maandag 29 december 2014

Bij- & terug-...

Door Tjalling van den Bosch
Misschien een wat wonderlijke aanhef, maar uw penneleur is nog aan het bijkomen van de damactiviteit van zaterdag 20 december jongstleden. 

Voor alles moet schrijver dezes eerst even op iets terugkomen. En wel op het epistel van twee weken geleden (Groninger Heerlijkheid . . .); hierin werd vermeld dat de slag bij Heiligerlee het einde van de 80-jarige oorlog zou hebben ingeluid.
Dit is echter niet juist, het was precies het omgekeerde; de veldslag luidde het begin van de 80-jarige oorlog in, ad acta. 

In the picture . . .

Het dammen stond op 20 december 2014 volop in de schijnwerpers; de recordpoging blindsimultaan van Ton Sijbrands, in het gemeentehuis te Hilversum, zorgde voor een ware hausse in de damwereld, maar ook daar buiten! 
Ik voorspelde reeds dat omroep MAX groots zou uitpakken en dat hebben ze ook zeker gedaan; zo waren er t.v.-uitzendingen, gewijd aan het evenement, en was de recordpoging helemaal live te volgen via internet. Nog nooit heeft een Nederlandse omroep een dergelijke krachttoer (meer dan 50 uur was men in touw) uitgehaald, het resultaat was er dan ook naar. Mensen die totaal niets met onze prachtige denksport 'hebben', hoorde je plotseling 'een mening spuien' over de Tour de Force van Sijbrands. 
Voor de volledigheid: de geslaagde recordpoging van Sijbrands startte op vrijdagochtend 19 december en eindigde op zondagochtend 21 december (2014).  
Tijdens de expeditie (waarin Sijbrands 1.184 zetten liet uitvoeren) had ik te doen met de simultaangever, alsmede met de simultaannemers; ik geef het u te doen: bijna 48 uur lang (achter elkaar!) niets anders dan dammen. Ooit heb ik eenmaal aan een 'damnacht' meegedaan, van 's avonds 20.00 uur tot de volgende ochtend 8.00 uur; gedurende die nacht was ik op een gegeven ogenblik he-le-maal wauws (taalpuristen zullen dit laatste woord verafschuwen, maar het geeft des te meer mijn gevoelens van toen weer). De simultaannemers moeten zich voortaan goed voorbereiden; 'het er even bij doen' is niet meer aan te raden; van echt slapen is, ook voor de simultaannemers, geen sprake tijdens een dergelijke marathonzitting. Het bevreemdde mij dan ook niet dat er op eind en masse remise werd overeengekomen. 
Maar goed, ik ben niet naar Hilversum afgereisd om eens een kijkje te nemen, alhoewel dat in eerste instantie wel in de planning lag. Deels door werkzaamheden, maar ik had ook een ander plannetje opgevat. Ik ben op de bewuste zaterdag, rond de klok van 2 uur 's middags, mijn stamcafé binnengetreden, met een koffer vol damborden (en schijven natuurlijk). Het was er nog rustig, dus eerst maar een dambord erbij gepakt en de rubriek van Auke Scholma nagespeeld (het ging om de partijen Sipma - Salomé en Barkel - Scholma).
De jongedame die de bar bestierde meende iets te weten over een record, ofzo!?! Ze had het over "boem?"; na enig heen en weer gepraat dacht ik dat ze Böhm bedoelde, maar dat begreep zij weer niet . . .Gelukkig kwam de eigenaar spoedig opdagen; hij was beter op de hoogte en vroeg mij op een gegeven ogenblik of het ook mogelijk was om 'iets' op één van de vele televisie-toestellen te kunnen bekijken. Na wat heen en weer gepraat lukte dit zowaar.
Langzaam maar zeker druppelden er steeds meer mensen het etablissement binnen en al gauw werd er met bewondering en vooral verwondering kennis genomen van de krachttoer van Sijbrands. Het hoogtepunt kwam toen de eigenaar de televisie-beelden overzette op het 'grote scherm'. Maar ja, de beelden waren natuurlijk niet zo spectaculair, dus maar gauw wat damborden op de diverse tafeltjes neergelegd, en ja hoor, men ging dammen; op een gegeven ogenblik waren er maar liefst 6 borden 'in bedrijf'.
Alhoewel dammen (?), op een gegeven ogenblik zag ik twee dames (die zich overigens uitstekend vermaakten) een stelling op het bord hebben, waar beide 'vastliepen'; ze hadden niet in de gaten gehad, dat 'slaan' verplicht was en dit hadden ze dan ook maar niet gedaan! Opvallend genoeg kon zwart geen zet meer doen, terwijl wit nog wel zo'n 10 zetten achter de hand had!    
Kortom, het werd een gezellige middag, waar het dammen hoogtij vierde . . .
Rechtgezet . . .
Dat Ton Sijbrands zich nog één keer liet verleiden tot een dergelijke Tour de Force, was volgens mij vooral, omdat hij zijn vorige recordpoging (Amsterdam, september 2009), diep van binnen, eigenlijk meer een Tour de Farce vond. Sijbrands heeft zich in ieder geval enkele malen in die richting uitgelaten; er moest dus iets rechtgezet worden. 
Persoonlijk vind ik trouwens de blindsimultaan-seance van Tilburg (oktober 2007, 25 partijen en een score van 92%) nog altijd de beste performance ooit.
De toekomst zal uitwijzen of de onttroonde wereldrecordhouder Erno Prosman 'het erbij zal laten', of dat hij de door Sijbrands toegeworpen handschoen wederom zal oprapen. Ik hoop wel dat de organisatie dan ook in staat zal zijn om het evenement met evenveel allure op poten te zetten. Misschien is Prosman nog wat te jong om omroep MAX er wederom bij te betrekken en waarschijnlijk is hij voor BNN weer te oud, dus moet men de pijlen maar richten op AVRO-TROS.
Elke publieke omroep moet 'iets aan sport doen' met het toegeworpen belastinggeld, dus . . . 
We sluiten dit epistel af met 'het geintje' waarmee de nieuwbakken wereldrecordhouder zijn opponent Ed Kok, te slim af was:
Zwart (Ed Kok, dat moge duidelijk zijn) heeft net op zet 38.  . . - . .  24-30  gespeeld en toen verbaasde Sijbrands velen (oké,  ik zal het iets nuanceren, mij) dat hij niet met 39.  39-33  vervolgde. Kok kan dan natuurlijk schijf 13 'terug gooien' en dan is het materiële evenwicht niet verstoord, maar ik verwachtte dat de overgebleven stand gewonnen was voor wit. Sijbrands zag niets en toch beter!! 39.  13-8!  


Ongetwijfeld zal de zwartspeler even hebben opgekeken van deze zet; wat moet wit doen op 39.  . . - . .  30-35? Toen Sijbrands (in de gedaante van Paul Visser) weer aan het bord verscheen gaf Ed Kok op, want Sijbrands zou ongetwijfeld hebben geantwoord met  40.  34-30 (!), om na het slaan (35x22), dam te halen op veld 2. Een opmerkelijk scherp einde, tijdens een fantastisch evenement.
Chapeau Grand Maître Ton Sijbrands, niet alleen vanwege de verbetering van het wereldrecord blindsimultaan (32 partijen - 14 winst - 18 remise - 0 verlies = 71,9%), maar bovenal vanwege het feit dat de damsport weer (even?) volop in de belangstelling stond.
Hopelijk kunnen wij dammers dit (positieve) momentum doortrekken in 2015.
Gelukkig Nieuwjaar, Lokkich Neijier, Happy New Year, Bonne Année, Feliz Año Nuevo, Buon Capo d' Anno, Felix Sit Annus Novus.

Voor de opmerkzame lezers meld ik even dat de nieuwjaarswens (anders dan tijdens de kerstwens) niet in het Mongools (ja, dit blog heeft veel internationale lezers) staat aangegeven; dit vanwege het feit dat men daar het nieuwe jaar pas op 31 januari inluidt.

woensdag 24 december 2014

Vergelijken...

Door Tjalling van den Bosch

Zeker bij eeuwwisselingen komen er vragen in de trant van: Wie was de beste van de afgelopen eeuw? Als dammers kunnen we redetwisten wie de beste dammer van de 20ste eeuw was. Meestal gaan dergelijke vergelijkingen mank, want het is vaak  niet correct om mensen, die aan het begin van de eeuw ergens goed in waren, te vergelijken met hen die dat aan het eind van dezelfde tijdspanne waren; ook al zijn er op het eerste gezicht overeenkomsten. 
Hoe kun je bijvoorbeeld Ton Sijbrands vergelijken met Herman Hoogland (beide gingen op relatief jonge leeftijd 'van school'), Harm Wiersma met Ben Springer (beide bedachten/bedenken van alles om onze sport te promoten) of Jack de Haas met Rob Clerc (beide waren wereldkampioen-waardig)?En toch wordt er vaak naar Aris de Heer gewezen, als het gaat om de titel: Beste dammer van de 19de eeuw . . .

Aris de Heer . . .  

Aris de Heer werd geboren op maandag 30 december 1805 (ten onrechte wordt als zijn geboortejaar nogal eens 1806 vermeld!) en overleed op vrijdag 15 mei 1874In 1826 trouwde hij met de iets oudere Jannetje Hoogland, ze kregen 5 zoons. Jannetje overleed in 1838 aan de gevolgen van mazelen (Morbilli). In 1841 trad de Heer opnieuw in het huwelijk, nu met de 20-jarige (aanzienlijk jongere) Neeltje Beets; zij kregen in totaal 10 kinderen (5 zoons en 5 dochters). In totaal verwekte de Heer dus 15 kinderen bij zijn echtgenotes; wel dient erbij vermeld te worden dat 5 van zijn kinderen tijdens, of direct na de geboorte reeds overleden.
In eerste instantie leek de Heer voorbehouden te zijn om onderwijzer te worden, doch de schoonfamilie van zijn eerste vrouw wist hem over te halen om vetweider (veehouder) te worden. Dit ging hem goed af, want gedurende zijn leven werkte hij zich op tot (zoals men dat toen noemde) een welvarend man, die enkele boerderijen bezat en enorm veel landOm zijn belangen, als welvarend man, te behartigen werd de Heer ook raadslid van de gemeente Middenbeemster
  
Denksporter . . .

Aris de Heer was een denksporter, want naast het dammen mocht hij zich ook graag overgeven aan het schaakspel. Er zijn enkele schaakpartijen van de Heer bekend (waaronder enkele   correspondentie-partijen die hij samen met zoon Klaas speelde tegen het duo A. de Lelie en J. Pinedo uit Amsterdam), maar zijn dampartijen werden niet genoteerd en daarom kunnen wij zijn dam-technische kwaliteiten niet op waarde schatten. Wel zijn er veel relikwieën bewaard gebleven, die direct met Aris de Heer als dammer van doen hadden; zijn nazaten hadden in de boerderij waar hij had gewoond (de Boreelhoeve te Noordbeemster) zelfs een historische ´damkamer´ ingericht.
Helaas sloeg in 1956 de bliksem in de boerderij en brandde als gevolg hiervan tot de grond toe af. Het enige dat men heeft kunnen redden was het dambord van de Heer, met zilveren hoekstukken en ivoren damschijven.
  
Dus als we iets meer over Aris de Heer als dammer te weten willen komen, dan moeten we het hebben van overlevering (verhalen).
De Heer won reeds op 15-jarige leeftijd een eerste prijs, hetgeen opmerkelijk genoemd mag worden, want eigenlijk was het not done om op een dergelijke jonge leeftijd het op te nemen tegen ouderen.

Er wordt tevens beweerd dat De Heer een halve eeuw ongeslagen is gebleven op het dambord! Hij speelde geen vluggertjes; als er gedamd werd, diende dat serieus en vol overgave plaats te vinden. De houding van de Heer, achter het bord, werd omschreven als kaarsrecht en onbeweeglijk.

Het volgende verhaal over Aris de Heer wordt ook vaak verteld. Alhoewel sommige in details iets van elkaar verschillen, wil ik het u niet onthouden. Dit specifieke verhaal is van een zekere C.H. Broekkamp, gepubliceerd in 1907.
Verliezen deed Aris de Heer volgens overlevering niet, het zou het ergste zijn wat hem kon overkomen. Tijdens een marktbezoek te Amsterdam ontmoette de Heer een amateur-damspeler, die volgens zijn beweren, toevallig voor zaken in Amsterdam was gekomen. Anderen willen echter zeggen, dat deze een Frans meester in het damspel was, en opzettelijk afgezonden om 'De Heer' daar te treffen. Na een korte kennismaking werd spoedig overgegaan tot een partij dam, vermoedelijk in 
'De Roode Leeuw' op de Vijgendam. Weldra bemerkte De Heer dat hij met een zéér kundig speler te doen had en spande dus alle krachten in om het spel tot een voor hem gunstig einde te brengen. De winststelling mocht hij echter niet behalen en moest zich derhalve met een 'kamper', een gebruikelijk woord voor een onbesliste partij, tevreden stellen. 
Toen het, na een zware strijd, remise werd, stond De Heer op en verklaarde de aan vele omstanders liever het bericht te hebben ontvangen, dat zijn beste os, die hij 's morgens ter markt had gebracht, was doodgevallen, dan de partij te moeten verliezen. 

Bleef er dan helemaal niets op damgebied van Aris de Heer bewaard? Neen, helaas.
Maar deze stand dan?

Wit speelt en wint. Inderdaad wordt deze stand toegeschreven aan Aris de Heer, als witspeler; suggestief wordt er vaak bij vermeld: Middenbeemster, 28 september 1874. Aris de Heer was echter in mei van dat jaar reeds overleden. De kinderen en kleinkinderen van Aris de Heer gaan er van uit dat men deze stelling uit puur propagandistisch oogpunt aan hun vader/grootvader heeft toegeschreven.


De winstvoering is als volgt: 48-43  (26x37)  47-42  (37x48)  28-22 (17x28) 33x22  (24x42)  22-18  (13x22)  43-38  (42x33)  39x6  (48x30)  35x2.
We kunnen veel van de verhalen over Aris de Heer niet meer op waarheid checken, maar dat hij een sterke dammer was staat, wat mij betreft, buiten kijf.

Het is heerlijk om in deze donkere dagen even 'terug te gaan in de tijd'.
Vanaf deze plaats wensen wij u een: Goede Kerst, Noflike Kryst, Merry Christmass, Joyeux Noël, Feliz Navidad, Buon Natale, Pax Hominibus, Zul Saryn Bolon Shine.

woensdag 17 december 2014

Groninger heerlijkheid...

Door Tjalling van den Bosch 

 Diep weggedrukt in het Groningse land, tegen de Duitse grens, ligt Winschoten.
Deze plaats was vroeger een zelfstandige gemeente, maar na een gemeentelijke herindeling valt Winschoten onder de gemeente Oldambt; hierin vervult het nog wel een centrumfunctie. De nieuwe gemeente heeft ruim 18.000 inwoners. Opvallend veel bekende voetballers komen uit Winschoten, zoals Jan Mulder, Arie Haan en Klaas Nuninga, die allen ooit het shirt van het Nederlands elftal droegen (alsmede het shirt van Ajax). Ook minder bekende (betaalde) voetballers als Sietze Veen, Piet Hamberg en Marcel Seip hebben hun roots in Winschoten liggen.

Waarschijnlijk is de omgeving Winschoten nog het meest bekend vanwege de slag bij Heiligerlee in het jaar 1568; de overwinning die de staatsgetrouwen daar toen (op 23 mei 1568) behaalden, luidde het einde in van de 80-jarige oorlog met de Spanjaarden. Men noemt de omgeving Winschoten ook wel de Groninger heerlijkheid! 

Of, rechtgeaarde Fries, Gerrit Terpstra van dit alles doordrongen was, op 1 november 2014, is ons niet bekend, maar op één of andere manier voelde hij zich die dag niet op zijn gemak in Winschoten.
Op die bewuste zaterdag moest zijn damclub Troch Tinken Sterk uit Surhuisterveen het opnemen tegen de dammers uit Winschoten. De tweestrijd vond plaats in de 2de klasse A (3de ronde) van de Nationale Clubcompetitie. Gerrit Terpstra is in staat om een goede partij te dammen, echter ditmaal wilde het maar niet vlotten, op het 4de bord tegen Jacob Pronk; we komen erin na zwarts 28ste zet (2-7). 

Wat moet wit hier doen ? Misschien dacht Gerrit Terpstra "opgeven en snel weg uit dit godverlaten oord" (misschien ook niet);  hij fungeerde echter deze dag (zoals zo vaak) als chauffeur en zijn teamgenoten zaten nog genoeglijk te dammen (zij wel!). Nou ja, dan piel je nog maar even door, dus: 29.  27-22  (28x17)  30.  39-33  (17-22)  31.  31-27  (22x31)  32.  36x27  (19-24)  ver . . ., het moge duidelijk zijn, Gerrit had het deze dag niet. 


Misschien keek hij eens om zich heen en zag zijn kompanen nog lekker dammen; hij moest toch wachtten, dus nog maar één geven  33.  35-30  (24x35)  34.  33-28  (13-19)  35.  37-31  (26x48)  36.  28-22  (48x25)  37.  22x4 (zo, ik heb in ieder geval de damlijn gehaald  (23x34)  38. 40x29  (11-17)  39.  32-28  en nu maakte zwart het af via  (12-18)  40.  4x24  (14-19)  41.  24x2  (20-24)  prachtig uitgemaakt,  42.  2x30  (25x49), wit kan natuurlijk ook eerst  ook  42.  29x20  slaan, maar dan slaat zwart  (15x24) en is het na  43.  2x24 (25x23)  ook uit. Een pronkstuk . . ., echter nu was Gerrit wel scherp!!  42.  29x20  (15x ho, ho je moet meerslag nemen ??? Oeps . . . 42.  . . - . .   (25x40)  43.  45x34     aaahhhhhh, 2-0! 

Het kan verkeren op het dambord; er viel uw penneleur nog iets op aan de
match Winschoten- T.T.S.; aan het 6de bord zaten, namens de Groningers,
met zwart, Ben Haan (rating 996) en namens de Friezen, met wit,
Joop de Graaf (899). 

Het verloop is, zeker gezien de rating van beiden,
opzienbarend te noemen:  22.  . . - . .  (17-21)  23.  28-23  (19x17)  24.  34-30  (25x34)  25.  39x8 en nu kwam zwart met (12-18) en wit mag geen dam halen vanwege (3-8) met altijd dam op veld 48! Edoch, wit staat combinatief zijn mannetje . . . kijk en huiver:  26.  33-29 (3x12)  27.  37-31  (26x39)  28.  27-22  (17x37)  29.  38-32 (37x28)  30.  29-24  (20x29)  31.  40-34  (39x30)  32.  35x4 . . .


Het lijkt erop dat zwart, de stand die nu op het bord prijkt, zou moeten kunnen winnen, zijn schijvenvoordeel zou voldoende moeten zijn, maar de zwartspeler was blijkbaar dusdanig geïmponeerd dat hij al offerend zijn weg vond naar de  damlijn, maar toen was het numerieke voordeel verdwenen, dus 1-1.Voor de hele partij, inclusief op- en aanmerkingen, verwijs ik u gaarne naar Toernooibase. 

U ziet het, beste lezers en lezeressen, er valt veel meer te genieten in de Nationale Clubcompetitie, dan alleen maar in de Ereklasse. Voor de volledigheid; de Groningers wonnen de slag met de Friezen nog wel, 12-8. 

woensdag 10 december 2014

Gelukkig...

Door Tjalling van den Bosch

Door de menselijke drang tot verandering/vernieuwing, wordt er helaas, op velerlei gebied, veel goeds afgebroken. Zo had het er alle schijn van, dat het jaarlijkse Hepie Koelstra-Rapid damtoernooi te Twijzelerheide, nadat men begin dit jaar (2014) het tweede lustrum had gevierd, hetzelfde lot moest ondergaan. Gelukkig hebben de organisatoren (Hans van Dijk en Leo van der Galiën) het op het laatste moment toch nog op de rails weten te houden. 
Vanwege dit 'op het laatste moment' maak ik er op dit blog maar even melding van; we hebben per slot van rekening wekelijks veel lezers en lezeressen:
 
Zaterdag 17 januari  2015 te Twijzelerheide,  het Hepie Koelstra- rapid damtoernooi. Aanvang 10.00 uur, in dorphuis de Jister aan de Bjirkewei 103A.
(En ja, u maakt wederom kans om miljonair te worden; wilt u meer informatie hier omtrent, ga dan, op dit blog, naar het epistel Hans van Dijk - oktober 2012). 

Nu we toch bezig zijn; op de agenda van januari 2015 prijken verder nog: 
 
Zaterdag 3 januari  te Woudsend, het Sibbele Sylvester Reekers damtoernooi.  Aanvang 10.00 uur, in M.C.F. De Driuwpolle.

Donderdag 8 januari  te  Leeuwarden,  het  Huizumer Nieuwjaarssneldamgala.  Aanvang 19.45 uur,  in  Zalen Tivoli aan de Huizumerlaan 59.

Alle drie toernooien zijn zogenaamde 'open toernooien', dus iedereen is  van harte welkom. Zegt het voort . . .

Efkes wat oars . . .

In de legendarische Britse komedie-serie Monty Python  gebruikte men veelvuldig de frase: "And now for something completely different"; gaan we van Friesland naar Zuid-Holland.
Op het onvolprezen Toernooibase Dammen worden vaak opzienbarende partijen met op- en aanmerkingen opgesierd. Echter, er ontsnapt ook nog wel eens iets aan de aandacht van de heren (en dames) commentatoren, zoals dit:

Wit heeft zojuist op de 19de zet 50-45  gespeeld; opvallend was, in de fase naar deze stelling toe, dat zwart schijf 8 naar veld 17 had overgeheveld en pas daarna (op de 18de zet) 7-12. Waarschijnlijk zinspeelt hij ergens op . . . ? Zwart vervolgde het duel met  19.  . . - . .   (14-20)  20.  25x14  (9x20). 
Wit voelde blijkbaar niets voor een korte vleugel opsluiting, dus  21.  30-25 ?? 
Zwart haalde nu formidabel uit met:  21.  . . - . .   (4-10)  22.  25x14  (24-29)  23. 33x24  (19x30)  24.  28x8  (10x19)  25.  35x22 (17x46  26. 8x17  (11x31), en wit geloofde het wel. Fraai, heel fraai. 


Dit alles speelde zich af op 21 november 2014, tijdens de ontmoeting in de hoofdklasse van de provinciale Zuid-Hollandse clubcompetitie (zesde ronde)  tijdens de wedstrijd R.D.C. (Rijnsburg) en Van Stigt Thans (uitslag 6-6), aan het tweede bord. Nieuwsgierig naar de spelers? De witte schijven waren in handen van niemand minder dan Frits Luteijn en zijn opponent was dokteranders Frerik Andriessen.    

Zomaar weer een epistel, dat via de Friese damdagen en de onvolprezen Britse humor, eindigt in Zuid Holland.
    

woensdag 3 december 2014

Seaports Master 2014...

Door Tjalling van den Bosch
 
Neen, beste lezers en lezeressen, dit is geen aankondiging van het twee-jaarlijkse Groningen Seaports Masters te Delfzijl. Helaas wordt deze tweejaarlijkse traditie onderbroken; wat echter nog bedroevender is, is het feit dat het waarschijnlijk niet eens wordt onderbroken, maar afgeschaft!
 
Het was, eens in de twee jaar, zo'n mooie afsluiting van het jaar. Grand Maître Harm Wiersma was het boegbeeld van dit toernooi; ook meen ik dat Siep Buurke en Rob van Heukelem een flinke vinger in de organisatorische-pap hadden. Het lijstje met sponsors, met o.a. de Gemeente Delfzijl, Gemeente Eemsmond, Groningen Seaports en Akzo Nobel, mocht er zijn. De fraaie locatie (theater de Molenberg) droeg ook bij aan de uitstraling van het damevenement; zo zou het eigenlijk altijd moeten zijn.
 
Dood en doodzonde natuurlijk, dat zo'n prachtig toernooi van de damkalender verdwijnt; het deed denken aan het, ook al ter ziele gegane, Suikertoernooi in (alweer zo'n prachtige locatie) hotel Krasnapolsky te Amsterdam.
 
In 2008 vond de Groningen Seaports Masters, onder auspiciën van de Provinciale Groningse Dambond, voor het eerst plaats. Alexey Chizhov rammelde, na een aarzelend begin, de éne na de andere topspeler van het bord en won overtuigend het toernooi met 16 punten uit 11 partijen.
Op twee punten achterstand finishte Alexander Georgiev als tweede; Macadou  Ndiaye riste (op S.B.) de derde plaats voor de neus van Alexander Shvartsman weg, beide met 13 uit 11. Twee jaar later (2010) eindigden Alexander Shvartsman en Kees Thijssen op de eerste plaats; beide boekten 6 overwinningen en 5 remises; de Rus had een iets beter S.B.  Op de derde plaats (en met 3 punten minder) finishten Martin Dolfing, Alexey Chizhov, Alexander Baliakin en Guntis Valneris; eerst genoemde uit dit rijtje kreeg op basis van de meeste overwinningen (alsook een nederlaag) de
bronzen plak omgehangen.
In 2012 was Alexander Georgiev oppermachtig met maar liefst 18 punten uit de 11 partijen. Mede door een nederlaag tegen Michiel Kroesbergen in de laatste ronde, eindigde de nummer twee Alexander Shvartsman op een achterstand van 4 punten.
De derde plaats ging naar Zoja Golubeva op basis van de meeste overwinningen; met maar liefst 4 zeges, eindigde ze op 12 punten uit 11 partijen (inderdaad, ze leed ook 3 nederlagen!!); Ron Heusdens en Kees Thijssen eindigden, met even zovele punten (3-6-2!), net naast het podium.
 
Het lijkt er op dat de laatste editie in 2012 dus ook de zwanenzang betekent. Gelukkig blijft de Gemeente Franeker wel het traditionele toernooi in de Friese damvariant (oer alles hinne) trouw; dit toernooi vindt in 2015 plaats van 24 t.e.m. 28 maart. De plaats van handeling is wederom het prachtige historische stadhuis te Franeker, tegenover het Planetarium. U kunt zich waarschijnlijk nog opgeven; voor meer informatie ga naar www.frisiandraughts.com.
Mocht u niet mee willen doen, plaats dit toernooi dan wel in uw agenda, het is zeker een bezoekje waard; misschien is er wel een tweekamp tussen Georgiev en Ndjofang in de Friese damvariant!!
 
Tijdens de laatste editie van Seaports Open (2012) zag ik voor het eerst Andreas Kuyken als connaisseur (hij die veel kennis bezit op het gebied van schone kunsten) in actie. Kuyken had prachtige invalshoeken tijdens zijn sessies, waarin het demonstratiebord slechts een lastig obstakel was (Andreas, als wit nu . . . ?" / "Kom maar even naar voren en laat het maar even zien").
We sluiten dit epistel af met één van Kuykens merkwaardigste composities; niet alleen de stand is opvallend, ook de oplossing!

Wit speelt en wint! Dit diagram staat afgebeeld in de NRC-rubriek (van Kuyken) van 21 december 1974;  hij voegt er als titel aan toe: 5 natura artis magistra Confoederatio Helvetica.
De oplossing zal u verbazen (wederom Kuyken aan het woord): Van eigen hand, gaat de omvang van deze rubriek te buiten, te veel van mijn didactisch vermogen en uw bevattings- en uithoudingsvermogen.  

 

woensdag 26 november 2014

Niets zien....

Door Tjalling van den Bosch
 
Op vrijdag 19 en zaterdag 20 december aanstaande (2014) gaat Grand Maître Ton Sijbrands het wereldrecord blinddammen aanvallen; geen bord, geen schijven, zelfs geen notatiebiljet! In het gemeentehuis van Hilversum neemt Sijbrands het op tegen 32 tegenstanders. Doordat er een omroep (MAX) bij de realisatie van de recordpoging is betrokken, zal de damsport ongetwijfeld 'in the picture' komen te staan.
Hopelijk liggen de draaiboeken (bij de bonden en clubs, alsmede bij u) klaar om gebruik te maken van deze media-aandacht, misschien kunnen wij niet-dammers prikkelen om toch eens een partij te gaan spelen, al is het maar in huiselijke kring. 

Benedictus Springer . . .

Volgens overlevering is Ben (zoals hij in dammerskringen wordt genoemd) Springer de eerste dammer geweest die het spel 'blind'  op de 100-ruiten beoefende. Dit was tot dan (1920) voor onmogelijk gehouden; let wel Springer speelde toen tegen slechts één opponent! Het was in het begin van de vorige eeuw al wel bekend dat men in staat was om het op de 64-(dam)velden 'blind' tegen 20 á 30 opponenten op te nemen, maar op de 100 velden werd dit toentertijd als een fenomenale prestatie gezien. 

