donderdag 27 juli 2017

Iser Koeperman (6)

Door Rein van der Pal

Het ligt voor de hand te denken dat Iser Koeperman vanaf zijn vroegste jeugd altijd heeft gedamd. Toch is dat niet het geval. Door een toevallige omstandigheid is hij in aanraking gekomen met het damspel. Aanvankelijk bezocht de jonge Iser de schaakclub. Hij was verzot op schaken en oefende regelmatig in het Pionierspaleis in Kiev.
Tijdens een schaakwedstrijd kwam zijn tegenstander niet opdagen en Iser besloot een beetje rond te dwalen in het Pionierspaleis. In één van de belendende zaaltjes werd een damtraining gegeven. Op het demonstratiebord liet de trainer een combinatie zien, waarbij wit bijna al zijn schijven weggaf om vervolgens alle schijven van zwart te slaan. Iser was zo onder de indruk van het fragment dat hij alle van buiten geleerde schaakvarianten wel wilde prijsgeven om zo te kunnen winnen. Hij had geen zin meer om zich nog langer met schaken bezig te houden. Een jaar of dertien zal hij geweest zijn toen hij de overstap naar het dammen heeft gemaakt en hij zou er voor de rest van zijn leven aan vast zitten. Naast Michael Botwinnink, die anders natuurlijk nooit wereldkampioen schaken zou zijn geworden, mag ook de damwereld zich gelukkig prijzen met deze switch.

Iser Josifowitsj Koeperman
Monikkenwerk

Hoewel Koeperman in de loop van zijn carrière een prachtige, glasheldere positionele stijl heeft ontwikkeld, is zijn fascinatie voor combinaties altijd blijven bestaan. Hij beschikte ook over een grote slagvaardigheid en heeft talloze partijen met een slagzet in zijn voordeel beslist.
Op een gegeven moment besloot Koeperman de combinaties te verzamelen, te rangschikken en in boekvorm uit te geven. De slagprincipes werden onderverdeeld naar veld van vertrek, de richting van de eindslag en het slagidee. Een belangrijk criterium bij het verzamelen was dat de standen een grote praktische waarde moesten hebben. Aldus ontstond encyclopedisch studiemateriaal van onschatbare waarde. We mogen rustig stellen dat dit monnikenwerk is geweest.
In één van de eerste boeken schrijft zijn goede damvriend Dr. Ir. G.E. van Dijk het voorwoord:
"De internationale damwereld mag zich gelukkig prijzen met het feit dat Ir. I. Koeperman zijn grote kennis op schrift wil stellen. Ik zie dan ook een wijd verspreidingsgebied voor deze boeken; de taal der diagrammen is immers voor elke dammer toegankelijk. Moge de schrijver gegeven worden zijn ambitieuze plan, waarvan reeds veel in concept gereed is, te kunnen voltooien en moge het boek een goede ontvangst vinden in de Nederlandse damwereld en daarbuiten".
Ooit had Koeperman het stoutmoedige plan opgevat om een monumentaal handboek van het damspel te schrijven. De reeds genoemde combinatie boeken zouden daar onderdeel vanuit maken. Daarnaast moesten er twaalf delen verschijnen die geheel aan de openingstheorie zouden zijn gewijd. Dit kloeke boekwerk zou alle openingsboeken die er tot die tijd waren verschenen, overbodig maken. Helaas is dat openingsboek er nooit gekomen.
Ik heb Koeperman nooit als een openings-expert beschouwd. Natuurlijk zal hij zijn openingsrepertoire op orde hebben gehad, maar hij was niet iemand die de theorie vanuit de opening zetten lang volgde. Liever vertrouwde hij op zijn eigen inzicht. Soms ging hij scherpe openingen ook uit de weg in de hoop/veronderstelling in het verdere verloop van de partij vanzelf kansen te krijgen. Zij grote kracht lag volgens mij in het middenspel.

I. Koeperman - M. Smirnov

In deze stelling heeft wit de strategische troeven in handen. Niettemin zal hij de partij met een daverende slagzet beslissen:
1.37-31!! 26x48  2.22-18 13x31  3.47-42 48x37  4.32x41 23x32  5.34-30 35x24  6.33-29 24x33 7.39x08.
Deze combinatie staat ook op naam van Mamina N'Diaye, maar Koeperman was hem kennelijk ver voor.


I. Koeperman - Fridman

Positioneel is wit er niet al te best aan toe.
Maar kennelijk zit 'Der Iser' al een tijdje te vlassen op een spectaculaire wending: 1.26-21! 27x16  2.35-30! 24x35 3.25-20! 14x25 4.38-32!! Een prachtig  triple offer gevolgd door een stille zet. Zwart staat drie schijven voor, is bovendien aan zet, maar kan een nederlaag niet meer afwenden. Sluiten faalt op een eenvoudige damcombinatie naar veld 1 of veld 5 en op 3...28-33 volgt een simpele combinatie naar veld 6. Verbluffend.

Koeperman verzamelde niet alleen combinaties, hij bedacht ze ook zelf. Daarbij ging het hem vooral om de praktische waarde van de slagzet. De stand moest aan de partij kunnen worden ontleend. Aan de zogenaamde scherpe regels van de problematiek of de overblijvende stand liet hij zich niets gelegen liggen. De volgende compositie is hierop een uitzondering.

I. Koeperman

Wit wint door: 1.27-22! 18x27  2.32x21 23x41  3.21-17 11x22 4.42-37 41x32  5.38x09  04x13  5.15x04  24-30* 6.04x18! 30x48  7.18-34!! 48x30  8.35x2
In al zijn eenvoud een prachtige composities, waarin de Coupe Springer, een dam op bezet veld en een damoffer worden verenigd.

Koeperman en het combinatiespel, het waren twee handen op één buik.Wat mij betreft had hij nog veel meer van dergelijke creaties mogen bedenken, maar kennelijk vond de temperamentvolle oud-wereldkampioen dat zonde van zijn tijd. Wel bleef hij zijn hele leven trouw aan de combinatie. In het WK 1994 dat in Den Haag werd gehouden, combineerde hij Alexander Schwarzman nog van het bord. Het leverde De Reus uit Kiev een keurige zevende plaats op in de eindrangschikking. Koeperman was toen de zeventig allang gepasseerd...












donderdag 20 juli 2017

Iser Koeperman (5)

Door Rein van der Pal

Het Russisch dammen (64 velden) was populair in de voormalige Sovjet-Unie en wordt in het huidige Rusland nog volop beoefend. Pas in 1954 werd het damkampioenschap van de Sovjet-Unie op de honderd velden voor de eerste keer gehouden. Onder de deelnemers bevond zich ook Iser Koeperman. Tussen 1954 en 1976 zou de Reus uit Kiev twaalf keer deelnemen. Het leverde hem naast een aantal hoge klasseringen, vijf keer de nationale titel op.

Iser Koeperman (1960)
Die titeltoernooien uit de tweede helft van de vorige eeuw zijn qua omvang niet te vergelijken met ons Nederlands kampioenschap. Om te beginnen werden er vaak twintig deelnemers tot het toernooi toegelaten. De elf rondes die ons nationaal kampioenschap telt, steken daar enigszins schril bij af. Daarnaast werden er -uiteraard- geen twee rondes op één dag gespeeld. Ook waren de zogenaamde 'plusjes' in de eindrangschikking nog niet ingeburgerd.

Enkele bekende namen uit die beginperiode, waren: Max Sjawel, Wladimir Kaplan, Wladimir Agafonow en Michael Korchov. In 1959 voegden Wjatsjeslaw Sjtsjogoljew en Andris Andreiko zich bij dit gezelschap. Toen Iser Koeperman en Max Sjawel in het kampioenschap van 1955 gezamenlijk op eerste plaats waren geeïndigd, bleef Koeperman niet automatisch in het bezit van zijn titel. De organisatie schreef een barrage uit die pas na acht partijen in het voordeel van de legendarische oud-wereldkampioen werd beslist.

M. Sjawel - I. Koeperman
(4e barragepartij)

Met het laten hangen van schijf 42 moet Sjawel gedacht hebben dat hij zich voldoende gewapend heeft tegen de Coup Royal. Merk op dat zwart aan 46...12-17 niets heeft vanwege 47.39-34!
Partij:
46...23-29!  47.42-38 19-23 48.28x17 11x42  49.38x47 29x27 met winst.





I. Koeperman - V. Agafonow
(Kamp. Sovjet-Unie 1964)

Het is een genot om te zien hoe Koeperman vanuit een rustig middenspel de spanningen steeds verder heeft opgevoerd.
40.26-21!! Een prachtige zet. Zoals Koeperman aangeeft biedt 40...22-28 nu het meeste verweer. In de partij volgde: 40...24-29?  41.33x24 09-14  42.34-29!! 23x25  43.24-20 15x24  44.32-28 22x33  45.38x09 13x04  46.35-30 25x34 47.43-39 34x32 48.27x38 16x27  49.31x22 met winst.
Een prachtige variatie op de aloude hielslag!

Onaangename tijd

In de loop der jaren werd het er voor Koeperman niet gemakkelijker om zich in de top van de Russische damwereld te handhaven. Langzaam maar zeker was er een groep persoonlijke vijanden ontstaan waaronder: Stjsjogoljew, Korchow, Agafonow, Mogiljanski etc. Dit eensgezinde front had de pest aan hem. De meest fanatieke tegenstander van Koeperman was evenwel Anatoli Gantwarg. Hij kon met een gerust hart als de aartsvijand worden beschouwd.
Overigens is het tussen de legendarische oud-wereldkampioen en  Alexander Mogiljanski wel weer goed gekomen. Hiervan  getuigen de sneldampartijtjes die zij speelden tijdens de herkamp tussen Tsjizjov en Clerc in Groningen om het WK 1996. Koeperman was daar als secondant van Tsjizjov aanwezig. Beide naar de verenigde Staten uitgeweken grootmeesters - Mogiljanski emigreerde in 1988- speelden om een dollar per winstpartij. Dat Mogiljanski vijf verliespartijen achter stond kon bij hem de pret niet drukken. Hij kreeg voor weinig geld les van de ex-wereldkampioen. Voor Koeperman was elke dollar een geschenk uit de hemel. Hij is altijd iemand geweest die eerder naar zijn hoed greep dan naar zijn portemonnee.

Emigratie 

In 1977 maakte Koeperman de balans op. Hij kon nog niet op zijn lauweren gaan rusten. Van de revenuen van zijn boeken, waarvan er inmiddels honderdduizenden waren verkocht, kon hij niet leven. Ook had hij als Jood nog steeds te maken met de antisemitische sentimenten. Dit was een overblijfsel uit de tijd van Jozef Stalin, toen antisemitische activiteiten door de staat werden gesteund. Een klap moet het voor hem ook geweest zijn dat Andris Andreiko, de man waartegen hij bijna 90 partijen had gespeeld, in 1976 op gewelddadige wijze om het leven was gekomen. Koeperman besloot de knoop door te hakken en te emigreren naar de Verenigde Staten. Hij vestigde zich met zijn twee dochters in Boston.

Betekende dit nu dat de Reus uit Kiev verloren was voor het dammen?

"Ik heb wel eens gedacht, dat ik sterker was dan het damspel, dat ik er mee op kon houden wanneer ik dat wilde. Maar daarin vergiste ik me. De damschijven waren sterker, ik was hun gevangene".



dinsdag 11 juli 2017

Iser Koeperman (4)

Door Rein van der Pal

Een bestaan als profdammer in de voormalige Sojvjet-Unie was niet eenvoudig. Om voor een staatstoelage in aanmerking te komen was het van belang om goede prestaties neer te zetten en hoog te eindigen in de kampioenschappen. Iser Koeperman zorgde er altijd voor dat hij of wereldkampioen was, of direct betrokken was in de strijd om het wereldkampioenschap.

De status van wereldkampioen verschafte hem een zekere machtspositie. Zo werd hij vaker uitgenodigd om deel te nemen aan buitenlandse reisjes of toernooien. Daarnaast konden allerlei zaken die normaal gesproken veel moeite kosten ,ook in materiële zin, gemakkelijker worden geregeld. Een goed voorbeeld daarvan was het uitgeven van boeken.

Tijdens matches en toernooien zorgde Koeperman ervoor goed beslagen ten ijs te komen. Hij bereidde zich intensief voor en leefde gedisciplineerd: geen drank, geen sigaretten en een streng dieet.Van zijn tegenstander maakte hij een psychologisch profiel met sterke en vooral zwakke punten in het spel. De negatieve eigenschappen gebruikte hij om een afkeer van de tegenstander op te wekken. Met wandelen, zwemmen en gymnastiek werd de lichamelijke conditie op peil gehouden.
De Reus uit Kiev deed er alles aan om de eenmaal verworven (machts)positie vast te houden. Hierbij schijnt hij ook het middel van de combine niet te hebben geschuwd. Zowel het één (de verworven status) als het ander (verdenking van combine) maakten hem er niet populairder op bij zijn concurrenten. In de top van de Russische damwereld had hij dan ook weinig vrienden.

Andris Andreiko

Een uitzondering hierop vormde Andris Andreiko. Of Tovenaar uit Riga en Koeperman nu echt bevriend waren, is nog maar de vraag. Misschien waren ze eerder gelegenheidsvrienden of partners in crime. Helemaal duidelijk is dat nooit geworden. In ieder geval waren ze voor langere tijd op elkaar aangewezen.

I. Koeperman - A. Andreiko 
Beide grootmeesters speelden niet minder dan drie matches van twintig partijen om de wereldtitel tegen elkaar. Ook vormden ze een gezamenlijk blok om opkomende concurrenten als Ton Sijbrands en Harm Wiersma van het lijf te houden. Daarnaast trad Iser Koeperman vaak op als delegatieleider van het team uit de Sovjet-Unie, waar Andreiko vaak deel van uitmaakte. In 1973 was Koeperman de secondant van Andreiko in zijn match tegen Ton Sijbrands.
Wel of geen echte vrienden, het is wel duidelijk dat Koeperman en Andreiko eind jaren zestig, begin jaren zeventig aan elkaar vast zaten.

Het grote talent van Andreiko werd door de twintig jaar oudere Koeperman al in een vroeg stadium onderkend. Het zal bij hem geen verwondering hebben gewekt dat Andreiko het kandidatentoernooi van 1966, dat in het Franse Alès werd gehouden, op zijn naam schreef. Hij verwierf hiermee het recht om wereldkampioen Iser Koeperman in 1967 uit te dagen.

Noodlot

Enkele maanden voor het begin van de match werd Koeperman getroffen door het noodlot. Zijn vrouw overleed aan de gevolgen van een hersentumor. Aan de gelukkigste periode van zijn leven was plotseling een einde gekomen. Meteen werd duidelijk dat de match geen doorgang kon vinden. Koeperman vroeg voor enkele maanden uitstel en kreeg die ook. Op 1 januari 1968 werden in het Pionierspaleis van Tbilisi de klokken in werking gezet.

