Je propt vier man in een autootje en gaat op bezoek bij een club ergens in Friesland. Zo nu en dan speel je ook een thuiswedstrijd. Doordeweekse wedstrijden met versneld speeltempo, die na maximaal drie uren zijn afgelopen. De bekercompetitie is best een aardige wedstrijdvorm.
In de provincie verloor Huizum 1 in de halve finale kansloos van een sterk team van Wanswert, dat voor de gelegenheid Gabriel Heerema, Gerlof Kolk, Teake Kooistra en Hans Zondervan had ingezet. In de strijd om de eerste plaats schoof Ureterp op haar beurt dit team van het bord.
Via de achterdeur wist Huizum zich toch nog te plaatsen voor het landelijke bekertoernooi. Dit ging ten koste van Bolsward/Workum combinatie dat met 1-7 aan de kant werd gezet.
We werden ingedeeld bij Huissen, Zwolle en Het Noorden. Veel illusies om een ronde verder te komen hadden we niet, want in voorgaande jaren vloog Huizum er meestal in de eerste ronde uit. Dit beeld veranderde niet toen we in de eerste ronde tegen Huissen aan mochten treden, dat op bord 1 en 2 de GMI's Gerard Jansen en Geert van Aalten hadden geposteerd. Verrassend genoeg wonnen we deze wedstrijd met 5-3. Verantwoordeljk hiervoor waren Rein van der Pal en Tjalling van den Bosch. Kennelijk konden we de weelde van dit succesje niet dragen. Werd het tegen Zwolle nog 3-3, tegen Het Noorden gingen we met 5-3 ten onder. Een snelle berekening leerde dat Huizum een bordpunt te weinig had om door te gaan naar de tweede ronde.
Tjalling van den Bosch kwam als invaller voor Erwin Heslinga uitstekend voor de dag en haalde vijf punten uit drie wedstrijden. Op bord 1 noteerde ik drie uit drie tegen drie NK finalisten. Op zich niets bijzonders, maar er zat wel een winstpartij tegen Gerard Jansen bij.
Bijna 25 jaar geleden speelde ik voor het eerst tegen Gerard Jansen. Dat was op het NK aspiranten in 1977 dat in Zutphen werd gehouden. Andere sterke spelers die daar rond liepen waren Eran Binenbaum, Ron Heusdens, Hendrik van der Zee en Wim Bremmer.
Hoe die partij afliep weet ik niet meer. In ieder geval verloor ik wel bij vier andere gelegenheden: NK aspiranten 1978, NK junioren 1981, NK senioren 1991 en 1995. Met een paar remises in clubcompetitie en Halve Finales NK was voor mij de koek op. Je zou met recht kunnen zeggen dat Gerard Jansen voor mij een angstgegner was.
Om een lang verhaal nog iets langer te maken: met de winstpartij op Jansen in het bekertoernooi was ik zeer tevreden. Dat het een partij was met versneld speeltempo (25 minuten en 20 seconden per zet) verandert daar niet veel aan.
Wit: G. Jansen
Zw.: R. van der Pal
Zwart heeft een enigszins vaag omsingelingssysteem gehanteerd, dat met de dreigende inval op 37 gestalte begint te krijgen. Wat kan wit hier tegen doen?
1) 1.47-42 verhinderd een verder opmars maar de witte lange vleugel is na 1...31-36 2.42-37 14-19 etc. ernstig verzwakt.
2) 1.33-28 31-37! 2.38-32 (na 38-33 ontstaat de partijvariant) 13-19! 3.32x41 19-24 4.30x19 18-22 Z+.
In de partij volgde 1.38-32 13-19! 2.32-28 31-37! Zwart heeft het voorelkaar. Wits enige plan bestaat uit 40-35 en 30-24, maar na 3.40-35 volgt 37-42!! 4.47x38 19-24 5.30x19 20-24 6.29x09 18x40 7.35x44 03x34 met winst.
Jansen probeerde nog 3.49-44 02-07 4.40-35, maar verloor na ...20-24! geruisloos.
Een sportieve revanche waar ik bijna 25 jaar op heb moeten wachten...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten