donderdag 30 mei 2013

Dam op bezet veld...

Door Tjalling van den Bosch

Je hebt dammers die tijdens de opening van hun partij maar wat lijken aan te schuiven, onder het mom van 'het wordt pas over een uur of 4 beslissend', verdwijnen de eerste schijven vrij snel van het bord. Voor deze spelers geldt waarschijnlijk het adagium: De enige zorg is vanuit de opening een speelbaar middenspel te verkrijgen. Er zijn er echter ook die, direct vanuit de opening, op zoek gaan naar 'diepere varianten' die hun positioneel of combinatief voordeel zouden kunnen opleveren.

Een voorbeeld van deze laatste groep is Sietse Nagel, hij kan soms helemaal verdwalen (althans zo lijkt het) in allemaal niet ter zake doende varianten (ook dat lijkt zo). Wat ziet hij dan zoal (?), om u een idee te geven loopt u dan eens met hem mee, vanuit de volgende stand, welke hij zorgvuldig en nauwkeurig, en dus tijdverslindend, heeft opgebouwd:

Wit: Sietse Nagel:
Zw.: Rein van der Wal

Overigens was dit niet de eerste en enige keer dat Nagel een 'dam op bezet veld' uithaalde, ook in een eerder artikel (zie 'dammers let op uw saeck' van februari jl.) heeft u al eens een dergelijke manoeuvre van hem kunnen bewonderen !

De naam Sietse is trouwens een afgeleide van de naam 'Sind' welke weer toebehoorde aan een Germaanse stam. En 'Sind' betekent 'reis/weg' de tweede voornaam van Nagel is Age en dit is weer afgeleid van 'Aggo' dat in het oud-Fries 'zwaard' betekent. Je zou kunnen zeggen dat de witspeler dus op reis/weg ging en uiteindelijk met zijn zwaard als door de boter sneed (!), maar dit geheel terzijde natuurlijk.

De partij stamt uit het Fries Kampioenschap van 2008 (7de ronde). Stand na zwarts 17de zet (8-13 ?). En nu, beste mensen, speelde Nagel 18.34-29 en het ging als het volgt verder: (23x34) 40x20 (25x34) 39x30 (14x34) en nu (?) ja, ja 27-22 (17x39) 26x8 (3x12) 38-33 (39x28) 32x03! en zijn tegenstander geloofde het verder wel, 2-0.
Fraai Sietse, heel fraai, dank voor de reis/weg !

De witspeler die zijn gespeelde partijen via een, eigenhandig ontworpen, systeem bijhoudt , schreef later over deze fraai ontknoping: "Het was mijn  2.222ste genoteerde partij dus dat moest wel iets bijzonders worden . . .". Waar het mij vooral omgaat is dat Nagel in de voorafgaande zettenreeks bewust naar deze stand heeft toegewerkt, dus het kwam niet 'toevallig' op het bord, nee, hij had over de eerste 17 zetten al bijna een uur van zijn bedenktijd  verbruikt, maar de finale was er dan ook naar ! 

Ps. Sietse, gebruik deze manier van dammen niet meer in de Nationale Competitie, want van-wege de (veranderde) zetten/tijdsverdeling, in het komende seizoen, zou het een vroeg-tijdige 'dood' betekenen . . .

Nog zo iemand die soms direct vanuit de opening zeeën van tijd verslindt is Rein van der Pal. Overigens moet u deze Rein niet verwarren met de zwartspeler uit de vorige partij (!), maar ook dit weer geheel terzijde natuurlijk. Afijn, in een partij tegen Hans Vermeulen van het roemruchte, hoofdstedelijke, V.A.D. was, na zwarts laatste zet 22. (17-21), de volgende stand ontstaan:

Wit: Rein van der Pal
Zw.: Hans Vermeulen

De partij stamt uit de nationale competitie van 18 februari 2006,Huizum versloeg die bewuste zaterdag V.A.D. met 15-5 en van der Pal scoorde zijn tweetje door middel van ons onderwerp, laten we ook hier maar even meelopen: 34-29 (23x34) 40x20 (15x24) 28-23 (19x39) 30x10 (4x15) en nu natuurlijk 37-31 (26x28) en 38-33 (21x32) 33x4!

De naam Rein komt overigens van het Germaanse 'Ragina walda' wat weer 'Regin'  betekent en dat staat onder andere voor 'heerser'.

Het was te danken aan de scoringsdrift van de witspeler (20 uit 11) dat hij, afgelopen seizoen (2012/2013), heerser was in de Hoofdklasse A!
Dat een 'dam op bezet veld' zeldzaam is blijkt wel uit het feit dat Anton Schotanus in zijn bijna 60 jaar durende dam-carriére nog nooit zoiets fraais heeft uitgehaald !

Ik sluit dit epistel af met een wel heel bijzondere curiositeit, afkomstig uit een boekje van Harry de Waard (Harry betekent overigens: eerste onder zijn gelijken/van hoge afkomst).  

We lopen dus ook maar even met hem mee vanuit de beginstand volgt:
1.33-29  (19-23) 2.35-30  (17-21) 3.31-27  (12-17) 4.37-31 (14-19) 5.30-25?! (21-26)? EEN DUBBELE RIJ als verdediging, en dan dam op bezet veld ???, jazeker !!! 6.25x14 (26x28) 7.42-37 (09x20) 8.27-22  (18x27) 9.29x09  en nu is (04x13) na 38-32 schijfverlies en hoort dit voorbeeld niet in dit artikel thuis, dus (03x14) 10.37-32 (28x37) 11.41x03  en na de dam-afname (20-25)  03x20 en (15x24) heeft wit een schijfje meer.

Als je er de tijd voorneemt, dan . . . 

 

donderdag 23 mei 2013

Internetdamclubs....

Door Tjalling van den Bosch

Zoals ik in een eerder artikel ('boer zoekt vrouw' december 2012) al eens heb aangegeven dam ik zo nu en dan een partijtje op www.playdraughts.com, zeg maar op een internetdamclub (mooi scrabblewoord trouwens, of wordfeud !?). Een site gemaakt "door dammers voor dammers" schreef ik toen en de site wordt van harte aanbevolen door de K.N.D.B.

Een andere site waarop je online kunt dammen is PlayOK, dat eerder Kurnik werd genoemd, Kurnik is trouwens van Poolse origine en betekent (in die taal) kippenhok. De maker van deze site is een zekere Marek Futrega en inderdaad dat is een Pool. In eerste instantie was de site alleen beschikbaar voor het Poolse internet, maar sinds 2005 is het voor iedereen, wereldwijd, toegankelijk. Het is niet alleen een internetdamclub, welnee je kunt er meer dan 30 bord- en kaartspelen op vinden, alhoewel sommige spellen nauwelijks worden bezocht. Waar men vroeger café's en dergelijke moest bezoeken om te dammen, schaken of kaarten kun je tegenwoordig van achter je computer je tegenstanders 'opzoeken'.

Alhoewel ik persoonlijk nog regelmatig een café opzoek om dat te doen (in mijn geval café 't Houtsje in Heerenveen dat meer bekendheid geniet als 'schaatscafé' maar waar ook nog regelmatig het bord of de kaarten op tafel komen, maar dit geheel terzijde natuurlijk) ben ik zo nu en dan dus 'aanwezig' op de bovengenoemde sites. Op PlayOK dam ik eigenlijk niet meer, tenminste niet op de 100 ruiten, wel nog, zo nu en dan, op de 64 velden, maar ik ben op die site meer in de weer met backgammon, schaken of hartenjagen. Overigens kon je er in eerste instantie ook op scrabbelen, maar Cronix, het bedrijf met de rechten op internet-versies van dat spel, dreigde met juridische stappen en toen heeft men er uiteindelijk maar vanaf gezien.

Op de internetdamclub van PlayOK kom je veel dammers tegen die al ongelooflijk veel partijen hebben gespeeld. Doab bijvoorbeeld (ja, de meesten gebruiken schuilnamen, slechts een enkeling durft zijn eigen naam bekend te maken) heeft al zo'n 35.000 (!) partijen gespeeld. Doab heeft zich via de Franstalige site ingelogd, maar dit wil niet zeggen dat het een Fransman betreft, want je kunt je in elke taal laten registreren, wat sommige Nederlanders doen, bijvoorbeeld via de Poolse taal, om het idee bij de tegenstanders te wekken dat ze met een 'domme Pool' van doen hebben in plaats van een 'getructe Nederlander'. Je krijgt namelijk, als je genoeg partijen hebt gespeeld, een rating en daar gaan sommigen prat op !

Een bekend verhaal is dat van een Nederlander die zichzelf onder twee verschillende namen had ingelogd en die dan (hoe weet ik niet) tegen zichzelf speelde en zodoende met één 'speler' een heel hoge rating verwierf !?! Zo is er ook iemand die zich via de Nederlandse site in heeft gelogd onder de naam 'Losseni'. Deze persoon speelt bijna alleen maar partijtjes van 1 minuut per persoon en heeft schijnbaar een dusdanig snelle computer dat hij vrijwel iedereen door de klok jaagt, gewoon alle schijven gaan weggeven, dan haalt je tegenstander de tijdslimiet niet ! Hij heeft thans bijna 85.000 'partijen' op zijn naam staan en zijn rating is huizenhoog. Het is maar waar je gelukkig van wordt, want je blijft wel anoniem natuurlijk . . .

 Dat deze 'schijn-rating' voor mensen belangrijk is toont ook het volgende verhaal. Tijdens een N.K. sprak Auke Scholma met een voormalig clubgenoot die hij lang niet had gezien, dus stelde 'Baflo-Bill' hem de vraag "dam je nog weleens ?" "Alleen op Kurnik" was het antwoord, "oh ja, en wat is dan je schuilnaam" was de volgende vraag, en na een korte aarzeling kwam het antwoord "Bouvier" en laat dat nu net de schuilnaam zijn van een andere grootmeester (natuurlijk met een hoge rating) ! Auke deed er maar het zwijgen toe !  

Toch vind ik dergelijke internetdamclubs niet onaardig, je kunt spelen tegen grootmeesters, maar ook tegen gewone huis-, tuin- en keukendammers. "Zo moet je niet dammen" vinden velen, en ik vind dat eigenlijk ook wel. Je damt thuis, of in een café, op een echte club of in een toernooi, waar je mensen van vlees en bloed treft in plaats van digitale pseudoniemen op een scherm. Maar er zijn ook mensen voor wie het online-spelen een uitkomst is. Als je ziek te bedde ligt kan je je op die manier goed vermaken en voor mensen die aan
huis gekluisterd zijn (denk aan gehandicapten en oude-van-dagen die slecht ter been zijn) is het vaak een uitkomst. De toekomst zal uitwijzen of de damsport baat zal hebben bij dergelijke 'clubs', je weet immers
helemaal niet wat de toekomst voor ons dammen in petto heeft en soms ontstaat uit niets iets ! Het ontstaan van onze planeet is zo'n bijvoorbeeld, althans volgens wetenschappers:

In den beginne was er niets en toen ontplofte dat ook nog  ! ? !

Uit het boek 'damrubrieken Andreas Kuyken' samengesteld door Tjeerd Harmsma komt onderstaand
diagram:

Wit: Ferdi Okrogelnik
Zwart: Johan Bastiaannet


Johan Bastiaannet (in het boek door Kuyken steevast aangeduid als Baba Sti !?!) heeft net 20-25  geproduceerd en toen ontplofte ook dit  . . . 22-17, 28-23, 32-28, 38-32, 32-27, 37x30 ! en 43x01

vrijdag 17 mei 2013

Wie de jeugd heeft, heeft.....

Door Tjalling van den Bosch

Vanwege de jeugd kun je zeggen dat het 'Nederlandse dammen' er goed voor staat. Jongelingen als Roel Boomstra en Pim Meurs lopen voorop/staan in de picture maar er volgt nog een heel bataljon adolescenten die in de nabije toekomst weleens een vooraanstaande rol kunnen gaan spelen op de 100 ruiten. Natuurlijk gaan hun wegen niet altijd over rozen, maar dat de jeugd in zijn totaliteit
goed bezig is moge duidelijk zijn.

Terugdenkend aan mijn eigen jeugd zie ik de toenmalige aanstormende talentenvoor me, met toen unieke hoog(dam)begaafden (naar later bleek) als Ton Sijbrands en Harm Wiersma in het voorste gelid. Soms liet men eens een puntje liggen tegen mindere goden (en dat werd dan breed uitgemeten in clubbladen e.d.), maar over het algemeen gingen de meeste tegenstanders op het hakblok.
Ik heb enkele voorbeelden voor u opgedoken, die misschien nooit zo voor het voetlicht zijn gehaald, maar die de slagvaardigheid van beide voorlopers van hun generatie goed in beeld brengen:


Wit    : Harm Wiersma
Zwart: Nico Kocken 


Uit de Ereklasse (1969). Kocken heeft tot dusver niet onverdien-stelijk gespeeld, eigenlijk zit er best wel een goede structuur in zijn stand. Wit kwam nu met 30-24 en dus (19x30) en 35x24 en zwart ging er eens goed voor zitten. Hij kwam met het volgende snode plan: "Ik speel (14-19) en als hij (Wiersma) dan vervolgt  met het laten slaan dan verdwijnen er (weer)een viertal schijven van het bord en blijf ik goed  staan, en als hij 24-20 (15x24) 29x20 speelt dan kom ik met (17-21) en sluit ik vervolgens zijn lange vleugel op,

even controleren . . . .  ja daar is geen speld tussen te krijgen", dus  14-19 en ja, toen, anno 1969, sloeg de Leeuwarder puber toe met: 45-40 (19x30) 34x25 (23x45) 25-20 (15x24) 44-40 (45x34) 39x8  (02x13) 33-28 (22x33) 31x2  daar was dus wel een speld tussen te krijgen, 2-0.

Nu trof Kocken het niet want een tweetal jaartjes later kreeg hij het andere aanstormende talent voor zijn kiezen in de Ereklasse, alhoewel aanstormend (?!), Ton Sijbrands (want daar gaat het hier om) stond aan de vooravond van één van zijn grootste successen (W.K. Hengelo). In ieder geval, we komen er in nadat Kocken het middenspel redelijk was doorgekomen, mede doordat hij een grote vervlakking had weten uit te voeren.

Wit:    Ton Sijbrands
Zwart: Nico Kocken


Voor een éénvoudige sterveling, zoals uw penneleur, is het allemaal nog niet zo duidelijk, oké 11 (of 12)-17 lijkt geen goed plan, van-wege 32-28, maar met 19-23 lijkt toch niet zoveel mis,nou daar dacht de 'Grand Maitre' heel anders over, dus: 19-23 31-26  22x31
36x27  11-17 (wat anders ?) 33-28 13-19 (oké !?) 42-38    ja, en dan begint ook bij schrijver dezes iets te dagen, het offer 16-21 en vervolgens 18-22 is nog speelbaar, alhoewel het (ook volgens de computer) uitstel van executie zou zijn  geweest, maar na het door zwart gespeelde 23-29  was het snel uit door 28-23 19x37 38-32    37x28 20-14  9x20 15x13.

 
Zo deden de talenten 'van toen' het toen, en we weten maar al te goed waar het toe leidde, een over-volle palmares voor beiden . . .Ik moet er nu een eind aan breiden want anders dan gaat onze onvolprezen blogmanager weer sputteren ("die stukjes van jouw zijn veel te lang"), nou vooruit, nog even dan:

Ereklasse 1972

Wit:     Richard Koot
Zwart: Ton Sijbrands

Beste Richard kwam met 34-29 en toen ging de de kersverse wereldkampioen los:19-23 30x8  2x13 28x8  18-23
29x18  22x2 31x22  17x37 en Richard gaf zich vol be(ver)wondering over, 0-2.

 






Uit datzelfde jaar:

Wit:    Wim Terlouw 
Zwart: Harm Wiersma

 
Wit staat (al meer dan) bedenkelijk, maar hoe voer je zo'n stand daadwerkelijk tot winst 28-33!! 38x29   22-28    zo dus . . . en ook hier 0-2

Nu, anno 2013, zou ik, voor de huidige generatie talenten, een uitspraak (in een geheel ander kader, maar dit terzijde) van de gebroeders Anker willen aanhalen :
"Laat  ons  juichen . . . " 

Het liefst al in Ufa !

donderdag 9 mei 2013

What's in a name....

Door Tjalling van den Bosch

In een eerder artikel (Philidor, februari 2013) heb ik al eens aangegeven dat er een schaakclub bestaat met de naam 'Paard van Ree', en dat ik daar maar eens een apart artikel aan moest wijden.
Velen hebben mij de afgelopen maanden gevraagd naar het hoe en waarom van die opmerkelijke clubnaam. Wel laat ik het maar uit de doeken doen door middel van dit epistel, anders blijf ik het verhaal maar vertellen/herhalen.

 In de zomer van 1989 kreeg schaakgrootmeester Hans Ree de nodige hoon over zich heen gestort, wat was namelijk het geval. De (toen) 13-jarige Judit Polgar en de 44-jarige Hans Ree speelden (op 31 juli 1989 om precies te zijn) in de eerste ronde van het OHRA-schaaktoernooi tegen elkaar. Ree werd het eerste slachtoffer (in dit toernooi) van de jonge Hongaarse spring-in-het-veld, die, uitgedost met een enorme witte strik in haar lange kastanje-bruine haar, verveeld om zich heen keek wanneer haar tegenstander lang nadacht.
Ree verloor dus de partij, wat heet, de Amsterdamse grootmeester werd in een felle aanvalspartij inclusief stukoffer, in luttele (24) zetten van het bord geveegd. De gevolgen lieten zich raden.
Vrienden vroegen wenkbrauwen fronsend of hij zijn kleine tegenstandster niet had onderschat, vage bekenden barstten op straat in lachen uit als ze hem zagen, een onbekende man stak hem in de tram met een triomfantelijke grijns een foto van Judit Polgar toe en in de post zaten kaarten met teksten als 'meisjes van dertien,  droom er maar van Ree'.

Maar ach, de hoon verwaterde er volgden meer slachtoffers van de dadendrang van de jonge Hongaarse en 'tijd heelt alle (vele) wonden' nietwaar . . .In dat geval misschien wel, maar Ree werd ook slachtoffer van een geheel andere misgreep die hem tot heden ten dage nog steeds wordt nagedragen . . .In een partij tegen David Bronstein (1924-2006) had Ree ooit (tot tweemaal toe !)
de 'baggerzet' paard c2 - a1 gespeeld.

Het woord is aan Hans Ree in zijn boek 'Mijn Schaken': "de partij stond me niet  meer zo goed bij - dat heb je met verliespartijen - en ik kon het nauwelijks geloven toen ik de diagram weer zag. Had ik die afschuwelijke paardzet naar de hoek werkelijk voor de tweede keer gespeeld ? Ik had het al eens eerder gedaan, in Wijk aan Zee 1970, tegen de Fin Heikki Westerinen, en mijn paard had daar zo zielig en hulpeloos tot het eind van de partij gestaan dat er vervolgens een schaakclub is opgericht met de naam 'Het Paard van Ree'. . .De club bestaat, tot mijn eeuwige schande, nog steeds."

 Inderdaad in 'hèt schaakdorp bij uitstek' Wijk aan Zee is op 20 mei 1986 het 'Schaakgenootschap Paard van Ree' opgericht door een stel schaak-fanatici die zich vooral bezighouden met schaken EN gezelligheid. Zoals ze op hun site aangeven is er op dinsdagavond voor iedereen, en vrijblijvend, de mogelijk om te schaken, tijdens de onderlinge, dus lid of geen lid, een ieder is van harte welkom.
Men adverteert dan ook trots:  Schaakgenootschap Paard van Ree: ongebonden - gedreven - gastvrij

Kunnen we het bovenstaande doorkoppelen naar onze eigen (dam-)wereld . . . ? In 2008 verloor Anne Piet Kooistra van de jonge Heike Verheul, ik denk dat de Groningse op dat moment één á twee jaartjes ouder was dan Judit Polgar in 1989, maar daar gaat het nu niet om.

Wit:     Anne Piet Kooistra
Zwart: Heike Verheul

In de bovenstaande diagram (na 23 zetten) vond Kooistra de binding 27 met 29 niet zo 'lekker' dus nam hij volgende 2 om 2 afruil: 27-22  18x27 29-23    19x28 33x31    en ja toen volgde ?
21-27 ! Anne Piet sloeg toen maar 32x21 en stond na 16x36 een volle schijf achter.
Ziet u welke dam op het bord verschijnt als wit niet 32x21 slaat maar 31x22 ?
Overigens knokte onze Huizumer accountant (uit Franeker) nog bewonderingswaardig door, maar de Groningse spring-in-het-veld, die deze dag niet was uitgedost met een enorme witte strik in haar half-lange kastanje-bruine haar, gaf hem geen kans meer . . . .

Tijd voor een nieuwe damclub:  
Damgenootschap de twee om twee van A.P.K.
Of zijn wij dammers niet zo sarcastisch ?!?

 

 

 


 

donderdag 2 mei 2013

Sneker finest...


Door Tjalling van den Bosch
 
Het zal nu al weer ruim een half decenium geleden zijn dat er zich bij DamClub Huizum drie nieuwe leden, uit Sneek, aandienden. Ze wilden gedrie-en in het tweede team (landelijk) spelen om zo, naast provinciaal met de Sneker Dam Club, ook op zaterdag een potje mee te kunnen blazen.

Eén van hen was Jacob de Vries, de andere twee mogen natuurlijk ook genoemd worden: Marcel de Vries (geen familie trouwens) en Kerst Hoekstra. In zijn eerste Huizum-jaar moest Jacob éénmaal invallen in het eerste tiental, in de wedstrijd tegen Hoogeveen mocht hij Bé Eggens tegenhouden, voorwaar geen éénvoudige klus, maar hij slaagde met vlag en wimpel.
Reeds op 10-jarige leeftijd werd Jacob aangetrokken tot het spel der 100 ruiten, hij werd jeugdlid van S.D.C., maar hield het na 3 jaar voor gezien. Na zijn studietijd, in Groningen, keerde hij (in 2006) terug in Sneek waar hij Marcel  leerde kennen, die lid was van (die andere Sneker damclub) De Kroonschijf. Na drie jaar lid te zijn geweest van die laatste vereniging maakte Jacob, samen met Marcel, de overstap naar S.D.C.

In zijn debuutjaar bij deze club werd Jacob gelijk maar even clubkampioen, iets wat hij sindsdien is blijven doen ("and stil counting" voegt hij er zelf, in al zijn bescheidenheid, zelfverzekerd aan toe. . ."wat zeg je Marcel ?". . .). Ook maakten beiden dat seizoen, alsmede ook Kerst Hoekstra, de stap naar DamClub Huizum. Sindsdien is Jacob een vaste waarde in de (landelijke) teams van onze club, eerst dus in het tweede, maar alras werd hij vaste speler in Huizum 1. Zijn bezoek aan 'de onderlinge' is onregelmatig, vanwege het feit dat hij op donderdag avond is aangewezen op het openbaar vervoer en vanwege werkzaamheden komt het niet altijd goed uit, maar in het seizoen 2007-2008 wist hij wel de 'Huizumer Beker' voor zich op te eisen.
Natuurlijk blijft Jacob ook S.D.C. trouw, op 2 april van het afgelopen jaar (2012) trok hij zodoende met het Sneker 6-tal naar Wolvega om daar, in de strijd om het  clubkampioenschap van de P.F.D.B. in de 1ste klas, het op te nemen tegen het plaatselijke T.O.G. Jacob trof op het derde bord (ja, ook in deze klas zijn taktische opstellingen gemeengoed), de man die een 100% score heeft tegen de laatste Friese vertegenwoordiger in het (algemeen) Nederlands Kampioenschap: Aan Bergsma. Bergsma had een paar maanden eerder Gerlof Kolk verrast met een taktisch offer, maar deze keer moest hij het afleggen tegen 'Sneker finest'. Op fraaie wijze heeft Jacob een bekende (volgens overlevering heeft de uit Marseille afkomstige Fransman Raphaël al eens een vergelijkbare combinatie uitgehaald in het jaar 1904 !) combinatie in de stand gevlochten:

Wit: A. Bergsma
Zw.: J. de Vries
 
Na wits 39ste zet (31-27) haalde ons onderwerp verschrikkelijk uit:   (17-22) 28x17 (23-28) 32x12 (14-20) 25x23 (2-7 )30x8 (7x29) 33x24 en (3x41) !
 
 
 
 
 
 
 
 
 Afgelopen zomer heeft Jacob voor het eerst meegedaan aan het toernooi 'Nijmegen Open'. Dat werd qua resultaten geen onverdeeld succes, maar toch heeft hij genoten van dit  uitstapje. Het onder-staande fragment komt uit dit toernooi en wel uit zijn partij met Brion Koullen.

Wit: J. de Vries
Zw.: B. Koullen
 
 Stand na wits 30ste zet 42-37, Jacob heeft zich de rol van omsingelaar laten aanmeten. We laten hem zelf aan het woord: "Het is bijzonder wat er allemaal dreigt. 30. (7-12) valt in elk geval af vanwege de Coup Royal met 30-24 (x) 40-34 (x) 48-43 (x) en 43-39 met winst voor wit. Tijdens de partij had ik gezien dat zwart 30. (11-17) als lokzet kan spelen omdat 30-24 (19x39) 40-34 (39x30) 48-43 (23x34) 43-39 (43x32) 37x28 faalt voor wit omdat na (26x37) 41x1 (22x33) wit in de vang slaat met 1x9. Toen bedacht ik, dan speel ik op 30. (11-17) toch doodleuk 30-24 (19x39) 40-35 (23x34) 38-33(39x28) en 37-32. Maar ook dat werkt niet vanwege (26x37) en de belachelijke meerslag 32x32 !
Er dreigt echter al een (remise-) combinatie die niet goed te pareren is voor zwart . . . Dat had ik niet gezien. 30 . . . 16-21 Nu kan wit het volgende uithalen ! 38-32 (27x38) 37-32 (26x28) 30-24 (19x39) 40-34 (39x30) 48-43 (23x34) 43x1 en nu de clou, zwart mag niet weglopen met 34-39 vanwege de tussenloop met de witte dam naar 18 of 34 . . .".
Tot zover het relaas van Jacob zelf . .Na al dat rekenwerk was Jacob flink in tijdnood gekomen, nu is hij wel bekend met dit metier, maar deze keer procudeerde hij vervolgens paar twijfelachtige zetten en moest hij de punten laten aan de Limburger . . .Ondanks deze nederlaag kunnen we stellen dat Jacob de Vries,  het beste is dat Sneek op damgebied te bieden heeft . . . tring...tring..."hallo, . . . ja Marcel, dat weet ik ook wel". . . tut tut tut . . .