donderdag 16 februari 2017

Jannes...(3)

Door Tjalling van den Bosch

In het vorige epistel over Jannes van der Wal 'zaten' we midden in de jaren 70 van de vorige eeuw. Vanaf dat moment gaf schrijver dezes zich steeds meer over aan andere geneugten des levens; voetbal en vooral 'wijntje en trijntje' kleurden toen de zaterdagen (en vroege zondagochtenden) in. Het dammen kwam bij uw penneleur op een gegeven ogenblik op een zeer laag pitje te staan. 

Niet overeen . . . 

Het beeld van Jannes, dat ook nu nog vaak wordt opgeroepen (aparte snoeshaan, wereldvreemd), kwam niet overeen met het beeld dat ik van Jannes had, vandaar dat ik u de komende weken(!) meeneem naar 'een ander beeld van Jannes van de Wal'. In het boek Jannes, dat samengesteld werd door Jaap Kiers en Bouke Nielsen en dat ongeveer een jaar na het overlijden van Jannes werd uitgebracht, omschreef zijn één jaar oudere broer Harke hem als iemand, die reeds op zeer jonge leeftijd de grenzen opzocht en deze bij voorkeur ook overschreed. Toch viel Jannes bij zijn (dam-)leeftijdgenoten niet echt op. 

Jannes was zeer fanatiek, hij wilde de dingen die hij vol overgave deed, perfect doen. Wanneer wij (zijn generatiegenoten) na de eerste ronde van een ééndagstoernooi even een luchtje gingen scheppen, liet Jannes weten dat hij in de speelzaal bleef; hij wilde de 'damsfeer' niet verlaten en zich 

voorbereiden op zijn volgende partij. Als er echter op één of andere manier een bal was, waardoor we konden gaan voetballen, dan kwam Jannes wel naar buiten. Spelletjes doen had nu eenmaal een onweerstaanbare aantrekkingskracht op hem, en ja, ook dan wilde Jannes winnen, al ging het ten koste van kledingen/of knieën! 
Jannes was ook zeker niet bleu, hij keek (verbaal) vaak wel 'de kat uit de boom';zeker wanneer hij met een voor hem onbekend iemand
van doen had, maar hij was 'onder ons' ook heel ad rem en gevat. Wanneer ik tijdens zo'n toevallig 
ontstaan voetbalpartijtje mijn onuitputtelijke talenten etaleerde en tijdens het proces over mijn benen struikelde, dan kon ik rekenen op Jannes' snerende opmerkingen, dan wel hoongelach (afhankelijk van het feit of ik zijn teamgenoot was of niet!). Net als, wanneer ik tijdens een dampartij, weer eens opzichtig in de fout was gegaan! Jannes kwam in die tijd ook zeker niet over als een contactgestoord iemand. Nee, Jannes was gewoon één van ons. 

Op school wilde het niet echt vlotten met hem, maar dat was in die tijd niet ongebruikelijk! Wanneer het voorgezet onderwijs je niet boeide, dan 'liet je het gewoon lopen'; niet ongewoon, gezien het eerder beschreven tijdsbeeld: lekker afzetten tegen leraren en ouders. Je schoot er natuurlijk niets mee op, maar de zucht naar vrijheid kon je niet weerstaan (huiswerk?, "dat heb al ik af", of "dat heb ik niet"). Het voortgezet onderwijs was ook niet echt uitdagend voor de leerlingen; het intelligentere soort (leerlingen) verveelde zich vaak stierlijk tijdens de verplichte lesuren.

Autistisch . . .  

De moeder van Jannes (mevrouw T. v.d. Wal-Kielstra) zei in de 'Andere Tijden Sport'-documentaire, dat haar zoon misschien wel wat autistisch was, maar dat bestond toen nog niet. Je mag natuurlijk de mening van een moeder over haar zoon eigenlijk niet in twijfel trekken, maar ik weet niet of Jannes die aandoening wel had!  Nu is het anno 2017 wel zo, dat, wanneer iemand zich ergens met veel plezier aan overgeeft en daar succes mee heeft, hij al snel binnen het tegenwoordig zeer brede spectrum van autisme wordt weggezet. Maar echte autisten hebben vrijwel zonder uitzondering last van een bepaalde contactgestoordheid en hebben er ook een hekel om (fysiek) aangeraakt te  worden. Zo heb ik Jannes niet ervaren; ja, hij kon zich alleen prima vermaken, geheel opgaan in waar hij mee bezig was, maar hij had toch ook mensen om zich  heen nodig.
En tijdens andere sporten, zoals voetbal, was hij niet bang voor fysiek contact, oh zeker niet; Jannes was klein van stuk, maar was wel erg sterk. Tijdens één van de voetbalpartijtjes op zaterdag, probeerde Jannes mij eens de bal te ontfutselen en deed dat met zoveel energie, dat ik er een (licht) 
gekneusde rib aan overhield. Dat liet je natuurlijk niet blijken, maar ik had er wel degelijk enige tijd last van.

Wanneer Jannes door iets gegrepen werd, dan kon hij er door geobsedeerd raken; dat ééndimensionale, dan herken ik. Vanaf het moment, dat ik in de ban raakte van 'het fysiek sterker worden', stond mijn hele leven in het teken daarvan! Het voorgezet onderwijs liet ik volledig aan me voorbij gaan, maar toen ik wilde weten waarom (en hoe) een mens lichamelijk sterker werd, dook ik de studieboeken in en liet ik niet 'los', voordat ik het begreep. Zo was het, denk ik (voor wat dát waard is), met Jannes ook, hij wilde alles op damgebied weten, maar of dat echt autistisch was, betwijfel ik.  

Wordt vervolgd . . . 




Geen opmerkingen:

Een reactie posten