Door Tjalling van den Bosch
Meningen zijn vaak arbitrair; de één vindt dit, de ander dat. Enige tijd geleden zaten we na afloop van de onderlinge (van damclub Huizum) gezellig na te tafelen in ons nieuwe onderkomen, dorpshuis Ien en Mien te Goutum. Op een gegeven ogenblik kregen we het over mooie damboeken, en ja, daarover zijn de meningen natuurlijk verdeeld.
Mijn . . .
Mijn mening over damboeken in het algemeen is denk ik wel bekend, het is ook de reden dat ik ooit op dit blog ben gaan schrijven; er moet meer over dammen worden geschreven, maar dan zonder diagrammen! Verhalen over het dammen en de dammers (m/v) wil ik graag lezen, net als schakers dat bij tijd en wijle zo goed aan het papier weten toe te vertrouwen. Nederlandse schaakgrootheden als Timman, Sosonko, Ree en vooral niet te vergeten de onnavolgbare (inmiddels overleden) Hein Donner, verhaalden, in boekvorm en in columns, op aanstekelijke wijze over het schaken en de schakers (zonder diagrammen - alhoewel Timman ook boeken met prachtige partij-analyses heeft geschreven! -).
Mijn mooiste . . .
Haaks op mijn mening (verhalen zonder diagrammen) staat mijn mooiste damboek(!); het door Ton Sijbrands met veel liefde en passie samengestelde boek: Henk Smit , mijn leermeester en inspirator (Sijbrands' meest persoonlijk boek" schreef Johan Bastiaannet). Het (groot)meesterwerk is en blijft voor mij het meest interessante damboek ooit geschreven; met zeer veel diagrammen!
Alhoewel ik het boek al vele jaren in mijn bezit heb, zit ik er nog steeds (zeker wekelijks) in te lezen, dan wel te bladeren.Voor mij heeft het boek 'alles'; van uitvoerige analyses tot de wat luchtiger
(dam)rubrieken van de hoofdpersoon van het boek. Het is maar net waar ik op zo'n moment zin in heb; ik kan er soms heerlijk in op gaan. Een uitgebreid verhaal over het boek kunt u lezen op dit blog: Inspirator . . . - 8 februari 2013 -.
Een ander boek waar ooit, zeker in de tijd dat het werd uitgegeven, hoog van werd opgegeven, was het door drs. Piet Roozenburg geschreven boek over het (door hem gewonnen) wereldkampioenschap van 1948. Vroeger was het, zeker in de schaakwereld, niet ongewoon, dat de winnaar van een wereldkampioenschap (of ander aansprekend toernooi) zich vervolgens een jaar lang terugtrok uit de arena, om een lijvig boek over het zojuist beëindigde toernooi te schrijven. Dat deed Roozenburg dus ook na zijn eerste Wereldtitel Dammen.
Ik vind het boek zeker niet slecht (ik zou niet durven!), maar de analyses van de partijen zijn mij te summier en daardoor blijf ik (als liefhebber), nadat ik zo'n analyse heb doorgenomen, met teveel vragen zitten ("waarom is die zet niet goed, of die?"). Ik ben een liefhebber van 'partij-analyses tot op het bot', zodat je, nadat je alles zorgvuldig hebt doorgenomen, een beter beeld van de partij krijgt. Ik weet het, het is een persoonlijke mening, maar juist daarom vind ik het eerder genoemde boek van Sijbrands fantastisch.
Ik vind het boek zeker niet slecht (ik zou niet durven!), maar de analyses van de partijen zijn mij te summier en daardoor blijf ik (als liefhebber), nadat ik zo'n analyse heb doorgenomen, met teveel vragen zitten ("waarom is die zet niet goed, of die?"). Ik ben een liefhebber van 'partij-analyses tot op het bot', zodat je, nadat je alles zorgvuldig hebt doorgenomen, een beter beeld van de partij krijgt. Ik weet het, het is een persoonlijke mening, maar juist daarom vind ik het eerder genoemde boek van Sijbrands fantastisch.
Geschiedenis . . .
Ook het boek dat op nummer twee van mijn lijstje 'mooiste damboeken' staat, bevat veel diagrammen(!); het magnum opus van Jan Apeldoorn (100 jaar WK Dammen). Het 631 pagina's tellende meesterwerk bevat een chronologisch overzicht van de historie van het georganiseerde dammen van 1885 tot en met 1985. Het boek bevat veel analyses uit de tijd van de betreffende WK-toernooien en WK-matches en dat geeft weer een mooi beeld van hoe men toentertijd tegen
de gespeelde partijen aankeek. Doordat Apeldoorn grondig te werk is gegaan, kom je ook nogal wat feitjes te weten.
Zo vond de eerste Nederlandse wereldkampioen (1912 - Herman Hoogland -) het dammen een remisespel. Hoogland voorspelde dat het dammen binnen een tiental jaren zou zijn verdwenen vanwege de remise-misère! Hij kon blijkbaar niet inzien dat het niet aan het damspel lag, maar aan zijn eigen kennis en kunde én de lust tot strijd (in zijn geval de onlust!). Aan het niveau van de partijen van Hoogland kan men zien dat hij heden ten dage bij lange na niet meer mee zou kunnen komen in de ere-, dan wel hoofdklasse van de Nationale Clubcompetitie!!
Een ander mooi punt van het boek van Apeldoorn is, dat je er achter komt dat er nogal wat misvattingen in de damwereld leven; zo wordt Vjatsjeslav Sjtsjógoljev (zo dient het volgens kenners van het Cyrillische schrift te worden geschreven!) in de damwereld vaak gezien als de jongste wereldkampioen ooit! Maar . . ., bij het napluizen van 100 jaar WK Dammen kom je erachter dat dit niet correct is(!); Maurice Raichenbach was jonger toen hij de hoogste mondiale eer opeiste!
Hoe oud Raichenbach toen precies was(?), daarover berichten wij u een volgende keer. En zo zijn er meer zaken in het boek te vinden, waardoor de lezer er achter kan komen dat bepaalde ideeën die leven anno hodie niet (helemaal) juist zijn! Op 26 augustus 2015 staat op dit blog (Apeldoorn . . .) een uitvoeriger beschrijving van het fraaie naslagwerk.
Poging . . .
Johan Krajenbrink heeft een poging gedaan om een damboek zonder diagrammen te schrijven, maar dat lukte hem (ook tot zijn eigen teleurstelling) niet.
Het boek 'Praatdam', in navolging van het schaakboek van 'Praatschaak - avonturen van een kiebitz' - van mr. Evert Straat, is niet te min een lovenswaardige poging van Krajenbrink. Er staan zonder meer zeer lezenswaardige stukken in, maar er zijn ook verhalen waarvan je eigenlijk de ins and outs moet weten, anders begrijp je (ik, in ieder geval) het niet goed. Zo vind ik (waaruit dus blijkt dat het persoonlijk is) dat de geplaatste columns over het internationale toernooi in Nijmegen en andere bijdragen uit diverse tijdschriften teveel tijdsgebonden zijn en daardoor (voor mij) minder interessant. Ook alle (min of meer) officiële KNDB-stukken die in het boek worden besproken, vind ik over het algemeen niet zo geweldig. Wel mooi en interessant vind ik het verslag van een stage welke Krajenbrink, samen met Erno Prosman, ooit 'liep' bij de succesvolle damtrainer Michail Kats, in Wit-Rusland. Ik realiseer me nu, dat het tijd wordt dat ik het weer eens ga (her)lezen.
Er zijn ook anderen (bijvoorbeeld Evert Dollekamp en Michiel Kroesbergen), die leesboeken hebben uitgebracht over het dammen; net als het boek Praatdam zijn ook die boeken van harte aanbevolen door uw penneleur. De titel van het boek van Evert Dollekamp is 'Wie door de week traint is 's zondags moe' en het boek van Michiel Kroesbergen heet 'Dammen, zoals ik het bedoeld heb'. In het verleden hebben ook gerespecteerde schrijvers als Jules Welling (denk aan; Ton Sijbrands Dammer) en Alexander Münninghof (diverse fraaie passages in bijvoorbeeld matchboeken en toernooiboeken) fraaie epistels over het dammen geschreven.
Voor mij mag het wel wat meer worden . . .!