In het begin van de match trok Andreiko fel van leer en de nerveuze Koeperman had moeite om op de been te blijven. Maar de Reus uit Kiev richtte zich langzaam op en sloeg na een ijzersterke positiepartij in het negende duel toe. Opnieuw volgde een serie vechtremises waarin Koeperman zijn vindingrijke tegenstander met moeite kon bedwingen. Hier zien we een beeld dat regelmatig opdook in de carièrre van Koeperman: mindere standen werden remise gemaakt en gewonnen standen werden ook daadwerkelijk in winst omgezet. Met de combinatieve winst in de negentiende partij werd de match beslist.

I. Koeperman - A. Andreiko
(19e partij)

Met de haven al in zicht ging Koeperman toch fel in de aanval, psychologisch gezien een sterke zet.
Andreiko heeft op de vorige zet geruild met 29...25-30 30.35x24 19x30. De slechte witte schijvenverdeling ten spijt, beslist Koeperman de partij met een mokerzet: 30...36-31! Aan de damcombinatie ingeleid met 22-18 is niets meer te doen. Partij: 31...30-35  32.22-18!! 12x34  33.27-21 16x36  34. 33-29 34x23  35.28x10 04x15  36.32x01 en wit won.

A. Andreiko - I. Koeperman
(20e partij)

Beide spelers hebben bewust op deze stelling aangestuurd, maar Koeperman heeft verder gekeken: 42.34-29 23x34  43.27-22 18x27 44. 28-23 19x28  45.30x10 27-31!! De verborgen pointe van deze afwikkeling 46.32x23* 31x42  47.38x47 13-18!  48.39x30 18x49.
Zwart kreeg later een gewonnen eindspel op het bord, maar bood remise aan, omdat de match al was beslist. Hier zien we de zachte kant van Koeperman, zullen we maar zeggen.

Vijf matches en evenzovele overwinningen! Van combine kon hier in de verste verte geen sprake zijn. De Reus uit Kiev heeft het allemaal op eigen kracht moeten doen....






donderdag 6 juli 2017

Iser Koeperman (3)

Door Rein van der Pal

De grote passie van Iser Koeperman was zonder twijfel het damspel; hij offerde er zijn hele bestaan aan op. Zelfs een goede baan als ingenieur in de mijnbouw in Kiev schoof hij ervoor aan de kant.Toch kun je je afvragen of hij wel over de juiste eigenschappen beschikte voor het harde wedstrijdspel. Iemand die zichzelf omschrijft als impulsief, nerveus en opvliegend, met een sterke drang naar avontuur, beschikt over karaktertrekken -en dan bedoel ik vooral impulsiviteit en nervositeit- waar een grootmeester heel goed zonder kan. Maar kennelijk had de Reus van Kiev zijn zenuwen op de beslissende momenten goed in bedwang. In ieder geval kan ik me geen rare fouten of grote blunders uit zijn carrière voor de geest halen.

Op de wereldkampioenschappen van de jaren zestig was Koeperman altijd in de kop van de ranglijst terug te vinden, zonder dat hij die toernooien daadwerkelijk op zijn naam schreef. Zo dook op het WK van 1960, dat op verschillende plaatsen in Nederland werd gehouden, plotseling de 19-jarige Wjatsjeslaw Sjtsjogoljew op. De Moskoviet werd de jongste wereldkampioen aller tijden en zou zijn stempel op de damwereld drukken. Samen met Piet Roozenburg en Iser Koeperman kan hij als de grondlegger van het huidige dammen worden beschouwd. Inmiddels is hij de oudste nog levende oud-wereldkampioen. Waar blijft de tijd!

Tweekamp tegen Stjsjogoljew

W. Stjsjogoljev - I. Koeperman 1961
Natuurlijk maakte Koeperman in 1961 van zijn rechten gebruik om Sjtsjogoljev in een match over twintig partijen uit te dagen.
Het werd een boeiende krachtmeting, waarin Stjsjogoljew zich uitdagend opstelde en het spel probeerde te maken. Koeperman, vertrouwde op zijn solide centrumspel en zijn surplus aan ervaring en controleerde de strijd. Hij kwam enkele keren in het voordeel, boekte twee winstpartijen en won uiteindelijk verdiend met 22-18.
Sjtsjogoljew zou later verklaren dat hij als gevolg van zijn recente successen overliep van zelfvertrouwen. Hij had zich (daarom) ook niet goed voorbereid en was nog jong en onervaren. Was de Wonderdammer uit Moskou dan geheel zonder kansen. Nee, dat niet. Weliswaar had Koeperman in de derde partij een gewaagde Partie Bonnard opstelling van zijn tegenstander op indrukwekkende wijze afgestraft, maar in de veertiende partij verzuimde 'Slawa' een gewonnen eindspel te verzilveren. Toen hij twee dagen later in de fout ging, was de match in feite beslist.

W. Stjsjogoljev - I. Koeperman
(16e partij)

In mindere maar verdedigbare stand is 44.30-25 de aangewezen voortzetting. Stjsjogoljew vervolgde met 44. 28-22? 17x37 45.36-31 34x21 46.26x08 37x26 47.08-03.
Hierbij moet hij de simpele damafname, die volgde na 47..19-23! 48.03x37 18-23  49.37x08 02x13, hebben overzien.
In de resterende vier partijen wist Koeperman betrekkelijk eenvoudig zijn voorsprong te consolideren.

L'histoire se répète 

Wjatsjeslaw Stjsjogoljew bleef niet lang bij de pakken neerzitten en greep het WK van 1964 (Italië)  aan om zijn geschonden blazoen weer op te poetsen. De Moskoviet werd voor de tweede keer wereldkampioen en bleef zijn rivaal uit Kiev twee punten voor. De geschiedenis had zich herhaald, maar de tweekamp die hieruit een jaar later in de Georgische hoofdstad Tiblisi voortvloeide, leverde niet de spannende krachtmeting op die de kenners hadden verwacht. Koeperman walste met  ongehoorde cijfers over zijn tegenstander heen: 26-14!

Stjsjogoljew was ditmaal wel goed voorbereid, maar leed aan een vorm van over-concentraties en liep een paar keer in eenvoudige combinaties.
Er verschenen verschillende speltypes op het bord en anders dan de uitslag doet vermoeden, was de match toch interessant en hoogstaand. Koeperman hanteerde zowel de aanval als de omsingeling met veel kennis van zaken en wist ook in situaties waarin het op improviseren aankwam, fier overeind te blijven. Hij demonstreerde niet alleen een gave techniek, maar stond ook zijn mannetje bij het zogenaamde 'vechtdammen'.
Interessant was de manier waarop de legendarische oud-wereldkampioen het speltype met een opgedrongen randschijf op veld 36 (of 15), waarover in die tijd nog niet zo heel veel bekend was, tegenspeelde.

I. Koeperman - W. Stjsjogoljew
(11e partij)

Met 27.38-32! dat zowel 10-15, 18-22  als 12-17 verhinderd, maakt Koeperman optimaal gebruik van de zwarte schijf op 36.
Partij: 27.11-17*  28.33-28!! 18-23* 29.34-29 22x24 30.16-11 07x16 31.25-20 14x34  32.40x07 en wit won op de 71e zet.

Met de ruime matchwinst tegen Stjsjogoljew boekte Koeperman het grootste succes uit zijn carrière en werd voor de vierde keer wereldkampioen.
Was er dan niemand in een tweekamp opgewassen tegen de Reus van Kiev?

vrijdag 30 juni 2017

Iser Koeperman (2)

Door Rein van der Pal

De hoogtijdagen van ir. Iser Josifowitsj Koeperman lagen tussen 1958 en 1968. Hij werd vijf keer kampioen van de Sovjet-Unie en één keer Europees kampioen (1965). Hoewel hij daarnaast nog menig toernooi won lag zijn grootste kracht in het spelen van matches om de wereldtitel.

Tweekamp tegen Deslauriers

In 1956 had Marcel Deslauriers tot veler verrassing het wereldkampioenschap, dat in verschillende plaatsen in Nederland plaatsvond, gewonnen. Hij bleef Reinier Cees Keller precies één punt voor. Aan de top van de ranglijst waren verder louter Nederlanders terug te vinden: Jan Bom, Piet Roozenburg, Geert van Dijk en Wim de Jong. Deslauriers werd niet gehinderd door een grote theoretische kennis, maar vertrouwde op zijn inzicht en slagvaardigheid.
Twee jaar later meldde Iser Koeperman zich als uitdager. Hij was de eerste Rus die in Nederland in een toernooi speelde en kwam als winnaar van de Challenge Mondial in Rotterdam (1958) te voorschijn.

M. Deslauriers - I. Koeperman WK-match 1958
Koeperman pakte de zaken professioneel aan en had in zijn team de beschikking over een secondant (W. Kaplan) en een delegatieleider (I. Koslow). De gewiekste Canadees had naar verluidt alleen een fles cognac bij zich. Anders dan de lezer misschien zou verwachten bleef Koeperman in de match tegen Deslauriers niet ongeslagen. Hij verloor zelfs twee partijen. De combinatie waarmee Koeperman in de veertiende partij werd gevloerd is naar Deslauriers genoemd, de Coup Deslauriers. Uiteindelijk trok de Reus uit Kiev, die al in de allereerste partij had toegeslagen, met 18-22 aan het langste eind. Koeperman was voor de eerste keer wereldkampioen en zou zich tot 1974 in de strijd om de wereldtitel blijven mengen.

Matchboek

Van deze tweekamp is in 1960 een matchboek verschenen, geschreven door Koeperman en Koslow, waarin de partijen van kort commentaar worden voorzien. Het boek bevat verder een soort historisch overzicht, uitslagentabellen van Russische kampioenschappen en WK-toernooien en prachtige foto's van eerdere wereldkampioenen als Hoogland, Molimard, Reichenbach, Ghestem, Roozenburg etc.

M. Deslauriers - I. Koeperman
(14e matchpartij)

Koeperman heeft zich aan de korte vleugel laten opsluiten, een speltype waarover in die tijd nog maar weinig bekend was. In het matchboek geeft hij aan dat in de diagramstand de zetten 40-34, 49-44 en 48-42 verliezen door kleine combinaties ingeleid met 17-22!
Maar ook 35.43-39? is verhinderd wegens: 17-22! 36. 28x17 11x31 37. 26x17*  31-37! 38. 32x41 18-22 39. 17x28 23x45. Deslauriers vervolgde daarom met 35.36-31, kreeg na 17-22! met positioneel nadeel te kampen en werd professioneel van het bord gezet..

Uitdager Geert van Dijk

Als winnaar van de Challenge Mondial in Monaco (1958) mocht Geert van Dijk het een jaar later in een tweekamp opnemen tegen Koeperman. Van Dijk verloor kansloos met 27-13.

In het Damspel van februari 1960 werden alle 20 partijen afgedrukt en van commentaar voorzien door oud-wereldkampioen Ben Springer. Hij probeert ook een verklaring te vinden voor de nederlaag:
"Het spreekt vanzelf, dat ir. Van Dijk in vele opzichten in het nadeel was! Zijn grote reis, de verandering van omgeving, de taal, het voedsel, wellicht ook nog het klimaat. Laten we maar eerlijk erkennen, de match Koeperman - Van Dijk is behalve een nederlaag voor de landbouw-ingenieur, een debâcle voor de huidige Hollandse School! Het spel van de Rus was geladen, dynamisch en scherp! De Hollander wist daar slechts een vreedzaam., vlak en statisch spel tegenover te plaatsen! We moeten aan het werk! En zo spoedig mogelijk! Anders zullen ook wij terugvallen tot een tweederangs damnatie, indien wij dat op dit moment al niet zijn".
I. Koeperman - G. van Dijk WK-match 1959
Dat de match in de thuishaven van Koeperman (Kiev) en andere Russische steden werd gespeeld was misschien een nadeel.Toch heeft Van Dijk nooit moeilijk gedaan over de desastreus verlopen tweekamp. Koeperman had zich beter voorbereid en was gewoon sterker. Hooguit was de nederlaag wat lager uitgevallen als hij zelf beter in vorm was geweest. Nederland was in ieder geval wakker geschrokken en het was duidelijk geworden hoe groot het verschil was tussen de Russische en de Nederlandse top, aldus Van Dijk.

De speler van WSDV (Wageningen), die niet minder dan 25 keer uitkwam in het Nederlands kampioenschap, bleef zijn verdere leven bevriend met Koeperman.








donderdag 22 juni 2017

Iser Koeperman

Door Rein van der Pal


Wordt een schrijver na zijn dood nog wel gelezen en wat blijft er uiteindelijk van hem over? Als we de grote volksschrijver Gerard Reve mogen geloven niet veel. Volgens hem wordt een schrijver na zijn heengaan op scholen nog tien jaar vrijwillig gelezen en daarna nog eens tien jaar verplicht. Dan wordt er een straat naar hem genoemd en daarna is hij helemaal vergeten.
Hoe zou dat met een wereldkampioen dammen gaan. Weet de aanstormende jeugd nog wie Iser Koeperman was. Worden zijn mooiste partijen nog bekeken en zijn boeken nog gelezen? Of is het in de huidige snelle Netflix maatschappij allemaal vergane glorie.

De Reus uit Kiev

Iser Koeperman (1922-2006) werd geboren in de Oekraïense hoofdstad Kiev en emigreerde in 1977 met zijn twee dochters naar de Verenigde Staten (Boston). Zijn (eerste) vrouw was toen al overleden.
Over het aantal behaalde wereldtitels bestaat enige onduidelijkheid. De oud wereldkampioen won in ieder geval vijf matches om de wereldtitel:

 1. Den Haag  1958     M. Deslauriers - I. Koeperman       18-22
 2. Moskou     1959      I. Koeperman - G. van Dijk          27-13
 3. Moskou     1961     W. Sjtsjogojev - I. Koeperman      18-22
 4. Tibilisi       1965     W. Sjtsjogolev - I. Koeperman      14-26
 5. Tiblisi        1967      I. Koeperman  - A. Andreiko       22-18

           
Wie deze cijfers goed op zich in laat werken ontkomt er niet aan even met de ogen te knipperen. Zijn tegenstanders hadden allen hun sporen verdiend. Vjatsjeslav Sjtsjogoljev had al twee wereldtitels achter zijn naam staan en werd door Ton Sijbrands als de grootste strateeg van de eerste helft van de jaren zestig beschouwd. Voor de 'Tovenaar uit Riga' (Andreiko) was het behalen van de wereldtitel slechts kwestie van tijd.

En dan zijn er nog twee papieren wereldtitels. In 1963 ging de match tegen Baba Sy niet door. Vanwege visumproblemen kon de Senegalese grootmeester de Sovjet Unie niet inkomen, waarop Koeperman tot wereldkampioen werd uitgeroepen. In 1974 had Koeperman tot veler verrassing het kandidatentoernooi in Tbilisi gewonnen. Hij bleef Harm Wiersma  en Anatoli Gantwarg op SB-punten voor. Aan zijn overwinning op Andris Andreiko in de laatste ronde zat evenwel een luchtje, geruchten over combine staken de kop op. Voor regerend wereldkampioen Ton Sijbrands was dat de reden om van de match tegen Koeperman af te zien. Misschien dat ook de negatieve publiciteit rondom de match tegen Andreiko in 1973 een rol heeft gespeeld.

Iser Koeperman in 1976
Opnieuw kreeg Koeperman een wereldtitel in de schoot geworpen en toen stond de teller plotseling op zeven.

Veelzijdig

Iser Koeperman was niet alleen een groot dammer, hij gaf ook lezingen, trainingen, demonstraties, was secondant van Andreiko en fungeerde vaak als delegatieleider van de dammers uit de Sovjet-Unie. Ook heeft hij meer dan 40 boeken gepubliceerd. Het door Frits Luteijn vertaalde De eerste stap op weg naar het wereldkampioenschap en Damgeheim Staatsgeheim zijn daarvan ongetwijfeld de bekendste. Dat laatste boek heb ik met veel plezier minstens twee keer gelezen, al schijnt de auteur hierin wel op een persoonlijk gekleurde manier naar de werkelijkheid te kijken...
Eén van de mooiste passages staat op de laatste bladzijde:

Zo won ik dus op 54-jarige leeftijd voor de derde keer het kandidatentoernooi. Het was alsof ik aan een tweede jeugd was begonnen. Maar daar in het westen, wachtte, op het hoogtepunt van zijn roem en creativiteit, omhangen met legendarische successen, de meest populaire dammer ter wereld op me: Tonny Sijbrands, mijn allergevaarlijkste tegenstander”.

Het is maar goed dat die tweekamp er nooit is gekomen. Het leeftijdsverschil tussen Sijbrands en Koeperman bedroeg bijna 28 jaar en in 1974 was Koeperman over zijn top heen.

A. Andreiko -I. Koeperman 
Kandidatentoernooi 1974

Andreiko heeft als laatste zet 26.42-38? gespeeld. Er volgde een eenvoudige, maar verrassende combinatie: 26…27-31  27.36x07 18-22  28.29x27 08-12 29.07x18 13x44  30.43-39 44x33 31.49-43 14-20  32.43-39 33x44  33.40x49 20-25 en zwart zette het positievoordeel in winst om. 
Volgens Koeperman had Andreiko voor deze partij gedronken en haalde hij niet zijn gebruikelijke niveau...




Mijn generatie dammers is opgegroeid met de tot de verbeelding sprekende successen van Ton Sijbrands en Harm Wiersma. Gelukkig heb ik nog net genoeg meegekregen van Iser Koeperman om te zien wat een geweldige speler hij was en te beseffen dat hij van grote waarde is geweest voor de ontwikkeling van de damsport.

Wordt vervolgd.







donderdag 15 juni 2017

Utrecht...

Door Tjalling van den Bosch

Gisteren (zaterdag 10 mei 2017) vond in Nationaal Denksportcentrum 
Den Hommel te Utrecht het Nederlands Kampioenschap Sneldammen 
plaats. 
'Alle categorieën' moet er eigenlijk aan toe worden gevoegd, want vanaf 
de allerjongsten (welpen) tot de absolute (Nederlandse) senioren-top 
streden om de nationale titels. 
Daar waar de emoties voor een belangrijke dampartij met gewone bedenktijd 
al om voorrang strijden, is dat tijdens zo'n 'snelle' dampartij helemaal een
pandemonium van gemoedsbewegingen. 

De speelzaal leek wel speciaal gebouwd te zijn voor een sneldam-toernooi; 
het is aangelegd in een soort U-vorm, waardoor de jeugd (zittend in de ene 
poot van de U) geen last heeft van de senioren (allemaal aan de andere kant 
van de ruim bemeten zaal). 
Melvin Koullen uit Limburg ging bij de welpen aan de haal met de nationale 
titel; zijn concurrenten moesten hier en daar een traantje wegpinken. 
Zo hoort het ook (traantjes wegpinken), succesvolle topsporters hebben één 
ding gemeen; ze dromen van succes, vaak heel mooie, maar op dat moment 
vaak ook zeer onrealistische dromen!  
Ik heb het al vaker geschreven, topsport en realisme zijn geen vrienden.
Maar goed, de verstoorde dromen trekken vaak aan de waterlanders en bij de 
jongste strijders op de 100 velden vloeien ze dan gemakkelijker, dan bij de 
wat meer geroutineerden (zij die de schijn wat beter ophouden!). 
Die tranen vind ik eigenlijk mooi, want het geeft ook iets bloot van het (goede) 
karakter van betreffende spelers of speelsters. 

Vrouwen . . . 

Halverwege de zaal (onderkant van de U) zaten de vrouwen; ook daar was de 
strijd hevig. 
Hier waren de emoties op het eerste gezicht aardig onder controle, maar dat 
was slechts schijn; prachtig om te volgen. 
Enkelen schoten in de finale uit de startblokken, anderen konden reeds na een
paar ronden de nationale titel vaarwel kussen. 
Je zag bij sommige deelneemsters halverwege de finale een bepaalde kanteling
van emoties; de één begon erg in zichzelf gekeerd, maar werd gedurende het 
toernooi steeds expressiever, terwijl een ander juist de omgekeerde route aflegde.
Eén van de favorieten begon heel slecht (1 punt uit 2 wedstrijden), om vervolgens
de schroom van zich af te werpen en alle andere (5) partijen te winnen. 
Nederlands Kampioen bij de vrouwen werd Olga Kamychleeva (moeder van de 
welpenkampioen!); bij haar stokte het halverwege het toernooi even (tweemaal
remise), maar uiteindelijk won ze verder al haar partijen. 

Mannen . . . 

Bij de mannen was het 's morgens tijdens de voorronde reeds 'bal'; Nationaal
Kampioen (in het min of meer normale speeltempo) Martijn van IJzendoorn, 
alsmede wereldkampioen Roel Boomstra hadden grote moeite om zich te 
plaatsen voor de A-finale! 
In de laatste partij van de voorronde moesten ze nog flink aan de bak; Boomstra
plaatste zich uiteindelijk wel, Van IJzendoorn, die superieur was tijdens het
NK op Urk, niet!! 
Onze nationaal kampioen kwam dus niet verder dan de tweede finalegroep, 
die hij vervolgens met overmacht won (dat dan weer wel). 
De wereldkampioen was uiteindelijk oppermachtig in de A-finale, door 5 van 
de 7 partijen te winnen (en de andere 2 remise te spelen) werd hij Nationaal
Kampioen Sneldammen 2017 met 12 wedstrijdpunten. 
Zijn grootste concurrent was Alexander Baliakin; hij moest halverwege de finale
tweemaal remise toestaan en doordat de beslissende partij in de laatste ronde
(tegen Boomstra) ook in een puntendeling eindigde, kwam Baliakin niet verder
dan 11 punten (wel goed voor 'het zilver'). 
Op basis van winst in de onderlinge partij werd Hein Meijer derde, vlak voor
Wouter Sipma.

Ook bij de mannen zijn de emoties hevig aanwezig, alhoewel je daarvoor een 
geoefend oog moet hebben. 
Je moet vooral niet te veel kijken naar 'wat er op het bord gebeurt'; even een
voorbeeld. 
In de eerste ronde (van de A-finale) nam Baliakin het op tegen (de verrassende
finalist) Rick Hakvoort; Baliakin liet een door Hakvoort met veel liefde omarmde
opening op het bord toe (Keller met vroege uitruil). 
Hakvoort liet de zetten snel uit zijn vingers vloeien; zijn voeten trilden dat het
een lieve lust was. 
Na een zet of 30 had Hakvoort bijna 6 minuten 'op de klok', terwijl het digitale
uurwerk minder dan 4 minuten voor Baliakin aangaf! 
Schrijver dezes had meteen in de gaten dat Baliakin dit niet zonder reden toeliet
(Baliakin is een professional, die heel goed weet waar hij mee bezig is!). 
Plotseling, als door een adder gebeten, stopte het getril onder de tafel (bij Hakvoort)
en toen was een blik op het bord voldoende; Hakvoort zat in de problemen.
Rick moest 'de punten laten', natuurlijk knokte hij nog wel even door, maar 
was verder kansloos (en de voeten rustig). 
Na afloop probeerde de verslagene met een (zenuwachtig) lachje de schijn op te
houden en op die manier de emoties een uitweg te bieden. 

Mooi 2017 . . . 

Het was voor schrijver dezes een genoeglijk dagje Utrecht; voor meer uitslagen kunt
u terecht op de KNDB-site (en waarschijnlijk ook wel op andere sites, zoals Toernooibase
Dammen). 

Op de weg naar huis realiseerde uw penneleur zich, dat wij dammers toch wel een

mooi laatste half jaar hebben meegemaakt. 

In december van het afgelopen jaar was daar de WK-match met al zijn publiciteit en

daarna waren er zeer veel mooie damhappenings, zoals de diverse NK's (bij voorbeeld

bij de vrouwen in Zoutelande en Het NK Algemeen op Urk, maar ook in de andere 

categorieën) en de vele meerdaagse- en eendagstoernooien, alsook het dammen in de

Friese variant te Franeker. 

En voor de topspelers natuurlijk de diverse internationale kampioenschappen, alsmede

de grote 'open' toernooien all over the world (and more to come - deze week bijvoorbeeld 

in Praag, Tsjechië). 

Kortom. stuk voor stuk prachtige damevenementen; 2017 is voorlopig een fantastisch dam-jaar!