Door Tjalling van den Bosch
Wilfried Geenja: "Goedenavond dames en heren, welkom bij Dammen Insite, het wekelijkse praatprogramma over dammen en alles wat daarmee samenhangt. Aan tafel Johan Deksen, René van der Grijp en Hans Kaai junior. Johan, wat is er nieuw deze week"?
JD: "Nou, waar ik me vreselijk aan erger, zijn die mensen die beweren dat dammen een sterk product is; dammen is geen sterk product, denksport in het algemeen in Nederland is geen sterk product! Er wonen thans in Nederland zo'n 18 miljoen mensen, nog geen 25.000 daarvan zijn lid van een dam- of schaakvereniging, dat is 0,0 en nog wat procent van de hele bevolking!
WG: "Oh, je hebt je rekenmachientje niet bij je, begrijp ik".
JD: "Nee, die is stuk; maar het is toch wel duidelijk dat denksport in Nederland niet veel voorstelt en ook nooit iets zal voorstellen"! Wanneer je een zakenman vraagt of iets een goed product is, dat nog geen marktaandeel heeft één procent, dan trekt hij een gezicht van afgrijzen; daar gaat hij echt niet in investeren!
WG: "Maar het kan wel, Johan. Noorwegen stelde op schaakgebied ook nooit wat voor, maar door de opkomst van Magnus Carlsen, de huidige wereldkampioen, is het schaken daar naar ongekende hoogte gestuwd. Er zijn tijdens grote toernooien zelfs live-uitzendingen op de nationale tv"
JD: "Nee, dat klopt; als de 'grote' media de schouders eronder zetten, kan er veel ten goede keren, maar dat zie ik in Nederland niet gebeuren. Ik vind het wel jammer hoor, maar zo is het nu eenmaal".
RG: "Maar Johan, 50 jaar geleden, toen Sijbrands en Wiersma opkwamen, was het toch allemaal veel massaler, in Nederland, dan nu"?
JD: "Nou, het is maar net wat je massaal noemt. Toen woonden er in Nederland ongeveer14 miljoen mensen in Nederland en toen had de dambond nog geen 10.000 leden, dus dat was ook weer 0,0 en nog wat, van de hele bevolking"! Nee, ik blijf erbij, dammen is geen sterk product".
HK: "Ja maar Johan, toen Euwe wereldkampioen schaken werd, waren de schaakspullen niet aan te slepen. Het ledenaantal van de schaakbond verviervoudigde toen, dat heb je zelf wel gezegd"!
JD: "Ja, nee, dat klopt; maar dat was toen 1935, of zo; een heel andere tijd dan nu. Er zal toen in de Nederlandse huiskamers best wel veel geschaakt zijn, veel anders was er toen ook niet, maar weet jij hoeveel schakers lid waren van de bond, voordat Euwe wereldkampioen werd"?
HK: "Al sla je me dood, geen idee".
JD: "Tweeduizend en dat liep op, tijdens de Euwe-hausse, tot maximaal bijna zevenduizend! Ik wil voor de volledigheid nog wel even vermelden dat er toen in Nederland 8 á 9 miljoen mensen woonden; dus toen was het 0,0 procent en ietsje meer"!
WG: "Nou, dat punt is gemaakt; we laten het hierbij, want er is meer"!
WG: "Hans, wat vind jij van die plusjes en minnetjes"?
HK: "Dat is een gedrocht, net als al die andere kunstmatige schijnoplossingen; je weet wel, die 'andere' puntentelling en het maar terugdraaien van de bedenktijd".
JD: "Die schaakgrootmeester, hoe heet hij ook al weer? Die dat boek heeft geschreven over zijn eigen teloorgang".
WG: "Oh, Zwart Wit bedoel je, van Paul van der Sterren".
JD: "Ja, die van der Sterren; ik las laatst een column van hem en daarin schreef hij dat het terugdraaien van de klok, een oplossing is van hersenlozen".
WG: "Ja, dat heb ik ook gelezen; hij noemde het de nekslag voor het schaken".
JD: "Ja, hij was daar vrij stellig over".
RG: "Ja, dan heb je een denksport en dan ga je de tijd om te denken terugdraaien, hahaha. Je gaat bij een balspel toch ook niet de bal weghalen. Hahahaha!
HK: "Maar weet je wat ik laatst hoorde Johan"?
JD: "Nee, vertel".
HK: "Dat ze nu bij het schaatsen in staat zijn, om tot in duizendsten de eindtijd te berekenen, dat dat een bewijs is dat die akelige plusjes en minnetjes een goed idee zijn"!!
JD: "Dat slaat als een lul op een drumstel"!
HK: Dat bedoel ik maar; er verandert helemaal niets aan het schaatsen, hoe ze de eindtijd ook berekenen. Een schaatser moet nog steeds na het startschot zo snel mogelijk bij de finishlijn zien te komen"
RG: "Over de finishlijn, Hansie".
HK: "Dat bedoel ik toch"!
RG: "Nou, zeg dat dan".
HK: "Wat ik bedoel René, is dat er bij het schaatsen verder geen reglement hoeft de worden aangepast, de snelste wint nog steeds. Bij het dammen moet men wel de regels aanpassen; een gewone remise is geen gewone remise meer. Nee, er wordt nu totaal anders over geoordeeld".
JD: "Ja, en de voordeelremise kan ook zo maar bij de verkeerde terecht komen; iemand die de hele partij aan de leiding gaat, de morele winnaar zeg maar, kan zo maar tegen een minnetje aanlopen. Zijn schijven heersen over het dambord, maar ja, dan komt er een wederzijdse damdoorbraak en dan staan ze niet veilig meer EN door de zoektocht naar de winst komt zo iemand, met dat eveneens belachelijke 80' + 1', ook nog in een constante tijdnood terecht. Die andere Paul, uhh, Paul Oudshoorn schreef laatst ook zoiets; dat de bovenliggende partij in het nadeel is met die 80' + 1' EN . . ., dat vind ik ook".
RG: "Weten jullie wat echt belachelijk was, ha, ha, ha; dat ze bij die laatste NK's tijdens de barrages ook met die belachelijke plusjes en minnetje werkten, ha, ha, ha. Dat moet een idee van Harry Mens zijn geweest, denk je niet(?), haaaa, ha, ha, ha"!
JD: "Ja, bij die vrouwen in Zoutelande, was het inderdaad helemaal belachelijk; en maar doorrammen in een potremise stand; tja, dan gaat er met die paar seconden die ze er elke zet bij krijgen, vroeg of laat wel iemand de mist in.
Dat heeft toch niets meer met wat voor denksport dan ook te maken; dat is toch jezelf niet meer serieus nemen"! Tjonge, jonge, phhhh.
HK: "Ik wil ook even wat zeggen, uhhh"
WG: "Nee Hans, we gaan er eerst even uit voor de reclame" . . .!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten