woensdag 24 juni 2015

Bobby...4

Door Tjalling van den Bosch

We sloten het vorige epistel af met een nieuwe (de 11de) wereldkampioen schaken: Robert James Fischer.

Tickertapeparade . . . 

Bij thuiskomst in New York stond de limousine van de burgemeester (Lindsay) op Fischer te wachtten. Er werd Fischer een tickertapeparade aangeboden, een bijzondere eer die enkel grootheden als Charles Lindbergh, Franklin D. Roosevelt en enkele astronauten van de Apollo te beurt waren gevallen. Bobby stond niet zo te trappelen; zijn leven lang heeft hij een hekel gehad om in de schijnwerpers te staan; hij heeft ook altijd grote moeite gehad met de pers, die van alles van hem wilde weten. Uiteindelijk ging Fischer akkoord met een kleine ceremonie  op de trappen van het stadhuis. De ceremonie bleek niet minder te zijn dan een 'Bobby Fischer day'. 
Schaken was hot in die dagen, duizenden verzamelden zich bij de trappen van het stadhuis; de burgemeester overhandigde Fischer de gouden medaille van de stad (niet de sleutel, zoals ook wel wordt beweerd) en riep Bobby uit tot de 'grootste meester van allemaal'.

Achtervolgd . . .

Nadat de eerste commotie enigszins was verdwenen, bleef de journalistiek zich echter met Fischer bezighouden; daar kon Bobby totaal niet mee overweg. Verder kreeg Fischer te maken met een probleem welke hij m.i. zijn leven lang niet kon tackelen(!); wat nu . . . ?
Ongeveer 2 decennialang had Bobby maar één doel voor ogen gehad: wereldkampioen schaken worden. 
Met het bereiken van zijn levensdoel sloeg ook de bodem/reden van zijn bestaan onder hem vandaan; iets dat ik later ook meen te hebben herkend bij 'onze' wereldkampioen dammen Jannes van der Wal.
Fischer begon aan een zwervend bestaan, dat uiteindelijk uitmondde in een leven als kluizenaar; altijd had hij het gevoel achtervolgd te worden.
Hij wilde absoluut niet meer in de belangstelling staan; grote sponsordeals sloeg hij af (en dus honderdduizenden US-dollars!!). Mensen die hem opnieuw achter het schaakbord probeerden te krijgen, scoorden nul op het rekest (vaak vroeg Fischer wel enorme sommen geld voor 'alleen maar een gesprek met hem'!).

Met uitzondering van een wanstaltige vertoning in 1992, in het voormalige Joegoslavië (re-match Fischer-Spasski), speelde Bobby nooit meer een officiële partij! Doordat hij in de Verenigde Staten steeds meer problemen kreeg met de overheid en justitie, nam Fischer de wijk naar Europa. Later zou Fischer ook veel door Azië reizen, maar altijd en overal zag hij gevaar. Dan weer meende hij mensen te herkennen van de F.B.I. (Amerikaanse inlichtingdienst) of anders waren ze toch zeker van de K.G.B. (Russische inlichtingendienst).
Wanneer het bleek dat hij het mis had, dan waren het journalisten, die foto's van hem wilden maken; altijd en overal voelde hij zich achtervolgd. Er ging een verhaal over een ouder echtpaar in Hongarije, waarvan de man zijn vrouw op de foto zette. Fisher meende echter dat hij op de foto werd gezet en griste de camera uit de handen van de man, haalde het fotorolletje eruit en maakte deze vloekend en tierend onschadelijk. Waanzin ten top; helaas . . . "wat voor leven heb je dan??". 

Liefde . . .

Bobby was wel gecharmeerd van aandacht van de andere sekse; zo gingen er geruchten over een relatie met een 30 jaar jonger Hongaars meisje, éne Zita Rajscinyi. Er gingen ook verhalen dat Fischer een kind zou hebben verwekt bij een Filipijnse; later kwamen er ook verhalen naar buiten dat hij getrouwd zou zijn met een Japanse. Fischer heeft, bij mijn weten, hierover nooit iets prijsgegeven; hij bevestigde nog ontkende iets.
Een IJslandse vriend vroeg Fischer ooit eens (heel voorzichtig) of hij vader was? Bobby gaf geen antwoord, maar stelde een wedervraag: "Why do people always want to know about my private live?" . . . De woorden van Fischer werden waarschijnlijk op een dusdanige manier uitgesproken, dat het 'gesprek' daar eindigde.

Volgende week meer . . .   

Geen opmerkingen:

Een reactie posten