woensdag 26 juni 2013

Kenners van schone kunsten...

Door Tjalling van den Bosch
 
Iemand die er verstand van heeft kan er over vertellen, dus daarom zijn bij grote damtoernooien (en ook bij andere sportwedstrijden) vaak kenners ingehuurd om uit te leggen wat ons eigenlijk wordt voorgeschoteld. Analytici, of ook wel connaiseurs, vermaken de toeschouwers tijdens de partijen met varianten (mogelijkheden) en vullen de leegtes vaak op met verhalen over spelers, oude partijen en wat al niet meer.

Ik luister altijd graag naar Ton Sijbrands die (in ieder geval voor mij) altijd een vrij helder beeld schetst van de situatie op het bord. Toen ik mij aan dit onderwerp overgaf bedacht ik dat ik Harm Wiersma eigenlijk nog nooit echt aan het werk heb gezien als analysator, vreemd, maar daar zal mijn
lange afwezigheid uit het damwerweldje ongetwijfeld aan hebben bijgedragen. Als ik tegenwoordig wel een groot internationaal toernooi bezoek is Harm vaak organisator/spin het web. Ook Auke Scholma mag ik graag aanhoren, hij heeft natuurlijk een goede kijk op de zaak en met zijn nuchtere Fries/Groningse humor zijn ook zijn analyses prettig en vermakelijk.

Hoe ik op dit onderwerp kwam ? Wel, tijdens de laatste Seaport Masters in Delfzijl kreeg ik Andreas Kuyken als connaiseur voorgeschoteld en ik moet zeggen, het was anders, maar smaakte best goed.
Hij had het over yin en yang, over het spaakbeen en de ellepijp en Kees Thijssen moest vooral meer zijn bovenarm (biceps) gebruiken tijdens zijn partijen. Mede door dit optreden heb ik een boekje van Tjeerd Harmsma gekocht waarin Harmsma een persoonlijke selectie van damrubrieken (1974-1978) van Kuyken uit het NRC Handelsblad  heeft verzameld. Na het lezen van deze rubrieken kwam ik tot hetzelfde oordeel: anders, maar daarom nog niet verkeerd.

Tijdens de wedstrijden die worden georganiseerd door de onvolprezen stichting Aanzet kreeg ik te maken met Paul Oudshoorn en Hein Meijer. Dit duo deed mij een beetje denken aan Jiskefet, Hein op zijn enthousiaste, emotionele manier van commentariëren en Paul op een wat behoudende/lijziger wijze inclusief Amsterdamse tongval. Ik vind dat ze het geweldig doen, zeker als duo zijn zij onvolprezen, maar (!!!) tijdens het laatste N.K. te Steenwijk was er een kink in de kabel gekomen, Hein had zich namelijk geplaatst !!! Dus moest Paul het alleen doen en dat ging hem natuurlijk goed af (hij is niet voor niets Internationaal Meester), alhoewel hij wat verkouden/snotterig was.

Een leuk voorval was het volgende: In de laatste ronde van het bovengenoemde N.K. stortte Paul zich, niets vermoedend, op de opening van de partij tussen Scholma en Boomstra.

Om een goed beeld te schetsen van de situatie geef ik u even de eerste (11) zetten:

1.34-29  19-23 2.40-34  14-19  3.45-40 17-21 4.29-24  20x29 5.33x24 19x30 6.34x25 15-20 7.25x14  10x19 8.39-33  11-17 9.44-39  05-10 10.35-30 6-11 11.31-27  10-14
We zenden nu het commentaar van Oudshoorn integraal uit:

Auke heeft op wel heel slinkse wijze Roel in het 'half open klassiek' gelokt, via een omweg zeg maar. Auke is heel bedreven in dit speltype en er vele goede resultaten mee behaald, of niet Rob (Clerc)? (die toevallig even aanwezig was en dit wel moest beamen). Auke kan nu vervolgen met 39-34 of 40-34 en dan doorbouwen met 33-29 en dan moet Roel mee in Auke zijn geliefde speltype !!

Vervolgens kwam er een hele analyse over de vraag welke zet beter was met 39 naar 34 of met 40 !?.
Edoch, dan komt eindelijk Aukes 12de zet in beeld . . . 33-28 . . . ja er werd gelachen, ook door Paul
zelf. Ik denk dat vele analysatoren wel eens een dergelijke situatie hebben meegemaakt en het is zeker niet de bedoeling om Oudshoorn belachelijk te maken, mocht hij het toch als zodanig opvatten
dan probeer ik het nu goed te maken met:

Wit: Teake Kooistra
Zw.: Paul Oudshoorn

Uit de halve finales van Nederland (27-1-1990)
Wit is aan zet, waarschijnlijk ziet u de schijfwinst nog niet opdoemen voor zwart, maar na 1.33-29  24x33 2.38x29? 23x34
3.40x29  wel ?!? Nee ?, 19-24 !  4.29x20 15x24

Uit arrenmoede offerde wit 5.25-20 maar een schijf, maar de punten gingen naar Paul, 0-2 !

 

 
 
Als afsluiter nog dit (uit de hoofdklasse 1991):

Wit: Paul Oudshoorn
Zw.: Ko Besuijen

 
Paul heeft voordeel (+1), maar dit eindspel lijkt nog lang niet uitgegeten. Schijnbaar voorziet wit wat er gaat komen en daarom speelt hij 1... 4-10 !
Nu zag zwart de remise dichterbij komen:
2.31-37  2.41x32  44-49
en dit, beste lezer, voorzag Oudshoorn voordat hij 4-10 speelde, dus . . .  3.47-41  36x47 4.10-04  en Besuijen liet het erbij, 2-0.

 

 
Mogen de kenners van onze schone kunst ons nog lang vermaken . . .

 

 

 

woensdag 19 juni 2013

Twee tegen één....

Door Tjalling van den Bosch
 
Waarschuwing vooraf: uw blogmanager heeft in een eerder schrijven al eens aangegeven dat de epistels van 'schrijver dezes' vaak 'heen en weer schieten'. Dit is in het onderstaande epistel wederom het geval, maar waar 'schijver dezes' in het verleden vaak nog wel tot een samenhangend verhaal kwam is dat in het onderstaande, op zijn minst, twijfelachtig te noemen!
U zijt gewaarschuwd . . .

U heeft ze vast wel eens bezig gezien, sporters die vlak voor een wedstrijd 'kruisjes slaan', en niet één, nee vele malen achteréén, ik neem aan dat ze Hem om voorspoed (tijdens de wedstrijd) vragen. Velen doen het, ook de tegenstanders, dus moet Hij keuzes maken (of ze negeren natuurlijk, dat kan ook). Ik roep Hem daar niet voor aan, laat mij het maar lekker alleen doen . . .

De Kerk heeft sport altijd gestimuleerd, "goed voor lijf en leden" heeft men waarschijnlijk gedacht en de 'oude Romeinen' hadden het ook al door (geef  het volk brood en spelen). Religie heeft echter, van oudsher, altijd wat meewarig naar bordspelen gekeken.Vaak zag de Kerk overéénkomsten tussen dammen/schaken en kaart- en dobbelspelletjes en aan 'geluksspelletjes' mochten hun volgelingen zich, volgens de interpretaties van hun heilige geschriften, niet overgeven.

Door de eeuwen heen heeft de kerk wel de nodige modificaties aangebracht in hun gedachtegang. In de 16de eeuw maakte bijvoorbeeld de katholieke kerk een hele ommezwaai. Paus Pius de vijfde was namelijk zelf een hartstochtelijk schaker, dus werd in de katholieke kerk, onder zijn bewind, het schaken/dammen toegestaan. Deze Paus (zijn aardse naam was Antonio Gishlieri en zijn kloosternaam, als dominicaan, Michele) was zelfs zo gefascineerd door het schaken dat hij de toen als briljant bekend staande schaker Paolo Boi ongelimiteerde privileges aanbood als hij het ambt van priester op zich zou nemen. Boi was (volgens overlevering) echter teveel levensgenieter om op het voorstel van de Paus in te gaan.

Voor ik verder ga wil ik eerst even een misverstand uit de wereld helpen. Paus Johannes Paulus de tweede (aardse naam Karol Józef Wojtyla) zou diverse schaak-composities op zijn naam hebben staan (mat-in-twee) ! Dit is echter niet waar, hij was wel een sportliefhebber, maar zijn voorkeur ging  vooral uit naar skiën, zwemmen en voetbal. In de wandelgangen van het Vaticaan was het heimelijk bekend dat hij een hartstochtelijk supporter van Liverpool F.C. was. Dat hem schaak-composities werden toegeschreven kwam doordat een Fransman zijn eigen composities publiceerde met eronder de naam van een bekende wereldburger als maker van al dat 'fraais' . . ., maar dit terzijde.

Spelen op de heilige dag is, voor velen, uit den boze. In de damwereld kennen we diverse spelers die weigeren op zondag te spelen, want de zondag is voor hen een rustdag en is er hooguit een kerkgang, maar er is (die dag) zeker geen ruimte voor vertier. Andere gelovigen vertalen hun heilige schrift betreffende hun heilige dag anders. Sommigen spelen wel gewoon op hun heilige dag (ik omschrijf het als zodanig, omdat in sommige geloven de zaterdag als rustdag geldt en misschien zijn er ook nog wel, mij niet bekende, religies die weer heel andere dagen hiervoor hebben aangewezen !?), zolang er maar geen geld mee verdiend wordt, want dan is het, in hun ogen, namelijk werk.

Mensen veranderen ook wel eens van inzicht, zo was er bijvoorbeeld de schaker Samuel Rehsevsky (1911-1992) uit de Verenigde Staten van Noord-Amerika die, als orthodoxe jood, in eerste instantie wel op de sabbat speelde, maar toen zijn vader gedurende de tweede wereldoorlog overleed zag hij dit als een straf voor zijn zonden en vanaf die tijd speelde hij niet meer op zaterdag. Toch interpreteert ook weer niet een ieder, het wel of niet spelen op de heilige dag, het op die manier zo is er bijvoorbeeld de schaker Leonid Yudasin. Hij houdt zich strikt aan de regels en taboes van het orthodoxe  jodendom, maar hij  speelt wel op zaterdag, maar dan noteert hij de zetten niet, want dan is het werk ! Ook zijn er schakers die, vanwege hun geloof, op hun heilige dag niet met elektronische klokken spelen (!) maar wel met de (nu al) ouderwetse mechanische klokken (!) de reden hiervoor zou zijn dat, toen de heilige geschriften werden samengesteld, er nog geen elektriciteit was en dat men dit dus niet heeft kunnen meenemen (voor het nageslacht)
en dus . . .

 Het zijn soms verrassende interpretaties, zo was ooit een schaker in Jeruzalem en hij kwam er achter dat de electronische lift ook op de sabbat gewoon dienst deed, maar wel op elke afdeling stopte, anders dan op door-de-weekse dagen ! 
Zoals zo vaak in het leven, het is maar net hoe je het één en ander interpreteert . . . Hoe het ook zij, het is, voor mij, een waar fenomeen dat ik hier bij de kop heb, om dan nu maar te eindigen op manier waarop de Britse komiek David Allen zijn shows altijd afsloot:

" . . . thank you, goodnight and may your God go with you . . ." 

 Luchtige kost als dagsluiting na dit zware epistel:


Een 'dubbele aanslag', door Fransen wordt deze combinatie een 'Coup des Contraires' genoemd.

1.32-27!  23x34  2.27-22  36x38 3.22x02   . . .














 


 

vrijdag 14 juni 2013

100 ste Huizumer Highlight!

Door Rein van der Pal


De Huizumer

In 1983 werd het eerste nummer van 'De Huizumer' gelanceerd. Verschillende damclubs hadden al een eigen clubblad en Huizum wilde, als toonaangevende vereniging binnen Friesland, niet achterblijven. Sietse Nagel was met Wim Kieffer de oprichter van dit blad. Hij maakte in de loop van de jaren een soort levenswerk van 'De Huizumer'. Intussen heeft het digitale tijdperk zijn intrede gedaan. 'Mister Huizum', de beoogde opvolger van voorzitter Anton Schotanus zo u wilt, vervolgt zijn taak als clubchroniqeur op de website van Damclub Huizum. In de vorm van verhalen, uitslagen, foto's en anekdotes wordt de geschiedenis vastgelegd. www.damclubhuizum.nl
Dat 'De Huizumer' niet meer verschijnt in fysieke vorm is jammer, maar onontkoombaar in het huidige digitale tijdperk. Nooit, nee nooit zal ik het e-book of e-tijdschrift verkiezen boven een gedrukt exemplaar. Toegegeven je kunt het lettertype, achtergrondkleur en helderheid instellen bij een e-book. En het heeft praktische voordelen; geen gesleep met boeken op vakantie. Maar een gedrukt exemplaar kun je ruiken, achterflap lezen, omslag bekijken, aantekeningen maken in de kantlijn en -heel belangrijk- je kunt er naar sneupen in boekhandels. Bij de huidige digitale ontwikkelingen heeft het papier nu eenmaal weinig kans. Op de onderlinge van Huizum wordt door een enkeling - Piet Bouma, Anne-Piet Kooistra- zelfs al genoteerd op een i-pad of tablet. De enige manier om de jeugd te interesseren voor ons mooie spel. Dammen, maar dan wel met een i-pad binnen handbereik. Partijen kunnen hierdoor (semi) live worden gevolgd op Toernooibase.

Huizumer Highlights

Toen bekend werd dat 'De Huizumer' niet meer zou verschijnen besloot schrijver dezes een weblog te starten onder de naam 'Huizumer Highlights'. Vandaag, 30 jaar na het verschijnen van het clubblad, wordt de 100ste bijdrage geplaatst op het blog! Een momentje om even bij stil te staan.
Het weblog was al een tijdje in de lucht toen Tjalling van den Bosch besloot het blog een boost te geven. Sinsdien legt hij een enorme produktiviteit aan de dag en is de invalshoek van zijn stukjes altijd scherp. Vrijwel wekelijks stuurt hij een verhaal in. Geen clublid blijft onbesproken. Moderne ontwikkelingen in de damwereld worden kritisch tegen het licht gehouden en de zelfbenoemde penneleur vergeet niet aandacht te besteden aan de techniek. In boekhandel De Slegte wordt hij steevast aangesproken met Drs. of Schaakgrootmeester. Dit i.v.m. met de grote aantallen schaakboeken en boeken over taalkunde waarmee hij de deur uit gaat. Kom daar eens om als je een e-book download. Als ik uw trouwe informant goed begrepen heb heeft hij nog een flink aantal artikeltjes op stok staan, zodat we het einde van 2013 gemakkelijk halen.

Het verschijnen van het 100 ste blog moet op gepaste wijze worden gevierd. Tjalling en ondergetekende hebben daarom bij de Chinees in Staphorst een (Indonesische rijst)tafel gereserveerd. Voor de lezers van 'De Huizumer Highlights' heb ik vier partijprobleempjes gemaakt, waarvoor de opgave luidt: wit begint en wint.

1.                                                                               2.

3.                                                                               4.

Oplossingen:

1) 1.28-22 17x48 2.33-29 24x33 3.47-42 48x22 4.44-40 35x44 5.50x19 14x23 6.25x05 23-29 7.05-14! 29-33 8.14-09 18-23 9.09-14 23-29 10.14-20 29-34 11.20x38 34-39 12.38-49

2) 1.44-39 35x33 2.47-41! 23x34 3.50-44 40x49 4.25-20 49x27 5.31x13 08x19 6.20x07 02x11 7.42-38 33x42 8.41-37 42x31 9.36x07 19-23 10.07-01 23-28 11.01-29 28-32 12.29-42 15-20 13.42x15 32-37 14. 15-47

3) 1.29-24 20x29 2.27-21 16x49 3.39-33 49x24 4.33-28 23x41 5.34x03 26x37 6.03x47 19-24 7.47x20 15x24 8.48-43 20-24 9.43-39

4) 1.22-17 12x21 2.39-33 30x50 3.28-23 58x38 (halve coup Turc) 4.23x03 35x44 5.37-31 26x37 6.03x50 25-30 7.50-39 30-35 8.39-34 01-06 9.34-07 06-11 10.07x16 35-40 11.16-11 40-45 12.11-50

















dinsdag 4 juni 2013

Meinze Feenstra

 Door Tjalling van den Bosch

De penningmeester van de Huizumer DamClub is Meinze Feenstra. "Hoe ben je aan deze functie gekomen ?" vroegen we hem. "Bij alle clubs waar ik in het verleden lid van was kwam ik vroeg of laat wel in het bestuur terecht, toen ik in 2007 lid werd van Huizum had ik mij voorgenomen om geen officiële functie meer te betrekken. Maar ja,  schijnbaar is het mijn roeping, want in 'een poep en een scheet' zat ik op de zetel van de 'skathâlder' !" was het antwoord.

Meinze Feenstra, is geboren te Ruigahuizen in het hippie-tijdperk (1969). Via Balk kwam het gezin in 1977 in Sloten terecht, waar hij, op school, tot het edele damspel werd bekeerd. Het is vaak zo, en zeker op de kleine dorpen, dat als de 'meester van de lagere school' een hobby heeft, hij zijn leerlingen hier ook mee besmet. In het stadje Sloten (dat ik het verkleinwoord gebruik komt vanwege het inwonertal dat al meer dan een halve eeuw rond de 750 ligt) waren het zelfs twee 'meesters' die de damsport hoog in het vaandel hadden staan, namelijk Sierd Folkertsma en Louw Roelevink.

Op vrijdagmiddag konden de leerlingen, onder schooltijd, dammen en 's avonds kreeg men les van Reitze Schotanus (geen familie van onze voorzitter trouwens) en was er ook een jeugd-competitie.
Sloten (Sleat) had dan ook een bloeiende damclub, elke jeugdspeler werd na de 'lagere school' bijna automatisch, vrijwel zonder uitzondering, lid. "Ik weet nog dat ik tijdens een massakamp (van de Z.W.H.-dambond) op bord 32 (!)  zat" verteld Meinze verder "en we waren niet alleen groot in aantal, ook het niveau was zeer behoorlijk".

Dit laatste klopt, want in die tijd wist Sleat 1, in de strijd om de P.F.D.B.-beker voor viertallen, Huizum 1 te verslaan (!?!), kortom het dammen bloeide in Sloten, onder de bezielende leiding van Reitze Schotanus. Echter, door het plotselinge overlijden van deze grote animator ging het langzamerhand achteruit met de damclub. Door de terugloop van het ledental (en vrijwel geen aanwas meer) moest de damclub in  1997 zich terugtrekken uit de P.F.D.B. en na nog een paar jaar Z.W.H.-dambond werd de club zelfs opgeheven. "Ik vind dat heel erg jammer , want de potentie voor het dammen is er natuurlijk nog steeds, dat zit daar gewoon in de genen" meent onze hoofdpersoon heden ten dage.

Na zijn schooltijd (M.A.V.O. Balk, M.E.A.O. Sneek en H.E.A.O. Leeuwarden) ging Meinze in eerste instantie als administrateur aan de slag bij de grasdrogerij te Harich. Na ruim 12 jaar hield het bedrijf op van bestaan, gelukkig vond hij snel weer werk, als accountant, bij een bedrijf in Leeuwarden, wat ook verhuizing naar de Friese hoofdstad betekende.

In 2007 werd Feenstra eerst lid van onze club en alras dus in de functie van penningmeester. "Als dammer heb ik niet zoveel te melden" zegt Meinze in al zijn bescheidenheid, maar op 11 februari 2012 debuteerde hij wel in Huizum 1 (landelijk), met een verdienstelijke remise tegen Nico Rosink van Orfam Telecom Twente. "Ja dat is wel zo, maar 2012 was een rampjaar, ik zat telkens aan de verkeerde kant van de score" . . .

Echter dit jaar (2013) lijkt het allemaal wat meer zijn kant uit te vallen, alhoewel daar, zo nu en dan, ook wel wat geluk bij komt kijken. Zo zette hij in de afgelopen 'onderlinge' van onze club een combinatie in en voordat hij deze kon uitvoeren gaf zijn tegenstander op, terwijl deze, na de combinatie, zelf winnend had kunnen uithalen !?!

 Het liefst damt Meinze zoals zijn karakter, vol op de aanval, iets dat hij in 2012 vaak naliet omdat de resultaten zo tegenvielen. De stand die onze hoofdpersoon (met wit) in onderstaande diagram heeft opgebouwd toont zijn inborst goed aan:

Wit: Meinze Feenstra
Zw.: Albert Lusink
 


Zwart speelde nu 17-21 en toen was de combinatie niet zo moeilijk meer 28-22 en na het slaan 37-31 met schijf- en even later partijwinst.
Inderdaad geen spectaculaire ontknoping, maar wat schrijver dezes met de diagram wil aantonen is het karakter van Meinze: met zijn allen in de aanval . . . one for all and all for one . . ., waarschijnlijk duwt hij zijn tegenstander het liefst van het bord.

Speelstijl = het karakter.

 
Om tot slot het rampjaar 2012 van Feenstra in beeld te brengen gaan we een klein stukje 'terug
in de tijd' en wel naar 11 oktober, toen speelde onze hoofdpersoon, voor de onderlinge, tegen Jilles van Kesteren en deze partij viel schrijver dezes op om de volgende reden:


Wit: Jills van Kesteren
Zw.: Meinze Feenstra


Ten eerste: zwart lijkt mij oppermachtig te 'staan', keurig opgebouwd !
Ten tweede: wit heeft allemaal randschijven 'buitenspel' staan !
Ten derde: wat er binnen 6 zetten gebeurd kan zo in een educatief-boekje worden opgenomen,

 zo moet het dus niet . . . !





Zwart is aan zet en lijkt mij het beste te kunnen vervolgen met (22-27) ook (19-23) en misschien
de wachtzet (4-9) zijn volgens mij nog steeds goed, maar . . .  kijkt en huivert (vrij naar van Hanegem W., Meinze is supporter van Feijenoord !) . . .

Nee niet (18-23), edoch 24-29; 34x32  19x28; 36-31 14-19; 35-30 12-17; 42-37 17-21; 38-32  18-23;
25-20

In no-time (6 zetten dus) zijn de witte randschijven tot leven gekomen en is de zwarte stelling ook nog eens finaal aan banden gelegd !!
Tot overmaat van ramp verloor zwart de partij ook nog (zie toernooibase) . . .

. . . Gelukkig weet onze penningmeester wel hoe hij nauwkeurig op onze centjes moet passen . . .