donderdag 24 januari 2013

Auke Spijkstra

Door Tjalling van den Bosch

Dammen-kaatsen en een nieuwe liefde

Auke Spijkstra (van 28 april 1937) komt, tegenwoordig (meestal) twee-wekelijks, vanuit het hoge noorden (Sint Annaparochie) naar zalen Tivoli voor de  "Huizumer onderlinge". Vroeger bezocht hij, in de winter, onze "onderlinge" wekelijks en zomers was er het kaatsen, lekker overzichtelijk. Maar sinds enkele jaren heeft hij een nieuw 'liefje aan de hand' namelijk het bridgen en laat dat nu ook op donderdagavond plaats vinden. Ja een mens moet keuzes maken, ook op latere leeftijd !

Als kaatsliefhebber zal Auke ongetwijfeld heroïsche gevechten hebben uitgevochten met de kleine bal (en dus met zijn opponenten), maar hierover kan ik u niet berichten daar dit alles zich voor mijn geboorte moet hebben afgespeeld.Wat ik wel weet is dat Spijkstra zich als kaatsbestuurder meer dan verdienstelijk
heeft gemaakt. Daarom werd hij (begin dit jaar) door de Koninklijke Nederlanse KaatsBond tot lid van verdienste benoemt vanwege zijn 30 (!) jaar lange bestuurswerkzaamheden (in diverse commissies).
In het jaar 1989 beleefde Spijkstra ongetwijfeld spannende kaats-momenten toen zoon Anne in de finale van de P.C. (het grootste en meest aansprekende kaats-toernooi) stond.
Met een bijna "volle telegraaf" moest junior met zijn maten (Huizumer Kleefstra en van der Meer) helaas het onderspit delven.
Op damgebied heeft hij ook een lange staat van dienst. Zo was hij in het seizoen 1974/1975 lid van het roemruchte eerste tiental van Huizum dat in dat jaar nationaal kampioen werd.Auke scoorde toen 8 punten uit even zovele wedstrijden en daardoor was hij precies  wat hij dat jaar moest zijn "het slot op de deur".

In de damsport heeft Spijkstra (onderwijzer in ruste) zich ook van vele kanten laten zien.

Ten eerste de partij-speler:

Wi: A. Spijkstra
Zw: J. van Boven


De wedstrijd werd gespeeld in 1976 en komt uit de eerste voorronde, de zogenaamde "rayonwedstrijden", van het Nederlands Kampioenschap. Ik vond dit fragment aardig, omdat het lijkt dat zwart naar een veilige remise-haven zeilt, maar zoals altijd is "bijna, niet goed genoeg" ! Tevens lijkt het in de volgende zettenverloop dat de beide heren zich overgeven aan een nieuwe spelsoort: 4 op een rij !
1.34-29 9-13 2.29x20 25x14 3.33-29 14-20 4.35-30 13-19 5.32-28 11-17 Dus . . 4 op een rij
6.45-40 20-25 7.40-34 6-11 8.37-32 11-16 9.29-24 18-23
Zwart kiest nu voor een veilige remise, de (wederzijdse) doorbraak kost zwart maar één schijf, terwijl de witte schijven (vaak nadelig met gekroonde schijven) midden op het bord vertoeven staan de zwarte veilig aan de rand. Doorziet de lezer nu al hoe zwart toch de "veilige haven" niet bereikt !!
10.24x13 23-29 11.34x23 25x34 12.13-8 34-40 13.8-2 40-44 ? 14.27-21 16x38 en na 28-22 slaat van Boven toch nog overboord!

Ten tweede: de problemist.

Als ik aan een problemist uit het "hoge noorden" denk, dan valt bij mij altijd de naam van Galkin. Deze Rus heeft mijns inziens het mooiste op het gebied der problematiek gemaakt, maar daar over heb ik reeds eerder een predikatie gehouden. Spijkstra heeft fraaie kunststukjes op zijn naam staan.


Oplossing: 1.39-34 28x50* 2.49-44 50x48 3.30-25 48x30 4.35x13 18x09 5.32-27 21x32 6.37x10 25x45 7.25x03 05x14 8.03x05!! Met lange lijn motief.

Ten derde: het eindspel.

Het bovenstaand is al weer een heel epistel geworden, daarom verwijs ik de lezers naar het  llijfblad der P.F.D.B.Hierin onderwerpt Spijkstra (als eindspelredacteur) de lezers aan een 9-tal vraagstukken op het gebied der eindspelen.
Kortom Auke Spijkstra een specialist op velerlei gebied . . . .















woensdag 16 januari 2013

Denksport ???

Door Tjalling van den Bosch


Heeft dammen als denksport zijn langste tijd gehad ? Gezien de veranderingen die men tegenwoordig, hier en daar, invoert (uitprobeert) kan men zich dit inderdaad afvragen. We pakken de W.M.S.G. van Lille (2012) erbij, die letters staan voor World Mind Sport Games. Aan dit groots opgezette evenement doen diverse denksporten mee zoals bridge, schaken, dammen, go en xiangqi (?). Het is een soort World Cup cyclus (een oud idee van Harm Wiersma) zoals we dat ook kennen uit andere sporten zoals schaatsen en zwemmen. Een lovenswaardig initiatief, dat de ruimte moet krijgen om zich door te ontwikkelen.

Toch heb ik ook een maar . . . Tijdens dit toernooi kwam men, bij het dammen, met het volgende 'belonings-systeem' op de proppen: winst in een reguliere partij 12 - 0, bij remise werd er 'verlengd' met een rapid-partij en bij  een beslissing kwam er 9 - 3 op het scorebord te staan. Bij remise in de rapid-partij werd er een blitz-partij in het leven geroepen en hierbij werd de winnaar beloond met 8 punten en de verliezer kreeg er atijd nog 4. Mocht de blitz-partij echter ook geen uitsluitsel biedden dan ging men over tot een 'Lehman-partij' en daar krijg je altijd een winnaar, want er verliest altijd iemand, meestal  op (maar zeker door) de klok, als uitslag werd dan 7 - 5 genoteerd.

Uitslag van dit toernooi was dat Alexei Chizov winnaar werd met 79 punten ( 7 x winst, 0 x remise en 2 x verlies) voor Alexander Schwarzman 78 punten ( 9 x winst, 0 x remise  en 0 x verlies). De '0 x remise' hoef ik er eigenlijk niet tussen te zetten want die zijn met dit systeem uit  den boze, maar toch doet het mij vreemd aan dat de winnaar 2 maal verliest en de nummer twee alles (soms in tweede, derde of vierde instantie, maar toch) wint. Het verschil werd door Chizov gemaakt door de 'reguliere overwinning' (12-0) op Valneris.

"Positief toch, dan komen we mooi van de remise-misère af ?" kunt u opmerken. Nou daar heeft schrijver dezes toch wel iets over te zeggen.Ten eerste: wat is er zo vreselijk mis met een goede/mooie puntendeling ? ! Ten tweede : is er eigenlijk wel een remise-misère ?! En vooral: ligt dat dan aan het spel ?!
Er spelen bij mijn bezwaren echter ook andere gedachten, laat ik er een voorbeeld bij pakken uit zo'n 'Lehman-barrage' :


Uit piëteit voor de twee internationale grootmeesters zal ik hun namen niet vermelden, maar in deze stand speelde wit 37-31 !! Moeten we willen dat er op de hierboven aangetoonde manier een 'resultaat' wordt geboekt tussen twee spelers met een internationale rating van rond de 2.400 ?  U kunt begrijpen dat ik dit (absurde) voorbeeld aanhaal om mijn punt te maken, maar als u bijvoorbeeld ook ziet hoe de partij tussen twee wereldkampioenen (beiden goed voor zo'n 10 titels!)  verloopt en eindigt dan zult u inzien dat het hier niet meer gaat om dammen als denksport, je kunt  net zo goed gaan sjoelen om tot een uitslag te komen.
In ieder geval kun je met dit 'belonings-systeem' de M maar beter uit de W.M.S.G. halen . . . "Maar als je twee grootmeesters tegen elkaar zet dan wordt het toch altijd remise !" zullen sommigen van u misschien opwerpen. Ten eerste, is dit zo erg (?) en ten tweede (zoals ik me al eerder afvroeg) ligt dit aan het dammen
of aan de spelers ? Zoals ik al eens eerder heb aangegeven, als ik zie hoeveel kansen er zowel in het Russisch- als in het Nederlands kampioenschap (de twee toplanden !) worden gemist, dan denk ik dat de
grootmeesters het spel toch niet goed genoeg beheersen ! Als ik dan een internationaal grootmeester bij de analyse hoor zeggen: "Dat durfde ik niet te spelen, want ik kon de gevolgen niet goed inschatten" (lees m.i. uitrekenen) ja dan weet ik het zeker, niet het spel, maar de kunde der beoefenaars is hier het probleem !!

"Maar er is toch niets aan als de wereldkampioen en zijn uitdager 20 partijen lang remise spelen" ? "Je moet dan op één of andere manier toch een beslissing forceren". Het is waar dat 20 remises, zeker in de pers, de damsport geen goed doen, maar misschien moeten we gewoon toegeven dat matches de damsport geen goed (meer) doen en van de wedstrijdkalender af kunnen. Het W.K. in Emmeloord en Urk was (mede door de allure waarop stichting 'Aanzet' het allemaal had opgezet) voor mij een verademing, gewoon een fantastisch ('rond'-) toernooi.

Hoe het ook zei het bovenstaande systeem is mijns inziens geen verbetering voor het dammen, we raken de essentie van het dammen (als denksport) er vol en pijnlijk mee in het hart. Toevoeging: ik ben, in principe, niet tegen veranderingen en ook het uitproberen op wereldniveau is wat mij betreft absoluut geen probleem, maar laten we niet gaan veranderen om te veranderen en vooral niet het excuus gebruiken dat de 'veranderende tijd' dit wil ! ! !

Veel regels en regeltjes binnen onze sport zijn nu eenmaal zo ge-evalueerd omdat het het beste (of in ieder geval het minst slechte) was/is voor onze sport . . . Overigens hebben de World Mind Sport Games ook de nodige fraaie 'reguliere'-partijen opgeleverd. De partij die beslissend was voor de zege van Chizov (tegen Valneris) in dit toernooi zijn al door vele analytici becommentarieerd, maar op Toernooibase of op Turbodambase kunt u zich ook vergapen aan enkele fraaie overwinningen (12-0) van bijvoorbeeld Roel Boomstra die sterke tegenstanders in  fraaie 'klassiekjes' de 'bietenbult' opstuurde.

Flaubert Ndonzi - Ramil Salahov vond ik een hilarisch duel, dat als het volgt werd beslist:


De Afrikaanse invloeden van de voor Frankrijk uitkomende witspeler zijn m.i. zichtbaar in de volgende
zet 32-27, zwart repliceerde met ( 22-28 ) en vervolgens werd er geen zet meer gedaan en kon Ndonzi de 12 punten aan zijn totaal toevoegen.
Voor de duidelijkheid, wit wint door 39-33, 37-32 en 40-34 tsjakaa . . .







woensdag 9 januari 2013

Met de tijd meegaan?!

Door Tjalling van den Bosch

Volgend seizoen gaan we in de nationale club-competitie de '50 zetten in 2 uur' vervangen door '80 minuten + 1 minuut per zet'. Hierover wil ik iets kwijt.

Ten eerste denk ik dat de protest- (of geschillen-)commissie zijn hart kan ophalen, het komend seizoen ! Een paar jaar geleden (tijdens een groot internationaal toernooi) zag ik een Rus, die in zijn partij in een moeilijke fase zat en nog maar een minuut of 3 op de (Fisher-)klok had, het volgende uithalen: Hij was aan zet en moest slaan maar dat deed hij niet hij drukte de klok in zonder een zet te doen, zijn onthutste tegenstander drukte de klok (terug-) in (de Rus had er nu weer 1 minuut bij) en mompelde iets van "jij bent". Nog sloeg de Rus niet, maar voerde een andere zet uit en drukte de klok weer in, zijn tegenstander wees hem er vervolgens op dat hij moest slaan en drukte de klok weer in (+ 1 minuut), vervolgens sloeg de Rus zonder zijn (foutieve) zet terug te nemen en drukte opnieuw de klok in, zijn tegenstander drukte opnieuw de klok in (weer + 1 minuut) en wees hem er op dat hij de foutieve zet moest terugplaatsen. Afijn, dat deed deze Rus en drukte de klok weer in (+ 1 minuut) zijn tegenstander sloeg nu ook en toen ging de partij 'gewoon' verder alleen zat de Rus toen iets ruimer in zijn tijd . . .

De scheidsrechters zijn niet te benijden als er het komend seizoen, tijdens tiental-wedstrijden, meerdere partijen tegelijkertijd met tijdnood kampen . . ."Nietes, welles" en maar de klok indrukken, je durft nauwelijks je bord nog te verlaten, allemaal maar een stoma . . .

Ten tweede vind ik de situatie tijdens tiental-wedstrijden (in de huige situatie) na het vierde uur,
taktisch gezien, het leukst. Wie moet remise aanbieden wie moet absoluut nog voor de winst gaan ?
Je hebt ook nog de tijd om een moeilijk eindspel (proberen) te doorgronden. Als je met het '80 minuten + 1 minuut per zet'-systeem in je laatste minuten bent beland dan loop je grote kans dat je het eindspel niet meer zo goed behandelt, Johann Friedrich Moser ('strategie der honderd velden') zou zich omdraaien in zijn graf. . .

De enige 'steekhoudende' reden om dit nieuwe systeem in te voeren (die ik heb gehoord) is dat je dan tijdens wedstrijden eerder naar huis kunt, want als je met zijn allen in een busje naar uitwedstrijden reist en iemand durft lang over zijn partij te doen ja dan krijg je (naar het schijnt) wrevel . . .
Het verlies van fraaie eindspellen en het op kosten jagen van clubs (elke club dient met ingang van hetnieuwe seizoen over voldoende electronische klokken te beschikken) zijn schijnbaar niet genoeg om hetsysteem in de prullemand te laten verdwijnen ! ! ! Ook zouden volgens de voorstanders van dit systeem de 'grootmeesters' er positief over zijn, maar bij navraag aan diverse super-grootmeesters (van het niveau wereldkampioen) leert mij dat deze er juist  op tegen zijn !

Beste (en ook door mij zeer gewaardeerde) bestuurders wees terughoudend als het gaat om het invoeren van vernieuwingen, want het kan je je sport kosten ! ! In een eerder epistel heb ik de lezers al eens gewezen op de aftakeling van de (kleine) Friese balsport het kaatsen. Ik zal u de uitleg over de regels besparen, maar kort samengevat ging het om 'landje veroveren/trachten te behouden'. Hierbij was het toegestaan om een handschoen als bescherming te gebruiken, kaatsers met een goede
techniek deden het echter vaak met 'blote hand'. Onder invloed van de moderne tijd veranderden de handschoenen echter in 'slagwapens', waardoor de opslagpartij in het nadeel kwam. Om dit op te vangen verbood men de 'slagwapens' niet (wat m.i. logisch was geweest), maar men veranderde de ballen waarmee gespeeld werd, ze werden harder en ronder, wat weer in het voordeel van de opslagers (serveerders) was. Hierdoor veranderde het kaatsen in een snellere en volgens velen spectaculairdere sport en zou het allemaal beter worden ( "je moet immers met de tijd meegaan"), maar . . . . wat gebeurde er daadwerkelijk ? De ouderen konden zich niet meer in hun sport herkennen en wendden zich af (als toeschouwer) en dus verdween het 'samen zijn' voor, tijdens en na de wedstrijd. De vergelijking tussen vroeger en nu (iets wat bij sport hoort !) was uit het kaatsen gerukt.
De situatie is nu zo dat de toeschouwers-aantallen nihil zijn (een enkele uitzondering daargelaten) en de spelers zelf (als ze verloren hebben) keren snel huiswaarts en dus zitten organisatoren met een
onverkoopbaar 'product'. Het kan dus daadwerkelijk mis gaan met je sport . . .  'Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst' maar als de ouderen het schip verlaten (of zich slechts beperken tot hun eigen senioren-wedstrijden), valt de grond weg waarop de jeugd moet presteren en dus ook hun interesse . . .
Ooit werd er bij tiental-wedstrijden '3 punten voor een overwinning' ingevoerd. Er waren vele valide redenen aangedragen om dit te doen (er zou feller op winst worden gespeeld en dus meer spektakel e.d.) maar er veranderde niets en wat er daadwerkelijk gebeurd is, is dat we nu met een hiaat in de historie zitten (hoe moeten we de uitslagen van toen interpreteren?) . . .

Beste dammers, sta niet toe dat mijn edele damsport, waar ik zoveel plezier aan beleef, verwordt tot een (onverkoopbaar) gedrocht waar uiteindelijk niemand zich meer 'happy' in voelt . . . Elke twee weken vergaap ik mij graag aan de partijen die 'landelijk' zijn gespeeld en kom dan altijd wel iets fraais tegen, zoals in het onderstaande fragment uit de wedstrijd Tamek Marknesse - Huizum 2.


De witte schijven werden gehanteerd door de voorzitter van Stichting Aanzet IJsbrand Haven en de zwarte door de teamleider van de reserves van Huizum Hans van Dijk.
Wit 'nam' de drie om drie via 39-33, 38-32 en 30-24 25x32, maar wist, na een lang eindspel, de man die uin staat stelt om miljonair te worden (zie het eerdere epsitel op deze blog over van Dijk) niet te verslaan. Haven had zich de moeite kunnen besparen door in deze stand naar winst te combineren !?!
37-32, 29-23, 30-24, 48-42, 39-34 en 25x12 ! niet uitgehaald dus, maar de mogelijk is en blijft . . . fraai.


vrijdag 4 januari 2013

Met een schone lei.....


Door Tjalling van den Bosch


Het nieuwe jaar begint meestal met goede voornemens (dit geldt zeker ook voor dammers) en is van alle tijden. Goed gemutst en vol optimisme beginnen velen aan de eerste partij van het nieuwe jaar, net zoals Roel Bergsma dit deed 25 jaar geleden. Bergsma, de oudere broer van voor(één)malig Nederlands kampioen Pieter (overigens was Roel éénmalig Fries kampioen !), was zijn hele werkzame leven verbonden aan het onderwijs. Tevens schreef hij (bijna 4 decennia lang) de damrubriek voor de Leeuwarder Courant. Hier volgt zijn relaas:

Eerste glanspartij van 1988

"Als je ruim 50 jaar met bord en schijven hebt gespeeld, net 70 bent geworden en graag het nieuwe jaar wilt ingaan met een glanspartij, welaan dan biedt Woudsend elk jaar die gelegenheid.
Doorvoed met oliebollen en overspoeld met beste wensen kan het eigenlijk niet mis gaan tegen Johannes Lemstra (wit). En inderdaad, na 26 wederzijdse zetten is er geen vuiltje aan de lucht.
 
Wit: J. Lemstra
Zw.: R. Bergsma
 
 
Wit heeft, zoals gebruikelijk in 90% van mijn partijen, veel meer tijd verbruikt dan ik en, ook al niet ongebruikelijk, ik meen minstens zo goed te staan, dankzij het al weer gebruikelijke tekort aan openingskennis en standtaxatie.
Maar . . . tussen de heilwensen blijkt echter de één of andere onheilswens verscholen te zitten, want na 44-40 (19x30) had ik zo steevast gerekend op 40-35, dat ik, oliebol, volledig schrok ik van 29-23 (18x29) 33x35 en, driedubbele oliebol, meende nu een schijf achter te staan, een mening, welke me de gehele partij niet los liet en me pas door Johannes bij de na-analyse werd meegedeeld ! ! !
Ontmoedigd door mijn vermeende blunder, speelde ik toch maar 'op remise' door, want ik had toch nog een redelijke stand 'ondanks een schijf minder . . . '
Na de 50ste zet van kwam het tot deze stand:


Nog steeds wat nonchalant gokkend op remise met die 'ellendige schijf minder' (even tellen tot zeven schijnt door die onheilswens niet mogelijk te zijn) speel ik niet het voor de hand liggende (9-13) met vlot remise, maar (9-14) , met het damdreiginkje ("je moet toch wat met een schijf minder") (25-30) 35x24 (14-20) 24x15 (4-10) 15x4 (21-26) met dam op 48.
Enfin, ik werk me dusdanig in de nesten, dat ik via een schijfoffer (dat is dan 'twee schijven achter') doorbreek naar dam, waarna we komen tot:


Johannes, ook al oliebollig, heeft net dam gehaald op 4 en staat verloren wegens (26-31) 37x26 (16-21) 4x31 (45-29) !, maar beide zogenaamde hoofdklassers wensen dit niet te zien.
Ik speelde in alle ellende (27-31) 36x27 (45-1) 4x22 (1-29) en gaf tegelijk op in de zoveelste
o n h e i l s v e r o n d e r s t e l l i n g , dat ik naar (31) moest slaan.
Kort na de handdruk zag ik, dat er na (1-29) nog redelijke remisekansen waren, hetgeen bij na-analyse ook duidelijk werd.

Resteren de vragen:
a. zijn onheilswensen en/of oliebollen aderverkalking bevorderend ?
b. Komt ouderdom ook op het dambord met gebreken ? (zo oud is Johannes overigens nog niet).

Wie brengt uitkomst ? Of moeten we het in de zoveelste discussiegroep gooien met het
zoveelste (vrij zeker) negatieve resultaat?"

Tot zover Roel Bergsma, met deze herpublikatie hopen wij de lezers er op te wijzen dat het nieuwe jaar (en dus het 'met een schone lei beginnen') geen garantie is voor een opleving in uw damprestaties, gelukkig nieuwjaar en o ja . . . zaterdag 12 januari 2013 is er weer het jaarlijkse
damtoernooi in Woudsend . . .

Postscriptum: Voor hen die menen dat alcohol van invloed moet zijn geweest op de 'prestatie'
van Roel Bergsma tijdens de bovenstaande partij wil schrijver dezes u erop wijzen dat de
hoofdpersoon lid was van de 'blauwe knoop'. . .