maandag 30 december 2013

Silvester

Door Tjalling van den Bosch

Oudejaarsavond (ook wel; Silvester of Silvesteravond, vernoemd naar de heilige paus Silvester) wordt jaarlijks gevierd op de laatste dag van het jaar, 31 december, en samen met de daarop volgende (nieuwjaars-) dag oud en nieuw genoemd. De 'kop' van dit epistel doet uw penneleur altijd denken aan Sibbele Silvester Reekers, geboren op oudjaarsdag 1933 en overleden op 22 juni 2012. Reekers was naast een fervent dammer ook de drijvende kracht achter damclub Eensgezindheid Woudsend.

Hij regelde de onderlinge competitie, was jeugdleider, zat natuurlijk in het bestuur en was jarenlang organisator van het jaarlijkse damtoernooi in zijn woonplaats. Het toernooi wordt (nog steeds) gehouden op de eerste zaterdag van het nieuwe jaar (in 2014 dus op  4 januari). Het evenement heet sinds 2013 dan ook volkomen terecht het; Sibbele Reekers toernooi. 

Decennialang heeft Reekers getracht om zich via de kwart- en halve finales te plaatsen voor de finale van het Fries Kampioenschap, uiteindelijk lukte het hem in 2005. Net op tijd want het seizoen erna zou het Zwitsers systeem zijn intrede doen in dit kampioenschap en om die reden bedankte Reekers voor de eer. Hij vond het geen pas hebben, dat men in de strijd om de (hoogste) Friese titel,  geen volledig 'rond-systeem' ('round robin') meer hanteerde. Vrijwel alle Friese topspelers waren het met hem eens en volgden, in de jaren erna, zijn voorbeeld.

Gedachten in flarden . . .

De laatste dagen van het oude jaar zijn voor schrijver dezes ook een periode om 'terug te kijken', het afgelopen jaar nog eens, al mijmerend, door te nemen.
 
1. Nationale clubcompetitie (sinds de verandering naar 80'+1');

"het ontbreken van het 5de speeluur zorgt ervoor dat de echte reden voor een teamwedstrijd is verdwenen . . . "
"voorheen was het na 4 uur altijd prachtig; hoe is de tussenstand (?), wie moet voor de winst gaan (?), wie moet alleen maar voor de remise gaan (?), opdrachten doorseinen naar zij die nog spelen (!), etc. . . ."
"je hoeft nu ook niet meer als één team in één zaal te zitten, het is nu gewoon 10 x een individuele wedstrijd cq. uitslag, welke je na afloop bij elkaar optelt . . ."
"tactisch gezien is er niets meer aan . . ."
"niet meer beslissingen, gewonnen eindspelen worden verprutst door gebrek aan tijd, remises worden gemist vanwege datzelfde euvel . . . "
"dammers geven er de brui aan, en waarschijnlijk komend seizoen nog meer . . ."
"meer reistijd dan bedenktijd . . ."
"het beetje publiek dat bij onze thuiswedstrijden kwam kijken blijft thans weg, voorheen kwam men rond de klok van half 4, om dan de tijdnood en (na 4 uur) de beslissing mee te maken . . ."
"maar je bent toch niet verplicht om aan de nationale clubcompetitie mee te doen ?"
"dat is ook zo (en wordt overwogen), maar we hebben wel een heel leuk team . . ."

2. World Cup, oftewel 'heel snel dammen';

"laatst las ik ergens; 'dammen zonder nadenken' . . ."
"er worden grote fouten (zie Toernooibase) gemaakt door de grootmeesters . . ."
"1500+-spelers worden niet meer dan (goede) 1000-spelers . . ."
"topdammers moeten ons (liefhebbers) toch de weg wijzen ?"
"handigheid wordt belangrijker dan (dam-)kunde . . ."
"een World Cup (Wageningen) wordt beslist door een '2 om 3' (door de nummers 1 en 3 van de wereld ) . . ."
"spelers moeten oefenen op het zowel rechts- als linkshandig spelen, anders verlies je kostbare seconden (WAAR GAAT HET NOG OVER ?!?) . . ."
"misschien moeten we het niet meer 'World Cup dammen' noemen (?) . . ."
"misschien is 'World Cup toten' of 'World Cup flimmen' een betere naam . . ."

Was er dan niets positiefs in 2013 ? 

Welzeker, voor mij persoonlijk (ik zat er vlak bij) was dit onder andere de partij tussen Harry Kolk (wit) en Aleksej Domchev tijdens de 6de ronde (op de 11de van de 11de) van de Portugal Open;

Kolk had tot dusver als een grootmeester (of moet ik zeggen; als een Grand Maître) de Litouwse 'superster' bestreden. Domchev vertrouwde zijn stelling (voorafgaand aan de stand van de diagram) schijnbaar niet meer en daarom vluchtte hij in deze situatie, met wederzijdse dam. Kolk speelde hier ('op het eerste gezicht' niet onlogisch) 31.  42-38 en na (18-22) forceerde hij de remise via; 36-31, 48-42 en 30-25. Maar (Oh Schmerz, 'op het tweede gezicht') hij had dezelfde forcing één zet eerder ook uit kunnen halen en dan de Litouwer op een zeldzame nederlaag kunnen trakteren;  31.  42-37 !  (46x whatever)  36-31  (26x37)  48-42  37x48)  30-25  (48x30)  25x4 !! 

Voorts vind ik dat een (partij-)probleem van onze blogmaster nog wel eens volop in de schijnwerpers mag staan;

Wit speelt en wint . . .
Dit probleem is voor schrijver dezes een absoluut hoogtepunt van het afgelopen jaar. De damborden werden in huiselijke kring weer te voorschijn getoverd, en zelfs in de hoogste kringen (eigenlijk kunnen we wel stellen: zelfs in de hoogste kring) werd met bewondering over deze creatie gesproken !
De oplossing vindt u in een eerder artikel op dit blog: juni 2013 -100ste Huizumer Highlight!-.

Er zijn natuurlijk veel meer fraaie partijen en problemen die het afgelopen jaar het daglicht voor het eerst hebben aanschouwd. Laten we het oudjaar afsluiten met een oudje (Pierre Ghestem);

Zwart is hier aan zet en komt (9-14) . . . Laten we proberen de stelling te doorgronden; wit heeft een fraaie aanvalsstand opgebouwd, schijf 45 hangt er wat 'bij', maar dat is misschien ook wel een lekker 'slot op de deur' en anders is het wel een, indien noodzakelijk, goede '(wacht-)zettenleverancier' . . . Is de stand winnend voor wit ?
Ewel, de schijfwinst via 26-21  (17x26)  23-19  (14x23)  28x17  is in ieder geval niet goed, zwart kan dan namelijk repliceren met (18-23)  29x18  (20x40)  45x34  (7-12)  18x7  (2x42)  38x47.
Alhoewel zwart nu een pionnetje meer heeft lijkt de stand mij houdbaar (remise) voor wit.

Nee, de winst in de bovenstaande diagram komt na (9-14) van;  23-19  (14x23)  28x8  (2x13 of ?) 
34-30  (25x23)  33-28  (20x29)  28x8  (12x3)  en  27-22
Het laatste goede damnieuws van dit jaar komt van de burelen van de Volkskrant, zij hebben iets gedaan waar veel beleidsmakers een voorbeeld aan kunnen nemen, gewoon zeggen; "sorry, we hebben het verkeerd gezien, we draaien het terug" . . .

Een prettige jaarwisseling allemaal . . .

 

dinsdag 24 december 2013

Groot Dictee der Nederlandse Taal...

Door Tjalling van den Bosch

Het "Groot Dictee der Nederlandse Taal" is een wedstrijd in het correct spellen van de Nederlandse taal, die jaarlijks op de derde woensdag van december (of de laatste woensdag voor Kerstmis) wordt gehouden. Dit jaar (2013) werd het dictee geschreven door Kees van Kooten en gewonnen door de Vlaming Dirk Bosmans; hij maakte maar liefst 13 fouten (!?!), een (negatief) record. Deze uitslag (7 spelfouten en 6 taalfouten) toont eens te meer aan dat onze taal veel te moeilijk is, een taalspecialist die in 8 zinnen 13 fouten maakt !?! Je zou kunnen zeggen dat deze overwinning gelijkenis vertoont met een World Cup zege, waarin de finale wordt beslist door een 2 om 3.
Voor(één)malig Nederlands kampioen dammen Pieter Bergsma pleitte voor een flexibelere manier van omgaan met onze taal (zie het artikel over Bergsma op dit blog van juni 2012); onze voorzitter(van DamClub Huizum) Anton Schotanus strijdt voor een correcte manier hiervan (zie het artikel Taal op dit blog van juli 2012). Bergsma, zijn leven lang verbonden als leraar op een basisschool, vond dat het lesgeven van de Nederlandse taal iets weg had van een hond een kunstje leren. "Als je het maar vaak genoeg herhaalt dan doen ze het uiteindelijk weleens goed".  Als je mnseen (op sfchirt) ites duidijlek wilt maekn dan is de jusite spelling mischsien neit noodzeaklijk, maar, zoals Kees van Kooten aangaf, is het verkeerd gebruik hiervan vaak heel verwarrend. In het televisieprogramma De Wereld Draait Door kwam de schrijver met het de volgende krantenkop aanzetten: Van slavernij verdacht Brits echtpaar op borgtocht vrij.  Van Kooten legt uit: "Die mensen zijn al slaven. Ze zijn geketend. Ze hebben nooit iets verdiend. Ze mogen even eruit en dan moeten ze nog betalen ook". 
Schrijver dezes wil de heer Van Kooten echter nog wel even op de vingers tikken, want het Brits echtpaar wordt ervan verdacht  slaven te zijn, je bent pas schuldig als de rechter je veroordeeld heeft . . . 
Het bovenstaande vloeide uw penneleur zomaar 'uit de pen'; heeft het iets met dammen van doen?
Natuurlijk, want dammen is net als onze taal veel te moeilijk. Tijdens het correct spellen van de Nederlandse taal worden veel fouten gemaakt en fouten zijn in het damspel noodzakelijk, want anders kun je geen partij winnen . . . 
 
Dit standje kwam schrijver dezes tegen op Toernooibase;
 
Dit is een fragment uit de 5de ronde van de provinciale (Friese) clubcompetitie (seizoen 2013/2014) Oerterp 1 - de Oldehove 1.
De witte schijven werden bediend door Dennie van Dijk en de zwarte door René Wijpkema (een aardige Grunniger met iets wat veel van zijn provinciegenoten niet hebben; bravoure, maar dit geheel terzijde natuurlijk). In de bovenstaande stand kwam wit met 33-28 op de proppen en toen leefde Wijpkema zich even helemaal uit;  (24-29)  28x19  (18-23)  19x28  (30-35)  34x23  (35x31)  26x37  en nu (oh heerlijk) het winnende (12-18) . . .
 
Een tweede fragment dat ik even voor het voetlicht wil brengen komt uit de 7de ronde van nationale clubcompetitie (seizoen 2013/2014); Huizum 1 - Ons Genoegen Drachten 1. 
 
De twee spelers kennen elkaar al vanaf hun juniorentijd, 35 jaar geleden. Sietse Nagel (wit) en Henk Jonker reisden via Leningrad naar dit fragment. Wit voelde weinig voor 35-30 en 29-23 en ja dan moet je op zoek naar iets anders (?!), maar is er wel een andere optie, o ja, dat wordt dus 47-41 want alle andere zetten zijn verhinderd door lichte combinaties. Jonker had de stand even beter doorgrond en kwam nu met: (22-28 !)  33x11  (24x33)  en wat wit nu ook doet, hij krijgt altijd een dam om de oren. Voor het vervolg verwijs ik u graag naar Toernooibase.
 
Beste lezers en lezeressen, de kerst staat voor de deur (nou dan moeten we maar achterom, lol) en daarom brengt schrijver dezes u een wens in die andere landstaal . . .
 
Noflike kryst . . .    


           

dinsdag 17 december 2013

Vadertje Tijd....

Door Tjalling van den Bosch

Vadertje Tijd is een figuur uit de allegorische kunst, hij is de personificatie van tijd. Hij wordt vaak afgebeeld met een zandloper en een zeis. Dit laatste attribuut berust op een misverstand, de oude Grieken verwarden het Griekse woord voor tijd (chronus) met de naam van hun landbouwgod Chronos. Deze laatste had wel een zeis als attribuut (waar gaat dit heen . . . ?). Ik heb deze 'kop' niet bedacht om het verscheiden van de markt (het jaar 2013) met u te bespreken en nee, ik ga ook niet weer 'los' over het door mij zo vermaledijde 80'+ 1' in de nationale clubcompetitie, maar ik wil het met u hebben over die vreselijke guillotine die al meer dan een eeuw naast het dambord staat.

In vroeger tijd bestonden er nog geen dam- en schaakklokken, ze waren gewoon weg nog niet uitgevonden. Men kon toen ongegeneerd lang over een zet nadenken, wat sommigen,  die het naderende onheil zagen aankomen, dan ook deden. In het boek 'The Pride and Sorrow of Chess' van David Lawson over het schaakfenomeen Paul Morphy, die leefde van1837 tot 1884, wordt melding gemaakt van het feit dat men 's morgens om 9.00 uur aan een (schaak-)partij begon en deze 'at dinner time' ('s avonds om 8 uur) afbrak, om deze de volgende ochtend om 9 uur weer te hervatten. Om de duur van partijen te beperken is men op een gegeven ogenblik begonnen met zandlopers bij de borden te plaatsen, waardoor men de tijd van het denken (per zet) onder controle wist te krijgen.
Louis Paulsen was hier een fervent tegenstander van - een dergelijke maatregel achtte hij een aanslag op de creativiteit - dat hij het zand in de zandlopers bevochtigde, zodat dit ging klonteren en het attribuut dus onbruikbaar werd ! (uit  het boek - Prettige partij- van Errit Petersma)

Uit de annalen van de Koninklijke Nederlandse SchaakBond valt op te maken dat in ons land in het jaar 1898 in elk geval met een klok werd gespeeld. Deze klokken hadden echter nog geen ´vlag´.
Natuurlijk vormde het moment van tijdsoverschrijding een telkens terugkerend probleem. 'Gentlemen' waarschuwden elkaar, wanneer zo'n moment aanstaande was. Sommigen stelden voor 'tijd te kopen', bijvoorbeeld voor één gulden, wat toen een enorm bedrag was.

In 1890 kwam al de doorbraak. De toenmalige (schaak-)bondssecretaris H.D.B. Meijer schreef een artikel in het  Tijdschrift van den Nederlandschen Schaakbond: 'Ter vermijding van geschillen bij de vraag: "Heeft tijdsoverschrijding plaats gehad, al dan niet ?" heb ik aan de chaakklokjes een automatisch toestelletje vervaardigd, waardoor het verstreken zijn van een uur door eene zichtbare handeling wordt aangegeven, zoodat ingeval van tijdsoverschrijding alle napleiten uitgesloten wordt.' Het artikel werd opgesierd door twee illustraties van de ingenieuze 'toestelletjes'.  Hoewel er in die tijd nog niet over een 'vlag' werd gesproken, werd het woord 'vallen' al wel gebruikt.
Wat er viel, noemde men een 'stukje zink'. Later werd nog (bij sommige klokken) een naald aan de 'vlag' bevestigd zodat men de 'laatste minuten' precies kon aflezen. Overigens, ooit heb ik ergens gelezen (maar kom er maar eens achter in welk boek !?) dat de uitvinder van het 'vlaggetje' een Groninger was. Dit zou kunnen betekenen dat de heer H.D.B. Meijer uit de provincie Groningen kwam, of  dat hij zich ten onrechte als 'de uitvinder' in de annalen liet opnemen. Het staat overigens wel vast dat de uitvinder van het attribuut (de vlag) een Nederlander was.

De schaak- en damklokken deden al zo'n 100 jaar 'dienst' toen, aan het eind van de twintigste eeuw, er concurrentie kwam; de zogenaamde 'Fisher-klok' deed zijn intrede. Deze klok is vernoemd naar de legendarische Amerikaanse schaker Bobby Fisher (1943-2008), of hij de uitvinder van deze digitale versie is valt te betwijfelen, maar hij was er wel een groot promotor van. Fisher vond het onacceptabel dat wanneer een speler na uren ploeteren eindelijk een, overduidelijk, gewonnen eindspel had, maar deze niet tot winst kon voeren vanwege tijdsgebrek, vandaar dat hij bedacht dat men er telkens enige tijd (een halve of een hele minuut) 'bij kreeg'. Op het eind van zijn leven kreeg Fisher de vraag voorgeschoteld of men, met de Fisher-klok (ook in het schaken) en met vernieuwde tijd/zetten-verhoudingen (denk aan 80'+1'), juist niet, een moeilijk, doch winnend, eindspel naar winst kon voeren. De Amerikaan (later IJslander) reageerde furieus (allicht): "geef barbaren een wonderschone uitvinding in handen en ze maken er misbruik van !" Uw penneleur heeft het laatste gedeelte van deze (vertaalde) uitspraak iets aangepast, want aan bepaalde vier-letter-woorden is op dit blog geen behoefte.

Beste lezers en lezeressen dit was zomaar een verhaaltje over iets dat wij (en zeker de jeugdige) dammers als normaal beschouwen. Wat schrijver dezes, vooral aan de jeugd, heeft willen meegeven is dat 'de klok' al een zeer lange geschiedenis kent, ad acta  . . .   

Om dit epistel passend af te sluiten eerst een (heel) oudje van Blonde uit 1798 !!


Wit speelt en wint, en deze moet voor iedereen 'te doen' zijn.

 
De volgende is van Swizinski en ook hier geldt: wit speelt en wint (ook de stand na de combinatie !). Voor een grootmeester geldt:  oplossing binnen 15 seconden, voor een meester binnen 30 seconden, voor een goede clubspeler geldt binnen 2 minuten en voor alle anderen geldt: zie de oplossing !


Beste liefhebbers, de oplossing enigzins verkort (dan moet u misschien toch nog even puzzelen):

34-29, 37-31, 47-42, 24-19 en hoe zwart nu ook 'slaat' de oplossing lijkt uw penneleur nu wel duidelijk. 


 

 

donderdag 12 december 2013

Opgeven, maar waarom...?

Door Tjalling van den Bosch
 
Op de laatste dag van oktober van dit jaar (2013)  vochten de  'Bouwkamp-brothers' (oftewel Huizum 4), in Zalen Tivoli, een heroïsch duel uit met B.E.G.B. 3 in de 2e klasse van de provinciale Friese clubcompetitie. Mede dankzij een overwinning van 'the captain himself' stond het, na 5 (van de 6) partijen, 6-4 voor Huizum 4. Op het eerste bord werd de einduitslag bepaald en daar zaten namens de gastheren Hidde Risselada en namens de gasten Sjoerd Schaaf.


Risselada speelde dus met de witte schijven en zag het na 27-49 helemaal zitten om het winnende punt voor zijn team binnen te halen. Schaaf verraste de witspeler (en eigenlijk iedereen) echter volkomen met (33-38)  en na het slaan -42x44- met (20-9) . . .Risselada keek een tijdje beteuterd naar deze stand en of het nu kwam doordat Schaaf zijn zetten zo resoluut en vooral zo zelfverzekerd uitvoerde weten wij natuurlijk niet, maar de Huizumer gaf op !?!  Inderdaad gaf hij op in een 'remise-stand' (!), want als wit nu gewoon 44-39 speelt en zwart pakt de witte dam af (zoals het de bedoeling was) door (9-27) dan is het na het slaan gewoon remise! (schuift u maar, als u het nog niet ziet . . . !)

Nu kan de lezer dezes natuurlijk aanvoeren dat het hier wel om een partij uit de 2de klasse gaat, maar het blijkt ook op aan aanzienlijk hoger niveau voor te komen dat men de partij opgeeft in een 'remise-stand'. We gaan daarvoor terug in de tijd (1976) en wel naar het 22ste Kampioenschap van de Sovjet-Unie, dat royaal werd gewonnen door Wjatsjeslaf Sjtsjegoljef (zo schrijft Andreas Kuyken de naam van de winnaar in zijn NRC-rubriek van 18 december 1976). De toernooiwinnaar nam het in de volgende stand, met de zwarte schijven, op tegen 

Wladimir Agafonof.

En ook hier gaf wit op (?!?), terwijl hij de remise voor het grijpen had. Hoe wil zwart winnen na;  27-22  (17-21)  22-18  (39-44)  28-23  (44-49)  23-19 ?  Ja, Risselada bevindt zich in 'goed gezelschap' . . .

Een wel heel ridicule opgave kwam uw penneleur tegen tijdens 'Kislowodsk 1987'. Het onderstaande diagram is een fragment uit de partij (GMI) Abdoulaye Der en Piotr Paluch;

 

 
In deze stand speelde de Senegalese grootmeester op de 30ste zet 33-29 ?!?. En nee, hij gaf niet gelijk op, wat er precies gebeurde weet ik niet, maar de Pool Paluch speelde (14-20) ??? in plaats van het winnende 19-23 !  In mijn fantasie werd de Pool nu duidelijk gemaakt dat hij had kunnen winnen en wat gebeurde er (???), het onwaarschijnlijke; Paluch gaf op !?! Misschien komen we er ooit achter wat hier precies is gebeurd en daar kunnen we dan  weer mooi een nieuw epistel (fantasie versus werkelijkheid) aan wagen.
Tot slot;

 
Als Paluch in dit diagram met de zwarte stukken had gespeeld, zou hem dan na 33-29 ook de doorbraak ('één om drie' naar veld 44) zijn ontgaan? Nee (?) en zou hij hem dan ook hebben 'genomen'? Ja (?!), nou dan had hij een (tegen-)doorbraak naar veld 10 om de oren gekregen . . . ziet u het ook ? Dus; 33-29  (19-23)  28x19  (13x44)  37-31  (26x28)  38-33 (28x30)  35x22  (21x32)  en nu dus  22-18  (12x23)  43-39  (44x33)  42-38  (32x43)  48x10 . . .

Het kan verkeren (op het dambord) . . .

 

 

 

 

donderdag 5 december 2013

Meat Loaf

Door Tjalling van den Bosch

Marvin Lee Aday werd geboren op  27 september 1947 te Dallas (U.S. of A). Onder zijn artiestennaam Meat Loaf is hij wereldberoemd geworden door zijn grootste hit 'Paradise by the Dashboard Light'  van het album 'Bat out of Hell' (1977). Hij zong het nummer (op het album) met Ellen Foley en de tekst en muziek waren van  Jim Steinman. Meat Loaf (dat 'gehaktbrood' betekent) was geen 'one hit wonder', hij had nog vele hitjes, maar de verkoopcijfers van zijn grootste hit heeft hij nimmer kunnen benaderen. Om geheel onduidelijke reden veranderde Aday, in 1984, zijn voornaam Marvin in Michael. Aday was een klassiek geschoolde zanger, die vooral bekend stond om zijn theatrale optredens; hij zei hier ooit over: "een beetje op en neer springen tijdens je optreden, is
niet voldoende; je moet je inleven in je rol, elke dag opnieuw; dat ben je het publiek verschuldigd".
 
Voor mij is het dammen iets dat ik: (1) graag doe, (2) nodig heb , (3) maar ik zal nooit een grootmeester worden ! Waar slaat dit nu weer op, meestal heb je wel een leuk 'bruggetje', maar dit slaat natuurlijk nergens op !?! ("Rustig maar, Rik !")
 
Meatloaf had ooit een hitje met 'Two out of three ain't bad':
 `~`~I want you . . . ,
`~`~I need you . . . ,
`~`~But there ain't no way I ever gonna love you . . . ,
`~`~But don't be sad,
`~`~Cause two out of three ain't bad . . .
 
En zo is het nu met mij ook, wat dammen betreft dan. Ik zal het ultieme nooit bereiken, maar dat betekent niet dat ik niet wil dammen, ik heb het gewoon nodig ! Zelfs een verliespartij kan mij, als liefhebber, bekoren. Het plezier van het dammen is dan ook niet, dat men wint, dat is slechts een toegift. Het hoofdgeschenk bestaat hierin, dat men tot het uiterste van zijn (of haar) intellect nagedacht heeft, zonder daarbij door negatieve emoties gestoord te worden. Een dammer, die werkelijk terneergeslagen is omdat hij/zij verloren heeft, is dan ook niet  'de ware'. Hij/zij is slechts een verzamelaar van punten. Hij/zij heeft met de collectionneur dit gemeen, dat het hem/haar om het resultaat te doen is.  De 'echte dammer' kijkt naar de wijze waarop. Ik heb eens een dammer ontmoet, die mij kwam vertellen, dat hij 'zo mooi' verloren had. Hij had genoten van de combinatie, waarvan hij zelf het slachtoffer was. Kijk, dat zijn de 'ware' broeders !
 
Natuurlijk komt men met deze opvatting niet ver. Om het loutere genoegen van een bepaald denkschema consequent door te voeren riskeert men het verlies van partijen, die met voorzichtig schuiven minimaal een punt zouden hebben opgeleverd.  De 'ware' dammer betaalt die prijs, hij loopt graag langs de rand van de afgrond. Die huivering is hem liever dan de veiligheid van de vlakte, hij is een bergbeklimmer. Dit is misschien de reden, waarom ons 'vlakke land' zoveel dammers voortbrengt! Wij compenseren de effenheid van onze omgeving met een geestelijk alpinisme!!
Want de hele charme van ons edele damspel is de opwinding, dat het nét wel (of nét niet) is
gelukt.Het is kruis of munt en het dubbeltje rolt, tijdens de partij, voortdurend op zijn kant. 
 
In de volgende diagram ziet u ware liefhebbers aan het werk;
 
Grootmeesters zou je natuurlijk nooit op dergelijke -inferieure- stellingen kunnen betrappen. Wit is aan zet en vanwege de dreigende (zwarte) manoeuvre (9-14) en (23-28) wordt om actie gevraagd. Kijk en huiver (en geniet ook een klein beetje); 31.  33-28  (22x33)  32.  27-22  (18x27)  33.  32x21 gedwongen, op direct 29x18 wint bijvoorbeeld 20x29!, 34x3, 25x45, 3x50 en 13x22 . . . 33.   ....  (16x27)  34.  29x18  (13x22!!)  35.  24x4  (12-18) 36.  38x29  (27-32)  37.  37X17  (26X48)  38.  4X22  (20-24)  39.  30X19  (48X27) en de witte strijd werd spoedig gestaakt.     
 
Nogmaals een stand uit een partij tussen 'echte dammers';
 
Opmerkelijk is dat na de ruil op de tweede zet (1.  32-28  19-23  2.  28x19  14x23) de spelers
alleen maar hebben 'aangeschoven', een echte grootmeester zou het waarschijnlijk anders
hebben opgebouwd, maar toch meen ik te kunnen constateren dat de wederzijdse stellingen
aan het correctheidscriterium voldoen. Wit is aan zet en natuurlijk schreeuwt deze stand om 16.  33-28  , maar ja, overzie de gevolgen van 16.  ...   17-22 en na het slaan 23-28  maar eens ! 16.  46-41  mag niet en ok alle andere zetten zijn verhindert door lichte combinaties, dus . . .16.  47-41  maar ook nu verliep het voor wit niet naar wens;  16.  ...    17-21  17.  33-28  12-17  18.  39-33  17-22  19.  28x17  11x31  20.  36x27  8-12  21.  33-28  12-17  22.  27-22  18x27  23.  29x18  13x33  24.  38x29  27x36  25.  24x13  9x18  26.  29-24  20x29  27.  34x1  25x34  28.  40x29. Wit heeft een 'dure' dam, maar de kosten worden nog hoger (!)  28.  ...  14-19  de dreiging 19-23 en 2-7 noopt wit om ook schijf 29 te 'geven' en dat bleek te veel, en alhoewel wit uiteindelijk 'op de klok' verloor (na zet 44) is zijn stand ook volgens kenners niets meer waard. Uit piëteit voor deze 'ware partijspelers' vermeld ik de namen maar niet bij de diagrammen.
 
Dit was zo maar weer een verhaaltje uit het leven 'der ware liefhebbers'; terug naar de realiteit,
oftewel  echte grootmeesters aan het werk. De World Cup in Wageningen werd in de finale (tussen Roel Boomstra en Alexander Georgiev) vanuit de volgende diagram beslist;
 
De (meervoudig) wereldkampioen is (met zwart) aan zet en komt met (14-19); onze nationale trots speelt 34-30, waarna Georgiev met (24-29) op de proppen komt. 33x24  (20x29) en na 28-22 geeft de Russische Grootmeester, zonder 39-33 en 43x14 af te wachten, op . . . 
 
Dat is tegenwoordig dus het verschil tussen grootmeesters en liefhebbers . . .