We komen straks (bijna) automatisch bij ons onderwerp terecht, maar eerst gaan we even een uitstapje maken naar: 'namen van sportverenigingen in het algemeen'. Deze zijn vaak logisch zoals G.V.A.V. dat staat voor Groninger Voetbal & Atletiek Vereniging of A.D.G. en dat staat dan weer voor Amersfoorts Dam Genootschap. Soms is er iets langer over nagedacht zoals S.N.A. wat weer Sport (Spel) Na Arbeid betekent, men heeft vast heel lang nagedacht over het onovertroffen T.H.O.R. oftewel Tot Heil Onzer Ribbenkast !! Soms worden namen van mythische figuren aan een sportvereniging gehaakt denk aan Heracles of Ajax, soms refereert de naam aan een stad of streek zoals (F.C.) Groningen, Sparta of De Graafschap. Een enkele keer worden namen gebruikt van mensen die, op één of andere manier, grote invloed hebben gehad op de club of op de sport.
Veel verenigingen heten bijvoorbeeld Mulier, naar de grondlegger van 'sport in den lande' Pim Mulier. In schaakland is er een vereniging met de naam 'Paard Van Ree', maar daar kan ik misschien
beter eens een apart artikel aan wijden.
Nu we toch bij het schaken zijn (elk goed nummer heeft nu éénmaal
een 'catchy' intro . . .) komen we terecht bij ons onderwerp, veel schaakclubs dragen die
naam, zoals de schaakclub uit Leeuwarden, die al in het jaar 1847 (!) besloot om de naam van
Philidor aan te nemen. Francois-André Danican Philidor leefde in de 18de eeuw
(1726-1795) en stond vooral bekend als schaker en als musicus/componist, vanwege dit laatste zijn er
ook veel muziekverenigingen die zijn naam dragen.
Hij wordt gezien als de eerste werkelijk grote schaker, wat
zonneklaar bewezen werd door het feit dat zijn aanhangers hem, na zijn overwinning op Légal, een
heuse schaakscepter schonken. Philidor was de eerste die werkelijk iets van het schaken begreep,
althans dat vinden 'kenners' naar aanleiding van het boek dat hij uitbracht, Analyse des
Echecs.
Philidor zag als eerste in dat de pionnen de ziel van het spel
waren, een opvatting die in zijn tijd als paradoxaal werd ervaren, omdat het toch duidelijk was dat
pionnen hoogstens twee velden bestreken en stukken veel meer, en stukken dus ook veel meer in
aanmerking kwamen om naar voren te gaan om de tegenstander mat te zetten. Ook formuleerde Philidor als eerste (in de 18de eeuw dus) de juiste
behandeling van sommige éénvoudige eindspelen, vaststellingen die ook nu hun waarde
onveranderd behouden. Ook verbijsterde Philidor zijn tijdgenoten door maar liefst drie
partijen tegelijk 'blind' te spelen, een zo ongeloofwaardige prestatie dat hij het per advertentie in
een krant liet vastleggen om het nageslacht te kunnen bewijzen dat het echt waar was. (Het
huidige 'blind'-record, is volgens
schrijver dezes, meer dan 60 partijen !).
Alle schakers weten dat hij ook een beroemd opera-componist was (in
de Parijse 'Opéra' staat nog een buste van hem) maar weinig schakers weten dat Philidor ook
één van de beste dammers van zijn tijd was ! Ook op dit gebied publiceerde hij, namelijk: Traité du Jeu de
Dames, uitgebracht in 1770.
In 1745 bezocht Philidor ons land om hier enkele concerten te
geven, om wat extra in zijn onderhoud te voorzien damde hij onder andere in Rotterdamse en
Amsterdamse koffiehuizen, want Nederlanders schaakten niet, ze damden !
De heer Weenink. auteur van het boek 'Beknopte geschiedenis van
het damspel op de honderd ruiten', vertelde mij eens dat Philidor wel in staat was
om 'blind' te schaken, maar dat het hem niet lukte om 'blind' te dammen ! ? Toch vind ik het vreemd dat er vele schaak- en muziekverenigingen
de naam 'Philidor' dragen maar geen enkele damclub . . .
Schrijver dezes is zeker geen historicus en daarom vraag ik mij af
hoe oud is het damspel, zoals wij dat vandaag de dag kennen, eigenlijk ? De onderstaande diagram komt volgens overlevering uit het jaar 1650
(!!) en is gemaakt door Juan Garcia Canalejas en het vormt heden ten dage vaak de eindstand
van een probleem. Ik draag het op aan de spelers van Huizum 4, dus Hidde, Fedde, Ton
en Johan probeer de oplossing zelf te vinden (er zijn meerdere mogelijkheden voor
zwart) en mocht het je niet lukken dan kunnen we het altijd nog bespreken op onze onvolprezen
'onderlinge'.
Let op: zwart is aan zet, wit wint !
Discendo Discimus . . .