donderdag 25 mei 2017

El Jefe...


Gastrubriek. 

Ik werk al jaren in het viersterren-hotel Cala Font in Cap Salou.  
Ik ben verantwoordelijk voor de bediening op het terras. 
Meestal in de maand mei verblijven hier zo'n 200 mensen, 
waarvan het merendeel meedoet aan het damtoernooi dat 
hier jaarlijks plaatsvindt. 
Ik geloof dat ik de uitstraling heb van een leidinggevende, 
want die dammers noemen mij altijd 'El Jefe' (spreek uit 
'El Geffuh'), wat in het Nederlands 'Chef' betekent. 

Ik kijk elk jaar weer uit naar het damtoernooi en dan vooral 
naar de dammers zelf. 
Niet dat ze zoveel anders zijn dan andere gasten, maar als 
ze een partij spelen, dan is het vaak lachen. 
Ze leveren dan vaak wel meer werk op; ze bestellen aan de 
bar een kop koffie en betalen met 50 euro. 
Vragen 'of ze het ook kleiner hebben' doe ik al niet meer, want 
dan kijken ze je alleen maar verbaasd aan; alsof ik iets onzedelijks 
vraag! 
Als ik me dan omdraai om het wisselgeld uit de kassa te halen, 
dan lopen ze direct weg; dan kan ik er weer achteraan. 
Dat vergeet ik ook weleens, maar dat kan ik beter niet doen, want 
ze komen er nooit meer op terug! 
Dammers zijn geduldige, probleemloze mensen, maar wanneer ze 
een partij spelen, dan zijn sommige 'heel ergens anders'. 

Ze zien er altijd 'zomers gekleed' uit; voor ons (Spanjaarden) is het dan
nog lang geen zomer, maar voor die buitenlanders wel. 
Ooit was hier een verder keurige meneer, die een mooi wit T-shirt aan had. 
Er zat op borsthoogte een bruine koffievlek; daar heb ik hem toen op 
gewezen. 
De volgende dag had hij hetzelfde T-shirt weer aan; er zat gelukkig geen 
koffievlek meer op zijn borst. 
Toen hij zich omdraaide zag ik dat deze op zijn rug zat!  
Ik heb toen maar niets meer gezegd. 

Vroeger hebben we weleens geprobeerd om de dammers in de speelzaal 
te bedienen, maar dat leverde altijd wat geroezemoes op en daar kunnen 
ze niet goed tegen. 
Zo'n scheidsrechter begint dan: "Ssssst!" te roepen en daar schrikken die 
dammers dan weer van. 
Voor het bedienend personeel was het toen wel duidelijk; niet meer aan 
beginnen! 
Die dammers irriteren zich ook mateloos aan 'hoge' geluidjes; eens per uur 
maakt de airconditioner een heel zacht controle-piepje, daar reageren ze 
dan op alsof zich een vliegtuig in de speelzaal boort! 
Dit jaar zit de speelzaal stampvol met 150 dammers; eens zien hoe rustig 
het blijft tijdens de partijen. 
Ik wens de scheidsrechter veel succes. 

Verder zijn die dammers net als andere gasten hoor; ze houden over het 
algemeen wel van een alcoholische versnapering en maken het ook vaak 
laat. 
Vroeger begon ik vaak tegen sluitingstijd met de stoelen te schuiven, wat op
het terras vrij veel geluid veroorzaakte; de bedoeling was, dat ze begrepen 
dat ze het terras moesten verlaten ('hoogste tijd'!). 
Wanneer ik nu tegen die tijd het terras opkom beginnen die dammers zelf 
met stoelen te schuiven; grapjassen zijn het dus ook! 
Ach, het is wel gezellig, want echt druk is het hier in mei nog niet.  
Ze hebben echt veel humor hoor, die dammers; vorig jaar hadden we in de 
receptie een briefje hangen met "chef-kok gezocht"; komt er zo'n dammer 
bij me en die zegt: "hebben jullie al in de keuken gekeken"? 

We hebben hier elke avond livemuziek; dammers waar je het niet van verwacht 
zie je dan stijlvol dansen, daar moet ik dan altijd om glimlachen! 





Nee, ik zou niet zonder die dammers kunnen; het is een prachtig gezelschap 
en ook zo gevarieerd. 
Mannen, vrouwen, kinderen, ze dammen dat het een lieve lust is; ik begrijp 
dat bijna de hele wereldtop meedoet! 
Maar ik zie ook kinderen die deze eeuw pas zijn geboren en ook mensen 
die stokoud zijn. 
Het is prachtig als bijvoorbeeld zo'n klein meisje tegen een oude man damt, 
die kinderen kijken alleen maar om zich heen, terwijl zo'n man zit te piekeren
en te peinzen alsof de wereld er vanaf hangt.  
Voor hem is dat waarschijnlijk ook zo! 

Nou ja, het toernooi van dit jaar zit er bijna al weer op; moeten we weer een
jaartje wachten.

donderdag 18 mei 2017

Onsterfelijk...

 Door Tjalling van den Bosch

Twee maanden geleden (om precies te zijn op 19 april jl.) schreef uw blogmanager een epistel op deze site met als titel: Gedenkwaardige partij.
Uw penneleur mag ook graag even bij onze vrienden 'van de andere kant' kijken; zo ook naar aanleiding van de aanhef van onze blogmanager. Wat is voor onze schaakvrienden dé gedenkwaardige partij? Daar zijn de schakers vrij resoluut over; zelfs zo unaniem, dat men het niet zoekt in een partij die 'is blijven hangen', nee, men heeft direct een partij voorhanden en noemt deze: Dé onsterfelijke partij!

U denkt nu waarschijnlijk dat het om een partij gaat van bijvoorbeeld Kasparov, Fisher, Botvinnik, (onze eigen) Max Euwe, Aljechin, Capablanca of misschien nog een andere 'bekende (schaak-)naam', maar nee, het betreft een partij uit de 19de eeuw! 
De schaakpartij tussen Adolf Anderssen en Lionel Kieseritzky uit 1851 (Londen) wordt nog steeds door veel aanbidders van Caïssa (de godin van het schaakspel)gezien als de ultieme partij; de onsterfelijke!  De witspeler (Anderssen) won de bewuste partij in 23 zetten; de mooiste ooit gespeeld volgens schaakkenners. De eindstand is bijzonder en dan vooral vanwege de materiële (on)balans! Zwart had op het moment van overgave slechts 3 pionnen verloren; wit daarentegen maar liefst 3 'zware' stukken en 2 pionnen! 
De partij werd gespeeld in het kader van de Wereldtentoonstelling (te Londen dus). De Rus Kieseritzky was zo kwaad over het partijverloop (en vooral over de uitslag!), dat hij zonder zijn tegenstander (de Duitser) Anderssen te feliciteren, boos weg beende.  

Welke . . .? 

Welke dampartij is zo belangrijk/enerverend, dat het predicaat 'onsterfelijk' er op kan worden geplakt? Bladerend door het majestueuze boek '100 jaar WK Dammen' van Jan Apeldoorn komen we natuurlijk veel partijen tegen die bepalend waren voor de einduitslag, zoals de partij tussen de Canadees Raoul Dagenais en de Zwitser Roland Forclaz (WK 1952). 
De partij is qua niveau niet bepaald een blijvertje, hoe belangrijk de uitslag (winst voor de Zwitser) ook was. Over de situatie rond deze partij hebben we het op dit blog al eerder gehad, namelijk op 1 oktober 2013 (Dammers zijn slimmer dan schakers). 

Een andere partij waarvan de uitslag zeer bepalend was voor de eindrangschikking,was de ontmoeting tussen Geert van Dijk en Reinier C. Keller, tijdens het WK van 1956. Om eindelijk eens de wereldtitel te kunnen bijschrijven op zijn palmares had Keller alles op alles gezet om het toernooi te winnen. In zijn partij tegen Van Dijk (16de ronde) ging het echter mis voor Keller; ook hier hebben we het al eens gehad - 3 februari 2016; Hét Middenspel (2) -.
Maar ook deze ontmoeting kan je toch moeilijk 'Onsterfelijk' noemen, mede omdat Keller in een remisestand de zaak probeerde te forceren, om zo zijn aanspraak op de wereldtitel levend te houden. Normaliter zou Keller ongetwijfeld in een puntendeling hebben berust, maar nu kreeg hij het deksel op de neus. 

Onbevredigend . . . 

Eigenlijk moet uw penneleur bekennen, dat het te moeilijk voor hem is om één partij aan te wijzen, die het predicaat 'Onsterfelijk' verdient. Natuurlijk hebben fenomenale dammers als Piet Roozenburg, Ton Sijbrands en Harm Wiersma (om maar eens een paar Nederlandse super-grootmeesters te noemen) fantastische partijen achter gelaten, maar welke springt er echt uit? Het is inderdaad nogal onbevredigend, maar misschien dat andere damschrijvers hun licht eens willen laten schijnen op het onderwerp. 

Liefhebbers weten het wel . . .! 

Wanneer we het echelon der grootmeesters verlaten en de vraag (welke partij is onsterfelijk?) voorleggen aan liefhebbers, dan komt het antwoord meestal onverwacht snel!!Tien tegen één betreft het dan een partij van de beste (m/v) zelf! Een voorbeeld van zo'n 'onsterfelijke partij' van een speler, die na lang zwoegen hetratingverschil van bijna 400 punten teniet kon doen: 

De beste man vertelde dat hij hier (met wit) 35-19 speelde; zijn reden: "Wanneer zwart namelijk een goede vangstelling op wil bouwen, dan moet hij vroeg of laat veld 4 verlaten en dan haal ik met schijf 15 een tweede dam"! Dat bleek echter niet helemaal te kloppen: 35-19 (9-18) 19-46 (18-1) 46-19 (4-18) . . .?Wit moet nu de 'lange lijn' (ook wel: bilnaad) verlaten, want hij mag nu natuurlijk niet het geplande 15-10 spelen! Zwart nam daarna de 'lange lijn over' en won de partij gemakkelijk. 

De stand in het bovenstaande diagram is echter weldegelijk remise, zo voegde de liefhebber er met stelligheid aan toe; dat klopt ook.Wit had eerst schijf 22 moeten verdrijven, via 35-44  (22-27*)  44-49  (27-31*) en nu  49-32! Wit moet nu nog wel even opletten, maar zwart kan niet meer winnen, omdat de lijn 26-3 'vrij' is (kennen is weten). Zodra zwart op dezelfde manier als in de partij een vangstelling probeert op te bouwen, dan kan wit (wanneer hij het goed speelt) de lijn 26-3 innemen en dan mag zwart niet met zijn dam de lange lijn innemen!
Ik denk dat u het nu wel begrijpt. Helaas mogen we deze partij om begrijpelijke redenen niet als 'Onsterfelijk' beschouwen; laten we het voorlopig maar op de partij Clerc-Van der Wal (Sao Paulo, WK 1982) houden!

Tot tegenbericht . . .!


donderdag 11 mei 2017

Veranderingen...

 Door Tjalling van den Bosch

Het zal zo rond 1980 zijn geweest dat uw penneleur de damwereld de rug toekeerde; niet zozeer omdat de edele damsport niet meer boeide, maar de ontdekking van andere (meer fysieke) sporten  slurpten alle tijd en aandacht op. Ongeveer 15 jaar later herontdekte schrijver dezes de damsport en nu, weer 20 jaar later, is het plezier 'in het dammen' (en vooral 'alles er omheen') groter dan ooit. 

Verschil . . . 

"Wat voor veranderingen vallen je dan op na 15 jaar onthouding"? Om te beginnen was dat natuurlijk 'de computer', om het geheel van de ontwikkeling op hardware-, software- en internetgebied maar even kernachtig tot één woord te reduceren.
De analyseprogramma's hebben zich tot op de dag van vandaag (mei 2017) ontwikkeld tot 'de waarheid voor de gewone dammer'.
Een dammer analyseert niet meer, maar neemt stelling, nadat de computer zijn werk heeft gedaan! Een uitgebreide analyse van een top-grootmeester heeft tegenwoordig voor de meeste damliefhebbers helaas geen pointe meer ('mijn computer zegt . . .').

Een tweede verschil is dat organisatoren van top(dam)toernooien zich uitputten in de verzekering aan 'het publiek', dat ze er alles aan hebben gedaan om dat verschrikkelijke verschijnsel, de schandvlek van de damwereld, erger dan alles wat we vroeger erg plachten te vinden, zo onmogelijk mogelijk te maken. Ik heb het natuurlijk over 'De Remise'. 

Uiteraard is deze verkettering niet helemaal nieuw; er zijn in het verleden al vaker maatregelen genomen, zoals het verbieden van een remise voor de veertigste zet. Dambonden en organisatoren putten zich uit, om alles en iedereen in het gareel te slaan, om toch vooral die dodelijke remise te voorkomen! Het lijkt wel, nee het ís, een ware heksenjacht.
Er zijn veel cosmetische (onnatuurlijke) aanpassingen gedaan, die het damspel ten goede moesten komen, zoals de 'plusjes en minnetjes', denktijdverkorting, andere puntentelling, enzovoort. Ik hoop dat de voorstanders van al die veranderingen (die zichzelf ongetwijfeld vooruitstrevend vinden) eindelijk eens gaan inzien dat het alleen maar heeft geleid tot 'achteruitgang'!

Ondergrens . . . 

Voor schrijver dezes is men door de ondergrens gezakt, toen men 'het uitvluggeren' (op grootmeesterniveau) introduceerde. 'Uitvluggeren' is een manier om een einde te forceren van een partij, die veel tijd nodig heeft en maakt het mogelijk om zo'n partij niet op beter inzicht of stellingsvoordeel, maar op een handiger omgaan met de bedenktijd, te winnen. Riep het (uitvluggeren) in eerste instantie nog een zekere gêne op bij damgrootmeesters en werd het daarom nog niet al te serieus genomen, tegenwoordig moet men het beheersen. Je moet als serieuze topgrootmeester in staat zijn om zowel links- als rechtshandig te spelen(!) en snel zetten doen (dan maar zonder de gevolgen te overzien!); zaken die een zichzelf respecterende denksport eigenlijk niet zou moeten willen!  
De uitvluggerfase is geëvolueerd van een spijtig bijverschijnsel tot het belangrijkste wat een partij tussen twee topdamgrootmeesters het publiek tegenwoordig te bieden heeft: spanning en sensatie. Emotie dus en daarmee is alles duidelijk; instant-emotie. Sinds de invoering van reality tv, is het tegenwoordig alom geaccepteerd. Mijn hersenen kunnen er echter maar niet aan wennen; de overdreven emotie-tv laat ik aan me voorbij gaan en met (nog steeds) vreemde verbazing aanschouw ik wat er tegenwoordig allemaal normaal wordt gevonden in het dammen der Grand Maîtres!! 

Damgrootmeesters (als ook de damliefhebbers) willen echt nog wel zelfstandig nadenken (daarom hebben ze toch voor een denksport als hobby gekozen, dunkt me) en zeker wanneer men een partij speelt, is de noodzaak daartoe onverminderd aanwezig. Het meedenken als toeschouwer bij een topdamtoernooi, dat is iets wat geheel van karakter is veranderd.
De nieuwsgierigheid, het leermoment, het trachten te doorgronden van de denkprocessen van een topdammer, dat gaat nu allemaal via het filter van onze 'meelopende' computer en is daarmee verworden tot een onmiddellijk bevredigbare behoefte. Daarmee is ruimte ontstaan voor wat blijkbaar ook een belangrijke behoefte is, namelijk die van het meebeleven, het voelen van het lijden en de euforie,van het drama dat zich tussen die twee topdammers voltrekt. 
En dus moeten die grootmeesters gedwongen worden (door het uitvluggeren) om dat drama ook te leveren.Dus geen korte remises meer, het liefst helemaal geen remises meer(!), want daar schiet de emotiemeter van de toeschouwer niet van uit.We moeten willen(??) dat er winst en vooral verlies uitrolt, er moet drama (blunders) zijn en als dat er niet is, of niet voldoende, zijn we niet tevreden,  hoe correct en mooi de partij ook geweest is! Moeten we dat wel willen(?); er zijn mensen die ons dat willen doen geloven!

Red de remise . . . 

Er wordt ons dammers aangepraat dat 'De Remise' dodelijk zou zijn voor onze sport; dat is klinkklare onzin! Een prachtige, volledige, partij, die in een puntendeling eindigt is helemaal niet slecht voor de damsport; akkoord, een onvolledige (halverwege de partij) salon-remise, is dat wel. Zo'n 40 jaar geleden (ik weet het, ik val in herhaling) was het voetballen op topniveau niet meer om aan te gluren (catenaccio); toen greep de internationale voetbalbond in en riep de topclubs op, om het afbraakvoetbal vaarwel te zeggen en in ieder geval te zorgen voor meer strijd tussen de witte kalklijnen. Dat geschiedde en het voetbal nam een vlucht. 

Voor (waarschijnlijk meer dan) 95% van de beoefenaren is het dammen helemaal geen remisespel; angst voor verlies, dan wel onkunde, is voor damliefhebbers vaak de reden van een bloedeloze puntendeling. Voor grootmeesters geldt waarschijnlijk hetzelfde, maar daar kan ik natuurlijk (als liefhebber) niet over oordelen. Ook moet het allemaal dynamischer, omdat de jeugd dat tegenwoordig wil; kletskoek! Wanneer jeugdigen een hobby met dynamiek willen, kiezen ze echt niet voor een denksport; zij die wel voor een denksport kiezen, doen dat, omdat het voor hen helemaal niet zo dynamisch en enerverend hoeft te zijn! Ik zie jongeren van nog maar net 10 jaar oud, die meer zitvlees hebben dan veel ouderen. 
Laat het duidelijk zijn, dat het excuus van 'de jongeren willen . . .', berust op onzin! "Al die remises zijn niet te verkopen aan 'de buitenwereld'"; ook dat is lariekoek!
Dammers zijn misschien niet in staat om 'de buitenwereld' duidelijk te maken dat, wanneer een mooie partij in remise eindigt, het voor de damwereld heel bevredigend en zelfs mooi kan zijn! Ik spreek regelmatig met mensen uit die 'buitenwereld' over het dammen en nog nooit heb ik iemand ontmoet die over (te veel aan) remises begon. Ook 'het stoffig imago' van het dammen hoor ik nooit uit de mond van 'de buitenwereld'; het is iets waar dammers zelf mee op de proppen komen! Wel weet ik zeker dat, wanneer men aan de essentie van het dammen komt (denksport), dat men moet vrezen voor een afname van het aantal beoefenaars! 
Maar wanneer men de schouders onder 'het dammen' zet, door het opleiden van jeugd en ouderen(!!), zal de eeuwenoude damsport tot in lengte van dagen zal voortbestaan! De gezondheid van een sport valt en staat met het opleiden van jongeren; een sport die men op 'hoge leeftijd' nog actief kan beoefenen, doet er goed aan zich ook in te zetten voor die (volwaardige) doelgroep!

Petite histoire . . . 

Enige weken geleden kwam er een oudere man bij ons op de damclub; hij had wel interesse om te dammen. Drie weken achter elkaar werd de beste man van het bord gerausd, daarna hebben we niets meer van hem vernomen . . . (zucht).  Zo moet het dus niet!

Diverse damclubs zetten zich al jaren in voor het jeugddammen en plukken daar thans de vruchten van. Bijvoorbeeld damclubs als Het Noorden (Groningen), Den Haag,  Hoogeveen, W.S.D.V. (Wageningen) en anderen leveren goede spelers af. De damclub uit Heerenveen/Mildam richt al enige jaren haar pijlen op ouderen en komt tegenwoordig (als enige Friese club) met drie teams uit in de Nationale Clubcompetitie. Zo moet het dus wel!



woensdag 3 mei 2017

Gekruiste emoties...

  Door Tjalling van den Bosch

Voor uw penneleur was alles, wat sport zo mooi maakt, aanwezig voor aanvang van de laatste ronde van het NK-dammen voor junioren 2017 (te Westerhaar). Dus op zaterdag 29 april afgereisd naar the draughts-cave van damclub Denk En Zet Witte van Moort (dat is inderdaad een hele mond vol, maar het is een damclub om jaloers op te zijn; eigen clublokaal, drie teams in de NC en aan de lopende band damactiviteiten). 

Vooraf . . . 

Voor aanvang van het toernooi was wel duidelijk, dat de eerste plaats een tweestrijd zou worden tussen Wouter Wolff en Jitse Slump; misschien dat Nick Waterink zich nog zou kunnen mengen in de strijd om de titel. 
In eerste instantie leek Wolff linea recta op de titel af te stevenen; hij liep in de zevende ronde echter een fikse deuk op. Tot dan toe had Wolff al zijn partijen gewonnen; na eerst op die bewuste (donder-)dag (zesde ronde) remise te hebben gespeeld tegen Slump (die al een puntje - tegen Mensinga - had verspeeld) moest Wolff 's middags aantreden tegen Marco de Leeuw. Het 'papieren' verschil tussen beide was dermate in het voordeel van Wolff, dat je er gerust van uit kon gaan dat hij ook die partij naar zich toe zou gaan trekken. 
Jitse Slump

Maar, Wolff overspeelde zijn hand(!); hij kwam slecht te staan en 
toen De Leeuw met opvallend vaste hand het voordeel verzilverde, nam Slump (na zijn plusremise in die ronde tegen Machiel Weistra) de leiding in het tussenklassement over. In punten stonden Slump en Wolff toen nog wel gelijk, maar dat plusje zorgde ervoor dat de eerste alleen op 'pole position' stond. 

In de voorlaatste ronde wonnen de twee kemphanen hun partijen, zodat het tussenklassement, voor aanvang van de laatste ronde, als volgt was: 1. Slump met 13 (+) punten, 2. Wolff 13, 3. Waterink 11 en Wouter Morssink met 9 (+) punten. 
En laten die vier nu precies tegen elkaar moeten in de laatste ronde(!): Morssink - Slump en Waterink - Wolff. Bij winst zou Slump het kampioenschap op zijn naam schrijven; echter, wanneer Morssink zou winnen, dan zou hij nog derde kunnen worden! Wolff moest winnen, maar wanneer Slump (een gelijkwaardige) remise zou behalen, dan kon hij door een plusremise nog een kampioensbarrage afdwingen.Waterink kon door een puntendeling zijn derde plaats veilig stellen; zelfs bij winst zat er voor hem niet meer in.
U begrijpt het al, voor het viertal podiumkandidaten was niet alleen de 'eigen' partij in deze laatste ronde primair, ook de ontwikkelingen op het 'andere' bord waren uiterst belangrijk! Gekruiste emoties dus; sport in optima forma. 

In het teken van . . . 

Wanneer je het clublokaal van D.E.Z. WvM (dat scheelt veel typewerk) binnengaat, dan weet je het wel; alles staat in het teken van 'het dammen'. Na het betreden van de speelzaal ging de aandacht natuurlijk direct uit naar de allesbeslissende partijen; de jongeren zitten er stoer bij, zoals de testosteron het op die leeftijd gebiedt. Serieus kijkend en de rugzak naast zich op de grond; qua kleding natuurlijk dat, wat de laatste mode vereist. 
Inzoomend op de vier kanshebbers zagen we dat Slump zijn traditionele voetroffel doet; opponent Morssink lijkt de hele tijd te lachen, maar dat komt doordat, wanneer hij nadenkt, hij zijn ogen enigszins dichtknijpt, waardoor zijn mondhoeken ook omhoog komen . . .! Wolff heeft van nature 'grote' ogen, waardoor zijn pupillen en veel oogwit duidelijk zichtbaar zijn; dat geeft hem een bepaalde virginiteit. Tegenstander Waterink zit er dan wel rustig bij, maar je voelt zijn dadendrang; hij bruist van energie. Maar wanneer je alle deelnemers in 'één blik vangt', lijken het natuurlijk meer een stel ambtenaren die achter hun bureaus zitten (waarom maken mensen altijd grapjes over ambtenaren; ze doen toch niks!). 

Heerlijk ouderwets . . .

Afijn, ik laat de hoofdrolspelers verder met rust en ga naar het bargedeelte. Hier kunnen de toeschouwers de partijen volgen vanaf een groot scherm; gelukkig zien we de computer(-waardering) niet en is er ook geen connaisseur, die uitleg geeft. We moeten dus (heerlijk ouderwets) zelf aan de slag met een dambord. Slump kan volgens mij onmogelijk tevreden zijn over zijn opening; Morssink lijkt zelfs iets gemakkelijker te staan. Wolff heeft te maken met een sterk aanvallende Waterink; de schijvenverdeling (op het bord) van de laatste is behoorlijk 'uit evenwicht' en hij zal keuzes moeten maken. In een flink uitgedunde stand lijkt Slump langzaam maar zeker enig voordeel te krijgen, alhoewel er van directe winstvarianten nog geen sprake is. Wolff lijkt de (aanvallende) dadendrang van Waterink langzaam maar zeker onder controle te krijgen, maar er loert ook het nodige gevaar. 
Uiteindelijk weten zowel Slump als Wolff schijfwinst af te dwingen, maar zijn de overgebleven standen ook daadwerkelijk in winst om te zetten(?); mede doordat de tijdsdruk zo langzamerhand een woordje gaat meespreken is dat maar zeer de vraag. Voor de toeschouwers is het in ieder geval nog lang niet duidelijk! 

En dan, na ruim 4 uur spelen, is de strijd om het kampioenschap plotseling beslist; Slump wint van Morssink. Waterink is zich bewust van het feit dat hij nu zeker is van de derde plaatst en haalt (volgens zijn vader) "direct op het verkeerde veld dam!"; gevolg Wolff wint. Door deze resultaten is de uitslag van het NK junioren 2017: 1. Jitse Slump met 15 punten uit 9 partijen (en een remiseplusje), 2. Wouter Wolff (15) en derde Nick Waterink (11). 

Verleden tijd . . . 

Tijdens de prijsuitreiking bedankte de voorzitter (Bennie Hessling) van de organiserende damclub de scheidrechter (Harrie Hoonhorst), de afgevaardigden van de K.N.D.B. en de wethouder van de gemeente Twenterand. Een speciaal woord van dank had de 'eerste man' van D.E.Z. WvM voor de sponsors en de gastgezinnen; zonder hen zou het organiseren van een dergelijk kampioenschap onmogelijk zijn. Grote dank was er ook voor de dame (wiens naam mij ontschoten is) die dagelijks voor de (deelnemers)lunch zorgde; dat is tegenwoordig helemaal niet zo makkelijk voegde de voorzitter er aan toe! Je moet rekening houden met "voor sommigen halal en anderen gluten"! Nou ja, geen gluten dan; nou dat laatste had de dame in kwestie soepeltjes opgelost(!),gewoon voor iedereen geen gluten . . .! 

En zo is het Nederlands Kampioenschap voor Junioren 2017 weer verleden tijd.
Het was een mooi en enerverend weekje dammen in Westerhaar.