dinsdag 30 september 2014

De Wacht

Door Tjalling van den Bosch

In een eerder epistel van augustus jongstleden ('Wat gebeurde er toen . . .')  gaf ik aan dat Nederland voorafgaand aan de 2de wereldoorlog trachtte  neutraal te blijven, hetgeen dus niet lukte. Tijdens een zeer gezellig terrassneldamtoernooi (prachtig scrabblewoord trouwens)op zaterdag 23 augustus jl. te Waddinxveen, attendeerde Cor Barelds mij op De Wacht. 
De Wacht . . . ? 
 
Het bleek te gaan om: 'Weekblad voor de gemobiliseerde weermacht en het Nederlandsche volk'. De Wacht telde slechts 26 uitgaves in de periode 1939-1940. Op 18 november 1939 de eerste aflevering; de opperbevelhebber van de Nederlandse Land- en Zeemacht, generaal I. H. Reijnders, voorzag deze van een korte inleiding waarin hij onder meer stelde: "Het is dan ook mijn wensch, dat de verspreiding van De Wacht dan ook krachtig zal worden bevorderd".Het laatste nummer, van 11 mei 1940, bevatte o.a. artikelen over de mortiervan 8 (?), een aantal nuttige raadgevingen met betrekking tot het invullen van het biljet inkomstenbelasting en een bijdrage van Joris van den Bergh over voetbal. Wellicht is het meest interessante van De Wacht niet zozeer wat er in stond, maar juist die berichtgeving die schitterde door afwezigheid. Zelfs de meest nauwkeurige lezer zal uit de verschenen nummers niet kunnen opmaken, dat in Europa de oorlogstoestand reeds een feit was en dat de ons omringende landen alreeds hun legers in de hoogste staat van paraatheid hadden gebracht of zelfs al 'in oorlog' waren..
 
Even tussendoor voor de jeugdige lezers (ja, die zijn er!); de tweede wereldoorlog brak uit op 1 september 1939, toen Duitsland buurland Polen binnenviel. Twee dagen later verklaarden Engeland (Verenigd Koninkrijk) en Frankrijk de oorlog aan Duitsland. Nederland wilde, net als tijdens de eerste wereldoorlog, neutraal blijven. Inderdaad, heel anders dan nu ("waarom mogen wij niet meedoen?"). 
 
We gaan door . . .
 
De Wacht was een stukje uitvoering van neutraliteitspolitiek. Door het ontbreken van iedere politieke stellingname kon geen enkele buitenlandse mogendheid aanstoot nemen aan de inhoud. Zelfs voor de meest scherpzinnige inlichtingendienst was De Wacht een bijzonder dorre bron, want het bevatte vrijwel geen informatie over de Nederlandse krijgsmacht. De absolute kleurloosheid werd doelbewust nagestreefd door de legerleiding. Generaal Reijnders was zelfs een voorstander van een vorm van algehele perscensuur om (vooral) kranten te dwingen een neutrale houding aan te nemen ten aanzien van de strijdende partijen. De pers kwam in het geweer tegen een dergelijk beleid, maar was toch wel bereid tot terughoudendheid in de berichtgeving.
 
Dr. Loe de Jong vatte het nadien als volgt samen: "De regering meende (het was een inzicht dat de meeste hoofdredacteuren deelden) dat het verstandig was in de berichtgeving een zekere neutraliteit in acht te nemen en, voorzover men al van antipathieën blijk gaf (meeste antipathieën jegens het Derde Rijk), dat te doen in termen die niet te zeer aanstoot zouden geven".
Er werd veel con sordino geschreven; er werd ook veel meer niet geschreven. Men meende met die zelfbeperking Nederland een dienst te bewijzen. 
   
Het mocht niet baten, op 10 mei 1940, om 3.55 uur, liet Adolf Hitler de invasie op Nederland inzetten, alsook op België en Luxemburg. And the rest is history.
 
Dammen
 
Cor Barelds wees mij erop dat De Wacht ook een damrubriek bevatte, vandaar dus . . .
Uit de eerste uitgave (18 september 1939), het eerste diagram:

De maker (volgens De Wacht) is Eugene Risse en het jaartal 1880 staat erbij vermeld. De oplossing is niet al te moeilijk, maar laten we zeggen dat we het plaatsen uit historisch besef . . .
 
Het tweede diagram is m.i. moeilijker, het klopt dat het een 7 om 6 is:
 
In De Wacht staat de volgende oplossing: Compositie van J. J. H. Ras. 44-40  (37x46)  28-23  (46x35)  23x1  en nu dreigt wit te winnen met 1-40. Alleen te verhinderen door (35-30). Zwart kan niet meer ontsnappen. Een miniatuurtje met een fraai slot. Het miniatuurtje is een verdieping van de volgende compositie van Dr. Belinfante. Zwart dam op 35 schijf op 30. Wit dam op 1 schijf op 49. Zwart aan zet!
 
Het waren andere tijden; de laatste is grappig.
 
Wit aan zet en aan u mag deze zelf oplossen.
 
Het is te hopen, dat de oorlog waar ons land thans bij betrokken is, snel afgelopen zal zijn. Crisistijd en oorlog, om huiverig van te worden  . . . 

Het dammen is in 75 jaar ten goede geëvolueerd, de politiek ook . . . ? 

 

dinsdag 23 september 2014

W.K. tweekamp...

Door Tjalling van den Bosch
 
In november aanstaande wordt de tweekamp om de wereldtitel schaken (2014) verspeeld in Sotsji (in het Engels Sochi) tussen regerend kampioen Magnus Carlsen uit Noorwegen en de uitdager Viswanathan Anand uit India. Wat heeft dit nu weer met dammen te maken . . .? 

Nadat Magnus Carlsen in april 2013 het kandidatentoernooi in Londen (stad met de meeste miljonairs) had gewonnen, mocht hij de wereldkampioen Viswanathan Anand uitdagen. De match vond plaats in november 2013, in het mondaine Chennai (Madras, India). De beide combattanten eisten het ouderwetse speeltempo van 40 zetten in 2½ uur; ook wilden Anand en Carlsen dat er na elke 2 rondes een rustdag zouvolgen. De stem van de beide schakers wogen schijnbaar zwaar, want alle eisen werden door de organisatie ingewilligd. De organisatoren vreesden echter het ergste en voerden snelschaken in, mocht de tweekamp na 10 rondes in een gelijkspel eindigen. Zover kwam het niet, want beide spelers 'gingen ervoor'; niks geen bloedeloze remises, maar vaak titanengevechten, die pas eindigden als het ook echt remise was. De Noorse jongeling was oppermachtig, hij won met 6½-3½ (3 overwinningen en 7 remises); het leverde hem tevens 1.100.000,-- euro op. De (toen) 22-jarige Magnus Carlsen was hiermee de op één jongste wereldkampioen schaken ooit; alleen Gary Kasparov was een paar maanden jonger, toen hij zich (in 1985) liet kronen tot 's werelds beste schaker.

Carlsen had de jongste ooit kunnen zijn wanneer hij in 2008 ook aan het kandidatentoernooi had meegedaan, iets waar hij recht op had, gezien zijn 1ste plaats op de wereldranglijst. Hij weigerde dit echter, omdat de internationale schaakbond had besloten om het speeltempo (in dat toernooi) aanzienlijk te versnellen en aan 'schaken zonder denkenheeft het Noorse wonderkind een gloeiende hekel. Voor het kandidatentoernooi van 2013 had men het speeltempo weer teruggedraaid, dus deed Magnus toen wel mee, met als gevolg dat hij zich (een half jaar later) in Chennai liet kronen tot 's werelds beste schaker.

In het voorjaar van 2014 werd in het Russische Chanty-Mansiejsk opnieuw een  kandidatentoernooi afgewerkt; ditmaal won Anand, inclusief 95.000 euro voor de eindoverwinning. Hierdoor mag de Indiër nu Carlsen uitdagen; de match vindt dus plaats in de Russische badplaats Sotsji, dat wij Nederlanders natuurlijk nog kennen als de meest succesvolle Olympische winterspelen ooit (voor Nederland dan). 
Deze badplaats (ook wel Russische rivièra genoemd) vormt dus in november 
aanstaande het toneel voor de strijd om de hoogste schaak-eer.
 
Wat dit allemaal met dammen van doen heeft?   ALLES . . .!
 
Opmerkelijk . . .
 
Het onderstaande bericht las ik op de teletekst van Omrop Fryslân (ik heb het maar even voor u vertaald): De kaatsclub van Dronrijp heeft er in één keer 30 nieuwe leden bij gekregen. Dat is opmerkelijk, vindt ook de kaatsbond (K.N.K.B.), in een sport die in een negatieve spiraal zit. Volgens de Dronrijper kaatsclub komt dit door het succes van het schoolkaatsen. Zij hebben er meer tijd in gestoken en gezorgd dat de tijden (om te kaatsen) aansluiten op de tijden van de buitenschoolse opvang.
 
Wat dit allemaal met dammen van doen heeft . . . ?   Zucht . . .
 
 Diagrammen . . .
 
Dan maar de diagrammen in; in het epistel over 'onze onderlinge 2014/2105' (augustus jl.) liet ik u de volgende diagram zien.
 
Wit is aan zet en de vraag luidde: maakt het verschil hoe wit slaat?
We kregen veel reacties; velen zagen geen verschil. "In beide gevallen is het winst voor wit" was dan de conclusie! Neen, 49x9 is inderdaad winst, maar 48x8 is remise! Zoekt (nogmaals) en gij zult vinden . . .

Of u de oplossing van het tweede diagram kunt vinden (hoe gij ook zoekt) valt te betwijfelen, het komt dan ook uit het oeuvre van niemand minder dan Frans Hermelink!
 
Zwart heeft net (18-23) gespeeld en de opgave is simpel: Wit speelt en wint. 47-41  (23x32)  35-30  (24x35)  34-30  (35x24)  26-21  (17x48)  36-31  (27x47)  38x16 (47x29)  39-34  (48x30)  25x5  voilá . . .
 
Dammen is meer dan mooi, houden zo . . .
 
 
 

dinsdag 16 september 2014

Unheimisch (vervolg)...

Door Tjalling van den Bosch
 
Ik liet u de vorige keer achter (cliffhanger) met Baba Sy 'op de top van zijn kunnen', maar de successen waren nog niet afgelopen.
 
Wereldkampioen?!?
 
In 1962 vond in Luik het Challenge Mondial plaats; dit werd gewonnen door Baba Sy, met één punt voorsprong op Michel Hisard en Wim de Jong. Hierdoor mocht Baba de wereldkampioen Koeperman, die de titel weer had overgenomen van Sjtsjogoljev, uitdagen; helaas kwam het nooit tot een tweekamp. De Russen traineerden de ontmoeting, men reageerde vaak niet, of pas (te) laat, op brieven van de internationale dambond (F.M.J.D.) en uit Senegal. Toen het allemaal toch leek te lukken (op een gegeven ogenblik had het er alle schijn van de tweekamp alsnog in de Sovjet Unie zou plaats vinden) werd Baba botweg een inreisvisum geweigerd.
 
Het scheen Baba niet te deren, hij damde gewoon voort. In hetzelfde jaar (1962) won hij met overmacht het Brinta-toernooi; ook was Baba zeer bedreven in het spelen van simultaans; in 1960 had hij het wereldrecord (uit 1932) van de Nederlander Freek Raman al scherper gesteld. Op 27 januari 1960 nam Baba Sy het op tegen 150 opponenten, hij won er 112, speelde 33 keer remise en verloor er slechts 5 en dat in een tijdsbestek van goed 8 uur.

Tot ongeveer 1965 kon Baba goed in zijn onderhoud voorzien (toernooien winnen, simultaan spelen), maar daarna werden de resultaten toch wat minder en dus ook de inkomsten. Ik kan me nog herinneren dat Baba tijdens één van de bekende Suikertoernooien, kralen kettingen en dergelijke aan het verkopen was, om de tanende inkomsten op die manier aan te vullen(?). Vaak wordt als reden van de mindere damprestatie vermeld, dat Baba sukkelde met zijn gezondheid (hij had o.a. een veel te hoge bloeddruk), maar er was nog iets waar hij mee te maken kreeg, namelijk oprukkende supertalenten.
In volgorde van opkomst: Andris Andreiko, Ton Sijbrands, Harm Wiersma, Anatoli Gantwarg; achteraf gezien kun je stellen dat de bovengenoemden de deur naar Baba's mogelijke wereldtitel keihard dichtsloegen.
 
Toch bleef Baba Sy ongemeend populair; hij was hoffelijk en charmant, sprak zich openlijk uit tegen (vermeend) onsportief gedrag (Andreiko) en liep er altijd zeer verzorgd bij. In het hippie-tijdperk, waarin de mode nogal veranderde (volgens velen verloederde),bleef Baba altijd rond lopen in (zo leek het) op maat gesneden pakken, het liefstdriedelig.
Baba Sy
Ook in zijn thuisland was hij een bekende persoonlijkheid; vanwege zijn vele tripjesnaar ons land kreeg hij in Senegal de bijnaam: De Hollander.Ook schijnt Baba een functie te hebben bekleed bij de gemeente Dakar, maar als ikhet goed begrijp, stelde dit niet veel voor. Eigenlijk was het meer een soort stipendium, zodat Baba zich volledig op het dammen kon stortten.  
 
Edoch, er zou een abrupt einde komen aan het leven van de geliefde Senegalees; op zondag 20 augustus 1978 knalde hij, in Dakar, met zijn auto tegen een boom. Er wordt vaak gezegd dat hij aan de gevolgen hiervan overleed, maar in een item voor het tv-programma Sportpaleis de Jong (gemaakt door documentairemaker Kees Brouwer) wist Ton Sijbrands niet beter dan dat Baba op slag dood was. Een bitter einde van een groot damfenomeen.
 
En vandaar dat unheimische gevoel bij het zien van de poster van Baba Sy? Ja en nee, natuurlijk is de gedachte aan het overlijden van Baba Sy iets dat mij tot treurnis stemt, maar ik vind ook dat hem groot onrecht is aangedaan. Tijdens een bijeenkomst van de F.M.J.D. (Assemblée Générale) van 1986 te Groningen werd besloten om Baba Sy postuum de wereldtitel toe te kennen; de Russische
dambond schijnt te hebben toegegeven dat men toentertijd niet correct heeft gehandeld. Dus eind goed, al goed . . . NEE, daar gaat het mij nu precies om; vandaar ook mijn unheimische gevoel.

Als u de lijst van (F.M.J.D.) wereldkampioenen erbij pakt, dan ziet u dat, voor de periode dat Baba Sy als wereldkampioen staat vermeld, er nog een naam staat; namelijk die van Iser Koeperman!
Helaas ging de F.M.J.D. in 1986 al  polderen!!! Met andere woorden, men was te laf om Koeperman zijn, op slinkse wijze behouden, titel te ontnemen en Baba Sy tot enige echte wereldkampioen van 1963 te kronen! Iser Koeperman schreef later dat: "De match niet doorging, omdat Baba Sy niet verscheen!" (bah). Vandaar dus unheimisch . . .; wij dammers hebben gefaald en falen nog steeds . . .
 
PS. Waarom is het trouwens zo oorverdovend stil rond de match Georgiev - Ndjofang?

dinsdag 9 september 2014

Unheimisch.....

Door Tjalling van den Bosch
 
Het Open N.K. 2014 te Heerhugowaard werd, na een 'ingenieus' systeem, gewonnen door Alexander Shvartsman (zo dient zijn naam, volgens hemzelf, te worden geschreven). Dat ik het woord 'ingenieus' tussen aanhalingstekens plaats, komt natuurlijk omdat de belangrijke partijen werden beslist door (laat ik de woorden van een groot denksporter er maar eens bijhalen)  "dammen zonder denken".  Nu zijn zomertoernooien en World Cups natuurlijk uitermate geschikt om noviteiten uit te proberen, als de officiële kampioenschappen  maar gevrijwaard blijven van dergelijke experimenten, maar dit geheel terzijde.

Van te voren had men meer dan 200 deelnemers 'op papier' staan; uiteindelijk werden het er 191 die daadwerkelijk meededen. Eigenlijk viel het aantal afvallers best nog wel mee. Toen ik de grote sporthal aan het Helena Nordheimland betrad, waande  ik mij even bij de schakers tijdens de Hoogovens (oké, Tata/Chorus). Natuurlijk is er een immens verschil; het schaaktoernooi vindt jaarlijks plaats in hartje winter, terwijl dit damtoernooi met de (voor Nederland) grootst mogelijke hitte van doen had. Maar toch, qua grootte van het deelnemersveld en qua aankleding, deed het me denken aan het mooiste schaakevenement ter wereld. 
 
Op een gegeven ogenblik zag ik, dat men in de sporthal enorme posters had opgehangen van wereldkampioenen uit onze sport; ik zag o.a. afbeeldingenvan: Andreiko, Sijbrands,  Wiersma, Baba Sy . . . Bij het zien van de fraaie poster van de laatste kreeg ik, zoals meestal, een  unheimisch gevoel. Unheimisch betekent (o.a.): onaangenaam, onheilspellend, onguur en dat is toch niet iets waar men aan denkt als men het over Baba Sy heeft?!? 
Ewel, laat ik het één en ander voor u uit de doeken doen, waarom ik toch altijd zo'n onaangenaam gevoel krijg als ik een foto (poster) van de Senegalese
grootmeester zie. 
 
Baba Sy . . .
 
Laat ik beginnen om Baba Sy neer te zetten; een zichzelf serieus nemende dammer heeft natuurlijk het boek le Grand Livre de Baba Sy van Ton Sijbrands (oftewel het Groot Baba Sy boek) in zijn bezit en dus een positief beeld van ons onderwerp. 

Baba Sy werd geboren in 1935; de precieze datum is niet bekend. Het gezin Sy was analfabeet en daardoor bleef veel over de beginjaren van Baba in het ongewisse. 
Baba Sy werd naar eigen zeggen geboren in Mpal, ook wel M'pal. Zijn zuster Ali Moukel Sy vertelde later echter dat hij was geboren in Donaye, waar de familie Sy rond 1935 inderdaad woonde. Dat Baba Mpal aangaf als zijn geboorteplaats was, omdat dit op zijn officiële geboortebewijs stond! Echter, (wederom volgens zijn zuster) Baba kreeg dit bewijs pas toen hij in Mpal, via een avondschool,  de Franse taal had leren lezen en schrijven, dus (tientallen) jaren later. Voordat het gezin naar Dakar verhuisde sprak men alleen het Pulaar (streektaal), pas in de hoofdstad leerde men het Frans (spreken) en veel later leerde Baba het dus ook lezen en schrijven. Dat het Frans de hoofdtaal is in de republiek Senegal, komt vanwege de grote invloed van Frankrijk op het west-Afrikaanse land; Senegal 'viel' tot 1960 onder het grote Franse rijk. 
 
Toen Baba Sy in het begin van de jaren 60 (ook) Nederland aandeed, kon hij in eerste instantie dan ook niet zijn zetten noteren; daarvoor werd dan iemand 'ingehuurd'. Welke rechtgeaarde dammer kent niet  foto uit het Lucas Bols-damtoernooi van 1961, toen een klein blond jongetje naast Baba zat om zijn zetten bij te houden!! Overigens kwam het (heel) vroeger wel vaker voor dat men speciale 'annoteurs' had, die de zetten noteerden, ook voor dammers die wel degelijk konden lezen en schrijven, maar dit terzijde.  
 
Vanuit het (in die tijd) armoedige Donaye verhuisde de familie Sy (Baba had twee broers en drie zusters) naar de hoofdstad van Senegal, Dakar. Hier probeerde de vader van Baba een beter bestaan op te bouwen. Later vertrok het gezin naar Mpal, waar de kostwinner emplooi vond in de pinda-industrie. Overigens staat er op een Engelstalige site te lezen dat "de vader werd gedwongen
om in Mpal te gaan werken, in de pinda's".
 
Baba vertelde in een interview met Jan Cottaar (de Mart Smeets van de jaren 60) dat hij het dammen op 15-jarige leeftijd, in Dakar, had geleerd. Hij was een natuurtalent; want omdat hij in eerste instantie analfabeet was, leerde hij het spel door te spelen (trial and error), wat hem blijkbaar goed afging, want al snel 'heerste' hij in de straten van Dakar. Het dammen was in Senegal in de vijftiger jaren van de vorige eeuw niet georganiseerd (wel populair). Men speelde gewoon buiten op straat, vaak met een grote schare pratende, joelende en fluitende toeschouwers om zich heen. Baby Sy was de allerbeste; dat vond ook de Franse douanebeambte Emile Biscons. Deze Franse dammeester zorgde er in 1959 voor dat Baba afreisde naar Frankrijk, om daar mee te doen aan het Frans kampioenschap in Châtellerault.
Baba won het toernooi (met 13 uit 10) samen met Abel Verse, maar doordat Baba de onderlinge partij had gewonnen werd hij uitgeroepen tot kampioen van Frankrijk.
Daardoor mocht Baba in 1960 meedoen aan het wereldkampioenschap, dat in Nederland werd verspeeld. Baba Sy eindigde als tweede, met één punt achterstand op Sjtsjogoljev (zie het epistel Tsjegolef van februari jongstleden op dit blog), maar voor de voormalige wereldkampioen Koeperman en Deslauriers.
 
De ster van Baba scheen helder aan het damfirmament; zo won hij in 1961 het internationale damtoernooi in Jalta (de Krim, toen Oekraïne, thans weer Rusland!), met 2 punten voorsprong op Andreiko. Waarschijnlijk herinnert u zich de fantastische, combinatieve overwinning op Wladimir Agafonow (zevenklapper) in de 7de ronde van dat toernooi. Baba Sy was een liefhebber pur sang; hij verscheen op vrijwel alle toernooien waar hij voor werd uitgenodigd, toch was zijn speelstijl over het algemeen aan de 'voorzichtige' kant. Er zijn enkele partijen bekend, waarin hij er onvervaard 'in knalde', maar als u het boek van Ton Sijbrands (over Baba Sy) bestudeert en met name de partijen, dan valt het op dat Baba niet direct vanuit de opening, de grootst mogelijke complicaties zocht. Hij was met name bedreven in het, vanuit het klassieke middenspel, opstomen op de korte vleugel van zijn tegenstander.
 
Het bovenstaande is al weer een hele lap tekst geworden; volgende aflevering meer. Ik realiseer me nu, dat mijn onaangenaam gevoel, bij het zien van een afbeelding van de beste Afrikaanse dammer ooit, nog niet ter sprake is gekomen, daarop moet u dus even wachten (zo, zo, een heuse cliffhanger, toe maar). Wilt u de grandioze combinatie van Baba Sy tegen Agafonow zien, ga dan naar YouTube en vraag 'geheimen van een grootmeester' op. U hoort/ziet dan het kleine blondje jongetje (uit 1961) op een hartverwarmende manier praten over zijn idool en de combinatie (nogmaals) uitvoeren. 
 

 

woensdag 3 september 2014

Koraal...

Door Tjalling van den Bosch

We gaan nog even door op de weg die we de vorige week zijn ingeslagen. Er valt namelijk nog een feestje te vieren; een 35-jarig 
jubileum, waar men vaak koraal (of ook wel robijn) aan toevoegt.

1979 . . . 

In dat jaar was uw penneleur, naast zijn 40-urige werkweek bij de Friesland Bank te Leeuwarden, ook weer de studieboeken 
ingedoken. Dat zal dan ook wel de reden zijn, dat het dammen in die tijd op een wel heel laag pitje stond; waarschijnlijk kunnen we beter  spreken van nihil. En ook daarom zit de match om de wereldtitel tussen de (anno 1979) zittende wereldkampioen Anatoli Gantwarg en ons erelid en uitdager Harm Wiersma, niet op de harde schijf van schrijver dezes. Gelukkig ontsnapt dit 35-jarig jubileum niet aan de aandacht, want kortgeleden tikte uw penneleur het matchboek van  Sijbrands/Kiers/Münninghoff, over die tweekamp, op de kop.

Moeizaam . . .

Uit het matchboek maken we op, dat het een zeer moeizaam proces was geweest om de tweekamp (Gantwarg-Wiersma) 'rond' te krijgen.

Onder aanvoering van (FMJD-secretaris) Willem Jurg en Wiebe Visser was een eerste rondgang langs Nederlandse bedrijven niet succesvol geweest, om sponsoren te vinden. Uiteindelijk was het aan Volmac-directeur Joop van Oosterom te danken, dat het benodigde geld toch nog op tafel kwam. Deze Van Oosterom was naast directeur van het computerbedrijf (Volmac), ook denksporter, namelijk schaker; hij is al eens jeugdkampioen van Nederland geweest. Achteraf gezien mogen wij dammers Van Oosterom wel heel dankbaar zijn, want de match zou de geschiedenis ingaan als een strijd, die zijn weerga niet kent. De beide kemphanen bestrijden elkaar met open vizier; niks geen behoudend spel, maar gaan voor de kansen. De partijen die in een puntendeling eindigden, waren vrijwel zonder uitzondering enerverend te noemen. Sijbrands en Münninghoff gebruiken superlatieven in het matchboek, om de strijd te duiden en het publiek is dagelijks in zeer grote getale aanwezig. In het totaal duurt de tweekamp bijna 4 weken.

Hoe het ook zij, de tweekamp gaat uiteindelijk, op 1 oktober 1979, van start. In het Utrechtse Hoog-Catharijnecomplex barst, na de openingszet van burgemeester Vonhoff, de strijd direct los. De eerste 3 partijen eindigen in remises, maar het waren zeker geen bloedeloze puntendelingen. Vooral in de tweede partij moet Wiersma na 95 zetten (!) in remise berusten,  nadat hij de winst (mat-in-één) heeft gemist. Een gulden regel in de sport is dat: als men de kansen niet benut, dan scoort de tegenpartij. Dit gebeurt in de vierde partij; Wiersma krijgt wederom kansen, mist volgens het matchboek opnieuw de winst, de partij kantelt en uiteindelijk strijkt Gantwarg de punten op. Vervolgens eindigt de vijfde partij remise, maar mist Gantwarg een kans in de zesde partij! Toen deed de gulden regel zich opnieuw gelden; Wiersma wint de zevende partij. 
Het lijkt dat Gantwarg op instorten staat, want ook in de achtste partij gaat hij er bijna onderdoor, maar weet Anatoli wonderwel met een puntendeling te ontsnappen. De rustdag is voor beiden een uitkomst.

Beslist . . .

Na een enerverende remise in de negende partij, slaat Wiersma toe in de tiende. 
Münninghoff schreef in het matchboek zelfs: "De Match is beslist op zaterdagmiddag 13 oktoberIn de daarop volgende partijen blijkt toch dat de (2 punten-)voorsprong voor Harm niet zo veilig is; zo overzien beiden een winnende combinatie voor Gantwarg in de elfde partij, maar tot beslissingen komt het in eerste instantie niet, zodat na dertien partijen de stand 12-14 is in het voordeel van de uitdager. Op 19 oktober lijkt de match dan inderdaad beslist; Gantwarg laat zich in de slotfase van de veertiende partij verleiden tot het gedragspatroon van een gemiddelde speler, nog gauw 'voor de zekerheid' even een paar extra zetten doen (na de 50ste zet). Daardoor kan Wiersma toeslaan, 12-16; na de remise in de vijftiende partij, slaat het Nederlandse chauvinisme onverwachts om! Gantwarg wint in 55 zetten de zestiende partij en dus is het verschil weer minimaal (15-17). 
Is Wiersma nu uit het evenwicht gebracht? Hij moet uit de resterende vier partijen evenzoveel punten halen, want Gantwarg behoudt zijn titel bij een gelijkspel (20-20)! In de partijen nummers 17 en 18 lukt het de Nederlander om de dadendrang van Gantwarg te beteugelen, door de grootste complicaties uit de weg te gaan. Maar dan komt de voorlaatste partij!

Eerder dan verwacht wordt de tweekamp beslist; in de negentiende partij, toen Gantwarg rond de twintigste zet weifelachtig heeft voortgezet, neemt Wiersma het heft in handen. Toch is de stelling op dat moment nog zeker niet verloren voor Anatoli; echter op zet nummer 51 (!!) slaat hij (met wit) snel 36x27, waar 26x37 remise was geweest. 
Door deze overwinning is de tweekamp beslist (21-17); de laatste partij (gespeeld op 27 oktober) eindigt na 29 zetten in remise en daardoor is de einduitslag 18-22 in het voordeel van de uitdager en dus kunnen we de komende maand wederom een feestje vieren . . (We kunnen dat natuurlijk niet alleen aan Harm overlaten . .)

We sluiten af met een quote (uit het matchboek) van Alexander Münnighoff: "Gelukkig was deze tweekamp dermate kleurrijk wat betreft de partijen zelf, dat heel veel dammers er wat je noemt een kick van hebben gekregen. Je zag ze de ruggen rechten en met fier geheven kin rondstappen, omdat ze ook iets te maken hadden met het schouwspel dat hun twee beste voorvechters twintig partijen lang bij machte waren op te voeren". 
Het matchboek is inderdaad, nog steeds, een aanrader.