Door Tjalling van den Bosch
In het epistel van vorige week maakte uw penneleur reeds melding van het onderwerp deze week. Marcel Bonnard was een Franse dammer, die geboren werd op 27 maart 1886 in Saint-Pierre-de-Bœuf (Departement Loire). Hij overleed op 6 oktober 1958 in Lyon (Departement Métropole de Lyon) en ligt begraven in zijn geboortedorp. Dat Bonnard de hoge leeftijd van 72 jaar bereikte was op zich al opmerkelijk te noemen, daar hij zijn leven lang kwakkelde met zijn gezondheid. Wat er precies met zijn fysieke toestand aan de hand was, konden we helaas niet achterhalen, maar het schijnt 'iets chronisch' te zijn geweest.
Jong geleerd . . .
Op 5-jarige leeftijd kwam Marcel in aanraking met het damspel; of er 'thuis' werd gedamd, of dat hij de eerste beginselen 'op school meekreeg', is niet helemaal duidelijk, maar 'hij was er dus al jong bij'. Op de (voor die tijd jonge) leeftijd van net 18 jaar, werd hij op 1 april 1904 ingeschreven als lid van damclub Damier Lyonnais; hij zou er zijn leven lang lid van blijven en vele bestuurlijke functies bekleden.
Reeds in 1907 schreef Bonnard de eerste, van vele clubkampioenschappen van de damvereniging uit Lyon op zijn naam. Ter nagedachtenis aan Marcel Bonnard wordt er, sinds zijn overlijden, jaarlijks een damtoernooi aan hem opgedragen. De editie van het Tournoi Marcel Bonnard 2016 werd in de hoogste klasse (Excellence) gewonnen door een zekere Claude Januel.
Frankrijk was in de jaren voor de tweede wereldoorlog toonaangevend in de (toen nog beperkte) internationale damwereld. Samen met Isidore Weiss, Alfred Molimard, Stanislas Bizot en Marius Fabre was Marcel Bonnard in die jaren 'lid' van een illuster kwintet succesvolle Franse grootmeesters, die men ook wel gekscherend de vijf musketiers noemde.
In 1912 deed Bonnard voor het eerst mee aan een wereldkampioenschap dammen; het toernooi werd in Nederland gehouden en (zeer) verrassend gewonnen door Herman Hoogland, Bonnard eindigde toen als vijfde. Alsof het zo moest zijn eindigde Bonnard in 1954, tijdens zijn laatste wereldkampioenschap, wederom als vijfde. De Nederlander Piet Roozenburg werd toen wereldkampioen, door de verassende Canadees Raoul Dagenais nipt voor te blijven.
Tijdens het WK van 1954 werd ook duidelijk dat Frankrijk zijn positie als toonaangevend dam-land kwijt was; tot op heden zelfs definitief. Bonnard (de laatste der musketiers) was toen (in 1954), op 66-jarige leeftijd, de enige Fransman die nog 'mee kon komen', op het hoogste internationale niveau.
Van zeer groot belang . . .
Ondanks dat Marcel Bonnard nimmer wereldkampioen werd, was hij van zeer groot belang voor het edele damspel; zowel nationaal en internationaal zorgde hij voor de ontwikkeling van het dammen.
Ondanks zijn fragiele gezondheid, kwam Bonnard op zijn collega-dammers over als een kwieke, levendige, bij tijd en wijle zelfs temperamentvolle persoonlijkheid. Maar Bonnard was meer dan een collega-dammer, je zou hem zelf (toentertijd) 'het geweten van het dammen' kunnen noemen.
We citeren Jan Apeldoorn uit zijn onvolprezen boek 100 jaar WK Dammen: 'Als hoofdredacteur van het vooraanstaande dam-blad 'Le Jeu de Dames' was Marcel Bonnard jarenlang de ziel van de Franse dambeweging. Van zijn hand verschenen talloze belangwekkende verhandelingen. Zijn kennis van het damspel en de spelers was vermaard en hij werd ook wel de 'wandelende dam-encyclopedie' genoemd.'
Als rechtgeaarde Fransman was Bonnard natuurlijk chauvinistisch wanneer hij de belangen van Frankrijk verdedigde, maar hij had ook oog voor de belangen van de internationale dambeweging. Vanwege zijn gezondheid moest Bonnard het WK van 1948 aan zich voorbij laten gaan, maar hij heeft zich enorm ingezet om Pierre Ghestem wel mee te laten doen. Ghestem was toen regerend wereldkampioen dammen, maar leefde in die tijd in onmin met de Franse Dambond en weigerde aanvankelijk zijn land te vertegenwoordigen op het betreffende wereldkampioen- schap.
Bonnard schreef een hartstochtelijke brief aan Ghestem, waarin hij onder andere schreef: "Als je met je weigering (om mee te doen aan het WK) de Franse Dambond wilt straffen, doe het (wel meedoen) dan voor de internationale dambeweging".
Ook de Nederlander Piet Roozenburg zette zich in om Ghestem over te halen om mee te doen; Roozenburg reisde er zelfs, als vertegenwoordiger van de Nederlandse dambond, voor naar Parijs om het Franse geschil bij te leggen. Pierre Ghestem kon zeer volhardend zijn, maar na zoveel hartverwarmende aanmoedigingen, ging hij overstag en liet zich alsnog (zij het op het laatste moment) inschrijven.
Dat Roozenburg zich zo inspande om Ghestem mee te laten doen was opmerkelijk te noemen; de Fransman had in de 20 jaar voor het WK 1948 het internationale dammen gedomineerd en . . . Roozenburg was toentertijd zelf één van de belangrijkste kandidaten voor de wereldtitel!
Afijn, terug naar Marcel Bonnard; in zijn dagelijks leven had hij een druk bezette baan als ambtenaar (kom daar tegenwoordig nog eens om!), waardoor Bonnard ook regelmatig damevenementen aan zich voorbij moest laten gaan. In zijn vrije tijd vermaakte Bonnard zich ook solitair met het dammen; hij heeft alleen al zo'n 600 damproblemen gecomponeerd en verder studeerde hij veel.
Dat laatste heeft misschien wel de basis gelegd voor de later naar hem genoemde Partie Bonnard.
Conclusie . . .
De twee wereldoorlogen die het Europese continent teisterden, in de eerste helft van de 20ste eeuw, hadden grote (lees: negatieve) invloed op de dam-carrière van ons onderwerp. Marcel Bonnard mag dan de wereldtitel dammen (anders dan al zijn musketier-broeders!) nooit aan zijn palmares hebben kunnen toevoegen, maar zijn positieve invloed op het belang van de (toentertijd nog fragiele) internationale damwereld staat buiten kijf . . .!
Het bovenstaande is slechts een kleine persoonlijke schets (en ook niet meer dan dat!) van Marcel Bonnard:
Opdat wij niet vergeten . . ..