49-27+

Fase 4.

18. 19-46 De witte dam mag nu niet losstaan.
19. 45-50 16-27 Eerst deze dam op zijn plaats zetten, want anders kan wit naar 17
20. 50-11 26-37
21. 11-50 Op 11-16 27-21
21. 37-28
22. 50x31 36x27
Ook deze fase is afgerond, maar we zijn er nog niet; wit is een handige speler.

Fase 5.

23. 47-42 46-19
24. 42-38 27-31
25. 38-33 31-36
26. 33-29 Dreigt 29-24 en dan 15-10
26. 36-41!!
27. 29-24 Op 25-20 41-46+
27. 19x30!
28. 25x34 41-46 +

Tot zover de heer Pippel; het is voor velen even wennen, maar een grootmeester dient men niet te duiden door enkel zijn voornaam.
Prettige kerstdagen . . . 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten