donderdag 19 mei 2016

Tjalling Goedemoed

Door Rein van der Pal

Zijn naam dook regelmatig op bij allerlei jeugdwedstrijden, maar het moet in het midden van de jaren ’80 zijn geweest dat ik Tjalling Goedemoed beter leerde kennen.
Tjalling Goedemoed 
Het Nederlands sneldamkampioenschap werd in die periode gehouden in Egmond aan Zee. We reden met Anton Schotanus mee en op de heenreis speelden we op de achterbank een aantal partijtjes. In één van die vluggertjes bracht Tjalling met wit een sterke Roozenburg aanval op het bord. Het werd me meteen duidelijk dat hij gezegend was met een gezonde doses talent.

In 1987 maakte Tjalling de overstap van Damclub De Toer in Grou naar De Oldehove (Leeuwarden) , al bleef hij wel lid. De vele trainingen met Henk Hosper, aspiranten kampioen van Nederland in 1975, zullen er ongetwijfeld toe hebben bijgedragen dat hij het niveau van de plaatselijke club was ontstegen.
In die beginperiode haalde ik hem op in Grou voor de onderlinge competitie van De Oldehove. Rond half elf stond zijn vader altijd bij zijn bord om hem weer mee te nemen. Met speels gemak plaatste Tjalling zich voor het eerste tiental en in 1988 maakt hij zijn debuut in de hoofdmacht van De Oldehove. In zijn eerste jaar liet hij in de hoofdklasse een score aantekenen van 17 uit 10! Iedereen was meteen overtuigd van zijn kwaliteiten.

Met een tweede plaats in het junioren kampioenschap van Nederland plaatste Tjalling zich voor het WK junioren 1989 dat werd gespeeld in Tallin, de hoofdstad van Estland. Als voorbereiding op dat toernooi hebben we toen een aantal openingen bekeken, waaronder de Kellervariant. Tegen Pjotr Chmiel en de latere winnaar Ygal Koifman kwam deze opening daadwerkelijk op het bord. Met Tjalling uiteraard achter de zwarte stukken, want hij was een verwoed aanvaller. Vier overwinningen, drie nederlagen en enkele remises waren goed voor een plaats in de middenmoot.

Tijdens het zomertoernooi van Nijmegen in 1994 trokken we een week met elkaar op. We sliepen boven een oud Grieks restaurantje waar enkele vervallen kamers te huur waren. Het was die week bloedheet en na afloop van de partijen gingen we naar het zwembad. Ondanks de hoge temperaturen zorgde Tjalling wel dat hij bij de eerste tien in het eindklassement terug te vinden was, in een veld van meer dan 100 deelnemers.

In de jaren '90 waren we teamgenoten bij Bakkerij Jorritsma Super Rinsumageest. In Leeuwarden pikte ik Tjalling soms op. Was je eenmaal in de goede straat dan was zijn huis gemakkelijk te vinden. Daar waar het gras het hoogst stond, moest je zijn. Vervolgens was het een kwestie van stevig aanbellen om de heer des huizes te pakken te krijgen. De jaren in Rinsumageest waren succesvol en de club greep in 2000 maar net naast de landstitel.

Tjalling was gevat, slim, en beschikte over veel gevoel voor humor. Als het bij een wedstrijd in de clubcompetitie om vijf minuten over twaalf nog rumoerig was in de speelzaal riep hij met stemverheffing: “Er wordt nog gespeeld”. Of hij merkte vanuit het niets in een gesprek op: “Iedereen boven de zestig moet een ijzeren staaf in z’n nek hebben” en dan volgde het bekende sarcastische lachje. Ook kon hij soms genadeloos de vinger op de zere plek leggen.

Op de Huizumer Highlights onder de titel Kosmos als ambassadeur schreef ik eerder: Veel sympathie heb ik voor de damliefhebber die zich druk maakt over het voortbestaan van ons prachtige spel en voor wie geen enkele inspanning teveel is om het dammen tot ver buiten de landsgrenzen onder de aandacht te brengen. Van deze laatste groep is Tjalling Goedemoed een belangrijke exponent. Ik ken geen dammer die op zoveel verschillende fronten actief is in de damwereld als Tjalling Goedemoed.
Toch liet hij wel eens doorschemeren dat hij lang niet altijd gelukkig werd van de damwereld. Ronduit teleurgesteld kon hij zijn over het uitblijven van erkenning. Misschien werd die erkenning niet altijd uitgesproken, maar zij was er wel. Dat weet ik zeker.  
Composities Tj. Goedemoed

Zo nu dan wipte Tjalling op een donderdagavond even binnen bij Tivoli, waar de onderlinge van Damclub Huizum wordt gespeeld. Hij kwam meestal niet verder dan de stamtafel en het was vaak al laat op de avond. De laatste keer dat ik Tjalling heb gezien was op 17 september 2015 in Tivoli. Hij had een aantal exemplaren van zijn net voltooide boekje 'Composities Tj. Goedemoed' bij zich. Gelukkig heb ik toen het boekje aangeschaft. Natuurlijk kon Tjalling als problemist niet tippen aan de door hem bewonderde Frans Hermelink. Wel legde hij in korte tijd een enorme productiviteit aan de dag en heeft hij prachtige composities op zijn naam staan.

The art of winning
Via Facebook, “Ook effe op Facebook kerel” zei Tjalling dan, hebben we nog contact gehad over‘The art of winning’, het laatste deel van de Course in draughts, wat als zijn levenswerk moet worden beschouwd. Het werken aan dit lijvige boekwerk schonk hem veel genoegen en hield hem op de been.

Tjalling heeft veel betekent in de damwereld.
We zullen hem missen.

2 opmerkingen:

  1. Schrikken Rein, mooi dat je er op deze manier aandacht aan besteed. Leven kan hard zijn....Sterkte ermee en ook voor de familie en al zijn (Dam) vrienden!

    BeantwoordenVerwijderen