woensdag 27 juli 2016

Bonnard...

Door Tjalling van den Bosch

In het epistel van vorige week maakte uw penneleur reeds melding van het onderwerp deze week.  Marcel Bonnard was een Franse dammer, die geboren werd op 27 maart 1886 in Saint-Pierre-de-Bœuf (Departement Loire). Hij overleed op 6 oktober 1958 in Lyon (Departement Métropole de Lyon) en ligt begraven in zijn geboortedorp. Dat Bonnard de hoge leeftijd van 72 jaar bereikte was op zich al opmerkelijk te noemen, daar hij zijn leven lang kwakkelde met zijn gezondheid. Wat er precies met zijn fysieke toestand aan de hand was, konden we helaas niet achterhalen, maar het schijnt 'iets chronisch' te zijn geweest.

Jong geleerd . . .

Op 5-jarige leeftijd kwam Marcel in aanraking met het damspel; of er 'thuis' werd gedamd, of dat hij de eerste beginselen 'op school meekreeg', is niet helemaal duidelijk, maar 'hij was er dus al jong bij'. Op de (voor die tijd jonge) leeftijd van net 18 jaar, werd hij op 1 april 1904 ingeschreven als lid van damclub Damier Lyonnais; hij zou er zijn leven lang lid van blijven en vele bestuurlijke functies bekleden.
Reeds in 1907 schreef Bonnard de eerste, van vele clubkampioenschappen van de damvereniging uit Lyon op zijn naam. Ter nagedachtenis aan Marcel Bonnard wordt er, sinds zijn overlijden, jaarlijks een damtoernooi aan hem opgedragen. De editie van het Tournoi Marcel Bonnard 2016 werd in de hoogste klasse (Excellence) gewonnen door een zekere Claude Januel. 
  
Frankrijk was in de jaren voor de tweede wereldoorlog toonaangevend in de (toen nog beperkte) internationale damwereld. Samen met Isidore Weiss, Alfred Molimard, Stanislas Bizot en Marius Fabre was Marcel Bonnard in die jaren 'lid' van een illuster kwintet succesvolle Franse grootmeesters, die men ook wel gekscherend de vijf musketiers noemde.

In 1912 deed Bonnard voor het eerst mee aan een wereldkampioenschap dammen; het toernooi werd in Nederland gehouden en (zeer) verrassend gewonnen door Herman Hoogland, Bonnard eindigde toen als vijfde. Alsof het zo moest zijn eindigde Bonnard in 1954, tijdens zijn laatste wereldkampioenschap, wederom als vijfde. De Nederlander Piet Roozenburg werd toen wereldkampioen, door de verassende Canadees Raoul Dagenais nipt voor te blijven.
Tijdens het WK van 1954 werd ook duidelijk dat Frankrijk zijn positie als toonaangevend dam-land kwijt was; tot op heden zelfs definitief.  Bonnard (de laatste der musketiers) was toen (in 1954), op 66-jarige leeftijd, de enige Fransman die nog 'mee kon komen', op het hoogste internationale niveau.

Van zeer groot belang . . .

Ondanks dat Marcel Bonnard nimmer wereldkampioen werd, was hij van zeer groot belang voor het edele damspel; zowel nationaal en internationaal zorgde hij voor de ontwikkeling van het dammen.
Ondanks zijn fragiele gezondheid, kwam Bonnard op zijn collega-dammers over als een kwieke, levendige, bij tijd en wijle zelfs temperamentvolle persoonlijkheid. Maar Bonnard was meer dan een collega-dammer, je zou hem zelf (toentertijd) 'het geweten van het dammen' kunnen noemen.
We citeren Jan Apeldoorn uit zijn onvolprezen boek 100 jaar WK Dammen'Als hoofdredacteur van het vooraanstaande dam-blad 'Le Jeu de Dames' was Marcel Bonnard jarenlang de ziel van de Franse dambeweging. Van zijn hand verschenen talloze belangwekkende verhandelingen. Zijn kennis van het damspel en de spelers was vermaard en hij werd ook wel de 'wandelende dam-encyclopedie' genoemd.'

Als rechtgeaarde Fransman was Bonnard natuurlijk chauvinistisch wanneer hij de belangen van Frankrijk verdedigde, maar hij had ook oog voor de belangen van de internationale dambeweging. Vanwege zijn gezondheid moest Bonnard het WK van 1948 aan zich voorbij laten gaan, maar hij heeft zich enorm ingezet om Pierre Ghestem wel mee te laten doen. Ghestem was toen regerend wereldkampioen dammen, maar leefde in die tijd in onmin met de Franse Dambond en weigerde aanvankelijk zijn land te vertegenwoordigen op het betreffende wereldkampioen- schap. 
Bonnard schreef een hartstochtelijke brief aan Ghestem, waarin hij onder andere schreef:  "Als je met je weigering (om mee te doen aan het WK) de Franse Dambond wilt straffen, doe het (wel meedoen) dan voor de internationale dambeweging".

Ook de Nederlander Piet Roozenburg  zette zich in om Ghestem over te halen om mee te doen; Roozenburg reisde er zelfs, als vertegenwoordiger van de Nederlandse dambond, voor naar Parijs om het Franse geschil bij te leggen. Pierre Ghestem kon zeer volhardend zijn, maar na zoveel hartverwarmende aanmoedigingen, ging hij overstag en liet zich alsnog (zij het op het laatste moment) inschrijven.
Dat Roozenburg zich zo inspande om Ghestem mee te laten doen was opmerkelijk te noemen; de Fransman had in de 20 jaar voor het WK 1948 het internationale dammen gedomineerd en . . . Roozenburg was toentertijd zelf één van de belangrijkste kandidaten voor de wereldtitel! 

Afijn, terug naar Marcel Bonnard; in zijn dagelijks leven had hij een druk bezette baan als ambtenaar (kom daar tegenwoordig nog eens om!), waardoor Bonnard ook regelmatig damevenementen aan zich voorbij moest laten gaan. In zijn vrije tijd vermaakte Bonnard zich ook solitair met het dammen; hij heeft alleen al zo'n 600 damproblemen gecomponeerd en verder studeerde hij veel.
Dat laatste heeft misschien wel de basis gelegd voor de later naar hem genoemde Partie Bonnard.

Conclusie . . .

De twee wereldoorlogen die het Europese continent teisterden, in de eerste helft van de 20ste eeuw, hadden grote (lees: negatieve) invloed op de dam-carrière van ons onderwerp.  Marcel Bonnard mag dan de wereldtitel dammen (anders dan al zijn musketier-broeders!) nooit aan zijn palmares hebben kunnen toevoegen, maar zijn positieve invloed op het belang van de (toentertijd nog fragiele) internationale damwereld staat buiten kijf . . .!

Het bovenstaande is slechts een kleine persoonlijke schets (en ook niet meer dan dat!) van Marcel Bonnard:
Opdat wij niet vergeten . . ..


donderdag 21 juli 2016

Openingen...


Door Tjalling van den Bosch
                                                           
Wanneer u schaakliefhebbers hoort praten over een zojuist beëindigde partij, dan komt men al snel met de naam van 'de opening' op de proppen. Het schaakspel kent een groot aantal 'vaste openingen'; reeds in de 16de eeuw(!) waren er verschillende schaakopeningen bekend. Tegenwoordig zijn dat er honderden, die na diepgaande analyses overgaan in varianten en sub-varianten.
Enkele schaakopeningen die 'ons dammers' misschien niet onbekend in de oren  klinken zijn: Het Siciliaans, Hollands en Koningsgambiet. Het Koningsfianchetto, de Réti en de Caro-Kan zijn voor de meeste dammers echter onbekend terrein. 

Hoe zit dat . . . 

Liefhebbers van het edele damspel komen in een vergelijkbare situatie nog wel met de Keller of de Roozenburg-aanval aanzetten, maar dan stokt het bij de meeste al snel. Voor dammers die iets 'verder' hebben gestudeerd zijn misschien het Half-Open-klassiekde Chefnued opening en de Molimard ook nog wel bekend, maar voor kennis van het Gronings, de Klaverblad-opening, de Jansen-opening en de Beerepoot-opening moet  men toch al gauw bij grootmeesters aankloppen.
(Er zijn trouwens in de damwereld aanzienlijk meer namen van openingen bekend, maar, daar waar ze in de schaakwereld algemeen bekend zijn - ook bij schaakhobbyisten -, laten damliefhebbers dergelijke aanduidingen veelal voor wat ze zijn).   

Vingers branden . . . 

Aan de Partie Bonnard branden de meeste liefhebbers zich meestal niet; grootmeesters beschouwen deze openings-opzet sowieso als inferieur (of is dat laatste slechts een excuus om er vooral maar niet aan te hoeven beginnen?). De laatste maal dat ik de Partie Bonnard tegen ben gekomen op het allerhoogste niveau, was dé partij uit de WK-match Chizhov-Sijbrands uit 1990 (Oh Schmerz!!).

Even voor de niet-dammers onder de lezers; op 2 maart 1990 speelde Grand Maître Ton Sijbrands tegen de Russische wereldkampioen (en vanzelf: Grand Maître) Alexey Chizhov de laatste partij in hun tweekamp om de wereldtitel. Via de (op grootmeester-niveau) moeilijk hanteerbare Partie Bonnard had de Nederlander winnend voordeel weten te verkrijgen; onder grote tijdsdruk wist Sijbrands uiteindelijk de winst niet te verzilveren, waardoor de match in een gelijkspel (20-20) eindigde en met die uitslag behield de Rus toen zijn wereldtitel. 

Marcel . . . 

De Partie Bonnard dankt zijn naam aan de Franse dammer Marcel Bonnard, hetgeen vreemd is, want in een speurtocht die onder andere voer langs Toernooibase Dammen en Turbodambase en veel oude periodieken komt men welgeteld tot drie partijen van Bonnard, waarin hij de bewuste opening (en het vervolg) zelf speelde. Twee daarvan waren tegen zijn vriend en veelvuldig trainingspartner M. Fayet; de eerste werd gewonnen door Bonnard en gespeeld tijdens het kampioenschap van Lyon, in het jaar 1921. De tweede, die in een puntedeling eindigde, werd gespeeld in 1923 en was waarschijnlijk uit een vriendschappelijke ontmoeting. 

De allereerste Partie Bonnard van Bonnard stamt uit het wereldkampioenschap van 1912; de partij staat op Toernooibase Dammen. Het betreft de partij Philip Battefeld-Marcel Bonnard uit de 18de ronde, verspeeld op 2 september (WK 1912 dus). De partij is het naspelen meer dan waard, vooral omdat de Partie Bonnard via een wel heel onorthodoxe weg tot stand kwam (uiteindelijk kwam de - zwarte - Partie Bonnard pas rond de 25ste zet ´op het bord´ en zonder een schijf op veld 1 of veld 6).  De partij eindigde in een overwinning van Bonnard.

Overigens was de partij van Bonnard tegen Battefeld (uit 1912) niet de eerste maal dat de bewuste stelling op het bord kwam. Er is sowieso één partij uit 1910 bekend waarin de eerste contouren van een Partie Bonnard zichtbaar waren; hoogstwaarschijnlijk zijn het er meer, maar op een gegeven ogenblik wordt zo'n zoektocht gewoon teveel. 
De 'éne partij' is te vinden in TurbodambaseJack de Haas tegen Isidore Weiss, de partij werd gespeeld in 1910, in welk kader deze ontmoeting plaatsvond is niet bekend. 

Overigens was de naar Piet Roozenburg genoemde opening (Roozenburg-aanval) ook niet  als eerste door de naamgever uitgevoerd. Uit het boek over Roozenburg, onder redactie van Wouter van Beek en Paul Oudshoorn (van harte aanbevolen trouwens), wist niemand minder dan Vjatsjeslav Sjtsjógoljev te melden dat een zekere A. Cardoso als eerste een dergelijke openings-opzet had uitgevoerd.
Maar, zo schrijft Sjtsjógoljev verder in het boek: "De eerste twee zetten vielen samen met het spel van Roozenburg.  Maar . . . iedereen kan twee zetten doen, maar die inhoud meegeven, een exact plan, dat kwam alleen voor rekening van Piet". 

Tot slot . . .

Eén van de fraaiste ontknopingen van een Partie Bonnard, waarbij uw penneleur lijfelijk(?!?) aanwezig was, was zonder meer de Coupe Bouma, waar onze blogmanager reeds in een epistel van 23 januari 2011 (op dit blog) melding van maakte (ook van harte aanbevolen).         

Voor volgende week staat een 'zoektocht naar Marcel Bonnard' op het programma; op die manier kan 'het Frans' ook weer eens worden opgehaald, want vrijwel alle informatie over Bonnard is in de landstaal der Fransozen . . .        

woensdag 13 juli 2016

Epilogue...

Door Tjalling van den Bosch

De aanhef is inderdaad een woord uit de Engelse taal, en ja, het betekent in onze moerstaal: Epiloog.
Een epiloog is een concluderend 'laatste hoofdstuk' van (bijvoorbeeld) een literaire creatie. Het is geen naschrift; tijdens een naschrift richt de auteur zich min of meer (indirect) tot de lezer. Het tegenovergestelde van een epiloog is een proloog; hierin richt de auteur zich 'op voorhand' tot de lezer, om hem of haar, voordat men overgaat tot lezen, iets duidelijk te maken.  De Tour de France start dit jaar (2016) niet met een proloog! Wordt de laatste ronde (etappe) van het drieweekse fietsevenement door Frankrijk (en omgeving) weleens aangeduid met epiloog? (echt gestreden wordt er dan niet meer - maar dit geheel terzijde natuurlijk -).

Waarom . . .?

Waarom een Engelstalige aanhef? Ewel, het damtoernooi Heerhugowaard Open richt zich al jaren op dammers 'van over de hele wereld'. Wij, mensen uit het Vrije Westen, maken dan bij voorkeur gebruik van de taal van onze westerburen, die eigenlijk niets meer met ons van doen willen hebben (Brexit . . .).  "Waar gaat dit nu weer naar toe?" zult u zich ongetwijfeld (nu al) afvragen; hier is het antwoord:

Wit speelt en wint; en ja, het klopt dat wit één schijf 'meer' heeft; het maakt de oplossing van dit gecomponeerde probleem er niet minder fraai op!  
Alhoewel, 'gecomponeerd probleem?'; in Afrika (en dan met name in Kameroen) schreef men de bovenstaande winstvoering toe aan niemand minder dan Ton Sijbrands. De Nederlandse Grand Maître zou ooit een partij op deze indrukwekkende manier hebben gewonnen.
Een filmpje op YouTube (Epilogue Heerhugowaard Open 2013 Open haalde de Afrikanen echter wreed uit de droom.

Na afloop van de sluitingsceremonie van het damtoernooi, Heerhugowaard Open 2013, kreeg Sijbrands van, voormalig president van de internationale dambond (F.M.J.D.), Wouter van Beek een T-shirt overhandigd, met daarop afgedrukt het bovenstaande diagram. Het verhaal, dat Van Beek er aan toevoegde, was dat dit stuk textiel een soort (Kameroenees)   eerbetoon aan Ton Sijbrands was.
Het zou dus gaan om een (winst-)partij van Sijbrands; echter, dit was onjuist volgens Sijbrands (en hij kan het weten - op een dergelijke manier winnen, vergeet je natuurlijk je leven lang niet -!). Echter, Sijbrands zou Sijbrands niet zijn, wanneer ook hij niet het juiste antwoord op de herkomst van de stelling wist!!
Even voor de niet-dammers onder ons: Sijbrands geniet de reputatie dat hij over een fenomenaal geheugen beschikt.

Weiss . . .

Sijbrands vertelde in het filmpje (YouTube), dat het ging om een geesteskind van niemand minder dan Isidore Weiss.Weiss was een Fransman en 'klein van stuk' en werd daarom ook wel de kleine Napoleon genoemd; hij leefde van 1867 tot 1936 en wordt gezien als de eerste grootmeester en wereldkampioen ooit, in het edele damspel. Er bestaat bij sommige onderzoekers enige twijfel over het feit, wanneer er (ruim 100 jaar geleden dus) nu wel of niet om de wereldtitel werd gedamd, maar tegenwoordig gaat men er van uit dat Isidore Weiss zevenmaal de hoogste mondiale titel op zijn palmares kon bijschrijven.
Het was uiteindelijk Alexey Chizhov die dat record uit de boeken haalde; de Rus won maar liefst tienmaal de titel van 's werelds beste dammer.

Voor dammers: Ziet u de 'dam op 5' al?

Voor niet-dammers: in de damwereld is 'het 'zetje van Weiss' gemeengoed. Het betreft een verraderlijke combinatie, welke zelfs onder grootmeesters de nodige slachtoffers heeft gemaakt. De combinatie heeft er zelfs voor gezorgd dat er een dwarsverband is tussen Isidore Weiss en Ton Sijbrands. In 1973 prolongeerde Sijbrands nagenoeg zijn wereldtitel door zijn (Letse - toen nog Sovjet-Rus -) uitdager Andris Andreiko te pakken te nemen met 'het zetje van weiss'.   

Voor dammers en niet-dammers: Heerhugowaard Open 2016; van 16 t.e.m. 23 juli aanstaande. Gewoon even googelen; het is zonder meer een bezoekje waard (en u kunt nog meedoen!).  

Dé oplossing:  26-21  (17x26)  36-31  (26x37)  47-42  (38x47)  27-21  (47x20)  46-41  (37x46)  en nu volgens Sijbrands de meest verrassende zet van de hele combinatie:  48-42  met welke dam  zwart nu eerst slaat doet niet ter zake.  (20x47)  21-16 (46x19)  16x20  (15x24)  39-33  (47x29)  34x5,  met een overgebleven gewonnen stand voor wit!!

Fraai, heel fraai; met dank aan het T-shirt.  





donderdag 7 juli 2016

Bijgeloof...

Door Tjalling van den Bosch

De mens gelooft graag 'in iets'; als er ergens 'graag in iets wordt geloofd', dan is het wel in de sportwereld!  Zo is het bekend dat er dammers (en ook schakers) zijn, die na een zege de volgende dag in dezelfde kleding aantreden; dit kan na een serie overwinningen  een onprettig riekende situatie opleveren!  

Gemeengoed . . .

Ook in andere sporten is bijgeloof gemeengoed; voetballers bijvoorbeeld, die na een gewonnen wedstrijd weer dezelfde ongewassen(!) onderbroek aantrekken en dit net zolang volhouden tot er een nederlaag volgt!

Soms gaan dergelijke rituelen erg ver; in 1974 voetbalde Feyenoord in de finale van de Uefa Cup tegen het Engelse Tottenham Hotspur. In de Rotterdamse formatie speelde Willem van Hanegem het hele seizoen al de sterren van de hemel. Vlak voor de (eerste) wedstrijd in London (de finale werd 'over twee wedstrijden' verspeeld, 'uit en thuis') wezen enkele spelers van the Spurs, Van Hanegem op het feit dat er een gat in één van zijn voetbalschoenen zat! Dat was Van Hanegem (alias De Kromme) natuurlijk bekend; u raadt het al: Bijgeloof.

De Feyenoorder was bezig aan een serie (zeer) goede wedstrijden en wilde absoluut op deze kicksen spelen; gat of geen gat! In de 39ste minuut nam Tottenham de leiding door Mike England, vijf minuten later mocht Van Hanegem een vrije trap nemen op de rand van het vijandelijke strafschopgebied. De Kromme krulde de bal buiten bereik van keeper Pat Jennings in de bovenhoek, met de kapotte voetbalschoen . . .
Tot op de dag van vandaag zweert Van Hanegem, dat hem dit op een nieuwe voetbalschoen nooit was gelukt!  Feyenoord speelde  in London gelijk (2-2) en won thuis (met 2-0) en dus de Uefa Cup.
De wedstrijd in Rotterdam was trouwens vanuit historisch oogpunt belangrijk, vanwege de supportersongeregeldheden . . .!! Het waren de eerste heftige supportersrellen in Nederland ooit, met 150 gewonden! In die tijd zaten de supporters nog niet gescheiden van elkaar en de politie en stewards waren dan ook niet voorbereid op dergelijke toestanden . . ..

Mopperen . . .

Ik hoor enkelen van u alweer mopperen ("Dit heeft toch niets met dammen te maken!"); vaak heeft uw penneleur echter even een aanloopje nodig om tot de kern van zijn betoog(?) te komen. Het volgende verhaal komt uit de mond van veelvoudig wereldkampioen dammen Anatoli Gantvarg. 
Gantvarg (geboren op 3 oktober 1948 te Minsk - Wit Rusland -) deed in 1980 (namens de Sovjet-Unie) mee aan het wereldkampioenschap dammen in Bamako (Mali).  Anatoli heeft zijn fysieke gezondheid altijd hoog in het vaandel staan, ook nu nog; tijdens  het jaarlijkse damtoernooi in Salou, waar de (tegenwoordig in Duitsland wonende) Wit-Rus vrijwel nooit ontbreekt, stapt hij elke ochtend pontificaal in zee voor een pittig zwemtochtje. U moet begrijpen, beste lezers en lezeressen, dat het zeewater in mei (ten tijde van 'Salou Open') nooit boven de 15 graden uitkomt!

Maar goed, terug naar Bamako; vanwege de wil om lichamelijk goed in conditie te blijven, had Gantvarg zich voorgenomen om, tijdens het WK, elke ochtend een flink stuk te gaan hardlopen. Na een week dammen had Gantvarg 5 partijen gewonnen (en twee remise gespeeld), dus was hij met geen mogelijkheid van zijn ochtend(fitness)ritueel af te brengen, echter . . . er kwam een kink in de kabel. Gantvarg kreeg bezoek van iemand van de (Sovjet)ambassade en deze vertelde hem dat er in het gebied waar hij 's ochtends altijd zijn rondjes liep, ook een leeuw rondscharrelde(!) en deze had al twee mensen opgegeten . . .!

Dit bericht bracht Anatoli uit zijn gewone doen; hij moest ergens anders gaan joggen, maar dat wilde hij niet(!), want hij had in de eerste week veel punten gescoord! Het werd voor Gantvarg een groot probleem, want hij wilde nergens anders gaan hardlopen (bijgeloof!), maar ja, die leeuw!  Anatoli begon slechter te slapen en piekerde wat hij nu moest doen! Hij wilde absoluut wereldkampioen worden (hij stond er na een week immers 'zeer goed voor'), maar ja, als hij zijn vaste looproute aanhield dan liep hij de kans opgegeten te worden door die leeuw (met punten en al!).

Uiteindelijk won 'de wil om te winnen' het van het advies van 'de man van de ambassade'!!  Voor de duidelijkheid, Gantvarg bleef het bewuste rondje lopen en ja, hij werd wereldkampioen!

Bijgeloof komt voort uit de wil om te winnen . . ..

Er zijn mensen die vinden dat je altijd moet afsluiten met een 'diagrammetje' ("Is toch veel leuker?"), daarom één van de fraaiste combinaties van het WK in Bamako.

Deze stand komt uit de partij Letsjinski - Gantvarg; zesde ronde en gespeeld op 5-12-1980. Deze klassieke opstelling lijkt op het eerste gezicht misschien in evenwicht; wanneer men de zwarte schijf op 4 overhevelt naar veld 15 en de zwarte schijf van veld 6 naar veld 11, dan is de stand symmetrisch. Toch zijn de (ogenschijnlijk) kleine verschillen in het voordeel van Gantvarg; zwart heeft meerdere mogelijke voortzettingen tot zijn beschikking, terwijl wit redelijker wijs maar kan bogen op één(!), namelijk 40-34. Letsjinki dacht dat hij er nog één had, want hij kwam namelijk op de proppen met: 
29.  27-22  (18x27)  30.  37-31  (26x37)  31. 42x22(?). Gantvarg toonde aan dat dit geen goede voorzetting was en kwam met een originele combinatie naar dam:  31.  . . - . .  13-18  32.  22x2  21-27  33. 32x21  (23x32)  34.  38x27  (14-20)  35.  25x23  (en nu een tempo; 'a tempo, a tempo, my kingdom for a tempo!')  (6-11) de enige!  36.  30x19  (3-8)  37.  2x13  (9x49).  In eerste instantie denky u misschien nog dat de dam 'aan de dure kant' is, maar door de directe  dreiging 11-17 is de zaak snel beslist. Letsjinki speelde nog  38.  35-30, maar toen Gantvarg  (49x26)  sloeg, zag hij het nutteloze van de strijd in en gaf op. 
Postscriptum:

Top drie, WK 1980: 1. Anatoli Gantvarg  32 punten uit 21 wedstrijden;  2. en 3.  Harm Wiersma en Nicolai Mitschanksi met 29 punten.

Naschrift:
De namen van Letsjinki en Mitschanski worden door de FMJD (internationale dambond) tegenwoordig anders geschreven; men draait de derde en vierde letters van de achternamen om! Toernooibase Dammen volgt de FMJD; er zijn echter kenners die dit niet correct vinden . . ..