woensdag 2 april 2014

50 jaar geleden....

Door Tjalling van den Bosch

In 1964 vond, van 27 maart tot en met 5 april, het Nederlands Kampioenschap voor junioren plaats. De toen 14-jarige Ton Sijbrands was oppermachtig; hij eiste, met 19 uit 11 (8-3-0) de eerste plaats op; tweede werd Henk de Witt (15 uit 11) en Krijn Toet legde beslag op het brons (14 uit 11). Eigenlijk was de winnaar dus nog aspirant, maar dat was toen nog niet 'uitgevonden'.

Op de 7de plaats eindigde Sjoerd Visser, die 11 jaar later met Dam Club Huizum één van zijn grootste triomfen zou vieren; in het seizoen 1974/1975 werd hij namelijk met D.C.H. clubkampioen van Nederland.
Visser droeg toen met 11 uit 9 een aardig steentje bij aan de grootste triomf uit de historie van Hûzum, zoals de club in de volksmond wordt genoemd.

Op jonge leeftijd ging Sjoerd Visser 's avonds na het avondeten vaak even 'de weg over' om een partijtje te dammen met zijn grootvader (pake). Het was in 1960 dat de voormalige Rus Iser Koeperman en de Canadees Marcel Deslauriers elkaar bekampten (op het dambord) in de strijd om het wereldkampioen- schap, dat in Nederland werd georganiseerd. Sjoerd bestudeerde de partijen met veel nieuwsgierigheid; daardoor werd zijn liefde voor het dammen versterkt en alras wilde de jongeling dan ook maar één ding; lid worden van een echte club. Sjoerd woonde aan de Hoofdweg in Murmerwoude (-welke plaats later, samen met Dantumawoude en Akkerwoude, is opgegaan is DAMwoude, maar of dit een eerbetoon aan Visser is valt te betwijfelen- maar dit geheel terzijde natuurlijk); de dichtstbijzijnde damvereniging was De Skouwer (wat inderdaad de schuiver betekent) in het naburige Driesum.

Visser (geboren op 10 augustus 1945 en overleden op 5 november 2011) werd  dan ook in het seizoen 1960/1961 (op 15 jarige leeftijd) lid van De Skouwer. Al snel bleek dat hij  talent had, want reeds in zijn eerste seizoen was hij veruit de sterkste in de derde klasse (kom daar tegenwoordig nog eens om, een
dorpsclub waar men in 3 klassen speelt !). Het daarop volgende seizoen won hij ook, met overmacht, het kampioenschap in de tweede klasse; daarna damde hij nog drie seizoenen in de hoogste divisie van damclub de Skouwer, met als resultaat driemaal de wisselbokaal. In zijn 'Driesumer tijd' greep Visser tweemaal de Friese jeugdtitel en in het N.K. voor junioren werd hij in 1963 zesde en in het daarop volgende jaar dus
zevende.

Jan Gerlofsma
De opwaartse (dam-)spiraal van Visser bleef niet onopgemerkt en het was de legendarische voorzitter van Dam Club Huizum Jan Gerlofsma wel toevertrouwd om eens een balletje bij Sjoerd op te gooien omtrent een overstap naar de ambitieuze club uit de Friese hoofdstad, waar toen het ontluikende talent van Harm Wiersma reeds aan zijn opmars was begonnen. De overstap paste precies bij de al even ambitieuze Visser en het zou uiteindelijk dus resulteren in een nationaal clubkampioenschap, iets dat Visser later nogmaals, met het Groningse Roxy Dual (een sigarettenmerk, kom daar tegenwoordig nog eens mee aanzetten !), zou evenaren. Na zijn opleiding aan de kweekschool kwam Sjoerd Visser in 1969 als onderwijzer voor de klas te staan. Zijn eerste school was de gereformeerde lagere school te Drogeham. Naast het reguliere lesgeven gaf Visser ook damlessen aan de reformatorische lagere school in Wouterswoude. Visser was eerder schoolmeester dan nationaal (dam)meester; dit laatste lukte hem pas in 1978 door zijn successen in de halve finales en finales van het Nederlands kampioenschap.

Zijn topjaren als dammer beleefde Visser in 1977 en 1978, met een achtste en een negende plaats in het N.K.; hij schaarde zich toen dus bij de beste tien dammers van Nederland. Om principiële redenen damde hij nooit op zondag; wedstrijden op de 'dag des Heere' speelde hij 'vooruit'; voor veel toernooien en landenwedstrijden kwam Visser dan ook niet in aanmerking. Eenmaal vertegenwoordigde hij ons land in een tweekamp, tegen Israël (hier speelde men ook niet op zondag), vanwege het feit dat de staat (Israël) veertig jaar bestond. De wedstrijden werden gespeeld in Jeruzalem en Tel Aviv.

Niet getroffen . . .
Grote persoonlijke triomfen heeft Visser vrijwel nooit gevierd, met uitzondering dan van het Open N.K. in 1967; hij trof het dan ook niet om het constant te moeten opnemen tegen aanstormende talenten als Ton Sijbrands en Harm Wiersma, die later uitgroeiden tot heuse Grand Maîtres. Vooral in Friesland werd Visser een soort 'Zoetemelk' met maar liefst 5 tweede plaatsen in het provinciale kampioenschap. In eerste instantie bleven Harm Wiersma en Pieter Bergsma (2x) hem voor en in latere jaren scoorden 'nieuwe' talenten als Auke Scholma en Johan Capelle net iets beter. De opening en zijn strategisch inzicht waren facetten van de damsport die Sjoerd Visser, door vele uren van damstudie, uitstekend beheerste.
Zelf gaf Visser aan dat zijn gebrekkig wiskundig inzicht hem nog weleens parten speelde in het eindspel; ook beschikte Visser niet altijd over een grote slagvaardigheid. Over de winst in het onderstaande diagram (uit het open N.K. van 1970) was hij zeer tevreden. Tegen de altijd moeilijk verslaanbare Carl 'Buster' Smith boekte Visser (met zwart), naar eigen zeggen, één van zijn mooiste overwinningen.

Na (18-22)  27x18  (13x22)  38-32  (9-13)  33-28  (22x33) 39x28  zou je toch zeggen, dat het zo langzamerhand te 'dun' wordt voor een overwinning (!?!);  (20-24)  36-31  (13-18)  31-27  (24-29)  44-40  (oeps?)  (29-33)  28x39  (17-22)  39-33  (22x31)  een gratis doorbraak voor zwart, maar de witspeler heeft verdedigen/ontsnappen hoog in het vaandel staan. 32-27  (31x22)  33-29  (22-27)  40-35  (19-23)  29-24  (23-29)  24x33)  (27-31)  35-30  (31-37)  30-25  (37-41)  25-20  (41-46)  33-29  (18-22)  20-15  (22-27)  43-38  (46-41) 29-24  (41-46)  en wit gaf op, het moge duidelijk zijn dat wit inderdaad nog kan doorbreken, bijvoorbeeld door  38-32  (46x35)  15-10, maar daarna is de winst voor zwart niet zo moeilijk meer (35-13)  10-4  (13-22) . . .uit.

Dammer in ruste . . .
In de tachtiger jaren (van de vorige eeuw) zag Visser, naar eigen zeggen, de betrekkelijkheid van de damsport in en ook omdat hij veel vrije tijd in het jeugdwerk van de ChristelijkeGereformeerde Kerk stak, zette hij het dammen op een (zeer) laag pitje.  In 1990 nam hij nog een keer deel aan een sneldamtoernooi, maar kort daarop zei hij zijn lidmaatschap bij Dam Club Huizum op; je zou kunnen stellen dat de vereniging hem naar de nationale top van de damsport heeft gebracht, maar beter is het om te stellen dat Visser heeft meegedragen aan het succes van (zijn) Hûzum.

Ad acta . . .
Met dank aan:
Jouke H. Dantuma (schrijver van het boek 'De Skouwer - Driesum - 1945-1995')
Sietse Nagel en Bart Visser.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten