woensdag 15 januari 2014

Den verdwaaschden mensch

Door Tjalling van den Bosch

Een mens kan soms helemaal in zijn eigen wereld opgaan. Zo iemand noemt men dan al snel verdwaasd. Tegenwoordig zie je ook veel mensen die helemaal in de ban zijn van hun moderne communicatiemiddelen. Soms spreek je zo iemand aan en de enige reactie die je dan krijgt zijn twee volkomen wezenloze ogen . . . Maar goed, daar gaat het nu niet over, ik wil het hebben over mensen die van nature heel erg in hun eigen hersenspinsels opgaan, soms zelfs in  groepsverband. 
Ik zal u eens een voorbeeld voorschotelen, waardoor u misschien mijn bedoeling beter begrijpt. Het volgende verhaal heb ik ooit summier meegekregen, maar het kwam er in het kort op neer dat Johan Capelle, Hans Jansen en Jannes van der Wal (ooit) ergens op een perron zaten te wachten op hun trein, die hen (vermoedelijk) weer terug naar Groningen moest brengen. Ze waren op een magnetisch zakdambordje vol passie en emotie aan het analyseren, ze gingen hier zelfs zo in op dat ze 'hun trein' volkomen negeerden . . . Volgens de verteller hebben ze zelfs ettelijke treinen 'laten lopen', voordat ze uiteindelijk toch maar de thuisreis aanvaarden . . .
Zo werd ook van de schaker Akiba Rubinstein, die leefde van 1882 tot 1961,  gezegd dat hij wat wereldvreemd was. Dat blijkt enigszins uit het feit dat hij eens op bezoek ging bij een vriend van hem, een zekere mr. G.C.A. Oskam, die te 's Gravenhage resideerde. Rubinstein kwam aan op het station Hollands Spoor, liep het stationsplein op en ging naar een willekeurige tram en zei tegen de trambestuurder "breng mij naar mijn vriend Oskam" . . .
Toen Auke Scholma hoorde dat ik bezig was met een artikel over -mensen die geheel in hun 'eigen wereld' opgaan- raadde hij mij aan om eens het (oranje) boek over het N.K. (algemeen) van 1975 erbij te pakken. Dat boek had ik niet (er zit nu eenmaal een hiaat in mijn dammers-bestaan), maar tijdens het 'Portugal Open' van dit jaar (2013) zag ik het liggen. De Fransman Gilbert Kalfon -een man op leeftijd- is al jaren bezig met het slijten van zijn dambibliotheek en dus kon ik dit gemis (ondanks de hoge prijs) verhelpen. Na de aanschaf ging ik in het boekje bladeren -waardoor het gelijk van ellende uitelkaar viel- en kwam het volgende verhaal tegen dat mooi aansloot op het onderwerp van dit epistel.
Paul Germain was geboren Haïtiaan en volgens hem is onze sport daar bijzonder
populair, althans voor 1965, het jaar waarin Germain zijn geboorteland definitief
achter zich liet. Door de klimatologische omstandigheden werd er voornamelijk in de buitenlucht gedamd. Zonder klok natuurlijk, want die waren niet te betalen; alleen voor de finale van het Haïtiaans Kampioenschap werden er vanuit het hele land klokken aangerukt, maar verder speelde men zonder een tijdslimiet. Dit betekende natuurlijk dat de partijen soms heel lang duurden. Zo was Germain ooit in een partij verwikkeld met een zekere André Baptiste. Het ging natuurlijk om geld en de beide mannen wilden absoluut niet voor elkaar onder doen. Na zeven uur spelen was het nog niet afgelopen en toen dat in het holst van de nacht uiteindelijk wel het geval was, was Germain zo duf en 'van de wereld' dat hij naar een politiepost is gegaan om te vragen waar hij eigenlijk was! Hij kon zijn eigen naam niet eens meer zeggen en hij schijnt alleen nog maar uit hebben kunnen brengen; "ik dam". De dienders dachten dat hij niet goed bij zijn hoofd was en brachten hem naar een ziekenhuis, waar ze hem drie weken hebben gehouden en dat allemaal vanwege die ene dampartij (tegen Baptiste) . . .
In mijn zoektocht naar een leuk diagrammetje viel het mij op dat Germain vooral in de trant speelt van Macodou NDiaye. 'Klassieke structuren' is de slogan van de laatste, met andere woorden, speel overzichtelijk, controleer bepaalde velden en speel vooral handig. Een voorbeeld van dat laatste viel me op na het zien van de partij Paul Germain (wit) en Jan de Ruiter. De ontmoeting vond plaats tijdens het KSH-toernooi van 1975 (grootmeestergroep).

Zwart heeft zojuist (6-11) afgegeven en wit komt nu met 43-39 waarna zwart diverse mogelijkheden heeft; hij koos uiteindelijk voor (20-25) en dit wordt hem fataal !?! Germain komt nu met 48-43 en dus (25x34)  40x20  (15x24)  EN . . . 35-30  (24x35)  en  NU (?!?) . . . niets eigenlijk gewoon  32-28   oh heerlijk om zo schijfwinst af te dwingen. Uit arren moede offerde zwart maar (dubbel) terug met 18-23, maar moest uiteindelijk ook de punten aan de Haïtiaanse Groninger laten. Dat het streven naar overzichtelijke stellingen Germain ook wel eens fataal werd blijkt uit de volgende stand.


Uit de partij Germain - Deslauriers verspeeld tijdens het Brinta-toernooi van 1967. Wit speelt op de 21ste zet  40-34  maar maakt na  (29x40)  de fout door naar 'voren' te
slaan  45x34  en toen kon de Canadees helemaal 'opgaan in zijn eigen wereld'(16-21)  7x7  (17-22)  28x17  (18-22)  17x28  (23-29)  34x23  (8-12)  7x18  (13x44)  50x39  (19x46) . . . En Germain aanschouwde als een 'verdwaaschden mensch' de ruïne . . .  

3 opmerkingen:

  1. Beste Tjalling,
    Ten eerste wil ik je feliciteren met het behaalde rapid-kampioenschap van Friesland. Ten tweede: Leuk dat je deze online column verzorgt voor de damliefhebbers. Een goede balans tussen proza en technisch damfraais.
    Ten derde, je had me beloofd om mijn ego te strelen door over de Course in draughts te schrijven ...

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Nog een opmerking, maar een die in het andere rijtje van 3 niet thuishoort. Het diagram Germain - J. de Ruiter liet mij verdwaasd achter... Klopt de diagramstand wel of begrijp ik de clou van het offer niet?

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Eindelijk een oplettende lezer. Ik heb de stand, waarin de latere Swami Bami zich lelijk te pakken laat nemen, aangepast.

      Verwijderen