donderdag 21 juli 2016

Openingen...


Door Tjalling van den Bosch
                                                           
Wanneer u schaakliefhebbers hoort praten over een zojuist beëindigde partij, dan komt men al snel met de naam van 'de opening' op de proppen. Het schaakspel kent een groot aantal 'vaste openingen'; reeds in de 16de eeuw(!) waren er verschillende schaakopeningen bekend. Tegenwoordig zijn dat er honderden, die na diepgaande analyses overgaan in varianten en sub-varianten.
Enkele schaakopeningen die 'ons dammers' misschien niet onbekend in de oren  klinken zijn: Het Siciliaans, Hollands en Koningsgambiet. Het Koningsfianchetto, de Réti en de Caro-Kan zijn voor de meeste dammers echter onbekend terrein. 

Hoe zit dat . . . 

Liefhebbers van het edele damspel komen in een vergelijkbare situatie nog wel met de Keller of de Roozenburg-aanval aanzetten, maar dan stokt het bij de meeste al snel. Voor dammers die iets 'verder' hebben gestudeerd zijn misschien het Half-Open-klassiekde Chefnued opening en de Molimard ook nog wel bekend, maar voor kennis van het Gronings, de Klaverblad-opening, de Jansen-opening en de Beerepoot-opening moet  men toch al gauw bij grootmeesters aankloppen.
(Er zijn trouwens in de damwereld aanzienlijk meer namen van openingen bekend, maar, daar waar ze in de schaakwereld algemeen bekend zijn - ook bij schaakhobbyisten -, laten damliefhebbers dergelijke aanduidingen veelal voor wat ze zijn).   

Vingers branden . . . 

Aan de Partie Bonnard branden de meeste liefhebbers zich meestal niet; grootmeesters beschouwen deze openings-opzet sowieso als inferieur (of is dat laatste slechts een excuus om er vooral maar niet aan te hoeven beginnen?). De laatste maal dat ik de Partie Bonnard tegen ben gekomen op het allerhoogste niveau, was dé partij uit de WK-match Chizhov-Sijbrands uit 1990 (Oh Schmerz!!).

Even voor de niet-dammers onder de lezers; op 2 maart 1990 speelde Grand Maître Ton Sijbrands tegen de Russische wereldkampioen (en vanzelf: Grand Maître) Alexey Chizhov de laatste partij in hun tweekamp om de wereldtitel. Via de (op grootmeester-niveau) moeilijk hanteerbare Partie Bonnard had de Nederlander winnend voordeel weten te verkrijgen; onder grote tijdsdruk wist Sijbrands uiteindelijk de winst niet te verzilveren, waardoor de match in een gelijkspel (20-20) eindigde en met die uitslag behield de Rus toen zijn wereldtitel. 

Marcel . . . 

De Partie Bonnard dankt zijn naam aan de Franse dammer Marcel Bonnard, hetgeen vreemd is, want in een speurtocht die onder andere voer langs Toernooibase Dammen en Turbodambase en veel oude periodieken komt men welgeteld tot drie partijen van Bonnard, waarin hij de bewuste opening (en het vervolg) zelf speelde. Twee daarvan waren tegen zijn vriend en veelvuldig trainingspartner M. Fayet; de eerste werd gewonnen door Bonnard en gespeeld tijdens het kampioenschap van Lyon, in het jaar 1921. De tweede, die in een puntedeling eindigde, werd gespeeld in 1923 en was waarschijnlijk uit een vriendschappelijke ontmoeting. 

De allereerste Partie Bonnard van Bonnard stamt uit het wereldkampioenschap van 1912; de partij staat op Toernooibase Dammen. Het betreft de partij Philip Battefeld-Marcel Bonnard uit de 18de ronde, verspeeld op 2 september (WK 1912 dus). De partij is het naspelen meer dan waard, vooral omdat de Partie Bonnard via een wel heel onorthodoxe weg tot stand kwam (uiteindelijk kwam de - zwarte - Partie Bonnard pas rond de 25ste zet ´op het bord´ en zonder een schijf op veld 1 of veld 6).  De partij eindigde in een overwinning van Bonnard.

Overigens was de partij van Bonnard tegen Battefeld (uit 1912) niet de eerste maal dat de bewuste stelling op het bord kwam. Er is sowieso één partij uit 1910 bekend waarin de eerste contouren van een Partie Bonnard zichtbaar waren; hoogstwaarschijnlijk zijn het er meer, maar op een gegeven ogenblik wordt zo'n zoektocht gewoon teveel. 
De 'éne partij' is te vinden in TurbodambaseJack de Haas tegen Isidore Weiss, de partij werd gespeeld in 1910, in welk kader deze ontmoeting plaatsvond is niet bekend. 

Overigens was de naar Piet Roozenburg genoemde opening (Roozenburg-aanval) ook niet  als eerste door de naamgever uitgevoerd. Uit het boek over Roozenburg, onder redactie van Wouter van Beek en Paul Oudshoorn (van harte aanbevolen trouwens), wist niemand minder dan Vjatsjeslav Sjtsjógoljev te melden dat een zekere A. Cardoso als eerste een dergelijke openings-opzet had uitgevoerd.
Maar, zo schrijft Sjtsjógoljev verder in het boek: "De eerste twee zetten vielen samen met het spel van Roozenburg.  Maar . . . iedereen kan twee zetten doen, maar die inhoud meegeven, een exact plan, dat kwam alleen voor rekening van Piet". 

Tot slot . . .

Eén van de fraaiste ontknopingen van een Partie Bonnard, waarbij uw penneleur lijfelijk(?!?) aanwezig was, was zonder meer de Coupe Bouma, waar onze blogmanager reeds in een epistel van 23 januari 2011 (op dit blog) melding van maakte (ook van harte aanbevolen).         

Voor volgende week staat een 'zoektocht naar Marcel Bonnard' op het programma; op die manier kan 'het Frans' ook weer eens worden opgehaald, want vrijwel alle informatie over Bonnard is in de landstaal der Fransozen . . .        

Geen opmerkingen:

Een reactie posten