Dammen-kaatsen en een nieuwe liefde
Auke Spijkstra (van 28 april 1937) komt, tegenwoordig (meestal) twee-wekelijks, vanuit het hoge noorden (Sint Annaparochie) naar zalen Tivoli voor de "Huizumer onderlinge". Vroeger bezocht hij, in de winter, onze "onderlinge" wekelijks en zomers was er het kaatsen, lekker overzichtelijk. Maar sinds enkele jaren heeft hij een nieuw 'liefje aan de hand' namelijk het bridgen en laat dat nu ook op donderdagavond plaats vinden. Ja een mens moet keuzes maken, ook op latere leeftijd !
Als kaatsliefhebber zal Auke ongetwijfeld heroïsche gevechten hebben uitgevochten met de kleine bal (en dus met zijn opponenten), maar hierover kan ik u niet berichten daar dit alles zich voor mijn geboorte moet hebben afgespeeld.Wat ik wel weet is dat Spijkstra zich als kaatsbestuurder meer dan verdienstelijk
heeft gemaakt. Daarom werd hij (begin dit jaar) door de Koninklijke Nederlanse KaatsBond tot lid van verdienste benoemt vanwege zijn 30 (!) jaar lange bestuurswerkzaamheden (in diverse commissies).
In het jaar 1989 beleefde Spijkstra ongetwijfeld spannende kaats-momenten toen zoon Anne in de finale van de P.C. (het grootste en meest aansprekende kaats-toernooi) stond.
Met een bijna "volle telegraaf" moest junior met zijn maten (Huizumer Kleefstra en van der Meer) helaas het onderspit delven.
Op damgebied heeft hij ook een lange staat van dienst. Zo was hij in het seizoen 1974/1975 lid van het roemruchte eerste tiental van Huizum dat in dat jaar nationaal kampioen werd.Auke scoorde toen 8 punten uit even zovele wedstrijden en daardoor was hij precies wat hij dat jaar moest zijn "het slot op de deur".
In de damsport heeft Spijkstra (onderwijzer in ruste) zich ook van vele kanten laten zien.
Ten eerste de partij-speler:
Wi: A. Spijkstra
Zw: J. van Boven
De wedstrijd werd gespeeld in 1976 en komt uit de eerste voorronde, de zogenaamde "rayonwedstrijden", van het Nederlands Kampioenschap. Ik vond dit fragment aardig, omdat het lijkt dat zwart naar een veilige remise-haven zeilt, maar zoals altijd is "bijna, niet goed genoeg" ! Tevens lijkt het in de volgende zettenverloop dat de beide heren zich overgeven aan een nieuwe spelsoort: 4 op een rij !
1.34-29 9-13 2.29x20 25x14 3.33-29 14-20 4.35-30 13-19 5.32-28 11-17 Dus . . 4 op een rij
6.45-40 20-25 7.40-34 6-11 8.37-32 11-16 9.29-24 18-23
Zwart kiest nu voor een veilige remise, de (wederzijdse) doorbraak kost zwart maar één schijf, terwijl de witte schijven (vaak nadelig met gekroonde schijven) midden op het bord vertoeven staan de zwarte veilig aan de rand. Doorziet de lezer nu al hoe zwart toch de "veilige haven" niet bereikt !!
10.24x13 23-29 11.34x23 25x34 12.13-8 34-40 13.8-2 40-44 ? 14.27-21 16x38 en na 28-22 slaat van Boven toch nog overboord!
Ten tweede: de problemist.
Als ik aan een problemist uit het "hoge noorden" denk, dan valt bij mij altijd de naam van Galkin. Deze Rus heeft mijns inziens het mooiste op het gebied der problematiek gemaakt, maar daar over heb ik reeds eerder een predikatie gehouden. Spijkstra heeft fraaie kunststukjes op zijn naam staan.
Oplossing: 1.39-34 28x50* 2.49-44 50x48 3.30-25 48x30 4.35x13 18x09 5.32-27 21x32 6.37x10 25x45 7.25x03 05x14 8.03x05!! Met lange lijn motief.
Ten derde: het eindspel.
Het bovenstaand is al weer een heel epistel geworden, daarom verwijs ik de lezers naar het llijfblad der P.F.D.B.Hierin onderwerpt Spijkstra (als eindspelredacteur) de lezers aan een 9-tal vraagstukken op het gebied der eindspelen.
Kortom Auke Spijkstra een specialist op velerlei gebied . . . .