Het ligt voor de hand te denken dat Iser Koeperman vanaf zijn vroegste jeugd altijd heeft gedamd. Toch is dat niet het geval. Door een toevallige omstandigheid is hij in aanraking gekomen met het damspel. Aanvankelijk bezocht de jonge Iser de schaakclub. Hij was verzot op schaken en oefende regelmatig in het Pionierspaleis in Kiev.
Tijdens een schaakwedstrijd kwam zijn tegenstander niet opdagen en Iser besloot een beetje rond te dwalen in het Pionierspaleis. In één van de belendende zaaltjes werd een damtraining gegeven. Op het demonstratiebord liet de trainer een combinatie zien, waarbij wit bijna al zijn schijven weggaf om vervolgens alle schijven van zwart te slaan. Iser was zo onder de indruk van het fragment dat hij alle van buiten geleerde schaakvarianten wel wilde prijsgeven om zo te kunnen winnen. Hij had geen zin meer om zich nog langer met schaken bezig te houden. Een jaar of dertien zal hij geweest zijn toen hij de overstap naar het dammen heeft gemaakt en hij zou er voor de rest van zijn leven aan vast zitten. Naast Michael Botwinnink, die anders natuurlijk nooit wereldkampioen schaken zou zijn geworden, mag ook de damwereld zich gelukkig prijzen met deze switch.
Iser Josifowitsj Koeperman |
Hoewel Koeperman in de loop van zijn carrière een prachtige, glasheldere positionele stijl heeft ontwikkeld, is zijn fascinatie voor combinaties altijd blijven bestaan. Hij beschikte ook over een grote slagvaardigheid en heeft talloze partijen met een slagzet in zijn voordeel beslist.
Op een gegeven moment besloot Koeperman de combinaties te verzamelen, te rangschikken en in boekvorm uit te geven. De slagprincipes werden onderverdeeld naar veld van vertrek, de richting van de eindslag en het slagidee. Een belangrijk criterium bij het verzamelen was dat de standen een grote praktische waarde moesten hebben. Aldus ontstond encyclopedisch studiemateriaal van onschatbare waarde. We mogen rustig stellen dat dit monnikenwerk is geweest.
In één van de eerste boeken schrijft zijn goede damvriend Dr. Ir. G.E. van Dijk het voorwoord:
"De internationale damwereld mag zich gelukkig prijzen met het feit dat Ir. I. Koeperman zijn grote kennis op schrift wil stellen. Ik zie dan ook een wijd verspreidingsgebied voor deze boeken; de taal der diagrammen is immers voor elke dammer toegankelijk. Moge de schrijver gegeven worden zijn ambitieuze plan, waarvan reeds veel in concept gereed is, te kunnen voltooien en moge het boek een goede ontvangst vinden in de Nederlandse damwereld en daarbuiten".Ooit had Koeperman het stoutmoedige plan opgevat om een monumentaal handboek van het damspel te schrijven. De reeds genoemde combinatie boeken zouden daar onderdeel vanuit maken. Daarnaast moesten er twaalf delen verschijnen die geheel aan de openingstheorie zouden zijn gewijd. Dit kloeke boekwerk zou alle openingsboeken die er tot die tijd waren verschenen, overbodig maken. Helaas is dat openingsboek er nooit gekomen.
Ik heb Koeperman nooit als een openings-expert beschouwd. Natuurlijk zal hij zijn openingsrepertoire op orde hebben gehad, maar hij was niet iemand die de theorie vanuit de opening zetten lang volgde. Liever vertrouwde hij op zijn eigen inzicht. Soms ging hij scherpe openingen ook uit de weg in de hoop/veronderstelling in het verdere verloop van de partij vanzelf kansen te krijgen. Zij grote kracht lag volgens mij in het middenspel.
I. Koeperman - M. Smirnov
In deze stelling heeft wit de strategische troeven in handen. Niettemin zal hij de partij met een daverende slagzet beslissen:
1.37-31!! 26x48 2.22-18 13x31 3.47-42 48x37 4.32x41 23x32 5.34-30 35x24 6.33-29 24x33 7.39x08.
Deze combinatie staat ook op naam van Mamina N'Diaye, maar Koeperman was hem kennelijk ver voor.
I. Koeperman - Fridman
Positioneel is wit er niet al te best aan toe.
Maar kennelijk zit 'Der Iser' al een tijdje te vlassen op een spectaculaire wending: 1.26-21! 27x16 2.35-30! 24x35 3.25-20! 14x25 4.38-32!! Een prachtig triple offer gevolgd door een stille zet. Zwart staat drie schijven voor, is bovendien aan zet, maar kan een nederlaag niet meer afwenden. Sluiten faalt op een eenvoudige damcombinatie naar veld 1 of veld 5 en op 3...28-33 volgt een simpele combinatie naar veld 6. Verbluffend.
Koeperman verzamelde niet alleen combinaties, hij bedacht ze ook zelf. Daarbij ging het hem vooral om de praktische waarde van de slagzet. De stand moest aan de partij kunnen worden ontleend. Aan de zogenaamde scherpe regels van de problematiek of de overblijvende stand liet hij zich niets gelegen liggen. De volgende compositie is hierop een uitzondering.
I. Koeperman
Wit wint door: 1.27-22! 18x27 2.32x21 23x41 3.21-17 11x22 4.42-37 41x32 5.38x09 04x13 5.15x04 24-30* 6.04x18! 30x48 7.18-34!! 48x30 8.35x2
In al zijn eenvoud een prachtige composities, waarin de Coupe Springer, een dam op bezet veld en een damoffer worden verenigd.
Koeperman en het combinatiespel, het waren twee handen op één buik.Wat mij betreft had hij nog veel meer van dergelijke creaties mogen bedenken, maar kennelijk vond de temperamentvolle oud-wereldkampioen dat zonde van zijn tijd. Wel bleef hij zijn hele leven trouw aan de combinatie. In het WK 1994 dat in Den Haag werd gehouden, combineerde hij Alexander Schwarzman nog van het bord. Het leverde De Reus uit Kiev een keurige zevende plaats op in de eindrangschikking. Koeperman was toen de zeventig allang gepasseerd...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten