Door Tjalling van den Bosch
Op vrijdag 19 en zaterdag 20 december aanstaande (2014) gaat Grand Maître Ton Sijbrands het wereldrecord blinddammen aanvallen; geen bord, geen schijven, zelfs geen notatiebiljet! In het
gemeentehuis van Hilversum neemt Sijbrands het op tegen
32 tegenstanders. Doordat er een omroep (MAX) bij de realisatie van de
recordpoging is betrokken, zal de damsport ongetwijfeld 'in the picture'
komen te staan.
Hopelijk liggen de draaiboeken (bij de bonden en clubs, alsmede bij u) klaar om gebruik te maken van deze media-aandacht, misschien kunnen wij niet-dammers prikkelen om toch eens een partij te gaan spelen, al is het maar in huiselijke kring.
Benedictus Springer . . .
Volgens overlevering is Ben (zoals hij in dammerskringen wordt genoemd) Springer de eerste dammer geweest die het spel 'blind' op de 100-ruiten beoefende. Dit was tot dan (1920) voor onmogelijk gehouden; let wel Springer speelde toen tegen slechts één opponent! Het was in het begin van de vorige eeuw al wel bekend dat men in staat was om het op de 64-(dam)velden 'blind' tegen 20 á 30 opponenten op te nemen, maar op de 100 velden werd dit toentertijd als een fenomenale prestatie gezien.
Ben Springer werd geboren op zaterdag 19 juni 1897 te Amsterdam. Op 11-jarige leeftijd kreeg Springer zijn eerste damlessen van niemand minder dan Jack de Haas. De Haas was 100 jaar geleden een absolute topspeler, die het echter niet was gegund om de wereldtitel voor zich op te eisen.
Hij kwam enkele malen dichtbij de hoogste mondiale eer, maar kwam ook telkenmale nipt te kort.
In 1904 speelde hij, in een match, 10-10 tegen de toenmalige wereldkampioen Isidore Weiss; de laatste behield daardoor zijn
titel. Enkele jaren later speelde de Haas nogmaals tegen Weiss, ditmaal betrof het een 'lange' match, maar ook toen moest hij,
met 19-21, het onderspit delven.
Tijdens het toernooi om de wereldtitel in 1912 kwam de Haas 1 punt tekort; de jonge Herman Hoogland werd toen verrassend
wereldkampioen. Wel wist de Haas enkele malen de Nederlandse titel voor zich op te
eisen en gaf hij les aan talenten; ergens dringt zich (bij mij) de
vergelijking met Rob Clerc op.
Terug . . .
We gaan terug naar Ben Springer, hij werd namelijk wel
wereldkampioen. In 1928 (te Amsterdam) won Springer het toernooi om 's werelds
hoogste dam-eer met maar liefst 5 punten voorsprong op de nummers twee dr. Alfred Molimard en Herman de Jongh. Springer bleef toen als enige ongeslagen.
Overigens won Springer nimmer de Nederlandse titel; dit had deels
te maken met het feit dat hij zich een tijdlang in Frankrijk vestigde.
Springer was bovenal een dampropagandist; zo reisde hij in 1923 de
grote 'haringvijver' over om het in Montreal (Canada) op te nemen tegen
de 144-ruiten-wereldkampioen Willy Beauregard. Tijdens deze match werd er op drie 'borden' gespeeld, naast de 100-
en 144-ruiten ook op de 64 velden.
De Canadees won de tweekamp, maar het leek Springer vooral te gaan
om de reclame voor de damsport. Ook was Springer de eerste Nederlandse dammer die zijn kunsten in
de voormalige Sovjet Unie vertoonde (Moskou, 1956). Springer was het niet altijd eens met de activiteiten van de Nederlandse dambond, omdat er volgens hem niet genoeg werd gedaan aan de popularisering van het dammen. Samen met enkele anderen richtte hij daarom in 1947 het genootschap DAMAS op, ter bevordering van internationale wedstrijden.
Naast partijspeler en ´blind´-simultaan-speler (hij heeft het
uiteindelijk opgenomen tegen 4 spelers tegelijk), was hij ook auteur van
verscheidene damwerken.Van zijn hand verschenen in dagbladen en vaktijdschriften talrijke
publicaties, terwijl hij ook het tijdschrift damwereld in zakformaat
uitgaf. Ook was Springer auteur van een handvol damboeken.
Nadat Springer in 1960 als toeschouwer het Frans kampioenschap had
bezocht werd hij op de terugreis onwel. Het is mij niet bekend of Springer ter plaatse is overleden; als
datum en plaats van zijn heengaan staan in de analen vermeld: 29 augustus
1960 en Parijs.
Eerbetoon . . .
Zullen wij dammers als eerbetoon aan Benedictus Springer het
maximale halen uit de propagandistische waarde, die ongetwijfeld uit zal gaan, van
de recordpoging van Ton Sijbrands; kortom, dammers het is wederom aan
U.
Natuurlijk mag ook de coup Springer niet in dit epistel
ontbreken.Tijdens het voor Springer zo succesvol verlopen wereldkampioenschap
van 1928, meende één van zijn directe opponenten, de Fransman Molimard, met
het volgende gambiet te kunnen toeslaan.
Molimard (met wit) heeft net 33. 43-39 gespeeld, waarna
Springer (achteloos?!?)met (18-23) op de proppen kwam. De Fransman wist daar wel raad mee (dacht hij): 34. 30-24 (20x29) 35. 39-33.
Het lijkt nu dat zwart zeer slechte papieren heeft, maar Springer
strafte het gambiet genadeloos af met een manoeuvre welke later zijn naam zou gaan
dragen:
35. .. - .. (3-9) 36. 33x24 (19x30) 37. 28x10
(30-34) 38. 40x29 (9-14) 39. 10x19 (13x22).
De slagzet is bijgezet in de rij der klassieken; toch vallen
er heden ten dage nog steeds slachtoffers . . .