Door Tjalling van den Bosch
Joseph Jules Thomas Prinsen werd in Vught geboren en
wel op 9 juni 1942. Wij (Nederlanders) kennen hem natuurlijk beter onder de voornaam: Joost. Hij werd in ons kikkerlandje vooral bekend als Erik Engerd
in de Stratemakeropzeeshow en als J.J. De Bom voorheen De Kindervriend. Thans is hij regelmatig op de televisie te bewonderen als presentator van de populaire kennisquiz: Met het mes op
tafel.
Joost Prinsen is een veelzijdig man, want naast de bovengenoemde televisie-programma's is hij ook in de weer als: acteur,
presentator, zanger, columnist en als schrijver. Door al deze
inspanningen behaagde het de (toen nog, 2004) Koningin om hem te benoemen
tot officier in de Orde van Oranje-Nassau. Ooit zag ik Prinsen in
een televisie-programma, waarin hij een zoektocht ondernam naar voetsporen
van een verre voorvader Adam Keijzer. Deze voorvader (van
moederskant) was één van de weinige overlevenden van de veldtocht, die
Napoleon in 1812 ondernam naar Rusland. Napoleon had een leger van maar
liefst 700.000 man op de been gebracht. Slechts 20.000 man schijnen het er
levend van af te hebben gebracht. De vader van Joost (Claudius) was trouwens
ooit burgemeester van Breda.
Ik begrijp uw verwondering, beste lezers en lezeressen, want de 'kop' boven dit epistel duidt toch op een
Ik begrijp uw verwondering, beste lezers en lezeressen, want de 'kop' boven dit epistel duidt toch op een
heel andere
persoon. Natuurlijk, daar heeft u gelijk in, maar soms moet dat even via een
'bruggetje', want Joost Prinsen heeft Pierre Ghestem in 1994 geïnterviewd. Pierre Ghestem kennen wij dammers natuurlijk vanwege 'zijn doorstoot' in
het 'klassiek'! Ghestem werd geboren te Rijssel (Lille) op 14 februari 1922,
hij overleed aldaar op 11 april 2000; in zijn werkzame leven hield hij zich vooral
bezig met de handel in kaas. Hij werd in 1945 wereldkampioen dammen door
Maurice Raichenbach in een tweekamp te verslaan; 2 jaar later verdedigde hij
deze titel met succes tegen onze landgenoot Reinier Cornelis Keller.
Joost Prinsen is een bridge-liefhebber en Pierre Ghestem was ook een Grand Maître in die sport! Ghestem won vele belangrijke prijzen in het bridge, waaronder, in1956 met het nationale team van Frankrijk, de wereldtitel. De Fransman heeft ook de theorie van het bridge verrijkt, met de Ghestem-conventie. Ik zal niet uitweiden over de details van dit systeem, maar het is natuurlijk uitzonderlijk dat iemand in twee volkomen verschillende denksporten de gangbare theorie heeft uitgebreid. Prinsen heeft een bridgeboek uitgegeven ('Een goede speler is niet eerlijk') met daarin opgenomen veel interviews die hij publiceerde in het bridgetijdschrift IMP. In de publicatie naar aanleiding van het gesprek met Ghestem omschreef hij de
Fransman als: "Waarschijnlijk de briljantste denksporter die de
wereld heeft gehad, in de twintigste eeuw".
Alhoewel 'gesprek'(?), Prinsen schrijft er over: "Van een geordend
gesprek was eigenlijk geen sprake. Ghestem nam het woord en stond dat nauwelijks meer
af". Vandaar dat Prinsen het gesprek af liet drukken als een monoloog. Hier volgen enkele quotes:
"Bridge is niet zo moeilijk, meneer.
Weet u wat moeilijk is? Dammen, dat is moeilijk.
Ik leerde het spel als kind gewoon op straat van
vriendjes.
Al na een jaar was ik kampioen van Noord-Frankrijk.
Toen ik vijftien was, stuurde men mij naar Parijs om tegen de
sterke meesters te spelen.
Ik versloeg hen. Toen mocht ik aantreden tegen de
wereldkampioen, de grote Raichenbach.
Ik dwong hem remise af.
Daarna ben ik me in het spel gaan verdiepen, thuis op mijn
zolderkamertje.
Ik ontwikkelde ideeën en theorieën.
In de oorlogsjaren speelde ik veel met een vriend van me, Van
Schoube, toch een sterke meester.
Ik gaf hem iedere partij een schijf voor. Dan moet je tijdens
de partij steeds de enige voortzetting
kiezen die niet tot verlies leidt; razend moeilijk.
Zo heb ik geleerd niet te verliezen. Dat is me later bij de
strijd om het wereldkampioenschap goed van pas gekomen."
"Of ik de Ghestem-conventie nog speel? Ik weet niet waar u het
over heeft meneer.
Tweekleuren handen zegt u? Heet zoiets dergelijks in uw land
Ghestem?
Dat is bijzonder vriendelijk van uw landgenoten.
Ik heb trouwens meer vriendelijkheid uit Nederland ondervonden.
De grote Sijbrands, zegt die naam u iets? Juist, de beroemde
wereldkampioen dammen.
Een aantal jaren geleden was hij hier meneer, in dezelfde kamer
en hij zei mij: "Meneer
Ghestem uw ideeën hebben mede de grondslag gelegd voor de
moderne damsport!"
Dat heeft mij bevrediging geschonken meneer.
Dat een groot speler de waarde heeft onderkend van wat ik als
jonge jongen op mijn
kamertje heb zitten uitdokteren."
"Ik heb ook geschaakt meneer. In 1944 heb ik mijzelf dat spel
geleerd. Alles moest ik ontdekken: de waarde van een vrij pion, de zwakte van een
dubbelpion, noem maar op. Datzelfde jaar al deed ik mee aan het schaakkampioenschap van
Noord-Frankrijk met allemaal meesters en sterke hoofdklassers. Ik werd vierde. Maar weet u wat het met het schaken is? Als je van een stelling
de hoofdvarianten hebt onderzocht dan heb je die stelling meestal wel onder de knie. Bij bridgen is dat helemaal zo; iedere hand kan helemaal
uitgeanalyseerd worden, dat bent u toch met mij eens. Maar bij dammen zijn de varianten zo wijdvertakt, dat valt niet
door te rekenen. Van alle denksporten is dammen de mooiste. Ja
meneer, dammen is het allermooiste. Zeer goed voor de ontwikkeling van de jeugd.
Ik was een erg nerveus kind, maar door het dammen ben ik tot rust gekomen. In 1947 ben ik wereldkampioen geworden. Helaas moest ik spoedig
daarna het dammen vaarwel zeggen. Mijn moeder had mijn hulp nodig in de
kaashandel."
In zijn epiloog verteld Prinsen nog dat de geniale denksporter niet
veel geld heeft verdient aan de denksporten. "Zijn woning was er één van de armoedigste soort, hetgeen mijn
vermoeden bevestigde
dat het geen vetpot is".
De bron van dit epistel is dus het boek 'Een goede speler is
niet eerlijk' van Joost Prinsen. Daarin kunt u het hele interview (monoloog) met Ghestem lezen
alsmede talrijke andere vraaggesprekken met bridgers en toernooiverslagen. Prinsen heeft een eigen (leuke) manier van schrijven, dus
van harte aanbevolen . . .
Om af te sluiten met een paar leuke diagrammetjes moet ik helaas
onvolledig zijn, maar ik wil u ze niet onthouden.
Ghestem heeft wit; echter wie zijn opponent is weet ik niet en in
welk kader deze partij heeft plaats gevonden heb ik evenmin kunnen achterhalen. Het ging als volgt verder: 31-26
verplicht zwart tot (8-12) en
toen 39-33 (23-29) 48-43 (18-23) 43-39 (29-34) en nu haalt wit
verrassend uit met 28-22 (17x37) 33-29 fraai (34x21) 29x7 (1x12) 26x8.
Om dezelfde redenen ben ik ook in de volgende diagram
onvolledig:
Ghestem (met wit) speelde nu 35-30
hetgeen zwart verplichtte tot (14-20),
ziet u de dam op veld 3 al schemeren?? Ewel, daar gaan we: 28-22 (17x37) 33-28 (23x21)
26x8 (3x12) 30-24 (20x29) 38-32 (37x28) 39-33 (29x38) 43x3 . . .
voilà
Geen opmerkingen:
Een reactie posten