dinsdag 22 juli 2014

Opvoeden tot genie...3

Door Tjalling van den Bosch

Het vorige epistel sloot ik af met 'de negatieve houding van de buitenwacht' op het opvoedingsexperiment van Klára en László Polgár. Klára's familie noemde haar 'ontaard', omdat ze haar vierjarig dochtertje liet schaken.Waarom rende dat kind niet achter een bal aan, in plaats van, in huis, achter een bord met stukken te zitten? Ook buren en kennissen lieten merken dat ze Zsuzsa's bezigheden maar vreemd vonden. Toen Zsuzsa al op zeer jonge leeftijd jeugdkampioen van Boedapest werd, schreven de kranten: "Waarom speelt een meisje van vier jaar niet met poppen?".

Zsuzsa Polgar

Leerplicht . . . 

Tegen de tijd dat Zsuzsa de leeftijd bereikte waarop ze naar de basisschool moest, had László een grote hoeveelheid biografieën van genieën doorgenomen. Klára en hij waren het erover eens wat het beste was voor de ontwikkeling van hun oudste dochter; de leerplicht vooral niet opvatten als schoolplicht. Ze dienden een aanvraag in om Zsuzsa vrij te laten stellen van school en boden aan dat zij tweeën, bevoegde docenten, haar zelf zouden onderrichten.Toen het eerste verzoek geen succes had, bestookten ze de school, de gemeente en het Ministerie van Onderwijs met brieven en verzoeken. Zij voerden aan dat Zsuzsa haar klasgenoten jaren 'voor' was met de leerstof en stuurden verslagen van de resultaten die ze behaalde op schaaktoernooien. Ieder verzoek werd echter afgewezen en toen de Polgárs toch begonnen Zsuzsa in  hun appartement les te geven, volgde zelfs een officieel verbod. De Kinderbescherming riep de ouders op om hun kind het gewone onderwijs te laten volgen en kwam verschillende malen, met de politie, aan de deur om Zsuzsa naar school te begeleiden. Bij één van die gelegenheden had de dienstdoende agent zelfs een halfautomatisch geweer bij zich! De Polgárs bleven zich echter te weer stellen en vooral László was onverzettelijk. Na negen maanden soebatten kregen ze, volkomen onverwacht, ineens wel toestemming om Zsuzsa thuis te houden, mits hun dochter eenmaal per jaar deel zou nemen aan de door de openbare school opgezette examens! Eenzelfde regeling werd uiteindelijk ook getroffen voor de andere dochters (Zsófia en Judit). Dat was dus geregeld en de examens, die de meisjes jaarlijks moesten ondergaan, waren peulenschilletjes; hun uitslagen gaven alleen maar perfecte scores te zien.Tegenover hun ouders lieten de meisjes zich vaak laatdunkend uit over het niveau van de examens.

Meer tegenwerking . . .

Ook van de Hongaarse schaakbond alsmede van hun schaakclub (MTK Boedapest) kregen de Polgárs weinig tot geen medewerking, ondanks de fantastische resultaten van de meisjes. De Hongaarse schaakbond weigerde de meisjes af te vaardigen naar buitenlandse toernooien, waar ze gezien hun prestaties wel recht op hadden.Toen de bond op een gegeven ogenblik niet 'om hun heen kon' werd er door het verantwoordelijke Ministerie geen uitreisvisum verstrekt! László heeft vele wegen bewandeld om de meisjes van goed schaakonderricht te voorzien; hij heeft alle (toenmalige) Hongaarse topspelers benaderd, om de meisjes te trainen.Vrijwel allemaal deden beloftes 'voor in de verre toekomst'; clubgenoot Portisch (GMI) weigerde zelfs helemaal. László moest dus creatief zijn, want veel geld hadden ze niet omhanden; daarom liet hij de meisjes bijvoorbeeld blindschaken, wat als zeer uitzonderlijk gold. De Russische schaakbond bijvoorbeeld verbood zijn spelers het blindschaken, de daarvoor op te brengen concentratie zou namelijk slecht zijn voor de geestelijke gezondheid.

U raadt het al; László was het daar niet mee eens en liet de meisjes zelfs blindsimultaan spelen. Hij vond dat blindschaak belangrijk was voor een goed 'schaakgeheugen', wat weer nuttig was om de openingstheorie en relevante partijen te onthouden. Bovendien zag hij het blindschaken als een goede training in het 'vooruit-rekenen', want ook bij het normale 'bordschaak' kan men de vooruit bedachte zetten niet op het bord 'zien'. 

Erfenis . . . 

Doordat de meisjes steeds sterker gingen schaken, waren er steeds betere trainers nodig. Naarmate zij de wereldtop naderden werd het probleem steeds nijpender, maar vanuit Hongarije was geen steun te verwachten en buitenlandse trainers waren te duur. Aan dit laatste probleem kwam in 1981 plotseling een einde, toen de Polgárs een erfenis kregen; hoe dit precies zat is mij niet duidelijk geworden, maar sindsdien hebben diverse buitenlandse schakers/trainers hun weg gevonden naar de Polgár-residentie aan de  
Semmelweis in Boedapest. Eén van hen was Jan Timman; hij was geïmponeerd door de grote hoeveelheden 
schaakliteratuur die de Polgárs tot hun beschikking hadden, wat heet, László moest zelfs een extra appartement huren om hun schaakbibliotheek onder te brengen!! De resultaten van de gezusters Polgár bleven dus in de opwaartse spiraal.Door de erfenis konden de Polgárs dus onder het 'juk van de (Hongaarse) tegenwerking' uit komen, maar de pesterijen bleven doorgaan! Zo werd in 1984 grote druk op de Polgárs uitgeoefend om Zsuzsa mee te laten doen in het Hongaarse vrouwen-Olympiadeteam. Hoewel Zsuzsa op dat moment al Internationaal Meester bij de mannen was, kreeg ze het derde bord toebedeeld; hetgeen in de schaakwereld 'not done' is. Tijdens Olympiades dienen de sterkste speelsters (en spelers) aan het eerste bord te zitten. De Hongaarse schaakbond onthield zich in het vervolg nog nadrukkelijker van enigerlei hulp. Zo werden de behaalde vrouwen-grootmeester-resultaten botweg niet gehonoreerd met een titelaanvraag bij de internationale schaakbond (F.I.D.E.)! De zusjes hadden daardoor formeel jarenlang niet het recht om zich vrouwengrootmeester te noemen, wat hen aanzienlijk in hun inkomsten scheelde.

Volgende week meer. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten