dinsdag 24 september 2013

Jansen & Jansen...

 Door Tjalling van den Bosch

Nee, we gaan het deze keer niet hebben over die mannetjes, met bolhoedjes, uit de strip 'Kuifje'. We gaan eerst wel even langs bij Sietse Nagel die regelmatig in ons, helaas ter ziele gegane, clubblad 'de Huizumer' zijn eigen blunders becommentarieerde met de uitspraak: "ik zag het wel, maar helaas ging er iets mis tussen mijn hoofd en mijn vingers" !

Toen ik dat voor het eerst las kwam ik net weer terug in de damwereld na mijn uitstapje, van zo'n 15 jaar, naar het 'sterke man'-gebeuren en dacht toen, in al mijn rondborstigheid: "joh, doe die zo sloom !".  De volgende 'kopnoot' die ik eerst even wil aanhalen (voordat we bij ons  onderwerp komen) is het volgende: Het zal in de zomer van 1998 zijn geweest toen ik door Tjalling Oegema werd gevraagd om als invaller te dienen voor het roemruchte Rinsumageest. Deze club speelde in de hoofdklasse, wat toen de hoogste afdeling van de K.N.D.B. was, men had echter geen sponsor meer, maar nog wel een goed 10-tal. Het team bestond namelijk uit Guntis Valneris, Auke Scholma, Bauke Bies, Arjen van Leeuwen, Herman Spanjer, Marc Coenegracht, Gabriël Heerema, Tjalling Goedemoed, Teake Kooistra en Jappie de Vries. "Ach ja, waarom niet, wel eens leuk om zo nu en dan op het hoogste niveau te acteren" zal ik waarschijnlijk hebben gedacht en stemde dus toe.

Dat 'zo nu en dan' bleek nogal tegen te vallen, want vanwege fysiek ongemak liet Coenengracht nogal wat wedstrijden aan zich voorbij gaan en mocht schrijver dezes dus op komen draven, zo ook op 3 oktober 1998. Rinsumageest moest het (thuis, in het altijd gezellige dorpshuis 'de Beyer') die dag opnemen tegen het al even/minstens zo roemruchte Huissen. Zelf zat ik tegen Gerard (spreek, om één of andere, voor mij, onduidelijke reden uit als, Zjeraar) Jansen, ik wist niet wie hij was, maar werd door mijn teamgenoten snel uit de droom gehaald. Met "hij is Europees kampioen" werd mijn zelfvertrouwen danig op de proef gesteld. Mijn openingszet, 34-29, werd beantwoord met 18-22 en dus gingen we 'Kelleren', "oh, speel je dat zo tegenwoordig, handig . . " dacht ik nog tijdens de partij.
Toch kon ik mij, varend op eigen kompas, redelijk staande houden en kwam terecht  in de volgende stand:

Wit: Van den Bosch
Zw.: Jansen

In deze stand mag wit natuurlijk niet gelijk 20-14 spelen, want dan wordt de dam afgepakt met (18-23) etc., dus moet ik eerst met 27-22 een schijf offeren en dan wel via 20-14 een tweede dam gaan halen, met mijns inziens (toen) remise als logisch gevolg. Ik weet nog dat ik de zet (27-22) uitvoerde, maar gelijktijdig gutste er een enorme straal adrenaline door mijn lijf, ik weet nog dat ik, in die emotie, Gerard aankeek, en waarom en hoe weet ik niet, maar ik speelde 27-21 !! en kon vervolgens, na nog enkele overbodige zetten, opgeven . . .
Ik heb lang 'last' gehad van deze (mijns inziens) onnodige nederlaag (weken?, nee langer, maanden? nee langer, jaren? zucht . . .) zelfs de 11-9 teamoverwinning kon mij toen niet echt blij maken !
Na afloop vroegen mijn teamgenoten mij hoe het kwam dat ik niet 27-22 speelde, na een diepe zucht antwoordde ik: "er ging iets mis tussen mijn hoofd en mijn vingers" . . .Rinsumageest eindigde na een roemrucht seizoen als tweede door in de laatste ronde nipt (9-11) van kampioen Hiltex te verliezen, dat waren nog eens tijden . .

Het daarop volgende seizoen was het nog steeds sponsorloze Rinsumageest enkele toppers kwijt geraakt, Valneris, Bies (Oh Schmerz) en Coenengracht waren ons om verschillende redenen ontvallen. 

In dit seizoen, 1999-2000 dus, gingen we op bezoek in Huissen en wederom trof ik een Jansen, Marcel (spreek uit, om voor mij begrijpelijke redenen, als Marcel) deze keer, en tegen hem smaakte ik het genoegen om mijn eerste overwinning voor Rinsumageest te boeken.

Wit: Jansen 
Zw.: Van den Bosch

Na zwarts 17de zet (19-23) speelde wit de vingerzet 37-32 en ja toen was het niet moeilijk meer, (22-28) - (23-29) - (13-18). Na deze schijfwinst werd de partij-winst spoedig veilig gesteld en had ik mijn revanche ! Als klap op de vuurpeil wonnen we de wedstrijd ook nog eens (met 8-12).
Maar, voor mij alle "bommen en granaten" (vrij naar kapitein Haddock) veel belangrijker: Jansen & Jansen  versus  van den Bosch 2-2 . . .
Ad acta . . .
Post scriptum: U kent mijn bezwaren tegen de , mijns inziens geheel onnodige, veranderingen met betrekking tot de tijd/zetten-verhouding in dit N.K., maar toch:

                          . . . veel plezier in de nieuwe tientallen-competitie . . . 

woensdag 18 september 2013

Schrijvers...

Door Tjalling van den Bosch

Regelmatig bezoek ik één van de boekwinkels van de Slegte om er wat interessant leesvoer, voor een klein prijsje, op de kop te tikken. Toen ik de laatse keer deze boekketen bezocht (in Zwolle) concludeerde de kassier tijdens het scannen (afrekenen) van mijn buit: "ah, een Neerlandicus . . . en een schaker !". Het enige antwoord dat ik zo snel kon bedenken was een flauwe glimlach. Toen ik even later buiten stond dacht ik: "een Neerlandicus (?), zeker omdat ik twee kleine boekjes,  'taalvervuiling' en 'de onstuitbare opmars van het  Nederengels', had gekocht (?), hij moest eens weten (!?!) ". De Nederlandse taal vind ik moeilijk en onlogisch, vaak (voor mij) niet te beredeneren,
op school was onze moerstaal dan ook niet direct mijn favoriete bezigheid. Aan de andere kant heb ik best wel interesse voor het correct gebruik van onze  taal, maar ik word gek van 'de uitzonderingen' !

"En schaker (?!?), had ik dan moeten uitleggen dat dammen mijn hobby is, maar dat er maar weinig interessante damboeken zijn (?!?) ". Afijn, al mijmerend liep ik weer naar de auto, maar toch liet het me niet los,waarom koop ik zoveel (goedkope) schaakboeken, vroeg ik mezelf af. Het gaat me niet zozeer om het spel, dus boeken met analyses van partijen hoef ik niet zo nodig, maar op één of andere manier zijn er ook veel schaakboeken waarin,  (naast de biografieën over schakers en niet alleen over topspelers !) veel verhalen over toernooien, tweekampen, landen-ontmoetingen en wat al niet meer zij, zijn opgenomen en die interesseren mij blijkbaar (waarschijnlijk vanwege het feit dat er niet een groot aantal vergelijkbare damboeken zijn).

Enkele schaakboeken heb ik in mijn eerdere epistels al eens aangehaald, zoals Mijn Schaken van Hans Ree, de vele boeken van en over Jan Timman of de Engelstalige trilogie van Genna Sosonko en ook veel inspiratie heb ik bijvoorbeeld gehaald uit het schaakmagazine Matten. Een kijkje in mijn boekenkast leert me dat ik in totaal al ruim 50 schaakboeken bezit, de hoeveelheid damboeken steekt daar (helaas) schril bij af. Nu zijn er sowieso veel meer schaak- dan damboeken en één van de redenen daarvoor vond ik in het boek van Jan Timman en Max Pam 'HET Matchboek Karpov-Kortsjnoj', ik citeer:

In de tijd dat de komst van een automobiel nog werd aangekondigd door een man met een rode vlag, werden er al schaakboeken geschreven die elke echte liefhebber nu nog steeds liefderijk uit zijn boekenkast haalt. Het was vroeger gebruikelijk dat de winnaar van een tweekamp of een groot nternationaal toernooi zich een jaar in eenzaamheid terugtrok om een lijvig
meesterwerk te componeren, waarin alle gespeelde partijen uitvoerig en doorwrocht werden geanalyseerd.

In onze damsport is dit volgens mij vrijwel nooit het geval geweest, maar ook over randzaken vertrouwen dammers schijnbaar maar weinig aan het papier toeZijn dammers dan geen schrijvers (?), een enkele uitzondering daargelaten, dan blijkt dat de meeste  grote dammers inderdaad  maar weinig voor het nageslacht hebben nagelaten/opgeschreven, zeker niet in de mate waarin schakers dit hebben gedaan. In het door mij kort geleden aangeschafte boek 'Jan Bom, dammer' van Sijbrands en van Beek meen ik ook te kunnen ontdekken waarom dammers weinig oog hebben voor de bijverschijn-selen (-er in ieder geval niet over schrijven-). In dit lijvige (en prachtige) boekwerk komen namelijk een groot aantal bijdragen voor van generatie-genoten van Bom zoals Roozenburg (Piet), Bergsma (Pieter), van Dijk (Geert), de Jong (Wim), alsmede Schotanus, van der Kooij en Haijtink. Vrijwel iedereen (een enkele uitzondering daargelaten) duiken na een korte herinnering aan de hoofdpersoon meteen 'de diagrammen' in. Geen overvloed aan komische-, serieuze-, kwalijke-, scheve schaats-verhalen, terwijl die er toch, net als bij schakers, wel moeten zijn.

De enige grote dammer die daarop een uitzondering maakt is, mijns inziens, Ton Sijbrands, zijn manier van schrijven spreekt mij sowieso zeer aan. Sijbrands is dan ook de enige die de lijn van de grote schakers (het schrijven van  'schaakbijbels') doortrekt in onze sport. Mijn favoriete damboek is  'Henk Smit, mijn leermeester en inspirator'  (zie het epistel van 8 februari jongstleden op dit blog) alsmede de boeken over Andreiko en Baba Sy spreken mij zeer aan, allen dus van de hand van Sijbrands. Edoch, ook Sijbrands voelt zich schijnbaar niet geroepen om naast de kundige analyses
ook zijn andere gedachten en ervaringen omtrent de hoofdpersonen ruimschoots uit de  doeken te doen, wat ik zonde vind daar, zoals ik zojuist al aangaf, de manier waarop hij de pen hanteert mij zeer aangenaam is.

Toch moeten de dammers uit die generatie (Sijbrands/Wiersma) prachtige verhalen kunnen schrijven,net zoals schaker Jan Timman dit heeft gedaan in zijn 'Schakers portretten'. Er moeten toch prachtige epistels te schrijven zijn over bijvoorbeeld Andreiko, of over Koeperman/Tsjegolev/ Gantwarg, en ook over illustere dammers (met prachtige namen) als Edmondo Fanelli en Graaf Ayméri de Descallar moet toch wel iets te verhalen zijn ! Daarom plaats ik nu een oproep:
Aan alle dammers, neem de pen ter hand . . . en dan NIET met veel analyses aankomen, maar neem een voorbeeld aan onze schaakbroeders, over alles mag (beschaafd) geschreven worden ! ! ! Kleine verhaaltjes, doorwrochte biografiën, het doet er toe, schrijf (en geef het uit) . . .

Terwijl u, lezer dezes, het bovenstaande (goed bedoelde) laat bezinken, twee kleine (grappige)
opgaves die ik via Andreas Kuyken ("schrijf Andreas, schrijf . . .") heb weten te bemachtigen:

Wit aan zet en wint, ja, ja, het klopt, wit heeft een pionnetje meer, om in schaaktermen te blijven, maar hoe wint wit precies ?

 

 





Wederom, wit speelt en wit, en hier geldt vooral het adagium: meerslag gaat voor !











Ik laat u achter met een opmerking uit Het Parool, over het boek 'Schakers portretten' van Jan Timman:  Timman is in staat gebleken om zijn drie grote passies: schaken, reizen en schrijven tot een levenswijze te maken. . . . .

Post scriptum: Het bovenstaande had ik reeds meer dan een half jaar geleden aan het 'papier' toe-vertrouwd. Ondertussen heeft bij 'de Slegte' ook de vernieuwingsdrang toegeslagen, tegen-woordig noemt men zich 'Polare' en legt men zich meer toe op de verkoop van nieuwe boeken, de tweedehands boeken worden steeds meer weggedrukt. In het verleden stond er meer dan 4 meter aan schaakboeken, de laatste keer dat ik in mijn favoriete zaak in Zwolle was, was dit terugge-bracht tot iets meer dan 1 meter. Leren ze het dan nooit, die vernieuwingsdrang leidt, net als in ons edele damspel, tot vernietiging van iets dat ooit 'de kracht' was . . . 

dinsdag 10 september 2013

Rondje langs de velden

Door Tjalling van den Bosch

Na mijn jaarlijks (dam)uitstapje naar (Cap) Salou (in mei) breekt er voor mij een tijd aan waarin werk voorrang krijgt boven alle andere activiteiten. Dus zit het er voor mij niet in om mee te doen aan één van de Nederlandse zomertoernooien, maar dat betekent natuurlijk niet dat ik deze toernooien, in mijn spaarzame vrije tijd, niet met een bezoekje kan vereren.

Heerhugowaard Open
van 13 t.e.m. 20 juli 2013
138 deelnemers

Dit toernooi bruiste van de (dam-)energie, de topspelers speelden zoveel mogelijk op elektronische borden en gingen zo 'life de ether in', verder  werden de andere spelers verzocht om hun partijen via i-pads of tablets 'semi-live naar de huiskamers te versturen'. Voorts was Ton Sijbrands ingehuurd om partijen (wederom 'live')  vancommentaar te voorzien en ook dit kon men thuis aanschouwen.
Kortom 'world-wide' hoefde niemand ook maar iets te missen van dit fantastische toernooi. Maar dat was nog niet alles, voor mensen die, om wat voor reden dan ook, niet mee konden doen aan het toernooi, maar toch wilden dammen, was er de mogelijkheid om dagelijks thuis via  playdraughts.com mee te doen aan sneldamtoernooitjes. De te winnen prijzen, voor deze toernooitjes, logen er niet om, zo mocht de overall-winner' een toernooi uitkiezen waar hij/zij aan mee wilde doen, geheel op kosten van de organisatie, en dan niet alleen het toernooi op zich maar ook de reis en het hotel werden vergoed ! Toch was een bezoekje aan het toernooi ook zeker de moeite waard. De vriendelijke gastheren en -vrouwen verzorgden het natje en het droogje uitstekend en vele beeldschermen (in de kantine) zorgden ervoor dat je niet zo nodig in de speelzaal moest zijn om je toch met de partijen te vermaken. Gedurende de week was er ook nog van alles te doen, zoals: sneldammen, quatre mains, voetballen (!) en een grote BBQ . . .Alexander Baljakin ging er uiteindelijk met de hoofdprijs vandoor.

Nijmegen Open
van 21 t.e.m. 27 juli 2013
108 deelnemers

Sinds 1985 wordt dit toernooi gehouden en is daarmee één van de langstlopende. Ik was er nog nooit geweest, maar ik weet dat in het verleden veel van mijn clubgenoten regelmatig een dag uitzochten voor een bezoekje ('rondje Goffert'). Op de middag dat ik er was, was er (behalve de partijen) niet zoveel te doen, maar het was goed om enkele clubgenoten in actie te zien. Als eerste zag ik Anton Schotanus zitten, ondeugend zonder sokken in zijn verder dichte schoenen, even later ontwaarde ik Jan Terpstra, geheel volgens de 'mode der Nederlandse man' met sokken aan in zijn sandalen. Tot slot kwam ik Jan Adema tegen, die, geheel onacceptabel, zonder sokken en zonder schoeisel door de sporthal banjerde (hoezo, geen nevenactiviteiten (?), als je er maar oog voor hebt !) Op woensdagavond konden grootmeesters en liefhebbers meedoen aan een sneldamtoernooi. Roel Boomstra stond hier, na afloop van het hoofdtoernooi, op de hoogste trede.

Brunssum Open
van 2 t.e.m. 10 augustus 2013
96 deelnemers

Hier was ik nog nooit geweest en daar is dit jaar helaas geen verandering in gekomen. Er zijn 'grote verhalen' over dit toernooi dat ook een lange geschiedenis kent (zie op dit blog het epistel van juli 2013 -Brunssum-). Verder kan ik er niet zoveel meer over vertellen. Op dinsdagavond was er een sneldamtoernooi waaraan ik graag had meegedaan, maar helaas 'riep de plicht, die adelt . . .'. Macodou Ndiaye werd de glorieuze winnaar.

Hoogeveen Open
van 12 t.e.m. 17 augustus 2013
92 deelnemers

Dit toernooi is één van de jongste en ontwikkelt zich goed. Er zijn diverse activiteiten zoals het sneldammen en het quatre mains oftewel 'vier handen'. Tom Huizinga eindige in het reguliere toernooi als voorlaatste, dit kwam naar eigen zeggen omdat hij druk bezig is met schrijven van het boek 'Tom Huizinga verliest' dat volgens hem uit maar liefst 17 delen zal bestaan (de optimist . . .).
Het toernooi heeft met ruim 90 deelnemers wel zo'n beetje het maximum bereikt, althans veel meer kunnen gewoon niet in de speelzaal (wijkgebouw 'het Knooppunt'). De damclub uit Hoogeveen heeft al een jarenlange relatie met het bedrijf Mijnheer Truck Banden en dus draagt het toernooi ook deze naam, net als de club zelf overigens. Winnaar werd collega-penneleur (zie de site van damclub Hijken) Wouter Sipma, dit was vooral te danken aan zijn overwinning op de zelden verliezende Litouwer (en G.M.I.) Aleksej Domchev.

Dat was de zomer van schrijver dezes, om het artikel dan nu maar af te sluiten een kleintje van een zekere L. van Leeuwen:

Het klopt dat wit een schijf meer heeft, maar zwart lijkt regelrecht naar dam te lopen. De oplossing van de componist luidt:
40-34 (32x41) 47x36 (39x30) 45-40 ! altijd leuk zo'n 'wachtzet'.
Het moge duidelijk zijn, zwart kan alleen nog vervolgen met (28-32) en nu volgt 40-34 ! (30x39) 48-43 (39x48) 44-40 (35x44) 50x37 (48x31) 36x27.

Grappig, voor de duidelijkheid (en voordat ik weer commentaar krijg): mocht zwart op zijn eerste zet niet (32x41) slaan maar(39x30) dan volgt natuurlijk ook 45-40.

 
Uw penneleur gaat 'nazomeren' in Portugal (van 6 t.e.m. 12 november, google 'Portugal Open').

 

 



 

zondag 8 september 2013

Wageningen...

Door Tjalling van den Bosch

Neen, geen aandacht, deze keer, voor de (aankomende) World Cup 2013 te Wageningen, (van 14 tot en met 22 september). Ook niet voor W.S.D.V., wat trouwens schijnt te staan voor Wageningse
Schaak & DamVereniging, maar volgens hun site wordt er niet meer geschaakt, omdat dammen leuker is . . ., nee we gaan een geheel andere kant op.

Door de eerdere epistels over het dammen in Noord-Amerika kwam ik inde historie van het W.K. dammen terecht. Eigenlijk wist ik uit de tijd van voor de tweede wereldoorlog niet veel, natuurlijk namen als Hoogland, Springer, Bizot en Weiss klonken, al dan niet gerelateerd aan slagzetten, mij bekend in de oren, maar hoe het nu precies zat, daar had ik geen weet van. Dus op een goede dag maar eens verder terug in de tijd en al surfend (telkens weer doemen nu (nog steeds) bij mij de klanken van de Beach Boys op) kwam ik terecht bij het W.K. 1912 en daar viel mij de naam A.C. van Wageningen op. Dus ben ik eens verder gaan zoeken op Toernooibase en Turbodambase en speelde wat partijen uit die tijd na, dat was niet zo indrukwekkend, maar op  één af andere manier bleef van Wageningen mijn aandacht trekken. Dus zijn naam wederom 'surfing, surfing windsurfing' proberen te vinden en inderdaad vond ik een A.C. van Wageningen, maar deze (mr. dr. Anne) is heden ten dage werkzaam bij de Faculteit der Geesteswetenschappen, dus dat was
hem niet.

Hij zou een nazaat kunnen zijn, maar de deelnemer aan het W.K. van 1912 met die naam kwam ik niet tegen. Dus dan maar verder pluizen op de damsites en ik zag toen dat onze hoofdpersoon laatste was geworden (4de van de vier, welke elkaar 3 maal troffen) tijdens het N.K. van 1913 en dat hij ook wel aan andere toernooien deelnam ,zoals (in 1904) aan het Rotterdam Concours. Op het W.K. van 1912 eindigde de beste man op de 8ste plaats met 11 punten uit 18 partijen (4-3-11), er waren toen 10 deelnemers die elkaar dus 2x troffen.Van Wageningen deelde die 8ste plaats met de Fransman Joseph Garouté. Het was sowieso een Frans/Nederlandse aangelegenheid want de wereldtitel ging toen naar Herman Hoogland met 25 punten (8-9-1) voor Jack de Haas met 24  (9-6-3), het (gedeelde) brons ging naar de Fransen Alfred Molimard en Isidore Weiss met 23 punten (beiden 8-7-3).

De partijen uit die tijd kunnen het hedendaagse correctheidscriterium niet meer
doorstaan, als bewijs daarvan de onderstaande stand uit het W.K. van 1912 uit de
partij tussen de gedeelde 8ste plaatsers . . .

Wit: Joseph Garouté 
Zwart: A.C. van Wageningen

Gegevens vooraf: W.K. van 1912, 4de ronde verspeeld op 26 augustus, de 3de ronde (tegen dezelfde speler) was dezelfde dag reeds gespeeld en gewonnen door onze hoofdpersoon. Wit zag misschien iets van voordeel schemeren, maar 39-33 zou (neem ik aan) in de bovenstaande stand met 22-28 zijn beantwoord.
De Fransman dacht handig te zijn en kwam met 
26-21? (17x26) 39-33 
de beste reactie voor zwart lijkt mij nu duidelijk en die kwam ook: 
(22-28) 33x22.
Het ging toen als volgt verder:
(29-33) 38x29  (24x33) 45-40  (20-24) 44-39    (33x24)  40x49  (19-23)
"De schijfwinst via 12-17 loopt niet weg" zal zwart ongetwijfeld hebben gedacht.  
43-38  (14-19)  49-43  (9-14) 43-39 
Nu kon wit 12-17 wel weer opvangen, maar zwart had geen haast,
(11-16)  48-43  (6-11) 38-32  (23-28) 22x33   
Ja, ja, ook in zijn eigen tijd trapte men al in het zetje van Weiss . . .
14-20) 25x23  (18x49)
Het slotakkoord wil ik u niet onthouden ( of zoals Ton Sijbrands het zo heerlijk eufemistisch zou schrijven: 'in plaats van op te geven' ):
39-34 (49-43) 34-29  (24x33) 32-28  (43x21) 28x39   (21-17) 39-34  (17-28)

Het was een glorieuze dag voor van Wageningen, 4  uit 2 (van de totaal 11).
Dit was even 'terug in de tijd, terug naar de onze'.


 
Als afsluiter een verrassende oplossing van een kompositie.
Auteur is de Canadees Louis Giroux. 

Zwart kan het niet laten en speelt (12-18) en nu haalt wit venijnig uit met:
38-33 !  (18x40)  33x24  (23x41)  46x37  (ad.lib.) 45x05  .

 


                   

 

dinsdag 3 september 2013

41 x 3 & 42 x 4

Door Tjalling van den Bosch
"Twee rekensommetjes of een cijfercombinatie voor een kluis ?" zal de onwetende zich afvragen, "nee, twee 'eindslagen' naar dam" zal de beoefenaar van het edele damspel resoluut repliceren.
Ja inderdaad, je moet ergens mee beginnen en zo'n cijfercombinatie is weer eens een andere kop.

In ieder geval, om het bovenstaande uit de doeken te doen gaan we, aan de vooravond van het nieuwe seizoen, terug naar 'onze onderlinge' van het afgelopen seizoen (2012/2013). In de eerste ronde (verspeeld op 30 augustus 2012) trof uw penneleur het 'geweten' van DamClub Huizum. Zoals gewoonlijk is ook deze partij, tussen beide combattanten, weer van zeer dubieus, maar daarom niet minder vermakelijk, niveau. Na een wat gemankeerde 'Keller' (zeker de zwartspeler kan niet bogen op enige moderne theoretische kennis van deze opening) kwam de onderstaande stand op het bord.
Wit: Sietse Age Nagel
Zwart: Tjalling van den Bosch

Zwart voelde zich niet ongelukkig in deze situatie en vervolgde met (30-35), wit kwam toen, niet geheel onverwacht, met 34-29  op de proppen. Na (25-30) leunde zwart comfortable achterover, maar werd ruw uit zijn droom wakker geschud door:
29-24   (30x19) 37-32   (28x48)  44-40   (35x44)  39x50   (48x28)  26-21    (17x37) en dus  41x3 !
Een 'Afrikaanse dam' zou de witspeler hebben kunnen schrijven in ons helaas ter ziele gegane clubblad 'de Huizumer'. Zwart wist uiteindelijk nog wel een puntendeling uit het vuur te slepen.

Voor de tweede 'rekensom' gaan we wederom naar 'onze onderlinge' en wel naar ronde 32, welke plaatsvond op 18 april 2013. Na een voor zwart zijn doen passieve opening was alles een beetje verloederd tot de volgende 12 om 12.
Wit: De zwartspeler uit de vorige diagram
Zwart: Idem, maar dan andersom

In deze stand, waar veel over valt te zeggen, maar dat doen we maar niet, kwam zwart met het verrassende (4-10), en toen mocht wit (wederom) uithalen via: 34-30   (24x35) 27-21   (16x29) 28-22   (18x27) 37-32   (27x38) en dus . . .  42x4 !Daarna verliet de witspeler de speelzaal voor een sigaretje en een consumptie aan de bar. Toen hij na een klein kwartiertje weer terugkwam zag hij dat de zwartspeler juist zijn volgende zet aan het noteren was, precies op tijd dus. "Ah !?, ik moet drie slaan met de dam, dus 4 x 16", maar nu werd wit door zwart uit de droom geholpen:

"Ik mut, juh !"
"Uh ?"
"Ik ben de zetten nog aan het noteren van die combinatie !"
"42x4"
"Ja, maar zo ver ben ik nog niet . . ."

Kortom, het was die avond nog lang onrustig in Zalen Tivoli . . . en dat terwijl vele geroutineerdesfeermakers als Terpstra, Risselada, de Vos en Schotanus in Wageningen (Open N.K.-veteranen) vertoefden.
Forsan et haec olim meminisse juvabit, en laat onze onderlinge maar weer losbarsten . . .

PS. Misschien geheel overbodig maar aankomende donderdag (5 september) barst inderdaad
de Huizumer 'onderlinge' los, in zalen Tivoli (om 20.00 uur), dus mensen die willen aanschuiven, u bent van harte welkom . . .