Ben Springer werd geboren op zaterdag 19 juni 1897 te Amsterdam.  Op 11-jarige leeftijd kreeg Springer zijn eerste damlessen van niemand minder dan Jack de Haas. De Haas was 100 jaar geleden een absolute topspeler, die het echter niet was gegund om de wereldtitel voor zich op te eisen.
Hij kwam enkele malen dichtbij de hoogste mondiale eer, maar kwam ook telkenmale nipt te kort.
In 1904 speelde hij, in een match, 10-10 tegen de toenmalige wereldkampioen Isidore Weiss; de laatste behield daardoor zijn titel. Enkele jaren later speelde de Haas nogmaals tegen Weiss, ditmaal betrof het een 'lange' match, maar ook toen moest hij, met 19-21, het onderspit delven.
Tijdens het toernooi om de wereldtitel in 1912 kwam de Haas 1 punt tekort; de jonge Herman Hoogland werd toen verrassend wereldkampioen. Wel wist de Haas enkele malen de Nederlandse titel voor zich op te eisen en gaf hij les aan talenten; ergens dringt zich (bij mij) de vergelijking met Rob Clerc op.
 
Terug . . .
 
We gaan terug naar Ben Springer, hij werd namelijk wel wereldkampioen. In 1928 (te Amsterdam) won Springer het toernooi om 's werelds hoogste dam-eer met maar liefst 5 punten voorsprong op de nummers twee dr. Alfred Molimard en Herman de Jongh. Springer bleef toen als enige ongeslagen.
Overigens won Springer nimmer de Nederlandse titel; dit had deels te maken met het feit dat hij zich een tijdlang in Frankrijk vestigde.
 
Springer was bovenal een dampropagandist; zo reisde hij in 1923 de grote 'haringvijver' over om het in Montreal (Canada) op te nemen tegen de 144-ruiten-wereldkampioen Willy Beauregard. Tijdens deze match werd er op drie 'borden' gespeeld, naast de 100- en 144-ruiten ook op de 64 velden.
De Canadees won de tweekamp, maar het leek Springer vooral te gaan om de reclame voor de damsport. Ook was Springer de eerste Nederlandse dammer die zijn kunsten in de voormalige Sovjet Unie vertoonde (Moskou, 1956). Springer was het niet altijd eens met de activiteiten van de Nederlandse dambond, omdat er volgens hem niet genoeg werd gedaan aan de popularisering van het dammen. Samen met enkele anderen richtte hij daarom in 1947 het genootschap DAMAS op, ter bevordering van internationale wedstrijden.  
 
Naast partijspeler en ´blind´-simultaan-speler (hij heeft het uiteindelijk opgenomen tegen 4 spelers tegelijk), was hij ook auteur van verscheidene damwerken.Van zijn hand verschenen in dagbladen en vaktijdschriften talrijke publicaties, terwijl hij ook het tijdschrift damwereld in zakformaat uitgaf. Ook was Springer auteur van een handvol damboeken.
 
Nadat Springer in 1960 als toeschouwer het Frans kampioenschap had bezocht werd hij op de terugreis onwel. Het is mij niet bekend of Springer ter plaatse is overleden; als datum en plaats van zijn heengaan staan in de analen vermeld:  29 augustus 1960 en Parijs.
 
Eerbetoon . . .
 
Zullen wij dammers als eerbetoon aan Benedictus Springer het maximale halen uit de propagandistische waarde, die ongetwijfeld uit zal gaan, van de recordpoging van Ton Sijbrands; kortom, dammers het is wederom aan U.
 
Natuurlijk mag ook de coup Springer niet in dit epistel ontbreken.Tijdens het voor Springer zo succesvol verlopen wereldkampioenschap van 1928, meende één van zijn directe opponenten, de Fransman Molimard, met het volgende gambiet te kunnen toeslaan.

Molimard (met wit) heeft net 33.  43-39  gespeeld, waarna Springer (achteloos?!?)met  (18-23) op de proppen kwam. De Fransman wist daar wel raad mee (dacht hij):  34. 30-24  (20x29)  35. 39-33.
Het lijkt nu dat zwart zeer slechte papieren heeft, maar Springer strafte het gambiet genadeloos af met een manoeuvre welke later zijn naam zou gaan dragen: 
35.  .. - ..  (3-9)  36.  33x24  (19x30)  37.  28x10  (30-34)  38.  40x29  (9-14)  39.  10x19  (13x22).  

De slagzet is bijgezet in de rij der klassieken; toch vallen er heden ten dage nog steeds slachtoffers . . .
 
 
 


 

woensdag 19 november 2014

Wel zo edel...?

Door Tjalling van den Bosch

De lezer moet soms over een freischwebende Intelligenz beschikken als hij/zij het idee achter   sommige schaak-epistels op dit damblog wil herleiden naar ons edele damspel ("wat heeft dit nu weer met dammen van doen . . .?").  Misschien denkt u dat uw penneleur verknocht is aan het schaken, maar niets is minder waar!
Het aloude schaakspel komt qua sport nog het dichtst bij onze damsport, maar eigenlijk klopt er geen meter van schaken als sport! Hein Donner had het vroeger al in de gaten: "Schaken is een stom spel, bestemd voor vieze oude mannetjes die met poppetjes willen spelen".Qua grandeur hebben de schakers misschien meer dan wij dammers; ze hebben een heuse muze (Caïssa),  kunnen bogen op een historie van zo'n 5.000 jaar en hebben fantastische 'schrijvers'. Maar . . .  ergens is er in de ontwikkeling van het schaken, als sport, iets vreselijk mis gegaan!

Onbalans . . .

Een sportwedstrijd dient op basis van gelijkwaardigheid aan te vangen; hoe anders is dit in het schaakspel! De grootste onvolkomenheid aan het schaken is dat de speler die 'wit heeft' een aanzienlijk voordeel heeft! Het schaken is dus, volgens de kenners, duizenden jaren oud; het is toch op z'n minst vreemd te noemen dat men, in die tijdspanne, nog nooit op het idee is gekomen om iets aandeze sportonwaardige ongelijkheid te doen!

Het is trouwens niet alleen 'het witte voordeel' dat meteen negatief opvalt aan het schaakspel. Het woord 'schaak' komt uit het Perzisch (shâh) en dit betekent in onze taal koning. Het vreemde is nu, dat juist dit stuk (de koning) het meest beperkt is in zijn mogelijkheden, van alle stukken! De koning mag orthodiagonaal slechts één veld verschoven worden! Het is toch niet meer dan logisch dat de koning regeert in een spel, maar dit is dus niet zo; eigenlijk is hij het zwakste stuk, dat enorm beschermd moet worden! Natuurlijk het voetvolk (de pionnen) zijn ook heel erg beperkt in hun bewegingsvrijheid, maar zelfs zij mogen vanaf de beginopstelling nog twee velden tegelijkertijd opschuiven! Als je er wat langer over nadenkt dan kom je tot de conclusie dat de pionnen aanzienlijk meer macht hebben dan de koning; ze mogen namelijk ook 'en passant' slaan en kunnen promoveren.
Ook is één enkele (gedekte) pion in staat om de koning van de tegenpartij mat te zetten; kortom een pion kan beslissend zijn, iets dat voor de koning onmogelijk is, hij kan de tegenstander niet mat zetten!

Het meest invloedrijke stuk is de koningin . . .Het is toch op zijn minst opmerkelijk te noemen, dat men (mannen) duizenden jaren geleden, toen de vrouw nog niet eens als een tweederangs burger werd gezien, het meest overheersende stuk juist aan de vrouw lieerde! Het enige vrouwelijke stuk op het schaakbord is 'overpowered !?!

Schaaktaal . . .

Schaken is aanzienlijk 'internationaler' dan het dammen. Om de voertaal strijden, 'boven de evenaar' het Engels en het Russisch,Op het zuidelijk halfrond gaat de strijd tussen het Spaans en het   Portugees. Er zitten aan die (ver)taalstrijd nog al wat haken en ogen.  Wat Nederlanders in het schaakspel de toren noemen, noemt men in het Engels 'the castle'. Je zou toch zeggen dat een 'kasteel of toren' onwrikbaar op hun plaats blijven staan (wie neemt er nu een kasteel op de rug?), maar het merkwaardige aan dit stuk is dat je het, over het hele bord, horizontaal en verticaal, kunt verplaatsen!

 Dan is er 'the bishop' en dan denk je natuurlijk aan een bisschop, iemand die vredelievend is; het woord van het goede/nobele verspreidend, maar niets is minder waar in het schaakspel. 'The bishop' (in het Nederlands de loper) snijdt vaak gemeen, diagonaal, door de stelling van de tegenstander heen en richt daar vaak rücksichtslos veel schade aan!

'The knight' maakt het helemaal bont; het betekent in het Nederlands  'ridder', maar het schaakstuk doet meer denken aan een paard, zoals wij dit stuk in het Nederlands ook noemen! Dus de Engelse ridder is eigenlijk een paard . . .Ik denk dat de schakers er verstandig aan zouden doen om onze aloude Nederlandse taal als voertaal te hanteren.

Theorie . . .

Over 'de theorie' in het schaken zijn ladingen boeken geschreven, wat heet, je kunt er meerdere grote magazijnen mee vullen!
Telkens moet de 'bestaande' theorie weer worden aangepast; schijnbaar wordt het één en ander ook zomaar weer ontzenuwd! Kijk dan eens naar onze edele damsport; de theorie over de 'Kelleropening' zich in ruim 50 jaar dusdanig ontwikkeld dat men thans kan spreken van 'zo heurt het . . .' en niet anders. In al die duizenden jaren schaken is men er dus nog steeds niet achter hoe het spelletje (theoretisch) eigenlijk gespeeld dient te worden; wat nu gangbaar is, kan binnen een aantal jaren alweer achterhaald zijn, of op z'n minst aangevuld/verbeterd! Ach ja, dammen is een echte denksport (zolang men niet te veel de denktijd naar beneden bijstelt, want voor dammen moet je 'tijd hebben'!).

Niet verplicht . . .

Nog zoiets; bij het schaken is 'slaan niet verplicht'. Dus als je aangevallen wordt dan doe je net of je neus bloedt en verplaats je gewoon een stuk op een ander gedeelte van het bord (het lijkt de Nederlandse politiek wel . . .! Oh, vandaar dat er bij het WK-Hockey zoveel politici waren)!
Gelukkig is 'slaan verplicht' bij het dammen, met andere woorden, je mag je verdedigen.

Kijk dit noemen wij dammers onorthodox klassiek, dat is zo en dat is over duizend jaar nog zo! Als ik het goed begrijp is dit een geesteskind van niemand minder dan Frans Hermelink; natuurlijk; wit speelt en wint. Ziet u hoe schijf 27 op veld 49 belandt?
25-20  (14x34)  35-30  (24x44)  38-33!  (29x36)  28-22  (17x28)  
26x17  (11x22)  27x49  daar is ie!!  (36x38)  43x1.  


Kijk schaakvrienden (ik weet dat sommigen van jullie dit lezen), dit noemen wij een (witte) Roozenburg-aanval, naar onze (wijlen) wereldkampioen én voorzitter van de internationale bond (heeft jullie enige Nederlandse wereldkampioen en praeses van jullie internationale bond de schaaktheorie wel verrijkt?).
Wit speelde hier het absurd ogende 36-31, hetgeen zwart verleidde tot het volgende: (23-28)  33x22* (18-23)  29x18  (12x23?)  35-30  (20x29)  39-33  (23-28).  Nu werd zwart verrast met:  34x23!!  (28x50) 30x24  (50x17)  32-28!!  (17x19)  23x1 etcetera. 

En toch en toch beste schaakvrienden, koester ik jullie schrijvers; hun pennenvruchtenzijn vaak creatief, bloemrijk, kleurrijk en de woordenschat die men gebruikt is fantasievol, soms tot in het oubollige (oh heerlijk).

Ach ja, laten we het motto van de Internationale Schaakbond (F.I.D.E) maar in ere houden;

GENS  UNA  SUMUS  oftewel  wij zijn één volk (wij denksporters).
 

woensdag 12 november 2014

Clubcompetitie...

Door Tjalling van den Bosch

Het heeft even geduurd voordat we een goed zicht kregen op het deelnemersveld van de Nationale Clubcompetitie van dit seizoen (2014/2015). Dit kwam omdat er in diverse 2de klassen een oneven aantal deelnemende clubs zijn.
De Nationale Clubcompetitie is voor de K.N.D.B. een relatief eenvoudig toernooi; de opzet is in principe elk jaar gelijk en daar is niets mis mee. Het levert volgens mij nog geld op ook, want het inschrijvingsgeld bedraagt ruim 135 euro per team.

Some good news and some bad . . .

Het goede nieuws is dat we dit seizoen maar liefst drie nieuwe teams mogen begroeten: Winschoten, Sneek en Hoogeveen (3). Van twee van de drie teams weet ik, dat men dit te danken heeft aan de eigen jeugdopleiding (Hoezo, de jeugd wil niet . . .?).

Het slechte nieuws is dat er maar liefst 14 teams die vorig seizoen nog op de lijst van  deelnemers prijkten zijn afgehaakt. Vooral het niet inschrijven van het roemruchte Twentes Eerste is natuurlijk een feit dat ons dammers hart doet bloeden. 

Het niet meer inschrijven van teams is natuurlijk (meer dan) verontrustend en schreeuwde om een oplossing; die kwam er. De K.N.D.B. stond toe dat er zogenaamde 'combinatie-teams' mee mochten doen, zonder dat de betreffende clubs fuseerden; dat gaat namelijk altijd ten koste van (minstens) één van de twee én betekent in de praktijk altijd ledenverlies!!  "Met behoud van eigen identiteit", noemde men dit. Dit bevreemdde trouwens weer enkele andere clubs, die een seizoen
eerder hetzelfde hadden aangevraagd, hetgeen toen door de bond werd geweigerd, omdat het in strijd was met de reglementen. Gelukkig heeft de K.N.D.B. de regels (blijkbaar) aangepast, zodat het nu wel mogelijk is; er kwamen acht teams (als combinatie-teams) terug. Voor de duidelijkheid: Twentes Eerste zien we helaas ook niet terug in een combinatie-team!

Het totaal aantal teams dat dit seizoen (2014/2015) meedoet aan de Nationale Clubcompetitie is 124, drie minder dan vorig seizoen; een dieptepunt, dat moge duidelijk zijn. In plaats van 'the good news' ( +3 ) komen we dit seizoen dus uit op 'the bad news' ( -3 ). Over het 'hoe en waarom?' van deze 'valversnelling', kan/zal eindeloos worden gediscussieerd. Men moet zich natuurlijk afvragen of deze versnelling in de neerwaartse spiraal zich komend seizoen zal doorzetten? 

Wat te doen . . . ?

Wat te doen tegen de afnemende belangstelling voor de Nationale Clubcompetitie? Wat te doen om nieuwe leden te werven?

Het enige dat ons dammers te doen staat is heel simpel; iemand persoonlijk vragen of hij/zij niet eens een gezellig avondje wil dammen, op de club! Moeilijker is het niet, alle goedbedoelde projecten leveren niet meer op dan wat fraai gekleurde grafieken en 'schijven', maar geen leden! Veranderingen in de reglementen idem dito.  De ellende met veel dammers is, dat men zich niet uitspreekt waarom men ermee stopt; als je het aan de 'stoppers' op de man/vrouw vraagt, dan krijg je soms wel een antwoord, maar zelfs dan is men vaak nog 'voorzichtig'.

Dus is het U.

Kijk eens rond in uw eigen omgeving, is daar werkelijk niemand die u eens kunt vragen? EN mocht iemand 'ja' zeggen, ros hem/haar dan niet, op de eerste de beste avond, 10x achterelkaar van het bord, maar laat diegene de charme van het damspel zien en laat hem/haar de gezelligheid proeven van een gezellig avondje 'uit'. Het idee om mensen 'op de man af' te vragen is niet nieuw! De nevenstaande afbeelding is precies 60 jaar oud!

En wat de jeugd betreft, je kan er niet vroeg genoeg mee beginnen.

Dammers het woord (en de daad) zijn aan u . . .






woensdag 5 november 2014

Hockey...

Door Tjalling van den Bosch

Van 31 mei t.e.m. 15 juni 2014 vond in het A.D.O.-voetbalstadion, te Den Haag, het W.K. Hockey voor landenteams plaats. Uw penneleur kreeg, vanwege zijn relaties in de sport, een uitnodiging om de opening bij te wonen (kennis is macht, kennissen hebben is machtiger). Helaas moest ik deze invitatie aan mij voorbij laten gaan, daar mijn andere vriend eiste dat ik, rond die tijd, in Salou aanwezig was.
Hans Böhm berichtte over het W.K. Hockey: "Tijdens het toernooi was de schaaksport (!) overal aanwezig (ja, dat dacht nou ik ook direct!). Het bleek een bijzonder initiatief van Johan Wakkie, de bondsdirecteur van de Koninklijk Nederlandse Hockey Bond.
De opening van het toernooi was zeer goed te versmaden. In het bijzijn van onze Koning waren er slechts drie ultrakorte toespraakjes, gevolgd door een muzikaal en visueel spektakel van Het Nederlands Blazers Ensemble. Meestal zak je tijdens zo'n opening al gelijk bij de eerste spreker onderuit in je stoel, maar deze keer was het een soepele en boeiende opening, van de eerste tot de laatste minuut".  Dankzij Böhm kregen we dus toch nog iets mee van de opening. 

Sportboulevard . . .

Gelukkig zette schrijver dezes ruim voor de afsluiting van het toernooi weer voet op Nederlandse bodem. In de laatste week van het W.K.-hockey was er dus wel de gelegenheid om eens een kijkje te nemen in Den Haag. Op een speciaal aangelegde boulevard konden verscheidene sporten (op voorspraak van het NOC*NSF) zich presenteren. Er waren veel activiteiten; zo werd er een goed bezocht seminar georganiseerd, met als titel 'hockey en schaken, een sterke combinatie'. Als je het wat breder trekt (bewegen en denken, een sterke combinatie) dan zit je al snel in de klassieke wijsheid van de Romeinen, die het op hun beurt weer van de 'oude' Grieken hadden: Mens sana in corpore sano (een gezonde geest in een gezond lichaam). Over de louterende werking van sport en spel vertelde Mustapha Eljarmouni, die zelf in zijn geboortedorp in Marokko door een dergelijk project van de Unesco was geïnspireerd. Later, toen hij in de Indische buurt in Amsterdam kwam wonen, startte hij een schaakschool, die uitgroeide tot maar liefst 300 schakende kinderen.
Staatssecretaris Fred Teeven (inderdaad de rechterhand van mijn grote vriend ), van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, ging in op de preventieve werking van sporten; daar zijn onderzoeken naar gedaan. Er wordt al in drie gevangenissen geschaakt; het idee is om dit verder uit te rollen over de zestig penitentiaire instellingen die ons land heeft. 
Professor Erik Scherder leidde het publiek het menselijk brein in en liet zien welke verbindingen denkprocessen teweeg brengen. Tot slot voerde oud-voorzitter Duco Wildeboer van hockeyclub Athena het woord; hij vertelde enthousiast over zijn ervaring op de club, om leden meerdere uitdagingen aan te bieden (bijvoorbeeld: Schaakborden en -stukken in de kantine).

In totaal schijnen tijdens het evenement zo'n 6.000 kinderen in contact te zijn gekomen met andere sporten dan hockey en dat is een verheugend en vooruitstrevend beleid. Hopelijk krijgt het navolging (en misschien kunnen wij dammers dan ook inhaken?!).

Niet gelijk wijzen . . .

Natuurlijk hadden wij dammers onze sport daar ook moeten presenteren, maar u moet nu niet gelijk wijzen naar de, in uw ogen, verantwoordelijken. Het is natuurlijk niet mogelijk om 'overal bovenop te zitten'; bepaalde zaken worden soms pas zichtbaar als eventueel inpassen niet meer mogelijk is; netwerken is soms door toeval effectief. Zelf had ik onze bond zeker ingelicht, maar de uitnodiging voor de opening viel pas op de mat toen ik reeds in Spanje bivakkeerde. Ook de dammers zelf dienen zich bewust te zijn van het promoten van hun sport. Laat ik u hier een voorbeeld van geven.

Deze stand komt uit de 7de ronde van het damtoernooi met de fraaie naam: International Bacoli Open Italia 2014. 

Achter de witte stukken zat Matrena Nogovitsyna en de zwarte schijven werden beroerd door niemand minder dan voormalig wereldkampioen Guntis Valneris. Na een opzienbarende partij, waarvan uw penneleur het idee kreeg, dat het misschien niet aan het algemeen heersend correctheidscriterium voldeed, kwam zwart in de bovenstaande stand met: 58.   . . - . .  (48-26)  en gaf wit op. Als wit nu met de dam naar veld 47 was gegaan, of op de lijn 36/4 was gebleven, dan had zwart natuurlijk naar veld 12 geslagen en was de winst (voor zwart) een ieder wel duidelijk. Maar . . . wit kan toch ook 36-41 spelen? Inderdaad, maar de toeschouwers kregen het fraaie slotakkoord niet te zien, door de witte opgave. Gelukkig was er iemand (wiens naam ik u zal onthouden) die Toernooibase opsierde met het winnende: 59.  36-41  (26x3)  60.  41x1  (3-8)  11x7  (8-2)  uit!  Door deze manoeuvre te presenteren (tijdens de partij) had wit onze sport natuurlijk een  goede dienst bewezen!

Laten wij dammers vanachter de bestuurstafel, maar ook zeker vanachter het dambord, ten allen tijde en op alle mogelijke manieren proberen onze prachtig sport te presenteren én te promoten.    

Suggestie . . .

Volgend jaar (2015) staat Dordrecht volop in de belangstelling, want op maandag 27 april is deze stad het decor voor de Koningsdag 'nieuwe stijl'. Onze Koning sprak kortgeleden op het jaarcongres te Dordrecht over een "Grand Parade', waarin alles mogelijk is en: "Het wordt een kleurrijk spektakel waarin de inwoners van de stad en de streek laten zien waarop ze trots zijn". Zien we dan Dordtse damliefhebbers, als Anton Kosior en de Roedolphjes, vol in beeld . . . ?

Kennis is macht . . .

woensdag 29 oktober 2014

Komkommertijd...

Door Tjalling van den Bosch

Het was in de crisistijd, vlak voor de tweede wereldoorlog, toen Max Euwe in 1935 de wereldtitel schaken opeiste. Euwe versloeg toen, in een tweekamp, Aleksandr Aljechin met 15½-14½. Door dit resultaat kreeg de schaaksport een enorme injectie; het ledental van de schaakbond schoot omhoog en de winkels konden de vraag om schaakborden en schaakstukken nauwelijks aan, ook schaakboeken vonden gretig aftrek.

Onze damsport werd ongekend populair na de tweede wereldoorlog. Eerst was het Piet Roozenburg en later Ton Sijbrands en Harm Wiersma die zich aandienden als potentiële wereldkampioenen. In dezelfde tijdspanne kreeg ook de schaaksport weer een positieve impuls, vanwege de succesjes van eerst Hein Donner en later (de grotere successen) van Jan Timman. Het grote voordeel school, ook toen, voornamelijk in het feit dat niet dam-journalisten zich bogen over de betrokkenen en dus indirect ook over hun sport. 
 
Thans leven we in een andere tijd, maar ook nu nog geldt het aloude adagium:
Succes leidt tot vele vriendschappen . . . Darten was in Nederland lange tijd een volkomen onzichtbare sport, totdat Raymond van Barneveld successen ging behalen. Plotseling was het darten voorpagina nieuws; tegenwoordig hangt er, vrijwel zonder uitzondering, in elk café wel een dartbord.

Nog een voorbeeld uit deze tijd; lang was Noorwegen een witte vlek op de internationale schaak-wereldkaart, tot het moment dat supertalent Magnus Carlsen van zich liet horen. Tot de komst van Carlsen was Simon Adgestein de enige Noorse schaker van enige importantie, maar deze Adgestein was ook een begenadigd voetballer; hij schopte het zelfs tot A-international. Het was uitermate pechvol voor Adgestein, dat hij al vroeg zijn voetbalcarrière moest beëindigen vanwege een slepende knieblessure. Het was dubbel jammer voor de Noor, want door de onderbreking van zijn schaakloopbaan (vanwege het voetbal) had hij ook daar de slag gemist. Hij besloot zich als schaaktrainer op te werpen en toen lachte het geluk hem weer toe; het jonge talent Magnus Carlsen kwam op zijn pad. Carlsen werd in 2013 wereldkampioen en thans loopt bijna iedereen in Noorwegen mee in de schaakpolonaise. Dit jaar werd bijvoorbeeld in het Noorse Tromsö de schaak-Olympiade georganiseerd; geopend door de premier en later zou ook de Noorse Koning nog een bezoek brengen aan het evenement! Kortom, was Noorwegen eerst totaal niet geïnteresseerd in het schaken, heden ten dage is het schaken hot in Norway . . . (Sponsors - stijgend ledenaantal - verkoop van schaakmaterialen - etc.)  
 
Velen begrijpen . . .
 
Velen van u zullen begrijpen waar ik (nogmaals) naar toewerk . . .
Roel Boomstra werd afgelopen maand (oktober 2014) Europees Kampioen dammen; een fantastisch resultaat na jaren van noeste arbeid. Nu is een Europese titel voor veel mensen nog niet hetzelfde als een wereldtitel, maar het laat volgens mij wel zien dat een mondiale titel niet onmogelijk is! Helaas denk ik dat de damsport weinig revenuen zal overhouden aan deze Europese titel. Publicitair gezien zat het vreselijk tegen; ten eerste was daar Epke Zonderland, die daags voordat Roel de hoogste Europese titel in het dammen greep, op fantastische wijze goud bemachtigde aan het hoogrek, tijdens het wereldkampioenschap turnen in China. Zonderland is voor de sportpers een eerste klas troetelbeer en dus ging zeer veel pers-aandacht naar hem (en terecht). Zelfs de toch niet misselijke prijs 'beste Europese atlete van het jaar', die Daphne Schippers kreeg uitgereikt, viel in het niet bij de pers-belangstelling  voor Zonderland. Ook de anders zo breed mogelijk uitgemeten aandacht voor een ontslagen voetbalcoach (Gudelj/NAC Breda) verdween snel uit de sportkaternen.
 
Ten tweede: De dag dat Boomstra Europese victorie kraaide, besloot het Nederlands voetbalelftal, tot overmaat van ramp, ook nog eens het slechtste resultaat sinds mensenheugenis te behalen, en dus waren de berichtjes in de grote Nederlandse dagbladen (over de televisie hebben we het maar niet) over Boomstra's geweldige succes, kort van inhoud en weggedrukt op de pagina's 'klein nieuws'. Zonde, doodzonde natuurlijk, want als er op die bewuste maandag (13 ! oktober 2014), op sportgebied, niets van enige importantie was gebeurd (daar is de aanhef: Komkommertijd), dan was Roel misschien naar voren gehaald en was zijn prestatie wel op waarde geschat, door het journaille.
 
En als klap op de vuurpijl komt daar (ten derde) dan nog ook nog eens het nieuws (daags het E.K.) overheen dat Albert en Onno gaan scheiden (wie gaat wie de zwarte piet toespelen . . .?). Ja, daar kan natuurlijk geen enkele sportprestatie (publicitair gezien) tegenop!
 
Soms zit het mee, soms zit het vreselijk tegen . . .      

 

 


dinsdag 21 oktober 2014

Waar was u...?

Door Tjalling van den Bosch

Veel ouderen zeggen precies te weten waar ze op 22 november 1963 waren, toen ze het nieuws hoorden over de moord op de president van de Verenigde Staten, J.F. Kennedy. Veel sportliefhebbers weten nog precies waar ze waren op 1 september 1985, toen Joop Zoetemelk wereldkampioen wielrennen (op de weg) werd. Waar was u op 13 oktober 2014? Deze datum dient thans in het geheugen gegrift te staan van iedere zichzelf respecterende damliefhebber!

Europees kampioen . . .

Ja inderdaad, het was de datum dat Nederland voor het eerst in 15 jaar weer eens een grote internationale damtitel binnenhaalde. Waar was u, toen u het nieuws vernam dat Roel Boomstra Europees Kampioen dammen was geworden . . .?

Zelf was ik thuis; ik wist dat de laatste (9de) ronde om 10.00 uur zou beginnen. Dat was 10 uur in Tallin (Estland), zou er tijdsverschil zijn? Boomstra moest het in die laatste ronde opnemen tegen Amrillaew uit Rusland. Al snel zag ik de partij op Toernooibase staan; remise en dus afwachten wat de concurrenten zouden gaan doen.  Achteraf bleek dat de partijen ook 'live' via de toernooisite te volgen waren; ik heb echter weinig verstand van computers (laat die twee laatste woorden maar weg), zodat mij die mogelijkheid ontging. De andere uitslagen kwamen maar niet op Toernooibase te staan, dus maar eens kijken op de K.N.D.B.-site, nee niets; Teletekst, grote landelijke kranten, nee ook niks.
Dan, al laat in de middag, kwamen er meer uitslagen op Toernooibase te staan, gelukkig, de directe opponenten hadden ook remise gespeeld. Toch waren er nog een paar partijen bezig die misschien roet in het eten konden gooien. En dan, ik meen zo rond 16.30 uur, kwam het verlossende bericht op de K.N.D.B.- site te staan: Roel Boomstra Europees Kampioen! Ik was zielsgelukkig; eindelijk na zoveel jaren van Russische overheersing weer eens een Nederlandse overwinning in een groot, aansprekend en traditioneel damtoernooi.

Mijmeren . . .

Kijk, dan ga ik zitten mijmeren; beter gezegd, dan ga ik vergelijken. In mijn jeugd waren er drie Sovjet-dammers die de dienst uitmaakten (overheersten): Koeperman, Tsjegolev  (oké Bert: Sjtsjógoljev) en Andreiko. Die plaatsen zijn thans ingenomen door Chizhov, Shvartsman en Georgiev? De 'rising star' uit de Sovjet Unie was toen Gantwarg, is dat nu Shaibakov? Boomstra vergelijk ik al mijmerend met Sijbrands en dan is Groenendijk natuurlijk Wiersma . . .  en Cordier is Hisard? Ik weet maar al te goed, dat je niet moet vergelijken in de sport; dat gaat altijd mank, maar door de grandioze en toch ook wel een beetje onverwachte overwinning van Boomstra, slaat mijn fantasie blijkbaar op hol. De toentertijd naar Zwitserland uitgeweken Kuyken vergelijk ik met de naar Duitsland uitgeweken Virny; inderdaad, op een gegeven ogenblik sloeg het nergens meer op.

Realistisch . . .

Bert Dollekamp is damjournalist voor de dam krant van Nederland het Dagblad van het Noorden; hij is gelukkig aanzienlijk realistischer.Tevens heeft hij een goed contact met zowel Roel Boomstra als diens club- en generatiegenoot Wouter Sipma. Dollekamp krijgt regelmatig telefoontjes van het tweetal en dan jeuzelen ze maar door; uit betrouwbare bron heb ik wel eens vernomen dat Bert regelmatig de telefoon (tijdens zo'n monoloog) even terzijde legt om een kopje koffie o.i.d. op te halen, om vervolgens het 'gesprek' weer gewoon voort te zetten, zonder dat de gesprekspartner dit in de gaten heeft, maar dit geheel terzijde natuurlijk.

Dollekamp schetst in zijn verslag het beeld van een zelfverzekerde Boomstra, die tijdens het toernooi nauwelijks een beroep deed op bondscoach Rob Clerc; vlak voor de prijsuitreiking had Roel hem echter wel even nodig toen zijn stropdas gestrikt moest worden. Je kunt dus stellen dat Clerc zijn werk uitstekend heeft gedaan, want tijdens de wedstrijd zit 'het werk' er in principe op voor een goede coach. Toch mogen we de jaren van volledige toewijding die Clerc ongetwijfeld aan Boomstra (en anderen!) heeft besteed niet uit het oog verliezen.

Het was in de algemene berichtgeving, na het behalen van de Europese titel, amusant om te zien hoe de diverse media omsprongen met de woonplaats van Boomstra. Ik heb gelezen: Utrecht, Emmen, Ter Apel, Assen, Soest en Groningen. Mijn steun en toeverlaat in deze is natuurlijk Bert Dollekamp, hij schreef dat Roel sinds begin september van dit jaar staat ingeschreven in de gemeente Groningen. 
Voor de statistici nog even de volgende feitjes over onze nationale damtrots (Ja, als er gewonnen wordt gaat het in de 'wij-vorm'; "We are the champions . . . ": Roel Boomstra werd geboren op 9 maart 1993; hij werd de 12de Europees Kampioen dammen; het toernooi werd voor de 18de keer gehouden.

Van het hart . . .

En toch moet mij ook even iets van het hart en dat doet niets af van de overwinning van Boomstra, maar ik vind het jammer dat zo'n officiële titelstrijd wordt beslist door middel van het Zwitsers Systeem. Ik vind, dat het niet zou mogen gebeuren, dat je in principe afhankelijk bent van hoe je tegenstanders presteren, die jij wel hebt gehad en je directe concurrenten niet. Hetzelfde bezwaar (afhankelijk zijn van anderen) kleeft wat mij betreft ook aan het Sonnenborn-Berger-systeem. Maar goed, vooraf waren de voorwaarden bekend; zo zijn de regels, zo wordt het gespeeld.

Roel jongen, vanaf deze plaats van harte gefeliciteerd, ook namens de blogmanager. 
Ik ga ervan uit dat de echte dampers de hoogtepunten uit van het afgelopen E.K. onder de loep nemen; ik ga even 'terug in de tijd' . . . Dit diagram komt uit de laatste Nederlandse E.K.-triomf (voor Boomstra):


Uit het E.K. van 1999 (oh heerlijk, rondtoernooi met 16 deelnemers), de partij Getmanski-Wiersma (11de ronde).
Wiersma speelde hier 44.  .. - ..  (7-11)  45.  16x7  (12x1)  , waarna Getmanski meende zich 46.  27-21  te kunnen veroorloven. Ik meen, in al mijn bescheidenheid, te moeten constateren dat de stand hier om 33-28 schreeuwde, maar goed fouten (op het dambord) wachten nu eenmaal geduldig om gemaakt te worden. 46.  .. - ..  (17-22)  , nu staat wit (volgens mij) verloren; er volgde nog 47.  32-27  (22x31)  48.  26x37  (9-13) en toen zag Getmanski het ook en gaf op als een man.

woensdag 15 oktober 2014

Strijkijzer (vervolg)...

 Door Tjalling van den Bosch
 
In het vorige epistel, over Andris Andreiko, heb ik misschien een niet al te positief beeld geschetst van de kleurrijke Grand Maître uit Riga. Dit is niet helemaal terecht, hij was gewoon een humorvolle man, die nu eenmaal van 'grapjes' hield. Kortom, hij mag dan zijn streken hebben gehad, maar hij was vooral een fenomenale beoefenaar van onze prachtige sport. Andris boekte (op zijn hoogtepunt) legendarische overwinningen; velen van u kennen ongetwijfeld zijn partijen tegen Kowrizjkin en Rappoport (Kampioenschap van de Sovjet Unie 1965) en zo zijn er nog veel meer voorbeelden aan te halen, om het vakmanschap van ons (eigenlijke) onderwerp te duiden. Andreiko heeft, zoals het een groot wereldkampioen betaamt, het dammen (zo'n 50 jaar geleden) een nieuwe impuls gegeven. Wat deze impuls precies inhield, is voor mij wat moeilijk uit te leggen, maar ik denk dat je het best woorden uit partij-analyses aan kunt halen: origineel, inventief, provocerend, bluf, maar bovenal een fantastisch taxatievermogen en stellingsbegrip. 

Heerser . . .
 
Hoe het ook zij, Andreiko was vindingrijk en eind jaren 60 (van de vorige eeuw) was hij schier onverslaanbaar; hij won vele toernooien, werd 3 keer wereldkampioen en, misschien nog wel indrukwekkender, hij werd maar liefst 8 keer kampioen van de Sovjet Unie (en 3 keer tweede).
Uiteindelijk verloor hij zijn wereldtitel in 1972 (Hengelo) aan Ton Sijbrands. In 1973 (Den Haag) kreeg Andreiko de kans om de wereldtitel, via een tweekamp met de nieuwbakken wereldkampioen, terug te veroveren. 
WK-match 1973
Maar Andreiko leek onder de indruk van de jonge Nederlander; Andreiko's eigen wapen, die van de psychologie, werkte toen waarschijnlijk tegen hem! Volgens mijn bescheiden mening geloofde Andreiko er niet echt in, dat hij Sijbrands toen daadwerkelijk nog kon verslaan en daarmee verdween ook zijn bluf. Andreiko speelde, geheel tegen zijn natuur in, behoudend én hij had natuurlijk ook wel in de gaten dat hij zich tegen de regerend wereldkampioen niet al te veel kon permitteren! 
Toen Sijbrands (je zou nu bijna zeggen 'tot overmaat van ramp', alhoewel wij Nederlanders er toentertijd zielsgelukkig mee waren) ook nog de tweede partij won en dus ook niet meer 'hoefde', draaide de match tussen de beide fenomenen uit op een teleurstelling. Sijbrands won de tweekamp uiteindelijk met 22-18, door ook nog de 17de partij te winnen, alle andere partijen eindigden in een puntendeling.
Overigens waren de partijen uit die match absoluut niet slecht, maar de damscribenten hadden toentertijd vrijwel alleen maar oog voor het negatieve ("Alweer remise . . . ").  Er was in die tijd sowieso veel reuring in denksportland, want ook de schaak-tweekamp om de wereldtitel, tussen Boris Spasski en Bobby Fisher (Reykjavik 1972), stond in de steigers.
 
Gewelddadige dood . . .
 
Andris Andreiko zou slechts 33 jaar worden; op 10 maart 1976 werd hij slachtoffer van een afschuwelijke moord. Andreiko was niet vies van een alcoholische versnapering; er wordt hier en daar zelfs beweerd, dat hij er aan verslaafd was. Op de dag van zijn overlijden offerde hij (volgens de officiële lezing) samen met een zekere Igor Vasenin uitgebreid aan Bacchus; laat op de avond gingen de twee naar Andreiko's appartement, in het centrum van Riga. Andris viel vrijwel meteen op de bank in slaap; zijn drinkebroeder was echter nog klaarwakker. Op een gegeven ogenblik maakte de duivel zich meester van Vasenin, hij wikkelde een strijkijzer in een handdoek en sloeg Andreiko er 17 maal mee op zijn hoofd. Mensen die zo'n Russisch strijkijzer, uit die tijd, kennen, weten dat geen mens
een dergelijke geweldadige actie kan overleven, Andreiko toen ook niet.Vasenin nam geld en goederen mee uit het appartement en verdween. De vrouw van Andreiko, Lyubov, met wie Andris overigens toen niet meer samenleefde, kwam de volgende dag op visite en ondekte het levenloze lichaam van haar man. Ze belde te politie en deze wist Vasenin later op te pakken, de moordenaar zou 15 jaar cel krijgen.
Overigens vermeldt een andere bron dat het zou gaan om een gevangenisstraf van 10 jaar. In beide gevallen is de straf, naar de toenmalige maatstaven in de Sovjet Unie, zeer laag!  
 
Ik heb nog twee opmerkingen over het overlijden van Andreiko:
1. De wijze waarop ik de gewelddadige dood van Andris heb beschreven is mijn eigen (vrije) interpretatie, nadat ik de officiële lezing heb doorgenomen.
 
2. In de Engelstalige versie van Wikipedia staat het volgende vermeld; ik heb van deze versie echter geen bevestiging kunnen krijgen, maar wil het u toch niet onthouden.
'Op het moment dat Vasenin het appartement verliet, liep hij Andreiko's vrouw, Lyubov, tegen het lijf.
Vasenin vertelde haar dat Andris in gezelschap van een dame verkeerde en niet gestoord wenste te worden.
Lyubov vertrouwde het niet en ging toch het appartement binnen en vond het ontzielde lichaam van haar man. Vasenin ging er vandoor, maar realiseerde zich al snel dat hij gepakt zou worden en gaf zichzelf vervolgens aan op het politiebureau'.
 
Mede door de verschillende verhalen zijn er nog altijd veel vragen over de dood van Andreiko. Zowel zijn vrouw als de weduwe van grootmeester Vladimir Kaplan, Etera, opperden ooit de vraag of de geheime dienst van de Sovjet Unie, de K.G.B., er misschien wel 'achter heeft gezeten'. We zullen er wel nooit achter komen; het dossier over de dood van Andreiko werd, na een kort onderzoek, al snel gesloten. Hoe het ook zij, Andris Andreiko overleed op veel te vroege leeftijd, net als zijn
(wereldkampioen)voorganger Baba Sy (waarschijnlijk de enige parallel, tussen beide).   
 
Voor Andreiko's  hoogstandjes op damgebied, raad ik u het boek Andries Andreiko, een damtechnische monografie door Ton Sijbrands aan. Uit dit boek komt het volgende (pagina 69):

Dit fragment uit de partij E. Tjoenev-A. Andreiko  (Baltisch kampioenschap; 21 juni 1960) laat zien dat Andreiko al op jonge leeftijd bijzonder slagvaardig was. Vanuit de diagramstand volgde namelijk:  31. . . . 12-18!  32.  25-20? Tjoenev loopt in de val. Aangewezen was 32.  32-27. 32. . . .   18x38  33. 20x18  26-31!!
De pointe: wit mag niet met schijf 36 slaan wegens een vernietigende doorbraak-combinatie naar 42 via bijvoorbeeld  34. . . . 10-14  en  35. . . .  19-24 +. Dus: 34. 37x26  38-42 Waarna zwart moeiteloos won.

Andris Andreiko, opdat wij niet vergeten.
 

woensdag 8 oktober 2014

Strijkijzer...

Door Tjalling van den Bosch
 
Om te voorkomen dat kleurrijke dammers in de vergetelheid raken, duikt uw penneleur regelmatig in de rijke historie van onze edele damsport. Alhoewel de aanhef boven dit epistel misschien anders doet vermoeden, gaat het deze keer weldegelijk over een grootheid uit onze damsport, namelijk 3-
Andris Andreiko
voudig wereldkampioen Andris Andreiko. Het boek dat Ton Sijbrands ooit aan ons (eigenlijke) onderwerp wijdde, vermeldt zijn voornaam als Andries. Hyperpolyglot Bert Begeman berichtte mij hierover dat je de voornaam van Andreiko dient te schrijven als Andris, maar uit te spreken als Andries.  Maar dit geheel terzijde.

Herinneringen 

Mijn vroegste herinneringen aan de voormalige wereldkampioen dammen Andris Andreiko zullen zo'n 45 jaar geleden gevormd zijn. Het was een tijd waarin de Koude Oorlog hoogtij vierde. De jongeren van nu kunnen het zich misschien niet voorstellen (alhoewel?), maar in mijn jonge jaren gold, alles dat vanachter het IJzeren Gordijn vandaan kwam als slecht, manipulatief en  vooral
bedreigend. De dammers uit de voormalige Sovjet Unie deden er in die tijd ook weinig aan om dat beeld te veranderen.
Onder aanvoering van Iser Koeperman was het voor mij duidelijk dat zij er alles aan deden om elke keer iemand uit de Sovjet Unie de toernooien te laten winnen; combines (opzettelijk onderlinge partijen verliezen) waren schering en inslag. Protesten hiertegen werden hautain weggelachen, maar om nu te concluderen dat Andreiko zijn drie wereldtitels alleen daaraan te danken heeft, gaat al te ver.
 
Andris Andreiko werd geboren op 17 oktober 1942; hij zou dit jaar (2014) dus 72 zijn geworden. Hij aanschouwde het levenslicht in Riga, dat wij tegenwoordig kennen als de hoofdstad van Letland, maar indertijd wisten de meesten van ons niet beter dan dat het in dat vreselijke land (de Sovjet Unie), ten oosten van Polen, lag. Polen was (politiek gezien) al niet te vertrouwen; het viel samen met alle andere Oostblok-landen onder het Warschau-pact;  kortom één pot nat, zo werd ons in het Vrije Westen voorgehouden. 
Inderdaad, dit geheel terzijde, maar het was wel het (mijn) tijdsbeeld, in het begin van tweede helft van de 20ste eeuw.
 
Toch een parallel . . .
 
In 1959 (op 16-jarige leeftijd) diende het talent Andreiko zich voor het eerst aan; hij debuteerde dat jaar in het kampioenschap van de Sovjet Unie (algemeen).
In eerste instantie had de jonge Andrisvooral een klassieke stijl van spelen; één van de weinige parallellen met zijn opvolger (als wereldkampioen) Ton Sijbrands. Later speelde Andreiko alles; hij ontwikkelde zich als een lepe speler, die vooral bedreven was wanneer het spelbeeld plotseling (vaak door zijn toedoen) veranderde. Er zijn voorbeelden bekend, waarin bijvoorbeeld zijn jonge Nederlandse opponenten (Sijbrands en Wiersma) halverwege de partij ogenschijnlijk konden bogen op enig positioneel voordeel, hetgeen als sneeuw voor de zon  verdween als de partij een changement onderging. Dan was Andris op zijn best; eigenlijk was hij een speculant, iemand die bewust de risico's opzocht, volgens overlevering ook in zijn privé-leven. De Russische grootmeester (en leeftijdsgenoot van Andreiko) Alexander Mogiljanski gebruikte ooit als metafoor: "Andris was iemand die in staat was daadwerkelijk 'Russische roulette' te spelen".
 
Andreiko was ook verzot op sneldammen; soms speelde hij van 's morgens vroeg tot 's avonds laat.
Hij speelde dan vaak op zijn intuïtie en leek vooral oog te hebben voor het 'onverwachte'. Ook maakte hij graag gebruik van het wapen der psychologie . . . Hij zocht ook rustig de grenzen van onsportief gedrag op en, als het noodzakelijk mocht zijn, overschreed hij deze; heel anders dan zijn (wereldkampioen-) voorganger, Baba Sy. Deze laatste sprak zich ooit ook openlijk uit over (tegen) het wangedrag van Andreiko, iets dat heel opmerkelijk was voor de immer hoffelijke Senegalees.
 
Boefje . . .
 
Tegenwoordig spreken veel van Andreiko's tegenstanders (uit die tijd) wat minzamer over zijn strapatsen, maar allen zijn het over één ding nog steeds eens: "Andris was een boefje". Ton Sijbrands was ooit 'slachoffer' van één van zijn streken; als mijn geheugen me niet helemaal in de steek laat, dan kwam het op het volgende neer:
Tijdens een onderlinge partij bleek dat er op het podium, waar beiden op zaten, één enkele plank iets kraakte, als je erover heen liep. Andreiko vond deze (!) en wanneer Sijbrands in diep gepeins was verzonken, was  Andris opmerkelijk veel aan de wandel . . .

Harm Wiersma had hij ooit op de volgende manier te pakken:
Ook tijdens een onderlinge partij, kwam (een nog heel jonge) Wiersma in tijdnood en noteerde zijn zetten op een gegeven moment niet meer. Gelukkig had hij goed het oog op het notatiebiljet van Andreiko en toen deze de 50ste zet(ten) had genoteerd, liet Harm 'zijn vlag' dan ook vallen. Wiersma moest vervolgens de notatie bijwerken en kwam toen tot de ontdekking dat hij er maar 49 had gedaan.("Och, heb ik een zet tweemaal genoteerd?")
Het was (in mijn beleving) Andris Andreiko ten voeten uit.  
 
Het totale epistel over Andris Andreiko is te lang, om in één keer te plaatsen. Net als bij de eerdere artikelen over Baba Sy, is ook nu de aanhef nog niet ter sprake gekomen; velen weten van deze relatie (strijkijzer en Andreiko) en voor zij die dit niet weten: De volgende keer meer.
 
Dit diagram komt uit een partij tijdens het eerste kampioenschap van de Sovjet Unie waar Andreiko aan meedeed (1959). De jonge Andris (hij was toen dus 16 jaar) had, geheel naar zijn stijl uit die tijd, via behendig manoeuvreren een voordelige klassieke stand op het bord gebracht. Zijn tegenstander (Kosminski) had zich via een noodsprong nog wel een baan naar de damlijn weten te bewerkstelligen, maar natuurlijk is de bovenstaande (zwarte) stand
gewonnen voor Andreiko. Ik weet niet of velen van u de directe winst na wits 47ste zet 49-27 ook zouden hebben gevonden. De meesten van u zouden er waarschijnlijk niet eens naar gekeken hebben!   
Ons onderwerp wel, hij kwam nu met: 47.  . . - . .  (8-13!!)  48.  27x4  (46-41)  49.  4-13  (3-9)  50.  13x4  41-36  en opgegeven.
 Deze slagvaardige afwikkeling was ook Andris Andreiko ten voeten uit.