zondag 24 juni 2012

Pieter Bergsma


Fries zoals een Fries zou moeten zijn.

Door Tjalling van den Bosch


Pieter (of eigenlijk op z'n Fries: Piter) Bergsma is, op zijn 85ste verjaardag,
overleden. Op donderdag 21 juli 2012 om precies te zijn, hij werd dus geboren in 1927.

Iedereen die Piter heeft gekend heeft ook wel een verhaal over hem, dus ik
ook. Toen Harm Wiersma bijna 20 jaar geleden de degens kruiste met Alexei
Chizov (in een tweekamp om de wereldtitel) waren Piter en ik vaak bij
de partijen aanwezig. Op de slotdag werden we, na afloop van de laatste partij, uitgenodigd om ergens (in Leeuwarden) een hapje te gaan eten.

Ik kroop aan dezelfde tafel als waar Piter zat, ik verkeerde graag in zijn
omgeving, daar hij altijd wel een manier vond om één of andere discussie
op gang te brengen.
In een bont gezelschap kregen we het (door toedoen van Piter) over de
Nederlanse taal. Piter vond het belachelijk hoe men deze taal correct diende te schrijven. "Het Fries is trouwens niet veel beter", voegde hij er aantoe, "maar daar
hebben we het nu niet over".
"Het is toch onnozel dat je naar de vierde letter moet kijken, om te zien
hoe je de tweede letter dient uit te spreken"! orakelde hij.
Iedereen zat hem met open mond aan te horen. Om zijn statement kracht bij te zetten kwam hij met het voorbeeld: "Denk maar eens aan het woord 'kakken' !?!".
"Als de vierde letter geen 'k' is maar een 'e' dan staat er heel iets anders".
"Fonetisch schrijven is veel beter en ook veel begrijpelijker om aan kinderen
uit te leggen".
Iemand die wat tegensputterde kreeg de opmerking "ik zei dat het voor kinderen
veel begrijpelijker is" naar zijn hoofd geslingerd.
Afijn, hoe de discussie verder verliep weet ik niet, maar "we hadden praat".

En zo ging het altijd met Piter (hij wilde trouwens Piter worden genoemd en zeker
niet meneer Bergsma), of je nu bij hem in de auto zat of rustig aan een tafeltje,
of je het nu had over de politiek of het dammen, hij hield van het gesproken woord.

Als de lezer dezes meer over Piter te weten wil komen dan kan ik u verwijzen
naar de P.F.D.B.-site, hierop heeft Sietse Nagel een uitstekend stuk geschreven
over de man die ook wel "het geweten van dammend Nederland" werd genoemd.

Ik sluit af met Piter's "finest hour" (lekker Nederlands).
In 1968 werd Piter Nationaal Kampioen. Een prestatie die hij (vrij naar Calvijn)
nogal bagatalliseerde.
De jongelingen Wiersma en Sijbrands deden toen niet mee en die waren volgens
de nieuwbakken kampioen duidelijk van een hoger niveau.
Dat mag dan zo zijn, maar Piter bleef de concurrentie, bestaande uit o.a.
voormalig wereldkampioen Drs. Piet Rozenburg, Ir. Geert van Dijk, Wim van der Sluis en Anton Schotanus, ruimschoots voor.

Als dammer was Piter mijn inziens vooral een practicus, van diepgaande openingstheorie moest hij het zeker niet hebben, hij week in de opening dan ook graag af van de ge-ordende (ik doe er maar even een streepje tussen anders is het woord volgens Piter niet goed leesbaar) banen.
Tegenstanders probeerden hem ook altijd in klassieke structuren te krijgen, want
volgens overgave was Piter dan niet op z'n best.
Maar Piter was handig, zie het volgende voorbeeld uit het Nederlands Kampioenschap
van 1968.

Wit: Pieter Bergsma (zo staat hij nu eenmaal ingeschreven bij de K.N.D.B.)
Zw.: Cees Varkevisser



Ook in deze partij gold dat de zwartspeler "klassiek" wilde en Piter dit op alle manieren probeerde te verhinderen en nu komt het aan op rekenkunst (handigheid).
Als men de stand in een oogopslag bekijkt lijkt er misschien niet zoveel aan de hand,
edoch:

1.40-34 08-12? 2.33-28! ja een uitroepteken, want hoe moet zwart verder, na zetten als 12-18 en 13-18 gaat zwart een schijf inleveren en ook na het waarschijnlijk geplande 14-20 gaat er een schijf voor zwart verloren, dus:
...24-29 3.34x23 15-20 4.42-37 20-24 5.43-38 13-18 6.38-32 18x29 7.28-23! 19x28 8.32x34 14-19 en na 27-22 en 26-21 geloofde zwart het wel.

Rêst sêft, Piter . . .

Geen opmerkingen:

Een reactie posten