woensdag 27 januari 2016

Hét Middenspel...

Door Tjalling van den Bosch

Hét, alsook Dé, als voorvoegsel geeft aan dat er iets bijzonders aan de hand is. Zeg: "Hét Doelpunt van Van Basten" en sportminnend Nederland zwijmelt terug naar 1988 en de 'film' speelt zich opnieuw af: Een (min of meer mislukte) voorzet van Arnold Muhren wordt, op een weergaloze manier, omgezet in het tweede Nederlandse doelpunt in de finale van het Europees Kampioenschap van 1988 (Nederland-Sovjet Unie 2-0). Sweet dreams . . .

Ander voorbeeld: Hét Vuurwerkincident . . ., bijna vergeten (verdrongen), maar door een zware vuurwerkbom tijdens de wedstrijd Nederland-Cyprus, in de kwalificatie-reeks naar het EK voetbal van 1988, vreesde 'Voetballend Nederland' met grote vreze. Een (toen) 21-jarige man uit Oss gooide tijdens de bewuste wedstrijd 'zwaar' vuurwerk (bij een 1-0 voorsprong voor de onzen) in het strafschopgebied van de Cyprioten. Gevolg: De Cypriotische keeper aangeslagen, wedstrijd definitief gestaakt; welke straf zou Nederland krijgen van de UEFA? Het zou uiteindelijk meevallen; slechts 'overspelen zonder publiek' was het vonnis van de Europese voetbalbond (en een boete natuurlijk).

Maar niet alleen in de sport gebruikt men voorvoegsels als Hét of om extra nadruk op iets te leggen, denk ook aan Dé Zonnebloemen en kunstminnaars hebben het alleen nog maar over Vincent van Gogh, of Dé Open-Hart-Operatie en velen (zeker de 50-plussers) denken direct aan chirurg Cristian Barnard en het Groote Schuur-ziekenhuis!   

Draughts please . . .

Oké, oké; in het dammen kennen we Dé Galkin (op dit blog, september 2012) en wij (dammers) zijn nog maar net (of nog lang niet) bekomen van Hét Eindspel.
Vanwege dit laatste rijst bij uw penneleur dan de vraag: "Is er in de strijd om het wereldkampioenschap dammen, weleens een opening of middenspel geweest, welke zo alles bepalend was (voor de einduitslag) als Hét Eindspel . . .

Al mijmerend kom je dan (zeker als 50-plusser) al snel op het WK van 1972 (Hengelo) terecht; Wiersma-Sijbrands, 2de ronde. Zie voor meer informatie op dit blog het epistel Historie schrijven . . .(december 2012). Maar ook gaan je gedachten alras naar de partij Clerc-Van der Wal; Sao Paolo, WK 1982, 7de ronde. Maar nee, beste lezers en lezeressen, voor wat Hét Middenspel betreft moeten we terug (althans wat uw penneleur betreft - zoiets is en blijft natuurlijk arbitrair -) naar het WK van 1956 (diverse plaatsen in Nederland).

Vooraf . . .

Dit wereldkampioenschap leek op voorhand een kolfje naar de hand van R.C. Keller te worden. Reinier Cornelis Keller was een mastodont op damgebied; hij werd geboren in Duitsland (vlak over de grens), in Emmerik (tegenwoordig: Emmerich an Rhein), op 14 september 1905. Op jonge leeftijd verhuisde hij met zijn ouders naar Nederland (Apeldoorn). Hij overleed op 10 september 1982 te Amsterdam, waar hij het grootste gedeelte van zijn leven had gewoond.

Keller (voor intimi: Kees) deed vrijwel onafgebroken mee aan het NK (van 1924 tot en met 1958!); hij won maar liefst dertienmaal de hoogste Nederlandse dam-eer (een record)! Zowel in rondetoer-nooien als in matches om de wereldtitel was hij echter  telkens (soms nipt) te kort geschoten.
Echter in 1956 leek hij Dé Kandidaat voor de hoogst mogelijke titel. Dé man die in de jaren voorafgaand aan het toernooi met vaste hand het internationale dammen had geregeerd, Piet Roozenburg, had laten weten niet mee te doen, vanwege zijn doctorale studie economie. De Sovjet Unie, toen net lid van de internationale dambond (toen nog F.I.J.D.), vaardigde niemand af; in de praktijk betekende dit, dat het deelnemersveld vooral oranje kleurde. Juist aan de andere (dan Roozenburg) dammers van dietsen bloed had Keller al vele malen laten zien dat hij superieur was.

De grootste bedreiging kwam van de andere kant van de grote haringvijver: Canada. Tijdens het (door Roozenburg gewonnen) WK van 1952 waren de Canadezen Dé Sensatie; vooral Raoul Dagenais (2de) had toen geïmponeerd (zie op het dit blog het epistel: Canada . . . - augustus 2013 -). Marcel Deslauriers (9de) had ook indruk gemaakt met zijn onconventionele stijl, maar leek toch te kort te komen voor het allerhoogste niveau. De eerste (Dagenais) echter, kwam niet opdagen voor het WK van 1956; toch kreeg Keller te maken met een tegenvaller!

Piet Roozenburg ging uiteindelijk in op het verzoek van de K.N.D.B. om de open gevallen plaats (van Dagenais) in te nemen. Halverwege het toernooi werd echter duidelijk dat de 'zittende' wereldkampioen (Roozenburg) niet Dé Grote Vorm bezat en dus stevende Keller af op de grootste triomf in zijn carrière.
Halverwege het toernooi (na 10de ronde, van de in totaal 19 rondes) leek Keller de meeste hinder te ondervinden van de Fransman Claude Gournier (beide hadden na 10 ronden 16 punten); Roozenburg stond toen (met Jan Bom) op een gedeelde 4de plaats op 3 punten achterstand, en Deslauriers had zelfs nog een puntje minder (5de).

Helaas moeten we het hier even bij laten.
     
Volgende week meer . . .

woensdag 20 januari 2016

Team...

Door Tjalling van den Bosch

Voormalig wereldkampioen schaken Bobby Fisher vond een man-tegen-mangevecht (match/tweekamp) de zuiverste wedstrijdvorm in de strijd om het wereldkampioenschap. Dit was mede ingegeven door de vele combines (van te voren  afspraken maken over de uitslag) die, vooral door toedoen van de Sovjetrussen, toentertijd zo welig tierden in de schaakwereld.

In de damwereld staan matches, onder druk van de opinie dat remises 'dodelijk' zijn voor het imago van de sport, in een ander (kwaad) daglicht. Blijkbaar kunnen dammers minder goed omgaan met een puntendeling dan schakers, maar daar wil ik het niet met u over hebben.

Begeleiding . . .

Dammers en schakers, die een match om de wereldtitel gaan spelen, bereiden zich natuurlijk voor, net als andere sporters. Zoals gebruikelijk verzamelt men een groep mensen om zich heen (secondanten), die de sporter bijstaan tijdens, en met name voor, de strijd om de hoogste mondiale eer. De groep helpers, die dammers om zich heen verzamelen, is meestal aanzienlijk kleiner.

Volgens het matchboek over de tweekamp Sijbrands-Andreiko liet eerstgenoemde zich bijstaan door Ebbo de Jong en Ed Holstvoogd. Ik kan me herinneren dat Harm Wiersma zich vaak liet begeleiden door damgrootmeester Auke Scholma; tijdens de match Chizov-Wiersma behoorde (volgens mij) ook psycholoog Engel Vrouwe tot de vertrouwelingen van ons erelid (Wiersma).
Ook buitenlandse damgrootmeesters verzamelden over het algemeen, geen grote groep mensen om zich heen. Ik weet bijvoorbeeld dat 10-voudig wereldkampioen Alexei Chizov, tijdens zijn voorbereiding op zijn WK-match tegen Sijbrands (1990), alleen de directe hulp inriep van damgrootmeester Vadim Vyrni.

Aanzienlijk . . .

Schakers laten zich, normaal gesproken, door een aanzienlijk grotere groep mensen begeleiden. Het is algemeen bekend dat een Sovjetrussische schaker (in de strijd om de wereldtitel) altijd een beroep kon doen op elke landgenoot, die hij maar wenste; in de praktijk stond dus elke schaakgrootmeester uit het grote land tot zijn beschikking. 
De Amerikaan Bobby Fisher was zo'n  beetje de enige, die het zonder echte begeleiding deed; wel had hij tijdens zijn match om de wereldtitel (Reykjavik 1972) grootmeester en landgenoot William Lombardy bij zich, maar die zou later verklaren dat Fisher zo snel analyseerde, dat hij het niet had kunnen bijhouden!

Ook heden ten dage laten schaakgrootvorsten zich omringen door een grote groep mensen. Tijdens de match om de wereldtitel schaken 2013 (Chennai - India -), tussen de Noor Magnus Carlsen en de Indiër Viswanathan Anand liet de 'zittende' wereldkampioen (Anand) zich begeleiden door een zeer groot team.
Op schaakkundig gebied stonden grootmeesters Krishnan Sasikran, Sandipan Chanda, Péter Lékó en Radoslaw Wojtaszek hem bij. De vrouw van Anand (Aruna) was manager van het team en de Nederlander Eric van Reem was technisch manager. Een fitnesstrainer (Ajay Davgan) maakte het team compleet. Het is niet ongebruikelijk dat er ook nog een arts en kok aan het team worden toegevoegd, maar doordat de WK-match in zijn thuisland plaatsvond, werd dat door Anand niet noodzakelijk geacht.

Eigen weg . . .

De jonge Noor (Carlsen) staat vooral bekend als iemand, die altijd zijn eigen weg zoekt (én op zijn eigen manier). Hij laat zich niet leiden door adviezen (hoe goed bedoeld ook) van anderen; het Carlsen-team voor de match kende dan ook een nogal afwijkende samenstelling.
Ten eerste had de Noor wel een kok (Magnuss Forsell) bij zich, daar hij graag zijn eigen voedsel bepaalt en hij wat huiverig stond tegenover de normale 'spicy Indian dish'. Daarnaast had Magnus een schaker op clubniveau bij zich(!, Bjorn Gunnar Nesse) die als 'beveiliger' op de lijst stond, maar die eigenlijk moest toezien op de fysieke gesteldheid van de Noor.

Carlsen vindt het fijn om regelmatig 'iets' in de sportschool te doen en verder kon hij met Nesse lekker voetballen, tafeltennissen en zwemmen. Magnus vindt het belangrijk om zich, naast het schaken, fysiek uit te leven (af te reageren).
De Noor vond het ook wel handig om achter de brede schouders van Nesse te kunnen wegduiken, als mensen (en dan met name de hongerige Indiase pers) 'te dicht bij kwamen'. Verder was zijn manager, Espen Adgestein (niet te verwarren met de Noorse schaakgrootmeester Simen Adgestein) tijdens de match aanwezig alsmede zijn vader en één van zijn zusters.   

Vreemd genoeg . . .

Het was opmerkelijk dat Carlsen verder geen directe (hoogstaande) schaaktechnische hulp bij zich had! De enige die hem op schaakgebied 'op de hoogte' hield was grootmeester Jon Ludvig Hammer, die (vanuit Oslo via Skype) dagelijks de analyses van andere schaakkundige helpers overbracht.
Vreemd genoeg leek het alsof team-Carlsen nauwelijks aandacht aan het schaken besteedde; men was aan het sporten of deed spelletjes (voornamelijk kaarten).
Eerder (tijdens  schaaktoernooien) had Magnus vaak vrienden (leeftijdsgenoten) bij zich om 'de tijd door te komen'; deze keer had hij daarvan afgezien. Zijn secondanten moesten alleen zorgen dat hij zich happy voelde en hem afschermden van zaken die hij toch als 'nu niet belangrijk' af zou doen. Het allerbelangrijkste was dat Carlsen zich goed kon concentreren ('in een meditatieve toestand kon geraken', zoals hij dat zelf noemt) op de volgende partij. Magnus Carlsen won de match om de wereldtitel met 6½ - 3½ (3 overwinningen, 7 remises).

Voor de volledigheid: In 2014 vond er opnieuw een match Carlsen-Anand (om de wereldtitel schaken) plaats (Sotsji - Rusland -); ook deze keer won de Noor, nu met 6½ - 4½ (3-7-1).

Hoe 'staat' het trouwens met de dammatch om de wereldtitel (Georgiev-Groenendijk)? Dit laatste om te voorkomen dat er weer opmerkingen binnenkomen over het hoge schaak-gehalte van bovenstaand epistel . . .

woensdag 13 januari 2016

De dag des...

Door Tjalling van den Bosch

Uw penneleur keek (al lange tijd) reikhalzend uit naar de voorlaatste dag van het afgelopen jaar; om precies te zijn naar: Woensdag 30 december 2015. Op die bewuste ochtend stapte schrijver dezes om 8.30 uur goedgemutst/ vrolijk/vol verwachting in zijn auto als één van de deelnemers (tegenstander) aan de wereldrecordpoging kloksimultaan van Alexander Georgiev (de kleine tsaar).

Georgiev nam het op tegen 45 opponenten en diende een score van tenminste 70% (in dit geval minimaal 63 punten) te halen, om te slagen in zijn poging. Het evenement werd gehouden te Almere en georganiseerd door de mannenbroeders van Stichting Aanzet.
Dat uw penneleur zo 'happy' was kwam vooral door dat laatste; ervaring heeft de damwereld meer dan eens duidelijk gemaakt dat, wat de bestuurders van deze rechtspersoon zonder winstoogmerk (IJsbrand Haven, Bart Jonker, Joop Kip en Piet Dijkstra) aanpakken, altijd een grandeur en charme in zich heeft, welke zijns gelijke niet kent, in onze edele damsport.

Voorpret . . .

Niets is zo leuk om 'naar iets uit te zien'; mijmeren over dat wat gaat komen, kortom voorpret hebben.  Tijdens de autorit naar Almere schoten de gedachten van uw penneleur van:
"Wat onze nationale dam-elite vorige maand (in Emmen, tijdens het WK) niet lukte moet ons (45 tegenstanders) dan vandaag maar lukken (Georgiev niet laten slagen). Schakers hadden dit jaren geleden ook zo gedaan (zie op de blog: Dammers zijn slimmer dan schakers - oktober 2013 -); gezamenlijke wraak op iemand die de nationale trots had geschaad!", via: "De vorige keer (zie op dit blog: Georgiev . . . - november 2012 -) had Georgiev het best zwaar, kwam op een gegeven ogenblik flink in de problemen (toen tegen 42 tegenstanders!)" naar: "Ik ga ervoor, niet 'alles eraf hakken', maar gewoon proberen te winnen"!! En ook: "Ik ben niet zo goed in dammen, maar ik ga, zoals gewoonlijk, op karakter".

Plotseling was het gemijmer afgelopen, de realiteit diende zich aan: Almere en dan heel specifiek: Congrescentrum Annapark. Een ieder werd koninklijk welkom geheten door de organisatoren; daarna kon de speelzaal worden geïnspecteerd. Het zag er allemaal weer (meer dan) keurig uit.

Afijn, alles stond klaar om de strijd te laten ontbranden; vlak voor aanvang zwaaide mede-organisator Joop Kip (das huhn, voor intimi ) plotseling met de deelnemerslijst . . .Bhawanibhiek (zo dat staat, maar vanaf nu alleen nog maar: ROEP) was er (als enige) nog niet; afijn uw penneleur naar buiten, om te zien of hij Roep kon vinden. Op een gegeven ogenblik meende ik de atletische gestalte van Kees Thijssen in de verte te ontwaren. Kippig turend meende ik ook de contouren van Paul Oudshoorn en Hein Meijer te zien en daar was nog een (kleine) manspersoon; het leek wel of Thijssen hem telkens voor zich uitschopte . . . inderdaad, het was de verloren zoon (Roep). De organisatie verwittigd van mijn ontdekking en toen kon de strijd dan echt losbarsten.

2012 . . .

Wat mij vooral was bijgebleven van de (geslaagde) recordpoging uit 2012, was dat Georgiev op een gegeven ogenblik in een partij 'door de klok ging' (tegen Poortinga), daarvan schrok, en na een rondje 'klokinspectie', op diverse borden remise voorstelde;  hetgeen door vrijwel iedere tegenstander werd geaccepteerd. Zodoende werd toen het 'aantal borden' flink gereduceerd en kon Georgiev de strijd (moeizaam. dat wel) tot een goed einde brengen. Vanwege die wetenschap was uw penneleur ditmaal gewapend met een heuse stopwatch! Resultaat? (Goed dat uw dat vraagt . . .): tussen de 8ste en 9de zet (aan mijn bord) zat een tijdsduur van 4' en 10". Tussen de 16de en 17de zet  5' en 52" en tussen de 27ste en 28ste zet zat 7' en 45".
Mijn (tussentijdse) conclusie was dat 'het' wel sneller ging dan in 2012, maar dat Georgiev het nu (halverwege) duidelijk moeilijker had. Overigens werd er met ouderwetse (Koopmans-)klokken gespeeld en niet, zoals in 2012, met digitale monsters. Of dit bewust is gedaan werd niet bekend gemaakt, maar Georgiev kon nu 'de tijd' veel beter 'aflezen'.

Persoonlijke notities . . .

Mijn partij vorderde en ik was zeer tevreden over mijn stelling op het bord; nadat we (de wereldkampioen en ik . . .) op een gegeven ogenblik de tempo's hadden uitgespeeld moest 'hij' een (zware?) beslissing nemen. Hij 'ruilde naar het centrum', waardoor ik hem in de hekstelling kon nemen, hetgeen mij tot grote tevredenheid stemde . . . Wel moest ik de nodige wendingen (mogelijke voortzettingen) goed berekenen en dus verbruikte ik nogal wat tijd; Georgiev daarentegen had soms maar 'één zet' en flitste dus telkens snel voorbij.

Intermezzo . . .

Eén van de deelneemsters was Heike Verheul; op een gegeven ogenblik keek ze mij onheilspellend aan en zei (geluidloos): "Ik loop in een zetje". Maar eens even kijken; ja hoor, Georgiev kon een '3 om 4 nemen' en dan staat er ook nog een schijf van The Heikster 'op de tocht'. "Dan kan je gelijk opgeven" fluisterde ik haar bemoedigend(?) in het oor; echter, de wereldkampioen verscheen aan haar bord, deed snel een afruil . . . Verheul onthutst achterlatend!
(Na afloop zou Georgiev zeggen, toen hij geconfronteerd werd met 'de gemiste kans',  dat hij er vanuit was gegaan dat Heike de zetjes wel in de gaten zou houden . . .). Afijn, de wereldkampioen maakt dus onder deze omstandigheden ook fouten, was de (mijn) bemoedigende conclusie. Maar goed, maar weer snel naar mijn eigen partij; vooral geconcentreerd blijven en niet in eigen hersenspinsels verzuipen!

Tussen mijn oren . . .

De spanning aan mijn bord was te snijden; ik moest (zo hield ik mijzelf voor) wel ontspanning houden, want anders gaat het zomaar mis.  Gelukkig kwam Piet Roozenburg even langs, hij knikte mij goedkeurend toe. Ook Andris Andreiko meldde zich, hij mompelde iets over zijn partij tegen Jegorow (Bakoe 1962); afijn het was heel gezellig bij mijn bord. Op een gegeven ogenblik 'zag ik het licht'; gevaarlijk prikte ik met (21-27) in de witte stelling; Georgiev was nu echt in de problemen . . . hij moest telkens langer en langer nadenken als hij 'bij mij' kwam! Roep kwam ook eens een kijkje nemen; hij was de eerste die de handdoek had moeten gooien.

Op een bepaald moment kon Georgiev 'uit de hekstelling' komen, via een 2 om 2 of 3 om 3; daar richtte ik mijn aandacht op. Daar was hij weer, zonder lang nadenken koos hij voor de 3 om 3. Ik ben netjes aangelegd (hoop niet dat mijn vriendin dit leest . . .) en ruimde telkens de 'geslagen' schijven op, door ze keurig in 'het doosje' te doen. Zo ook na de 3 om 3: "Hé, ik mis een schijf, waar ligt die(?) . . . WAAR LIGT DIE?!? De vele omstanders bij 'mijn bord', glimlachten vriendelijk . . . Ik bekeek de stelling op het bord, UHHHH??? 8 om 9???

Toen werd me veel duidelijk; ergens had zich in mijn (voor zover aanwezig) hersenen het idee post gevat, dat het een 3 om 3 was, maar de nuchtere waarheid was, dat het een (voor Georgiev): 'Twee geven, drie slaan betrof'. Het duurde even voordat de wereldkampioen weer bij 'mijn bord' kwam, velen zaten nog lekker te dammen (ZIJ WEL!!); ik heb opgegeven als een man (dat dan weer wel).

Dammers waarvan duidelijk is, dat hun partij is afgelopen, krijgen van mededammers vaak de twee-letterige vraag: "EN?" voorgeschoteld; zo ook in dit geval. Wanneer je, zoals uw penneleur, regelmatig met onvolkomenheden van doen hebt, ontstaat er op natuurlijke wijze een omvangrijk afweermechanisme!  Op de dammersvraag (EN?) verschool ik mij ditmaal achter Descartes: "Ik blunder dus ik besta".
In dit specifieke geval is het omgekeerde waarschijnlijk iets nauwkeuriger . . . Voor de analytici; ik had i.p.v. 35. (6-11), beter (1-7) kunnen spelen, want dan had ik na zijn 36. 41-37 - what else? - in ieder geval een  (te?) dure doorbraak gehad. Dat had ik tijdens mijn berekeningen ook wel 'gezien', maar ja, ik 'zag' heel iets anders (beter). Dat dat dan niet klopt, is natuurlijk botte pech!. 

Bekend . . .

Het is natuurlijk allang bekend, dat Georgiev (wederom) met vlag en wimpel slaagde voor dit examen (68 punten; ruim 75%) en dus (en ook weer: Wederom): Veni, vidi, vici . . . (voor de wereldkampioen dan, dat begrijpt u wel; voor uw penneleur was het - en ook zeer zeker: Wederom: - Veni, vidi, vaginalis . . .).

Toch was het, ook voor (en natuurlijk mede door) schrijver dezes, een fantastische dam-dag, waar nog lang over zal worden gesproken. Het buffet, na afloop, was ook uitzonderlijk goed en natuurlijk konden de 45 deelnemers hun verdriet verdrinken in een glaasje alcohol ("ik ben niet zo goed in alcohol, maar ik ga, zoals gewoonlijk, op karakter . . .").

Mannen van Stichting Aanzet, dank voor deze onvergetelijke dam-happening.



   

woensdag 6 januari 2016

2016...

Door Tjalling van den Bosch

Het jaar 2016 is in volle glorie aangebroken; wat het nieuwe jaar ons zal brengen(?), ligt (gelukkig) grotendeels nog in nevelen gehuld. Gezien de wereldse problemen (anno 2016), vallen de schermutselingen op damgebied/dambord natuurlijk in het niet.Toch wil ik u enkele damvooruitzichten niet onthouden: 

Donderdag 7 januari
Huizumer sneldamgala te Leeuwarden
Aanvang: 20.00 uur.
Titelverdediger: Roel Boomstra.

Zaterdag 9 januari
Het Sibbele Reekers damtoernooi in Woudsend
Aanvang: 10.00 uur
Titelverdediger: Teake Kooistra.

Zaterdag 6 februari
Hepie Koelstra Rapiddamtoernooi.
Aanvang: 10.00 uur
Titelverdediger: Andrej Kalmakov.

(Voor dammers die het leuk vinden om de jongens (en meisjes) van 'de andere kant' eens in actie te zien: 15 t.e.m. 31 januari Tata Steel Chess - u weet wel Dé Hoogovens -). 

Ingelost . . .

Zo, zijn die beloftes ook weer ingelost; voor meer damactiviteiten verwijs ik u naar de damkalender op de KNDB-site. Wat heeft 2016 verder nog voor de damwereld in petto(?); veel, zeer veel. Uw penneleur kijkt dit jaar vooral uit naar de tweekamp om de wereldtitel tussen Alexander Georgiev en Jan Groenendijk; naast het bekende zomertoernooi in Salou (van 15 mei t.e.m. 23 mei - wacht niet te lang met inschrijven! -) natuurlijk.  

Hopelijk wordt het niet een tweekamp met allemaal cosmetische aanpassingen, om toch vooral maar 'tot een beslissing' te komen. Mijn voorkeur gaat uit naar een traditionele clash; gewoon 20 partijen en bij een gelijke eindstand behoudt de zittende wereldkampioen zijn titel. Het zal wel niet gaan gebeuren, toch hoop ik dat sneldam-partijtjes niet weer van stal worden gehaald. Er zijn mensen die het sneldammen zien als een soort verlenging; "net als in het voetbal" wordt er dan vaak bij gezegd. 
Wat mij betreft is dat een scheve vergelijking; in het voetbal is de verlenging niets meer dan dat. Door de 'dam-verlenging' verandert de sport wezenlijk; een hoogwaardige denksport, verwordt dan (m.i.) een instinctief actie-reactie-spelletje.
Als men de (dam-verlenging-)vergelijking met het voetbal door wil trekken, dan moet men in een voetbal-verlenging overgaan tot het spelen met een tafeltennis-balletje! 

Dat is natuurlijk absurd (waarom in het dammen dan wel?); daarom ben ik ook een groot tegenstander van het versneld beslissen van de strijd om de mondiale hoogste dam-eer. Je ontneemt hoog-geleerden (grootmeesters) de mogelijkheid om hun talenten (denken/begrijpen op het hoogste niveau) tot volle wasdom te laten komen.

Ook het hele setsysteem vind ik niets; "Elke keer een beslissing, net als in het tennis" wordt er dan vaak aan toegevoegd. Wederom (m.i.) een verkeerde vergelijking; zoals schaakgrootmeester (en meervoudig wereldkampioen) Anatoli Karpov het ooit zei (vanuit zijn schaak-oogpunt): "In het tennis kan men 70 'unforced errors' maken en de partij toch nog winnen". Het moge duidelijk zijn; in denksporten is meestal één fout allesbeslissend!

De andere kant op . . .

De hoop op een traditionele tweekamp zal wel ijdel zijn, maar zou het, na decennialang te hebben geknoeid met plusjes en minnetjes, sets, denktijdverkorting en wat al dies meer zij, niet eens tijd worden om iets 'de andere kant op' uit te proberen? De hierboven genoemde probeersels hebben m.i. niet het gewenste resultaat opgeleverd. Het is m.i. sowieso bedenkelijk om op het hoogste niveau en op het hoogste podium 'iets' uit te proberen. Hopelijk is men eens bereid om eens serieus over mijn (regelmatig) geventileerde ideeën na te denken, in het mooie dam-jaar 2016.

Je hebt nooit meer . . .

Kort geleden kreeg uw penneleur "Je hebt nooit meer diagrammetjes" voor de voeten geworpen; bij deze:

Tijdens het zeer gezellige kerst-sneldamtoernooi in Mildam (Hof van Schoterland) werd hier, in razende tijdnood en na zwarts laatste zet (48-39), remise overeen gekomen. Uw penneleur heeft dan niet direct de (veel dammers eigen) behoefte om iets te zeggen, zeker niet gezien de tijdgeest. Maar toch blijft zoiets 'hangen', dus bij deze laten we 'wit' weten dat: 26-21 en 27-21 toch wel heel kansrijk was . . ., vooral ook omdat 'zwart' tijdens de prijsuitreiking 'hoger' bleek te zijn geëindigd dan
'wit', en daardoor eerder een keus mocht maken uit de zorgvuldig samengestelde vlees-prijzen-pot . . . 



Hier is zwart aan zet.
Iets zwaarder; zwart 'ziet' dat (45-50) remise is. Ook als hij (27-32) speelt, is na 9-4 (32x41) 4x47 (28-32) geen 'witte' winst meer mogelijk. Om één of andere duistere reden komt hij met het laatste, dus: (27-32). Fouten wachten geduldig, tot ze worden 'uitgevoerd' . . . Nu wordt zwart namelijk verrast door: 9-3  (32x41)  42-37  (41x32) en 3-25 . . .  De dreiging is duidelijk: 44-40; daar kan zwart weinig tot niets tegen in brengen (W+). Hopelijk zijn de 'voor-de-voeten-gooiers' voorlopig weer even bevredigd.

Eindspelen in de edele damsport zijn . . . , wat 'putten' is voor golfers . . .