donderdag 18 mei 2017

Onsterfelijk...

 Door Tjalling van den Bosch

Twee maanden geleden (om precies te zijn op 19 april jl.) schreef uw blogmanager een epistel op deze site met als titel: Gedenkwaardige partij.
Uw penneleur mag ook graag even bij onze vrienden 'van de andere kant' kijken; zo ook naar aanleiding van de aanhef van onze blogmanager. Wat is voor onze schaakvrienden dé gedenkwaardige partij? Daar zijn de schakers vrij resoluut over; zelfs zo unaniem, dat men het niet zoekt in een partij die 'is blijven hangen', nee, men heeft direct een partij voorhanden en noemt deze: Dé onsterfelijke partij!

U denkt nu waarschijnlijk dat het om een partij gaat van bijvoorbeeld Kasparov, Fisher, Botvinnik, (onze eigen) Max Euwe, Aljechin, Capablanca of misschien nog een andere 'bekende (schaak-)naam', maar nee, het betreft een partij uit de 19de eeuw! 
De schaakpartij tussen Adolf Anderssen en Lionel Kieseritzky uit 1851 (Londen) wordt nog steeds door veel aanbidders van Caïssa (de godin van het schaakspel)gezien als de ultieme partij; de onsterfelijke!  De witspeler (Anderssen) won de bewuste partij in 23 zetten; de mooiste ooit gespeeld volgens schaakkenners. De eindstand is bijzonder en dan vooral vanwege de materiële (on)balans! Zwart had op het moment van overgave slechts 3 pionnen verloren; wit daarentegen maar liefst 3 'zware' stukken en 2 pionnen! 
De partij werd gespeeld in het kader van de Wereldtentoonstelling (te Londen dus). De Rus Kieseritzky was zo kwaad over het partijverloop (en vooral over de uitslag!), dat hij zonder zijn tegenstander (de Duitser) Anderssen te feliciteren, boos weg beende.  

Welke . . .? 

Welke dampartij is zo belangrijk/enerverend, dat het predicaat 'onsterfelijk' er op kan worden geplakt? Bladerend door het majestueuze boek '100 jaar WK Dammen' van Jan Apeldoorn komen we natuurlijk veel partijen tegen die bepalend waren voor de einduitslag, zoals de partij tussen de Canadees Raoul Dagenais en de Zwitser Roland Forclaz (WK 1952). 
De partij is qua niveau niet bepaald een blijvertje, hoe belangrijk de uitslag (winst voor de Zwitser) ook was. Over de situatie rond deze partij hebben we het op dit blog al eerder gehad, namelijk op 1 oktober 2013 (Dammers zijn slimmer dan schakers). 

Een andere partij waarvan de uitslag zeer bepalend was voor de eindrangschikking,was de ontmoeting tussen Geert van Dijk en Reinier C. Keller, tijdens het WK van 1956. Om eindelijk eens de wereldtitel te kunnen bijschrijven op zijn palmares had Keller alles op alles gezet om het toernooi te winnen. In zijn partij tegen Van Dijk (16de ronde) ging het echter mis voor Keller; ook hier hebben we het al eens gehad - 3 februari 2016; Hét Middenspel (2) -.
Maar ook deze ontmoeting kan je toch moeilijk 'Onsterfelijk' noemen, mede omdat Keller in een remisestand de zaak probeerde te forceren, om zo zijn aanspraak op de wereldtitel levend te houden. Normaliter zou Keller ongetwijfeld in een puntendeling hebben berust, maar nu kreeg hij het deksel op de neus. 

Onbevredigend . . . 

Eigenlijk moet uw penneleur bekennen, dat het te moeilijk voor hem is om één partij aan te wijzen, die het predicaat 'Onsterfelijk' verdient. Natuurlijk hebben fenomenale dammers als Piet Roozenburg, Ton Sijbrands en Harm Wiersma (om maar eens een paar Nederlandse super-grootmeesters te noemen) fantastische partijen achter gelaten, maar welke springt er echt uit? Het is inderdaad nogal onbevredigend, maar misschien dat andere damschrijvers hun licht eens willen laten schijnen op het onderwerp. 

Liefhebbers weten het wel . . .! 

Wanneer we het echelon der grootmeesters verlaten en de vraag (welke partij is onsterfelijk?) voorleggen aan liefhebbers, dan komt het antwoord meestal onverwacht snel!!Tien tegen één betreft het dan een partij van de beste (m/v) zelf! Een voorbeeld van zo'n 'onsterfelijke partij' van een speler, die na lang zwoegen hetratingverschil van bijna 400 punten teniet kon doen: 

De beste man vertelde dat hij hier (met wit) 35-19 speelde; zijn reden: "Wanneer zwart namelijk een goede vangstelling op wil bouwen, dan moet hij vroeg of laat veld 4 verlaten en dan haal ik met schijf 15 een tweede dam"! Dat bleek echter niet helemaal te kloppen: 35-19 (9-18) 19-46 (18-1) 46-19 (4-18) . . .?Wit moet nu de 'lange lijn' (ook wel: bilnaad) verlaten, want hij mag nu natuurlijk niet het geplande 15-10 spelen! Zwart nam daarna de 'lange lijn over' en won de partij gemakkelijk. 

De stand in het bovenstaande diagram is echter weldegelijk remise, zo voegde de liefhebber er met stelligheid aan toe; dat klopt ook.Wit had eerst schijf 22 moeten verdrijven, via 35-44  (22-27*)  44-49  (27-31*) en nu  49-32! Wit moet nu nog wel even opletten, maar zwart kan niet meer winnen, omdat de lijn 26-3 'vrij' is (kennen is weten). Zodra zwart op dezelfde manier als in de partij een vangstelling probeert op te bouwen, dan kan wit (wanneer hij het goed speelt) de lijn 26-3 innemen en dan mag zwart niet met zijn dam de lange lijn innemen!
Ik denk dat u het nu wel begrijpt. Helaas mogen we deze partij om begrijpelijke redenen niet als 'Onsterfelijk' beschouwen; laten we het voorlopig maar op de partij Clerc-Van der Wal (Sao Paulo, WK 1982) houden!

Tot tegenbericht . . .!


Geen opmerkingen:

Een reactie posten