donderdag 29 september 2016

Kijksport...

Door Tjalling van den Bosch

De media, en dan men name de televisie, zijn voor het grootste deel
verantwoordelijk voor de populariteit van een sport.
Soms kan je je afvragen of een sport wel zo geschikt is voor een
langdurige tv-uitzending, maar wanneer de beleidsbepalers van de
televisie vinden dat een sport er geschikt voor is, dan wordt het wel
geschikt gemaakt!

Je kunt je bijvoorbeeld afvragen of de drie weken lange (dagelijkse)
uitzendingen van bijvoorbeeld de Tour de France eigenlijk wel zo
opwindend zijn om als kijker te volgen.
Vaak zien we, dat er in het begin van een etappe een groepje renners
'de benen neemt', om vervolgens op zo'n 10 kilometer voor de finish 
te worden ingehaald, waarna er een massasprint volgt.
Bergetappes waar de finish niet bergop is, zijn voor de klassementsrenners
vaak niet interessant om aan te vallen, men beperkt zich meestal tot het elkaar
in de gaten houden, want een inspanning bergop wordt zo maar weer ongedaan
gemaakt in de afdaling naar de finish (en dus speelt men liever remise!).

Bergetappes die wel bergop eindigen zijn vaak pas op de laatste beklimming
interessant om te volgen, want dan is de kans groot, dat iemand (van de
kanshebbers) niet kan volgen, of dat iemand een poging onderneemt om de
andere kanshebbers op achterstand te zetten ('aan de tand voelen').
Een eerdere ontsnapping (door één van de echte kanshebbers) wordt vaak niet
ondernomen, omdat daar ook een risico in zit ('man met de hamer tegenkomen'). 

En dat krijgen de kijkers per dag, vier uur lang, voorgeschoteld als amusement;
de sponsors (niet alleen tijdens de reclame-blokken!) varen er wel bij!
De vraag is echter of het gepresenteerde wel zou spectaculair is?
De etappes waarin daadwerkelijk wordt ´gescoord´, zijn gemakkelijk op de vingers
van één hand te tellen; eigenlijk lijkt het op een dam-match over 20 partijen, die
alleen interessant is voor echte kenners.
Voor de niet-wielerkenners is er dus veel gedoe en weinig spektakel; toch weten
de televisiemakers het goed te verkopen(!), in hun kielzog gevolgd door de rest
van de media (radio, kranten e.d.).  

Sporten waarin wel veel wordt gescoord, zoals basketbal of tafeltennis, zijn,
in ieder geval in Nederland, niet bijzonder populair bij het grote publiek.
Dat is opmerkelijk, want juist dat soort sporten is uitstekend in beeld te brengen
en kost aanzienlijk minder dan (bijvoorbeeld) een Tour de France.
Kortom: wanneer de televisie-bonzen het willen, is vrijwel elke sport aantrekkelijk
te maken voor een groot publiek!

Denksport in beeld . . .

Veel dammers zijn van mening, dat onze edele damsport nooit een televisiesport
zal worden, maar wanneer de televisiemakers het willen(!), dan kan het wel!

Lang, zeer lang, was de schaaksport in Noorwegen een witte vlek op de (schaak-)kaart; tot de komst van Magnus Carlsen.
Carlsen was op jonge leeftijd al een bezienswaardigheid; hij was nog maar net
13 jaar oud toen hij een grootmeester versloeg.
De Noorse media stortten zich op het denksport-fenomeen; anno 2016 laat de
Noorse TV (TV 2/Nettavisen) urenlang live(!) beelden zien van Carlsen zijn
partijen!!
Tijdens die uitzendingen wordt de presentator bijgestaan door een grootmeester
(side-kick) en wordt het publiek (urenlang dus!) ingewijde gemaakt van de mogelijkheden op de 64-velden.

Natuurlijk heeft het schaken in Noorwegen een enorme boost gekregen; het land
heeft nu veel meer grootmeesters en is dus niet langer een witte vlek op de kaart.
Het ledenaantal van de Noorse schaakbond is deze eeuw verVIJFvoudigd!!
Als gevolg van dit alles staan de sponsors te dringen; zo haalde Noorwegen in 2014
de Schaakolympiade (wedstrijd voor landenploegen) binnen en werd er een
(jaarlijks terugkerende) World Cup toernooi in Stavanger uit de grond gestampt.
Een tegenvaller voor de Noren is, dat juist in die wedstrijden Magnus Carlsen
geen potten kon breken; wat heet, tijdens een WC in Noorwegen eindige hij
op de laatste plaats!!

Tip van Hans . . .

Televisiepersoonlijkheid en schaker Hans Böhm zei ooit in een interview dat de
Nederlandse schaakbond er goed aan zou doen om alles, wat zij bezit, te verkopen!
Het geld dat dit opleverde moest men vervolgens stoppen in een PR-man, met
uitstekende connecties in de tv-wereld(!), daar zou de schaaksport enorm veel
baat bij hebben! 
De stelling van Böhm is misschien wat gechargeerd, maar . . ..

Zoals we in het vorige epistel ook al aangaven: 'Het einde van het jaar' is, voor de
derde keer in successie, een topperiode voor het dammen; zouden wij dammers
misschien een les kunnen leren uit het bovenstaande!!

Het kan wel . . ..   

donderdag 22 september 2016

Zomer vol sport...

 Door Tjalling van den Bosch

We kunnen zo langzamerhand wel concluderen dat de zomer van 2016 voorbij is. Een zomer vol sport, zo mogen we gerust vaststellen; EK Voetbal, Wielrennen (Giro, Tour de France, Vuelta) en natuurlijk de Olympische Spelen, als gevarieerd hoofdgerecht, met als toetje de zojuist afgesloten Paralympische Spelen. Nu we in de herfst van 2016 zijn aanbeland (week 38 alweer), voert het voetbal weer de boventoon, binnenkort ongetwijfeld aangevuld met het schaatsen.

Onze geliefde damsport is in de 21ste eeuw niet meer gebonden aan seizoenen; van oudsher was het dammen vooral een winterse aangelegenheid, maar tegenwoordig mogen de dammers zich gelukkig prijzen met: 24/7/52 (24 uur per dag, 7 dagen in de week, 52 weken lang!). De zomertoernooien zijn nu (september 2016) achter de rug, maar ondertussen 'draaien' de diverse clubcompetities al weer, zoals bijvoorbeeld de landelijkede provinciale en de onderlinge.
Ook staan er nog diverse toernooien op de rol (denk aan het - 36ste - Open Damkampioenschap van Amersfoort - van 19 t.e.m. 22 oktober, vanwege 'uitbreiding' is er nog voldoende plaats!), maar uiteindelijk kijken de echte dam-fans natuurlijk reikhalzend uit naar de match om de wereldtitel tussen de Nederlandse grootmeesters  Jan Groenendijk (18 jaar) en Roel Boomstra (23 jaar).

Strongest mind . . .

Natuurlijk gaat het in zo'n tweekamp om degene, die het beste uit de voeten kan op de sinistere 100 velden (en 40 schijven), maar niet de slimste, creatiefste, beste rekenaar, wint het, maar degene die:
A* in staat is om de spanning (stress) het beste het hoofd te bieden, en
B* degene, die de echte wil om te winnen heeft,
gaat meestal met de zege aan de haal!

Afgelopen maand (oktober) was er de match om de wereldtitel dammen voor dames, tussen de Poolse Natalia Sadowska en de voor Nederland uitkomende Olga Kamychleeva. Qua rating waren de dames aan elkaar gewaagd, maar in de (min of meer) reguliere dampartijen (in het rapid en blitz zijn m.i. de damtalenten onderdanig aan de tijdsdruk) was Sadowska (de jongste van de twee) de bovenliggende partij! Kwam dit door het thuisvoordeel (de match werd in het Poolse Karpacz gespeeld) of waren er andere zaken die een rol speelden?
Waar veel dam-volgers aan voorbij gaan, is dat in zo'n man tegen man-confrontatie  (in het geval van Sadowska-Kamychleeva natuurlijk vrouw tegen vrouw) de  psychologie een woordje meespreekt.

Nog steeds kan ik me niet aan de indruk onttrekken dat tijdens de match Sijbrands- Andreiko (1973), de uitdager (Andreiko) er 'deep down' niet in geloofde, dat hij in staat was om de Nederlander te verslaan. Natuurlijk kan men elke partij (uit die match) uitvoerig analyseren, maar ik kan mij niet herinneren, dat Andreiko tijdens die match ook maar één serieuze winstkans heeft gehad, of op één of andere manier een verrassing in petto had voor zijn opponent (althans niet  'op het bord'). Sijbrands won de match dan ook soeverein (zo mag men achteraf concluderen).

Een jaar eerder (1972) vond de schaaktweekamp om de wereldtitel tussen Spasski en Fisher plaats; ook tijdens die tweekamp (en vooral ook vooraf!) was er maar één iemand die de boventoon voerde, de Amerikaan (Fisher), die de match uiteindelijk ook won. Kort samengevat, 'op papier' (rating) waren de spelers/speelsters in de bovenstaande voorbeelden aan elkaar gewaagd, maar toch was er één iemand 'who called the shots'!!

Vooraf . . .

Het mag vreemd klinken, maar veel tweekampen om de wereldtitel worden vaak vooraf beslist!! De kleine speldenprikjes (opmerkingen, onderlinge partijen, invloed van buitenaf) hebben in aanloop naar zo'n match om de wereldtitel een grote invloed op de uiteindelijke uitslag!

Vlak voor de match om de wereldtitel schaken in 2014, tussen de wereldkampioen Carlsen en uitdager Anand, was er een gezamenlijke persconferentie; hierin werd de spelers de vraag gesteld wat hun favoriete openingszet was. "1.e4" antwoordde Anand, de wereldkampioen repliceerde met "1.d4"; vervolgens zou Carlsen (met wit) alle partijen beginnen met 1.e4!! 
Het zijn in aanloop naar een tweekamp van die kleine zaken, waarvan je het effect nooit op waarde kan schatten, maar dat het invloed heeft op de geest van de combattanten is (mij in ieder geval) wel duidelijk. Voor de goede orde: Carlsen behield soeverein de wereldtitel.

Afijn, houd Groenendijk en Boomstra de komende maanden in de gaten; binnenkort zal er ongetwijfeld meer informatie naar buiten komen over (bijvoorbeeld) de plaats van handeling en de datums, betreffende de WK-match Dammen 2016.    

Het vooruitzicht is in ieder geval prachtig, net als in 2014 en 2015 lijkt de maand december uitverkoren voor unieke damevenementen!! 
Hopelijk zijn wij dammers (clubs, bonden) klaar voor de extra persaandacht . . .!

woensdag 14 september 2016

Niet zeker...

Door Tjalling van den Bosch

Schrijver dezes weet het niet zeker, maar . . . is er in de top van ons edele damspel een soort kentering gaande? Uw penneleur heeft het idee dat de topspelers elkaar tegenwoordig steviger bestrijden.  Zo lijkt het althans, want er vallen toch de nodige beslissingen in de ontmoetingen tussen de extreem begenadigden uit onze prachtige damsport!
Jarenlang (wat heet decennialang; nou zeg maar gerust al een eeuw lang - sinds de eerste Nederlandse wereldkampioen - Herman Hoogland -!!) werd er geklaagd dat het dammen op topniveau aan de remise-misère ten onder zou gaan. Met een puntendeling als uitslag is trouwens niets mis, als er maar een damgevecht om de overwinning plaatsvindt!

Anno hodie . . .

De uitslagen van afgelopen zomer overziend, lijkt het erop dat er nogal wat beslissingen vallen tijdens de onderlinge partijen tussen topspelers, dan wel toppers in spe. Het laatste bewijs voor deze stelling komt uit Karpacz (Polen); tijdens de World Cup aldaar gingen diverse topspelers onderuit. Wat heet(!); wereldtoppers als voormalig wereldkampioen Valneris en de nog niet zo lang geleden nummer twee van de wereld Ndjofang moesten in Polen zelfs tweemaal in het zand bijten! De altijd driftig scorende Oekraïnse grootmeester Ivanov ging deze zomer voor de derde maal op rij(! -in Karpacz-) onderuit tegen wereldkampioen Georgiev uit Rusland. Het blijkt dus toch niet zo makkelijk om een puntendeling te bewerkstelligen tegen een wereldtopper die 'absoluut voor de winst gaat'!! Opvallend, zou er sprake zijn van een mentaliteitsverandering; zou men zich een eerder epistel op dit blog (Catanaccio . . . - januari 2016 -) ter harte hebben genomen?!?

Paard . . .

Mocht dit inderdaad het geval zijn, dan kan het paard eindelijk weer eens voor de (dam-)wagen worden gespannen. Het arme dier werd door allerlei kunstmaatregelen (zoals de 40-zetten-regel, plusjes en minnetjes, minder denktijd, etc.) telkenmale achter het (dam-)vehicle geplaatst. Weg met al die kunstmatige (en onnodige) ingrepen die het edele damspel ruïneren; eerder meer denktijd dan minder en de 40-zetten-regel kan ook de prullenbak in!
Wanneer twee spelers niet willen strijden, dan lost een 'minimaal aantal zetten' ook niets op; overigens komt dat (niet willen strijden) op alle niveaus voor, niet alleen bij topspelers!  Ooit zag ik tijdens een Salou Open de grootmeesters Gantvarg en Korchov 'een partij spelen'; vijf minuten na aanvang van de ronde lagen beide al weer bij het zwembad; ze hadden keurig aan 'de 40-zetten-regel' voldaan, twee minuten later gevolgd door twee spelers uit de onderste regionen!! 
Voor de duidelijkheid, beide partijen eindigden in remise.

In ieder geval; de voortekenen lijken goed, of is het een illusie?

Frappant . . .

Een ander frappant verschijnsel (van de zomer van 2016) is, dat diverse jongeren zich meer en meer gaan mengen in de strijd op het hoogste niveau. De Nederlandse dambond (K.N.D.B.) heeft zich al decennialang ingezet voor het opleiden van 'de jeugd'; zo langzamerhand dringen diverse jongeren van Dietzen bloed door in de top.
De bekende namen (Boomstra, Groenendijk, Sipma en recentelijk ook Van IJzendoorn) hebben al de nodige toppers  te grazen genomen, maar ook (bijvoorbeeld) Nick Waterink, Jitse Slump  en Wouter Wolff hebben al eens een grootmeester verslagen! Zou er langzaam maar zeker een wisseling van de wacht plaatsvinden?
Overigens zijn het niet alleen de Nederlandse jongelingen die de (dam-)hemel bestormen, met genoegen zie ik ook dat diverse pupillen van Zoja Golubeva (de sterkste damster ooit)  er aan zitten te komen!! Marija Koleda en (vooral) Elena Cesnokova (ze won in Polen van Ndjofang!!) spelen op de manier die hun trainster voorstaat ("Als een man" zo zei een Nederlandse - mannelijke - grootmeester ooit).

In ieder geval, halverwege de vorige eeuw was er één jongeling die de toen heersende wereldtop met succes bestormde (Piet Roozenburg) een twintigtal jaren later was het een duo (Sijbrands, Wiersma) en nu dan zo langzamerhand een handvol? 

 We waren erbij en: We zijn erbij. (En we blijven opletten) . . .! 

donderdag 8 september 2016

Maxim...

 Door Tjalling van den Bosch

Maxim Hartman, geboren op 13 augustus 1963 te Rotterdam, is presentator en acteur; hij werd bekend als helft van het duo Rembo & Rembo (kinderprogramma van de V.P.R.O.).

De laatste tijd strijdt Hartman vooral tegen: De vervrouwelijking van onze maatschappij. "Wijven kijven alleen maar, veel bla, bla, bla, maar een probleem echt oplossen, ho maar", is de strekking van zijn betoog. Hartman wil dat 'echte mannen' het weer voor het zeggen krijgen in Nederland; hij ergert zich aan het: "Ouwehoeren om te ouwehoeren".

Ook meent hij te ontdekken dat: "Er steeds meer mannen zijn, die zich ontpoppen als echte vrouwen, praten, praten, praten". Als ik Hartman goed begrijp dan komen dat soort mannen niet veel verder dan iemand anders op fouten te wijzen (net als vrouwen dat altijd doen, volgens Hartman) en zelf verder niets ondernemen om de problemen daadwerkelijk op te lossen! Let wel, het bovenstaande is de mening van Maxim Hartman (als ik het tenminste goed begrijp).

Waarom . . .?

Ik moest ongemerkt denken aan 'de strijd van Hartman', toen ik kennis nam  van het volgende:
Het tweede team van S.N.A. (Heerhugowaard) wordt (werd?) ook wel Team Afrique  genoemd; het idee achter dit team was om diverse dammers uit Afrika onder te brengen in één team, om zodoende het dammen in Afrika te stimuleren en de Nationale Clubcompetitie (in Nederland) van de nodige kleur (creativiteit/spektakel) te voorzien. Loffelijk streven natuurlijk, maar helaas, door sponsorperikelen moet het bestuur van S.N.A. het team terugtrekken uit de competitie.
Op zich niets aan de hand natuurlijk (kan gebeuren), maar het uitschrijven van het team gebeurde na 1 juli en dat betekent dat de spelers van S.N.A. 2 niet meer voor een andere club kunnen uitkomen (zo zijn de regels van de Nederlandse dambond).

Duidelijk en helder zou je zeggen. Echter, toen brak het gekijf los; diverse mensen (mannen) vinden het absurd dat de dammers uit Afrika nu noodgedwongen een seizoen lang niet in de nationale clubcompetitie kunnen uitkomen (wel voor S.N.A., maar daar is geen plaats meer).  Dat is natuurlijk alleszins begrijpelijk, maar dat men vervolgens gaat wijzen naar de K.N.D.B. vind ik een typisch geval van (om met Hartman te spreken): "Ouwehoeren en wijzen"!    Ik ben hier niet om een lans te breken voor de K.N.D.B., maar laten we eerlijk zijn: 

* De K.N.D.B. heeft totaal niets van doen met (en ook geen invloed op) het geld steken in wat voor goedbedoelde projecten (van clubs) dan ook.

* De (van te voren opgestelde) reglementen van de K.N.D.B. zijn helder en overbekend. Om competitievervalsing te voorkomen, moeten spelers van een team voor 1 juli worden opgegeven bij de K.N.D.B.

Maar nu wordt (m.i. ten onrecht) dit voorval 'op het bordje' van de bond gelegd. Er zijn mensen die vinden dat de K.N.D.B. flexibel moet zijn en dat de K.N.D.B. 'de Afrikanen' moet ontheffen van de verplichting om dit seizoen voor S.N.A. uit te komen. Er wordt werkelijk van alles bij gesleept om dat standpunt te verdedigen, maar de K.N.D.B. is in dezen (m.i.) helemaal geen partij!

Wanneer de bond in dit specifieke geval 'de Afrikanen de vrijheid geeft' om van club te veranderen, wat moet men dan doen wanneer iemand anders ook nog een dergelijk verzoek (verandering van club na 1 juli) indient. En krijgen we niet heel veel meer geouwehoer wanneer een club (die zich wel aan de voorop gestelde regels houdt) een kampioenschap misloopt door een speler van S.N.A. 2 die met goedkeuring van de K.N.D.B. alsnog van club (na 1 juli) is veranderd!

Kortom, de Nederlandse dambond wordt in een hoek gedreven door een situatie waar ze part noch deel aan hebben; wat voor besluit ze ook nemen (voorlopig houdt de bond zich aan de reglementen), er volgt altijd weer geouwehoer.

Wanneer ik trouwens de namen van het team (S.N.A. 2) eens bekijk, dan zijn er eigenlijk maar twee dammers die daadwerkelijk nog in Afrika wonen en leven (bij mijn weten).

Nu begrijpt u misschien (een klein beetje) waarom het bovenstaande mij doet denken aan de strijd van Maxim Hartman (de vervrouwelijking van de maatschappij).  

Dus mannen, als u het probleem wilt oplossen: Niet wijzen, maar zelf (bijvoorbeeld) de beurs trekken voor S.N.A. 2.

woensdag 31 augustus 2016

Anders...

Door Tjalling van den Bosch

Soms gaat het anders dan men van te voren heeft bedacht; voor deze week stond er een epistel gepland over niemand minder dan Meindert Talma . . .! Deze singer/ songwriter heeft een schitterend lied (van ruim 20 minuten!) gemaakt over Jannes van der Wal, de meest spraakmakende dammer ooit. Echter, van de hand van Piet Bouma (Mister Toernooibase Dammen) verscheen deze week (34) reeds een prachtig artikel over het geplande  onderwerp op de K.N.D.B.-site. Dus voor het onderwerp (Meindert/Jannes) verwijzen wij u gaarne naar de genoemde site.

Er moet dus een ander onderwerp komen:

Olga . . .

Aanstaande vrijdag (2 september) begint de match om de (dam-)Wereldtitel Dames tussen de Poolse Natalia Sadowska en de in Wit Rusland geboren Olga Kamychleeva. Kamychleeva woont echter alweer zo'n 20 jaar in Limburg samen met Brion Koullen en daarom komt ze (al jaren) 'uit voor Nederland'. De match wordt gespeeld in Karpacz (Polen), vrijwel gelijktijdig met het Polish Open. Echter . . ., ook aan dit onderwerp heeft de heer Bouma, op de K.N.D.B.-site, de nodige aandacht (en verwijzingen) besteed, dus . . .:

Resumé . . .

Laten we daarom, in het kort, de afgelopen damzomer maar eens onder de loep nemen. Je kunt zeggen dat 'de damzomer van 2016' op 7 mei begon met het Thailand 
Open Jomtien. 
De seizoens-ouverture werd een prooi voor de Rus Ivan Trofimov. Trofimov won vrij gedecideerd (6 overwinningen en drie remises), mede omdat zijn 'op papier' naaste concurrenten, Macadou Ndiaye en Ron Heusdens, reeds in de eerste rondes de (on)nodige punten lieten liggen.

Alexender Georgiev deed dat ook (puntje laten liggen, in de openingsronde) tijdens het traditionele toernooi Salou Open (Spanje), maar anders dan de grootmeesters in Thailand herstelde de (nog) zittende wereldkampioen (Georgiev) zich door o.a. Hein Meijer, Wouter Sipma en Artem Ivanov te verslaan. Dat was voldoende voor Georgiev om de titel van het (zeer sterk bezette) toernooi in Salou (met 14 Punten uit 9 partijen) over te nemen van (de niet aanwezige) Jan Groenendijk.

Opmerkelijk . . .

Voor dit overzicht beperken wij ons tot de door Nederlanders georganiseerde 'grote toernooien' en juist tijdens die dam-happeningen was het afgelopen maanden opvallend dat diverse topdammers heersten! Zo schreef (wederom) Alexander Georgiev met grote overmacht het Heerhugowaard Open op zijn naam.
Tijdens dit toernooi kreeg Georgiev vrijwel alleen maar 'toppers' voor zijn voeten geworpen en bijna niemand hield stand (hoezo, dammen een remise-sport?)!! Zo moesten o.a. Natalia Sadowska (dezelfde ja), Artem Ivanov (alweer?, zou hij opzettelijk verliezen?) en de nummer 2 van het laatste wereldkampioenschap Jan Groenendijk het onderspit delven.
Kortom een imponerende zege van de kleine tsaar.

Niet minder indrukwekkend was de zege van Europees kampioen Roel Boomstra in Nijmegen. Het Nijmegen Open (teven Open NK) werd door de nummer 3 van het laatste WK gewonnen met 18 punten uit 10 wedstrijden! Je kunt zeggen dat de concurrentie in Nijmegen iets minder omvangrijk was dan die in Heerhugowaard, maar wanneer men 'het rijtje' tegenstanders van Boomstra bekijkt, dan kan men alleen maar concluderen dat de grote overmacht van de winnaar (bijna) buitenproportioneel was. Slechts Bulatov en Ndjofang wisten Boomstra te beteugelen.

Het oudste traditionele Nederlandse (internationale) zomerdamtoernooi wordt gehouden in Brunssum. Brunssum Open was dit jaar een stoelendans voor twee (met één stoel!); Erno Prosman en Ron Heusdens (beide internationaal grootmeester) wisselden voortdurend 'van stoel' en eindigden tenslotte gezamenlijk met 15 punten uit 9 wedstrijden op de eerste plaats.
Anders dan bij onze schaakvrienden is het voor dammers not done om gezamenlijke winnaars aan te wijzen en dus moest er één winnaar komen. Dat werd op weerstandspunten Erno Prosman.

Afsluiter . . .

Men mag het Hoogeveen Open min of meer zien als de zomerafsluiting; dit toernooi werd opmerkelijk genoeg gewonnen door Martijn van IJzendoorn. Dat 'opmerkelijk genoeg' duidt niet zozeer op de overwinning van Van IJzendoorn (hij is een geweldig talent, die de laatste jaren zijn studie voorrang heeft gegeven), als wel op de overmacht waarmee hij won! Van IJzendoorn sloot het 8 ronden durende toernooi af met maar liefst 15(!!!) punten, slechts Sven Winkel wist hem een puntje te ontfutselen!

Er waren afgelopen zomer natuurlijk veel meer toernooien en toernooitjes, maar we beperken ons (voor het gemak) tot de opzienbarendste. Eén gezelligheidstoernooi willen we toch even aanhalen, namelijk het Easy Dinner Openluchttoernooi in Waddinxveen (helaas moest uw penneleur dit damevenement vanwege werkzaamheden aan zich voorbij laten gaan). De overwinning ging naar het duo Laura Timmerman en Christiaan Visser; men ziet dat vaker, alternatieve toernooivormen.
Zo wordt er vaak bij de 'grote toernooien' het zogenaamde Quatre Mains georganiseerd, waarin twee spelers (tegen twee spelers) 'om en om' een zet doen. Een iets ander vorm van het Quatre Mains troffen we aan bij het afgelopen week geëindigde NK Schaken; ook daar waren een sterke speler en een zwakke aan elkaar gekoppeld.
Anders dan bij het Quatre Mains deed men niet 'om en om' een zet, maar gaf de sterkste speler aan welk stuk moest worden verplaatst en moest de zwakkere uitzoeken op welk veld deze moest 'landen'!
Misschien iets voor organisatoren die weer eens iets ander willen?

Brrrrrrrrr . . .

En dan wordt het weer koud en guur in ons kleine kikkerlandje . . . en dus heerlijk 'damweer'! De nationale clubcompetitie begint binnenkort (17 september) en natuurlijk is er ook weer het jaarlijkse terugkerende damevenement in Amersfoort (Het A.D.G.-toernooi), van 19 t.e.m. 22 oktober.

Een genoeglijke damwinter . . ..

donderdag 25 augustus 2016

Piet Roozenburg...(2).

  Door Tjalling van den Bosch

Na het vorige epistel lieten wij u achter met het beeld dat Piet Roozenburg, tot op hoge leeftijd, een fenomenale dammer was, maar vooral ook een vernieuwer (van het partijspel) was geweest. Tijdens zijn hele leven heeft Roozenburg zich verbaasd over wat het damspel altijd maar weer voor verassingen in petto heeft; ook voor hem!  Ooit zei hij daarover: "Het damspel blijft mij verrassen, daardoor blijft het spel steeds nieuw voor mij. Dat betekent toch, dat het dammen over een stuk vitaliteit moet beschikken".

Het is inderdaad waar, dat er altijd weer iemand 'opstaat', die het dam(partij)spel een impuls geeft. Ruim 100 jaar geleden klaagde de eerste Nederlandse wereldkampioen Herman Hoogland, dat het dammen spoedig aan de remise-misère ten onder zou gaan; heden ten dage zijn er nog steeds dat soort geluiden. Sinds Hoogland echter, die de wereldtitel in 1912 voor zich opeiste, zijn er een hele rits vernieuwers de revue gepasseerd, die (net als de huidige wereldkampioen Alexander Georgiev) de remise-problematiek naar de achtergrond duwden met het verwerpen van vastgeroeste ideeën over hoe men een partij (op topniveau) wel kan winnen. Georgiev zei onlangs: "Dammen is helemaal geen remise-spel, sommige grootmeesters spelen alleen niet om te winnen".

Enkele vernieuwers (en wereldkampioenen), die zich niets aantrokken van de remise problematiek (sinds Hoogland) zijn: Raichenbach, Ghestem, Roozenburg, Sijbrands, Wiersma, Dybman, Chizov, Shvartsman en Georgiev, die allemaal op één of andere manier in staat waren om sterke grootmeesters wel te verslaan.

Terug . . .

Afijn, terug naar ons onderwerp: Piet Roozenburg werd dus geboren in 1924 in Rotterdam en groeide op in Kralingen. Hij leerde zo rond zijn zevende levensjaar de beginselen van het edele damspel van een gehandicapte oom. Op jonge leeftijd werd Roozenburg lid van Damvereniging Rotterdam; later sloot hij zich aan bij het bekendere: Damvereniging Constant. Toen hij nog maar 10 jaar was, speelde de kleine Piet al een simultaan (als simultaangever!); toen hij 18 was werd hij voor het eerst Nederlands Kampioen (bij de senioren wel te verstaan!).
Wereldkampioen werd Roozenburg toen hij 24 jaar oud was. Kortom, vrijwel zijn hele leven damde Roozenburg en (zoals u ook uit het eerste epistel hebt kunnen opmaken) op hoog niveau!

'Vrijwel zijn hele leven lang'; op zich klopt dat, maar toch hield Roozenburg zich na zijn eerste wereldtitel in 1948 ook regelmatig afzijdig van het spelen op het hoogste niveau! Ten eerste was daar zijn studie; Roozenburg heeft veel en lang gestudeerd (o.a. SPD en Economie). Uiteindelijk zou hij pas in 1963 zijn doctoraal studie in de economie succesvol afronden. 

Ten tweede was het, zo kort na tweede wereldoorlog, geen optie om een inkomen bij elkaar te sprokkelen uit 'alleen het dammen'. Roozenburg heeft altijd een volledige baan gehad en daarnaast een pittige studie!

Ten derde trouwde Roozenburg vrij snel na het behalen van zijn eerste wereldtitel  (met Ans Heiligers, op 6 oktober 1951). En ja, niet alleen het bloed kruipt waar het niet gaan kan; alras kwamen er kinderen en dus breidde de verantwoordelijkheid (zorgen) zich uit.

Dus, met uitzondering van een periode van 4 maanden in aanloop naar het WK van
1948, heeft Roozenburg altijd zijn damactiviteiten 'er naast' moeten doen; daardoor
liet hij zo nu en het dan 'het dammen op hoog niveau' voor wat het was . . ..  

Niet alleen . . .

Piet Roozenburg was niet alleen een fenomenale partijspeler; ook op veel andere terreinen binnen de damsport heeft hij zich verdienstelijk gemaakt. Zo werd Roozenburg rond 1950 benaderd door de Leidsche Onderwijs Instellingen voor het schijven van een damcursus; nou ja, 'een damcursusje(?)', het werden er uiteindelijk drie, van 26 lessen elk!  Samen met zijn vriend en voormalig Nederlands Kampioen Jan Bom volbracht hij deze gigantische klus.
Zo'n 20 jaar later zette Roozenburg zijn schouders onder het schrijven van cursussen en trainingen voor de Nederlandse dambond (K.N.D.B.); ook toen was Bom zijn steun en toeverlaat. Ook redigeerde Roozenburg tot 1959 een damrubriek voor het Algemeen Dagblad. Kortom, Roozenburg had een (zeer) druk bezet leven, maar dat was nog niet alles!
Even terzijde; Rozenburg schreef . . ., het schijnt dat hij nooit een toetsenbord heeft aangeraakt; dat 'schrijven van Roozenburg' was iets waar anderen aan moesten wennen, allemaal hoofdletters en vrijwel geen spaties . . ..  

Besturen . . .

Ook op bestuurlijk niveau heeft Roozenburg van zich doen gelden; wanneer een toernooi-organisatie een beroep op hem deed, was dat nooit tevergeefs en ook voor andere bestuurlijke functies (in wat voor hoedanigheid dan ook) was de wereldkampioen nooit te beroerd. Het kon dan ook niet uitblijven dat Roozenburg op een gegeven ogenblik, binnen de gelederen van de K.N.D.B., op 'het pluche' terechtkwam. Gezien zijn status was het dan ook niet verwonderlijk dat hij uiteindelijk voorzitter van de Nederlandse dambond werd. 'Die pet' paste hem echter niet goed; zonder hier nu uitgebreid op in te gaan, vertroebelde zijn relatie met de K.N.D.B.
Roozenburg gaf zelf ooit in een interview aan, dat hij in de eerste plaats dammer was en  daarna pas bestuurder! Ook het feit dat Roozenburg zich in de nadagen van zijn voorzitterschap van de K.N.D.B., bestuurlijk actief was voor de internationale dambond (F.M.J.D.), was iets dat niet goed kon gaan.

Uiteindelijk raakte Roozenburg gebrouilleerd met de Nederlandse dambond; wel werd hij voorzitter van de F.M.J.D. In de laatste hoedanigheid voelde hij zich beter thuis; Hij was de stuwende kracht achter de F.M.J.D.-periodiek 'Le Monde Damiste'; een blad dat verscheen in drie talen (Frans,  Engels en Nederlands). Het blad was van groot belang voor de promotie van het internationale damspel.

Het promoten van 'ons' dammen was voor Roozenburg een hot item; zo heeft hij zich ingezet voor het 'op de kaart krijgen' van het internationale spel in kleine dam-landen, zoals bijvoorbeeld in Tsjecho-Slowakije (hetgeen vroeger één land was). Ook heeft Roozenburg zich ingezet om het dammen 'op de 100-velden' populair te maken in de Sovjet-Unie.
Maar nog veel belangrijker was het op bestuurlijk niveau samenbrengen van het dammen op het Afrikaanse contingent. Voor dat project benaderde Roozenburg de Afrika-deskundige (en dammer) Wouter van Beek; dat bleek een gouden greep. Van Beek zou Roozenburg uiteindelijk opvolgen als voorzitter van de internationale dambond.

Voor een uitvoerig verslag van die periode, verwijs ik u (nogmaals) gaarne naar het boek Roozenburg, welke tot stand kwam onder redactie van diezelfde Van Beek en Paul Oudshoorn.  

Hier laten we het bij . . . 

Er van uitgaande dat voor Piet Roozenburg hetzelfde gold als voor iedere andere sterveling:  'Een dag bevat maximaal 24 uur!', dan is het nauwelijks te bevatten dat alles wat hij  voor het dammen heeft gedaan, in één mensenleven paste . . ..
  


donderdag 18 augustus 2016

Piet Roozenburg...(1)

 Door Tjalling van den Bosch

Met enige regelmaat kunt u op dit blog items lezen over het roemruchte verleden van onze edele damsport. Dit is mede ingegeven door het feit, dat er nogal wat jongeren zijn (zoals blijkt uit diverse reacties) die het leesvoer van dit blog tot zich nemen. Jongeren die zijn geboren aan het eind van de twintigste, dan wel begin eenentwintigste, eeuw.
Toen uw penneleur die leeftijd 'had', was er totaal geen interesse voor 'vroeger' en dat zal nu niet veel anders zijn. Echter, juist 'het verleden' maakt veel duidelijk over de toekomst . . .!

Grootheid . . .

Als er ooit een dammer is geweest die grote invloed heeft gehad op de ontwikkeling van onze geliefde damsport dan was het Piet Roozenburg wel. Piet Roozenburg werd geboren te Rotterdam, en wel op 24 oktober 1924; op 7 april 2003 overleed hij in zijn toenmalige woonplaats, het Gelderse Ochten.
De koele cijfers zijn: wereldkampioen van 1948 tot 1956 en achtvoudig Nederlands kampioen. Na zijn eerste wereldtitel in 1948, werd Piet Roozenburg in Nederland uitgeroepen tot: Sportman van het jaar (kom daar anno 2016 nog eens om . . !).

Er zijn natuurlijk veel meer 'cijfers' op te lepelen om de grootheid van Piet Roozenburg als wedstrijddammer aan te geven, maar er was meer: Hij evolueerde het partijdammen!

We laten, wat dat laatste (vetgedrukte) betreft, andere damgrootheden eens aan het woord: Tweevoudig wereldkampioen Vjatsjeslav Sjtsjógoljev: "Piet Roozenburg was mijn grote voorbeeld; hij was niet alleen een uitmuntend sportman, hij heeft ook een onschatbare bijdrage geleverd aan de schatkamer van het dammen".

Tienvoudig wereldkampioen Alexey Chizhov: "Ik had heel veel geleerd van de partijen van Sjtsjógoljev, Sijbrands, Wiersma, Gantvarg en Dybman, voordat  ik ooit een partij van Piet Roozenburg onder ogen kreeg. Dat was een schokkende ontdekking voor mij. Ineens bleek dat Piet Roozenburg van veel ideeën, die ik van genoemde grootmeesters had leren kennen, in feite het auteursrecht had . . .! Zo veranderde Piet Roozenburg voor mij plotseling in mijn echte, eigenlijke leraar".

De bovenstaande (enigzins aangepaste) citaten komen uit het boek Roozenburg; geredigeerd door Wouter van Beek en Paul Oudshoorn. Voor jeugdige dammers die 'iets meer willen weten' is dit boek absoluut een must.

De naar ons onderwerp vernoemde Roozenburg-aanval (dan wel: Roozenburg-opstelling) was ook zeker niet zijn enige bijdrage aan de dam-schatkamer; nee zijn bijdrage aan 'de theorie' was aanzienlijk groter.
In het boek roemt Grand Maître Ton Sijbrands, Roozenburgs veelzijdigheid als partijspeler: "Piet Roozenburg was eigenlijk een alleskunner. Zo kon hij fel en verwoed aanvallen, om de daarop volgende partij inventief en fantasievol te omsingelen. Hij kon de ene dag het hele middenbord voor zich opeisen, om de andere dag tergend-provocerend langs de randen te spelen; waarbij het hem om het even was of het nu de linker of de rechter bordrand betrof".

Nieuw elan . . .

Kortom, Piet Roozenburg heeft het dammen nieuw elan ingeblazen, door vastgeroeste denkschema's te ontmantelen, dan wel met iets origineels op de proppen te komen! Er zal best weleens een situatie voor zijn gekomen dat Roozenburg, in zijn zeer lange carrière als partijspeler, op een puntendeling aanstuurde, maar in principe speelde hij altijd op winst (tegen wie dan ook), zelfs in de nadagen van zijn carrière.
In de Nationale Clubcompetitie speelde Roozenburg op 'hoge' leeftijd voor N.O.A.D.; de letters staan voor: Nooit Opgeven Altijd Doorgaan, je zou het als één van de levensmotto's van onze hoofdpersoon kunnen zien.

In ieder geval, op 26 oktober 1996 bond de toen 72-jarige(!) Piet Roozenburg (in de NC) de toen 29-jarige hemelbestormer Alexander Shvartsman aan zijn zegekar. Je zou Shvartsman in die bewuste partij van enig historisch besef kunnen 'beschuldigen'; in tempo-nood gebracht door Roozenburg, koos Alexander voor een soort Ghestem-doorstoot; vernoemd naar één van Roozenburgs damhelden, de Fransman  Pierre Ghestem. Roozenburg wist daar wel raad mee; voormalig Europees kampioen (en toentertijd clubgenoot van Roozenburg) Vadim Virny, heeft de partij geanalyseerd en laten opnemen in het boek van Van Beek en Oudshoorn.

Alexey Chizhov, 10-voudig wereldkampioen . . .

Ook in het boek is de formidabele partij Chizhov-Roozenburg opgenomen; de partij werd gespeeld in het kader van de Goodwill Games in Petal, Mississipi (U.S.A.). Op 13 juli 1989 nam de toen regerend wereldkampioen Alexey Chizhov het op tegen de toen bijna 65-jarige Piet Roozenburg. De eerste 30 zetten speelt Roozenburg de tweede viool (hij moet volgen), maar daarna neemt hij het dirigeerstokje over en voordat de 10-voudige het door heeft komt hij in grote moeilijkheden. In een gewonnen positie echter, kleunt Roozenburg (op de 54ste zet) helaas mis en weet Chizhov nog te ontsnappen; remise.
Het is toch opzienbarend te noemen dat iemand op een dergelijke leeftijd nog de wil én de middelen heeft om echte grootmeesters te verslaan!

In het boek komen trouwens niet alleen maar topdammers aan het woord; ook mensen die Roozenburg kenden vanuit een heel andere hoedanigheid, krijgen 'het woord'. Tineke van Zeggeren bijvoorbeeld; zij was jarenlang een soort privé-secretaresse van Roozenburg.
Onze hoofdpersoon heeft aanzienlijk meer voor het dammen betekend, dan alleen maar als wedstrijdspeler, maar daarover volgende keer meer. Wij sluiten af met de laatste woorden uit het boek; voor Van Zeggeren was het een typische 'Piet-uitdrukking':

'Zo, we zijn weer even bijgepraat. Ik wilde het hier maar bij laten voor het moment.'