donderdag 5 december 2013

Meat Loaf

Door Tjalling van den Bosch

Marvin Lee Aday werd geboren op  27 september 1947 te Dallas (U.S. of A). Onder zijn artiestennaam Meat Loaf is hij wereldberoemd geworden door zijn grootste hit 'Paradise by the Dashboard Light'  van het album 'Bat out of Hell' (1977). Hij zong het nummer (op het album) met Ellen Foley en de tekst en muziek waren van  Jim Steinman. Meat Loaf (dat 'gehaktbrood' betekent) was geen 'one hit wonder', hij had nog vele hitjes, maar de verkoopcijfers van zijn grootste hit heeft hij nimmer kunnen benaderen. Om geheel onduidelijke reden veranderde Aday, in 1984, zijn voornaam Marvin in Michael. Aday was een klassiek geschoolde zanger, die vooral bekend stond om zijn theatrale optredens; hij zei hier ooit over: "een beetje op en neer springen tijdens je optreden, is
niet voldoende; je moet je inleven in je rol, elke dag opnieuw; dat ben je het publiek verschuldigd".
 
Voor mij is het dammen iets dat ik: (1) graag doe, (2) nodig heb , (3) maar ik zal nooit een grootmeester worden ! Waar slaat dit nu weer op, meestal heb je wel een leuk 'bruggetje', maar dit slaat natuurlijk nergens op !?! ("Rustig maar, Rik !")
 
Meatloaf had ooit een hitje met 'Two out of three ain't bad':
 `~`~I want you . . . ,
`~`~I need you . . . ,
`~`~But there ain't no way I ever gonna love you . . . ,
`~`~But don't be sad,
`~`~Cause two out of three ain't bad . . .
 
En zo is het nu met mij ook, wat dammen betreft dan. Ik zal het ultieme nooit bereiken, maar dat betekent niet dat ik niet wil dammen, ik heb het gewoon nodig ! Zelfs een verliespartij kan mij, als liefhebber, bekoren. Het plezier van het dammen is dan ook niet, dat men wint, dat is slechts een toegift. Het hoofdgeschenk bestaat hierin, dat men tot het uiterste van zijn (of haar) intellect nagedacht heeft, zonder daarbij door negatieve emoties gestoord te worden. Een dammer, die werkelijk terneergeslagen is omdat hij/zij verloren heeft, is dan ook niet  'de ware'. Hij/zij is slechts een verzamelaar van punten. Hij/zij heeft met de collectionneur dit gemeen, dat het hem/haar om het resultaat te doen is.  De 'echte dammer' kijkt naar de wijze waarop. Ik heb eens een dammer ontmoet, die mij kwam vertellen, dat hij 'zo mooi' verloren had. Hij had genoten van de combinatie, waarvan hij zelf het slachtoffer was. Kijk, dat zijn de 'ware' broeders !
 
Natuurlijk komt men met deze opvatting niet ver. Om het loutere genoegen van een bepaald denkschema consequent door te voeren riskeert men het verlies van partijen, die met voorzichtig schuiven minimaal een punt zouden hebben opgeleverd.  De 'ware' dammer betaalt die prijs, hij loopt graag langs de rand van de afgrond. Die huivering is hem liever dan de veiligheid van de vlakte, hij is een bergbeklimmer. Dit is misschien de reden, waarom ons 'vlakke land' zoveel dammers voortbrengt! Wij compenseren de effenheid van onze omgeving met een geestelijk alpinisme!!
Want de hele charme van ons edele damspel is de opwinding, dat het nét wel (of nét niet) is
gelukt.Het is kruis of munt en het dubbeltje rolt, tijdens de partij, voortdurend op zijn kant. 
 
In de volgende diagram ziet u ware liefhebbers aan het werk;
 
Grootmeesters zou je natuurlijk nooit op dergelijke -inferieure- stellingen kunnen betrappen. Wit is aan zet en vanwege de dreigende (zwarte) manoeuvre (9-14) en (23-28) wordt om actie gevraagd. Kijk en huiver (en geniet ook een klein beetje); 31.  33-28  (22x33)  32.  27-22  (18x27)  33.  32x21 gedwongen, op direct 29x18 wint bijvoorbeeld 20x29!, 34x3, 25x45, 3x50 en 13x22 . . . 33.   ....  (16x27)  34.  29x18  (13x22!!)  35.  24x4  (12-18) 36.  38x29  (27-32)  37.  37X17  (26X48)  38.  4X22  (20-24)  39.  30X19  (48X27) en de witte strijd werd spoedig gestaakt.     
 
Nogmaals een stand uit een partij tussen 'echte dammers';
 
Opmerkelijk is dat na de ruil op de tweede zet (1.  32-28  19-23  2.  28x19  14x23) de spelers
alleen maar hebben 'aangeschoven', een echte grootmeester zou het waarschijnlijk anders
hebben opgebouwd, maar toch meen ik te kunnen constateren dat de wederzijdse stellingen
aan het correctheidscriterium voldoen. Wit is aan zet en natuurlijk schreeuwt deze stand om 16.  33-28  , maar ja, overzie de gevolgen van 16.  ...   17-22 en na het slaan 23-28  maar eens ! 16.  46-41  mag niet en ok alle andere zetten zijn verhindert door lichte combinaties, dus . . .16.  47-41  maar ook nu verliep het voor wit niet naar wens;  16.  ...    17-21  17.  33-28  12-17  18.  39-33  17-22  19.  28x17  11x31  20.  36x27  8-12  21.  33-28  12-17  22.  27-22  18x27  23.  29x18  13x33  24.  38x29  27x36  25.  24x13  9x18  26.  29-24  20x29  27.  34x1  25x34  28.  40x29. Wit heeft een 'dure' dam, maar de kosten worden nog hoger (!)  28.  ...  14-19  de dreiging 19-23 en 2-7 noopt wit om ook schijf 29 te 'geven' en dat bleek te veel, en alhoewel wit uiteindelijk 'op de klok' verloor (na zet 44) is zijn stand ook volgens kenners niets meer waard. Uit piëteit voor deze 'ware partijspelers' vermeld ik de namen maar niet bij de diagrammen.
 
Dit was zo maar weer een verhaaltje uit het leven 'der ware liefhebbers'; terug naar de realiteit,
oftewel  echte grootmeesters aan het werk. De World Cup in Wageningen werd in de finale (tussen Roel Boomstra en Alexander Georgiev) vanuit de volgende diagram beslist;
 
De (meervoudig) wereldkampioen is (met zwart) aan zet en komt met (14-19); onze nationale trots speelt 34-30, waarna Georgiev met (24-29) op de proppen komt. 33x24  (20x29) en na 28-22 geeft de Russische Grootmeester, zonder 39-33 en 43x14 af te wachten, op . . . 
 
Dat is tegenwoordig dus het verschil tussen grootmeesters en liefhebbers . . .
 
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten