woensdag 20 februari 2013

Philidor

Door Tjalling van den Bosch

We komen straks (bijna) automatisch bij ons onderwerp terecht, maar eerst gaan we even een uitstapje maken naar: 'namen van sportverenigingen in het algemeen'. Deze zijn vaak logisch zoals G.V.A.V. dat staat voor Groninger Voetbal & Atletiek Vereniging  of A.D.G. en dat staat dan weer voor Amersfoorts Dam Genootschap. Soms is er iets langer over nagedacht zoals S.N.A. wat weer Sport (Spel) Na Arbeid betekent, men heeft vast heel lang nagedacht over het onovertroffen T.H.O.R. oftewel Tot Heil Onzer Ribbenkast !! Soms worden namen van mythische figuren aan een sportvereniging gehaakt denk aan Heracles of Ajax, soms refereert de naam aan een stad of streek zoals (F.C.) Groningen, Sparta of De Graafschap. Een enkele keer worden namen gebruikt van mensen die, op één of andere manier, grote invloed hebben gehad op de club of op de sport.
Veel verenigingen heten bijvoorbeeld Mulier, naar de grondlegger van 'sport in den lande'  Pim Mulier. In schaakland is er een vereniging met de naam 'Paard Van Ree', maar daar kan ik misschien
beter eens een apart artikel aan wijden.

Nu we toch bij het schaken zijn (elk goed nummer heeft nu éénmaal een 'catchy' intro . . .)  komen we terecht bij ons onderwerp, veel schaakclubs dragen die naam, zoals de schaakclub uit Leeuwarden, die al in het jaar 1847 (!) besloot om de naam van Philidor aan te nemen. Francois-André Danican Philidor leefde in de 18de eeuw (1726-1795) en stond vooral bekend als schaker en als musicus/componist, vanwege dit laatste zijn er ook veel muziekverenigingen die zijn naam dragen.
Hij wordt gezien als de eerste werkelijk grote schaker, wat zonneklaar bewezen werd door het feit dat zijn aanhangers hem, na zijn overwinning op Légal, een heuse schaakscepter schonken. Philidor was de eerste die werkelijk iets van het schaken begreep, althans dat vinden 'kenners' naar aanleiding van het boek dat hij uitbracht, Analyse des Echecs.

Philidor zag als eerste in dat de pionnen de ziel van het spel waren, een opvatting die in zijn tijd als paradoxaal werd ervaren, omdat het toch duidelijk was dat pionnen hoogstens twee velden bestreken en stukken veel meer, en stukken dus ook veel meer in aanmerking kwamen om naar voren te gaan om de tegenstander mat te zetten. Ook formuleerde Philidor als eerste (in de 18de eeuw dus) de juiste behandeling van sommige éénvoudige eindspelen, vaststellingen die ook nu hun waarde onveranderd behouden. Ook verbijsterde Philidor zijn tijdgenoten door maar liefst drie partijen tegelijk 'blind' te spelen, een zo ongeloofwaardige prestatie dat hij het per advertentie in een krant liet vastleggen om het nageslacht te kunnen bewijzen dat het echt waar was. (Het huidige 'blind'-record, is volgens
schrijver dezes, meer dan 60 partijen !).

 Alle schakers weten dat hij ook een beroemd opera-componist was (in de Parijse 'Opéra' staat nog een buste van hem) maar weinig schakers weten dat Philidor ook één van de beste dammers van zijn tijd was ! Ook op dit gebied publiceerde hij, namelijk: Traité du Jeu de Dames, uitgebracht in 1770.
In 1745 bezocht Philidor ons land om hier enkele concerten te geven, om wat extra in zijn onderhoud te voorzien damde hij onder andere in Rotterdamse en Amsterdamse koffiehuizen, want Nederlanders schaakten niet, ze damden !

De heer Weenink. auteur van het boek 'Beknopte geschiedenis van het damspel op de honderd ruiten', vertelde mij eens dat Philidor wel in staat was om 'blind' te schaken, maar dat het hem niet lukte om 'blind' te dammen ! ? Toch vind ik het vreemd dat er vele schaak- en muziekverenigingen de naam 'Philidor' dragen maar geen enkele damclub . . .

Schrijver dezes is zeker geen historicus en daarom vraag ik mij af hoe oud is het damspel, zoals wij dat vandaag de dag kennen, eigenlijk ? De onderstaande diagram komt volgens overlevering uit het jaar 1650 (!!) en is gemaakt door Juan Garcia Canalejas en het vormt heden ten dage vaak de eindstand van een probleem. Ik draag het op aan de spelers van Huizum 4, dus Hidde, Fedde, Ton en Johan probeer de oplossing zelf te vinden (er zijn meerdere mogelijkheden voor zwart) en mocht het je niet lukken dan kunnen we het altijd nog bespreken op onze onvolprezen 'onderlinge'.



Let op: zwart is aan zet, wit wint !

Discendo Discimus . . .

vrijdag 15 februari 2013

Dammers let op u saeck......

Door Tjalling van den Bosch

Op zaterdag 2 februari 2013 jongstleden, in de voorlaatste ronde van de nationale damcompetitie van dit seizoen, stond er een heuse degradatietopper op het programma in de Ereklasse van de K.N.D.B. namelijk Damcombinatie Fryslân tegen de Oldehove, verspeeld in het lommerrijke Wânswert.
De Oldehove won en dus sloeg ik vol verwachting de Leeuwarder Courant van de maandag erna open voor een ooggetuige verslag. En inderdaad daar was een bijna driekwart pagina (helaas is ook deze krant gezwicht voor de roep om een 'klein formaat krant', maar dit terzijde) groot verslag.

De 'koppensneller' had de teneur van het artikel kort en bondig samengevat: Damsport in verdrukking en als ondertitel De Oldehove wint Friese derby in schoollokaaltje. Diverse dammers kwamen aan het woord, enkele qoutes: "De Friese dambond telt nu ruim 700 leden. In twintig jaar is dat aantal
gehalveerd, er is sprake van vergrijzing". "De clubs modderen maar wat aan, net als 100 jaar geleden". "De Nederlandse dambond zou de nationale competitie als uithangbord moeten gebruiken, maar er zit weinig beweging in". Kortom het hele verhaal was nou bepaald niet positief voor mijn geliefde damsport.
Zo ervaar ik mijn sport echter niet, dus verbaasde ik me over het artikel, EN . . . ik was niet de enige, want op de site van de Friese Dambond stond er de volgende dag:
"Dammen, een sport waar groei in zit". "Wie van uitdaging houdt, van puzzelen (crypto's, sudoko's enz.), van dingen oplossen, van de beste willen zijn en niet van opgeven weet, vindt in de damsport zijn bevrediging". Het is in ieder geval voor de beoefenaars een sport van spanning en sensatie". "Nooit werd de damwereld beter geïnformeerd via o.a. internet als vandaag de dag. Mensen als Klaas Bor , Piet Bouma en ontwikkelaars van applicaties maken  de damsport steeds mooier. Er bestaan allerlei prachtige toernooien, een bloeiende clubteamcompetitie en recordpogingen in de damsport". "Het is daarom dat o.a. Piet Bouma zich stoort aan sfeerverslagen in de krant, waarin alleen maar de neergang aan de orde komt". "Het kan niet anders of de damsport maakt in de komende jaren een enorme bloei door. Zoals ik al een eerder riep, in tijden van crisis bloeit de damsport op".

Als ik mijn damwereld eens doorloop dan zie ik ook vele positieve punten. Zoals de lezer waarschijnlijk wel weet ga ik elk jaar naar het toernooi in Salou en daar zie ik dan een zaal vol met dammers (zo'n 140, het absolute maximum) varïerend  in de leeftijd van 10 tot 80 jaar.
Onze sport heeft het voordeel dat u deze tot op hoge leeftijd, competatief, kunt blijven beoefenen (!) en dus is het niet meer dan logisch dat de 'grijze plaag' ruimschoots  aanwezig is EN, omdat Salou in een schoolvakantie valt, is er ook veel jeugd. Maar er zijn meer toernooien die sprankelen, het afgelopen jaar ben ik op bezoek geweest bij de toernooien in Hoogeveen, Heerhugowaard (Open en N.K.) en het Europees  Kampioenschap in Emmen en ik heb er genoten. Ook een prachtig uithangbord (waar ik aan meedeed) was de recordpoging kloksimultaan van Alexander Georgiev in Emmeloord. De nationale clubcompetitie is voor mij, elke 2 weken, altijd weer, een waar uitje, zoals op die bewuste eerste zaterdag van februari (jl.), uit in Doetichem, met een (die keer) wel heel uitvoerige Chinees na, kortom voor mij is dammen nog steeds prachtige vrije tijdsbesteding . . .

Verder kan ik dammen wanneer ik maar wil, via internet tref ik tegenstanders van over de hele wereld en als ik aan een damtoernooi wil meedoen (bezoeken) dan kan dat ook in alle hoeken en gaten van onze aardbol terecht (Guadalope, Florida, Thailand, Mongolië,  China, etcetera, ectetera . .) Verder heeft elke zichzelf respecterende damclub wel een site en/of een blog waardoor ik van alle wetenswaardigheden binnen de damwereld op de hoogte blijf. Ook kan ik tijdens de 'grote' toernooien de partijen 'live' volgen via mijn computer, wat wil je nog meer (ik kom tijd te kort !) voor mij is de damsport dan ook niet (bijna) dood voor mij is hij springlevend . . .

Wel wil ik nog even één ding opmerken : don't shoot the messenger . . .Het is te gemakkelijk om de journalist van dienst als kwade genius aan te wijzen, wij,  met z'n allen, moeten veel meer op bres staan voor onze sport. De journalist tekent alleen maar op wat hij hoort (notabene, van de dammers zelf !) en heeft in Wanswert blijkbaar een negatief beeld voorgeschoteld gekregen en dus is zijn epistel daar dan ook naar !!! Dat de betreffende journalist, volgens velen, een vooringenomen standpunt had, het zei zo, we mogen echter niet om het feit heenlopen dat wij dammers ten alle tijde
verantwoordelijk zijn voor onze sport en deze positief dienen uit te dragen (!) daar zit  mijns inziens veel meer de crux . . .

Vergeet niet dat elke journalist die vooraf informatie inwint, bijvoorbeeld via internet  sommige discussies naleest, vragen zal stellen omtrent het tanende ledental. Maar het feit blijft dat het ledental alleen maar afneemt !, dat klopt, schijnbaar is het de besturen van zowel de landelijke - als de provinciale bonden niet gegeven om dit te stoppen, laat staan om te draaien.

DUS . . . clubs en indivuele leden (dammers, het is aan u), zorg voor een gezellige onderlinge, dat is (mijn inziens) de redding, dus: inspireren en ethousiasmeren !! "Waar gezelligheid is, is aanwas" sprak een groot schrijver ooit ! In ieder geval, dammers, let op uw saeck . . .

We sluiten dit epistel af met een diagram, want dat willen dammers nu éénmaal het liefst, dus uit de Huizumer Onderlinge van 2005:

S. Nagel - B. Post


Na het gespeelde 1....15-20 tovert Sietse Nagel een dam op bezet veld op het bord:
2.37-31!! 26x37 3.27-21 17x26 4.28-22! 37x17 ad. lib. 5.34-30 19x28 6.30x08 02x13 7.33x02!


vrijdag 8 februari 2013

Inspirator...

Door: Tjalling van den Bosch

Het is al weer wat jaartjes geleden dat ik het boek 'Henk Smit, mijn leermeester en inspirator' heb gekocht en heb daar geen spijt van gekregen, het is mijn favoriete damboek geworden. De schrijver is niemand minder dan Ton Sijbrands.
Henk Smit werd geboren te Amsterdam op 11 maart 1921 en overleed op 2 april 2000. Vanaf dag één sprak dit boek mij zeer aan, waarschijnlijk omdat de hoofdpersoon net zo'n brekebeen was als ik (oh, Schmerz) nog steeds ben.
Veertig zetten lang geen fout maken, een glad gewonnen stelling op het bord krijgen en dan na één foutieve zet niet alleen het voordeel verspelen, nee het eindspel blijkt ook nog eens verloren ! Niet dat Smit een slechte dammer was, verre van dat, strategisch had hij heel wat in zijn mars en ook combinatief stond hij z'n mannetje. Als teamspeler heeft hij diverse nationale clubtitels op z'n naam geschreven!

In 1950 kreeg Henk Smit het verzoek van dagblad Trouw om de damrubriek over te nemen want hij had een vaardige pen. Hij was daar gaarne toe bereid en zou het ruim 2 deccenia-lang volhouden. Smit was de eerste die, halverwege de vorige eeuw, contacten legde met dammers uit de voormalige Sovjet Unie. Terwijl 'het vrije westen' het alleen maar had over 'Russen' wist hij (toen al) dat er een verschil was tussen Letten en Oezbeken, tussen Esten en Oekraïners etc. etc. Ook organiseerde hij in 1958 (17 mei om precies te zijn) een 'telefoon-dam-wedstrijd'  tussen Amsterdam en Riga, uitslag 6-6. (Detail: de 15-jarige Andries Andreiko was tijdens deze wedstrijd, als 'secondant' van zesde bordspeler Goerwitsj, aanwezig in Riga). Wel kreeg Smit de Binnenlandse Veiligheids Dienst op zijn dak, hij moest (op kantoor van zijn werkgever De Nederlansche Bank !) uitleggen hoe hij aan deze contacten (achter het 'ijzeren gordijn') kwam en toen de Sovjet Unie in 1956 Hongarije binnenviel om daar het (hun) communisme te herstellen kreeg hij van de hoofdredacteur van Trouw het verzoek om te minderen met het publiceren van Russische partijen.

Henk Smit was iemand die mensen kon enthousiasmeren voor zijn zaak, niet alleen voor het dammen, maar ook voor klassieke muziek en zelfs voor het schaken had hij meer dan gewone belangstelling. In het boek schrijft Sijbrands op een hartverwarmende manier over de man die hem in zijn jonge jaren zo heeft bezield tot het edele damspel.Een citaat van Sijbrands uit het ruim 500 (!) pagina's tellende boekwerk: "Op een leeftijd waarop ik daar ontvankelijk voor was, wakkerde u indirect het besef bij mij aan dat het dammen méér was dan alleen maar het koelbloedig verzilveren van kansen op de momenten dat die zich voordoen, en dat dammen - áls het al niet tot de hogere kunsten moest worden gerekend - in ieder geval een stuk cultuur was! In die zin hebt u zeer sterk bijgedragen aan mijn 'opvoeding' tot dammer".
Kortom, je kunt Henk Smit (denk ik) het beste omschijven als de 'grote onbekende', in ieder geval niet iemand die zich van nature op de voorgrond begaf, maar wel iemand met een echt damhart dat veel verder tikte dan alleen 'een partijtje spelen'. In het boek analyseert Sijbrands 30 partijen van Smit (tegenstanders van R.C. Keller tot M. Kosters) voorts bespreekt hij 24 fragmenten uit partijen van de hoofdpersoon. Verder komen er ook nog zo'n 50 (Trouw) dam-rubrieken aan bod en krijgen we aan
de hand van de schrijver een biografische schets, van de hoofdpersoon, voorgeschoteld.

Verder is er in het boek ook nog een interview, uit 1996, van Jan Wielaard met Henk Smit  afgedrukt.
De analyses van Sijbrands zijn soms beknopt en soms ook zeer uitvoerig, dus de éne keer neem ik het boek ter hand en blader ik er aan de hand van de diagrammen wat doorheen en de andere keer ga ik met de schrijver mee om, met het dambord in de aanslag, te trachten een stelling te doorgronden of in ieder geval de mogelijkheden die ik krijg voorgehouden in me op te nemen. Sijbrands heeft (net als Smit) een vaardige pen en dat maakt 'Henk Smit, mijn leermeester en inspirator' tot mijn favoriete damboek . . .
Ik wil afsluiten met een 'Houdini-achtige' ontsnapping van Henk Smit in zijn partij tegen Henk Laros.


 


 







Laros, in 1955 bijna kampioen van Nederland (hij verloor de barrage tegen Keller nipt met 9-11),
bediende de zwarte schijven en kwam hier (logisch) met (10-14 ?). Wit is eigenlijk overspeeld, maar . . . 36-31 (12-18) 27-21 ! ! Wauw, je kunt het toch niet bedenken (!?!) hoe zwart ook slaat er volgt altijd 34-29 remise . . .Dammen, het blijft een prachtige sport, alhoewel de zwartspeler daar op dat moment waarschijnlijk heel anders over dacht. . .

Ik weet niet of dit boek nog 'in de handel' is, maar mijn aanbeveling hebt u . . .

vrijdag 1 februari 2013

Geen chocolade.....

Geen chocola . . . .     Herman van Finkers

Door Tjalling van den Bosch

In een eerder stukje heb ik het gehad over 'de Galkin' , het mooiste damprobleem
dat ik ooit gezien heb. Waarschijnlijk vind ik het zo mooi omdat het een stand is die in een "gewone partij" voor zou kunnen komen. Mijn damtalenten zijn echter te beperkt om sommige problemen te kunnen oplossen. Voobeeld, gemaakt door de Zwitser Jules Bourquin:

Wit speelt en wint in 32 zetten (excusez du peu!).
(Uit: "schaap over de dam" van Philip de Schaap).

Het oplossen van dit probleem lukt mij dus met geen mogelijkheid, ik zie geen kop en ik zie geen staart, dus dit "varkentje wassen" is voor mij een onmogelijkheid. Om met Herman Finkers (u kent hem vast wel van: "het licht springt op rood en het licht  springt op groen, in Almelo is altijd wat te doen") te spreken : "ik kan er geen chocola van maken" !
Het bovenstaande probleem wordt trouwens de 'piramide van Bourquin' genoemd. Uiteraard is het een verkeerd voorbeeld om aan te tonen hoe moeilijk de problematiek kan zijn, daarvoor is de stand mijns inziens veel te krankzinnig, maar het is wel een typisch staaltje van "épater les bourgeois".


De oplossing is: 23-18 (X) 47-41 (X) 32-28 (X) 30-25 (X) 25-20 (X) 24-19 (X) 33-29 (X) 50-45 (X) 34-30 (X) 15-10 (X) 10-4 (X) 4-15 en nu zo met de witte dam manouvreren dat je geen schijf van zwart aanvalt en de piramide van zwart loopt te zijner tijd vast op zijn eigen schijven ! Diep respect voor de maker en voor problemisten in het algemeen, maar mijn talenten zijn hiervoor te beperkt.

Het volgende probleem is gemaakt door, Huizumer in hart en nieren, Jan Koops.  Koops verzorgde 17 jaar lang de probleemrubriek in "de Huizumer" ons legendarisch clubblad. Uit een soort bescheidenheid droeg hij slechts zelden voor uit eigen werk. Voor schrijver dezes is ook dit probleem een onmogelijkheid, nogmaals diep respect.


Oplossing: 361, 27, 37, 20, 30, 34, 29, 42, 21, 39, 47.
Oppositie. Een juweeltje!

Nee, dergelijke problemen zijn aan mij niet besteed, het onderstaande probleem is meer een "spekkie naar mijn bekkie":


 De problemist is Isodore Weiss.

Kijk een dergelijk probleem daar kom ik wel uit. 30-24 (na dubbel slaan komt 37-31 en 40-34 dus) (19x30) en dan 33-28 met voordeel voor wit. Problemisten zullen dit probleem waarschijnlijk waarderen met een mager zesje, maar ik kan er tenminste een kop en een staart aan vinden.