Door Tjalling van den Bosch
Tsjoender . . .
Jan van Dijk uit Ureterp (geboren op 4-12-1990) heeft zich na een
(overigens abominabele) sneldampartij geplaatst voor de finale van
het Nederlands Kampioenschap Algemeen.
Natuurlijk zijn wij Friezen verrukt (verrückt ?!) over dit feit; van Dijk
is na Gerlof Kolk (2007) en Rein van der Pal (begin jaren 90 van de
vorige eeuw) en Harm Wiersma (rond de eeuwwisseling) de vierde
Fries die zich in bijna 25 jaar plaatst voor de eindstrijd om de hoogste
damtitel van Nederland.
Hoe anders was dit ruim 40 jaar geleden toen Friesland hofleverancier
was voor het N.K.
Het Fries Kampioenschap was in die tijd dan ook van zeer hoog niveau.
Er zijn nog wel dammers die oorspronkelijk uit onze provincie komen en die
vaste klant zijn/waren van het N.K., zoals Auke Scholma, Jannes van der Wal,
Hendrik van der Zee, ze worden dan door de Friese media steevast
'Fries om utens' genoemd, maar als we eerlijk zijn dan wonen ze (Scholma,
van der Zee) al langer buiten onze provinciegrenzen dan dat ze inwoner waren.
Om één af andere reden worden ze echter nog steeds door de Friezen gekoesterd.
Maar goed dat terzijde; mijn andere vriend uit Gouderak feliciteerde mij (per mail)
met het succes van Jan van Dijk; hij vroeg zich af:
"Hoe komt het toch, dat die Friezen zo trots zijn op het (niet) simpele feit, dat
een provinciegenoot de finale NK haalt?"
En vervolgde met: 'Doordenkend realiseer ik mij dat zulke trotsheid niet alleen
in Friesland voorkomt, maar in veel meer delen van het land. Eigenlijk is het zo,
dat in (bijna) alle delen van Nederland, waar niet gewoon Nederlands gesproken
wordt, een dergelijk fenomeen zich voordoet. Het lijkt erop, dat in die streken de
binding met de regio veel groter is dan bijvoorbeeld in centraal en West-Nederland,
Mij zou het niet uitmaken of een provinciegenoot zich al dan niet plaatst. Ik kan
hoogstens een lichte voorkeur hebben voor iemand, die ik aardiger vindt dan een
ander. In diezelfde streken doet zich nog een ander bijzonder fenomeen voor.
De felheid (concurrentie) ten faveure van het "eigene" is bijzonder groot. Kijk eens
naar de rivaliteit tussen aanhangers van Cambuur en Heerenveen. En dat geldt
zeker ook voor de Limburgse voetbalverenigingen. Een ander voorbeeld: de felste
anti rokers zijn vaak mensen, die vroeger zelf gerookt hebben. Ik snap daar geen
bal van".
Nee het klopt wat mijn andere vriend schrijft; in centraal en West-Nederland gaat
het er gemoedelijker aan toe (Ajax - Feijenoord, dat is altijd een gezellig theekransje !).
Ik neem aan dat u, beste lezers en lezeressen, het wel snapt . . .???
Maar goed, snel terug naar Jan van Dijk; in een eerder epistel (Tovenaar . . ., geplaatst
februari 2013) heb ik een vergelijk getrokken tussen hem en de schaker Mikhaïl Tal.
Tal was een schaker (uit Letland) die zich stormenderhand een plaats verwierf in de
internationale schaakelite.
Tal schaakte avontuurlijk, vindingrijk, ja zelfs intimiderend; in ieder geval niet volgens de
toen heersende opvattingen van 'correct' positiespel.
De zetten leken hem op zo'n natuurlijke manier uit zijn vingers te vloeien, dat velen
dachten dat hij decennialang het schaken zou domineren.
Dit was echter niet zo, Tal ging zijn speelstijl aanpassen aan het toen geldende
correctheidscriterium; zijn spel werd voorspelbaarder en dus konden zijn tegenstanders
zich er beter op instellen.
Kortom de glans verdween en Tal (alhoewel hij een schaker van wereldklasse bleef) kon
nimmer meer bogen op een geslaagde missie naar de hoogste eer.
Beste Jan
De conclusie mag dan ook zijn beste Jan (van Dijk); trek je niks aan van wat anderen van
je spel vinden, trek je niks aan als men je naderhand vertelt dat je het eigenlijk niet goed
deed, maar blijf dammen zoals alleen jij dat kan.
Ik vond je (Jan) in de laatste twee rondes van de halve finales (tegen clubgenoot Doller -?!?-
en Frank Teer) wat anders (voorzichtiger ?) spelen, iets verkrampter zo leek het mij.
Dus trek lering uit het verhaaltje over Tal; pas je niet aan, blijf je speelstijl trouw.
De combinatie is je vriend, verlies hem niet uit het oog; dus ga op jouw onorthodoxe, druk
uitoefenende, aanvallende, omsingelende manier rotzooi trappen . . .
Tijdens het N.K. zal je op die manier misschien wat vaker in het zand bijten, maar ik weet
zeker dat je ook een enkele grootmeester te grazen neemt.
Dam-esthetici keuren soms zetten af, zoals bijvoorbeeld in de onderstaande stand;
Zwart aan zet en komt nu met een vervolg welke door dammers die 'weten hoe het heurt'
normaal gesproken wordt beschimpt: (15-20) . . .
Beide spelers hadden op dit moment te maken met tijdsdruk, maar zwart had schijnbaar
uitgerekend dat als hij het mooie/logische/correcte (8-13) had gespeeld de partij dan na
35-30 (24x44) 39x50 remise was geworden en dat wilde hij dus niet.
Na de gespeelde zet (15-20) counterde wit niet met 28-22 etc., want dan zou zwart een
doorbraak hebben genomen met (23-29) etc.; wit vertrouwde er op dat 35-30 (24x44)
39x50 nog steeds goed genoeg zou zijn voor een puntendeling . . .
Dit was echter niet zo (!); zwart won en kreeg direct na de partij de nodige complimenten
voor het ´geniale´ (15-20) ?!?
De zwartspeler was namelijk de huidige wereldkampioen Alexander Georgiev; de witte
schijven waren in handen van voormalig wereldkampioene Olga Kamychleeva (ereklasse:
Cema de Vaste Zet - Mo & Z Volendam, uitslag 10-10).
MAAR . . . nadat de computer 'er overheen was gegaan' bleek dat wit de dam via 28-22 gewoon
had moeten nemen, de counter via (23-29) zou (bij correct spel) niet meer dan een puntendeling
hebben opgeleverd !! (zie wedstrijduitslag !)
Dus met een incorrecte/provocerende/rotzooi trappende zet wist de wereldkampioen de partij
te winnen.
Laat het een les voor je zijn Jan (van Dijk) . . .
Wij (Friezen) kijken uit naar het Nederlands Kampioenschap Algemeen 2014; te Huissen van
4 t.e.m. 12 april.
De tsjoender van Oerterp; damtechnisch misschien geen wonder, historisch gezien wel . . . ?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten