Magchielis Euwe leefde van 1901 tot 1981 en woonde in Amsterdam. Voor ons (dammers) is hij beter bekend onder de voornaam Max. Hij werd beroemd door zijn wereldtitel schaken in 1935, hij behield deze titel twee jaar. Euwe was dus een groot schaker, maar toch was hij anders, zo dompelde hij zich niet onder in de bohemienachtige schaakwereld uit die tijd, maar was een solide en harde werker met gerespecteerde maatschappelijke functies.
Hij was ook een groot diplomaat die het uiteindelijk tot voorzitter van de internationale schaakbond, de F.I.D.E., schopte. In 1926 trouwde hij met Caro Bergman, uit dit huwelijk zijn 3 dochters geboren, te weten Els (1927), Caroline (1928) en Fietie (1934).
Zijn werkzame leven bestond voornamelijk uit lesgeven, eerst
aan het Gemeentelijk Lyceum voor Meisjes in Amsterdam, waar hij wiskunde
doceerde en later als (Nederlands eerste) hoogleraar in de
informatica aan de Economische Hogeschool in Rotterdam en aan de Katholieke
Hogeschool in Tilburg.
Hard werken en een sobere levensstijl stonden hoog in het vaandel
van het gezin Euwe, kortom degelijkheid en deugdelijkheid voorop. Max en Caro Euwe zeg maar de Piet en Ans Roozenburg van de
schaakwereld. Volgens Hans Ree, in zijn boek 'Mijn Schaken', had Euwe
ook wat avontuurlijke
trekjes, zo had hij (Euwe) in zijn jonge jaren gebokst en had hij
kleine vliegtuigjes leren besturen.Ook liep Euwe altijd van de schaakclub naar huis en dat was lang niet altijd veilig in de vooroorlogse hoofdstad, maar een taxi (of zelfs een fiets) dat was voor hem geen optie, want dat kostte geld en dat was nergens voor nodig.
Op de vraag van Ree of het niet gevaarlijk was zo'n lange wandeling
dwars door nachtelijk Amsterdam antwoorde Euwe dat hij, voor de
veiligheid, altijd en pistool bij zich droeg! Euwe een toonbeeld van fatsoen en correctheid, met een pistool op
zak !? De (toekomstige) wereldkampioen schaken als revolverheld (?) zeg
maar
Billy the kid . . .
Mevrouw Euwe diende haar man, naast het groot brengen van hun
kroost, vaak als chauffeur, Euwe had zelf geen rijbewijs (wel een
vliegbrevet dus !). Haar rijstijl wordt in vele epistels omschreven als onachtzaam
en slordig . . . Ree vat het als volgt samen; mevrouw Euwe reed op volle
snelheid met soevereine onverschilligheid voor de verkeersregels. Het blijkt dat zij veel harder reed op snelwegen dan was toegestaan en als ze door de stad reed en de straat werd versperd door een ladende - of
lossende vrachtwagen dan nam ze gerust het trottoir in haar parcours op ! Caro Euwe was aanhanger van de Christian Science en was ervan overtuigd dat ongelukken iemand met een zuivere geest niet konden overkomen. Max Euwe deelde die overtuiging niet, maar wel haar onverschilligheid
tegenover gevaar.
Euwe vond het wel prettig, want zo was hij snel weer thuis van de
vele simultaans en lezingen die hij in den lande gaf. Toen de schaakorganisator Berry Withuis hem eens thuisbracht na een
simultaan ergens in de provincie en in Amsterdam voor een rood
stopte, werd hij vriendelijk maar beslist terechtgewezen; "maar meneer
Withuis, ik zag geen verkeer komen, dus waarom stopte u dan ?".
Mevrouw Euwe, godvrezend, maar toch een bijna maniakaal roekeloze
autorijdster wars voor orde en gezag, zeg maar Calamity
Jane . . .
Na het lezen (en schrijven) van het bovenstaande vraagt uw
penneleur zich af of er niet dergelijke verhalen zijn
over onze Piet en Ans Roozenburg (?!), of blijven we onze wereldkampioen en voorzitter van de
internationale dambond (F.M.J.D.) alleen maar herinneren aan 'zijn' systeem
?
De 'boodschap' van dit epistel is: zijn er nog mensen die een
tipje van de 'degelijk en deugdelijk'-sluier van onze wereldkampioen en voorzitter van
de F.M.J.D. iets kunnen optillen . . . ?