Door Tjalling van den Bosch
Vorige week sloot ik af met het feit dat de Polgár-zusjes zich, ondanks alle tegenwerking, goed bleven ontwikkelen (als schaaksters). Gaandeweg kwam er dan ook een omslag; de Hongaarse schaakbond kón op een gegeven ogenblik niet meer om de meisjes heen. In 1988 werden alle drie de zusjes afgevaardigd naar de Olympiade in het Griekse Thessaloniki, met Zsusza (toen 19 jaar) op het eerste bord, Zsófia (bijna 14 jaar) op het tweede en de nog heel prille Judit (vierde tijdens het toernooi haar 12de verjaardag) op het derde bord. En met succes, Hongarije liet, na een spannende tweestrijd, het onverslaanbaar geachte Rusland nipt achter zich.
Vorige week sloot ik af met het feit dat de Polgár-zusjes zich, ondanks alle tegenwerking, goed bleven ontwikkelen (als schaaksters). Gaandeweg kwam er dan ook een omslag; de Hongaarse schaakbond kón op een gegeven ogenblik niet meer om de meisjes heen. In 1988 werden alle drie de zusjes afgevaardigd naar de Olympiade in het Griekse Thessaloniki, met Zsusza (toen 19 jaar) op het eerste bord, Zsófia (bijna 14 jaar) op het tweede en de nog heel prille Judit (vierde tijdens het toernooi haar 12de verjaardag) op het derde bord. En met succes, Hongarije liet, na een spannende tweestrijd, het onverslaanbaar geachte Rusland nipt achter zich.
Hongarije was in rep en roer en werd omgedoopt tot
'Polgarije'. Een ingewijde zal kunnen opmerken dat er nog een Hongaarse
schaakster op het wedstrijdformulier voorkwam, dit klopt. Het vierde teamlid was Ildiko Madl, die met haar 20 jaar meteen de
senior van het team was; ze werd in de pers omschreven als de 'vierde
Polgár'.
Veel journalisten (en dan vooral de buitenlandse), stortten zich,
vanaf datmoment, op de Polgárs, met als resultaat dat de schaakfamilie zich
daarna ook regelmatig in het buitenland kon laten zien; vader en/of moeder
hebben hun dochters altijd begeleid tijdens de buitenlandse tripjes.Dit betekende grotere revenuen; de schaakorganisatoren vochten om
de
schaakzusjes, net als de journalisten. De meisjes hadden eigenlijk een hekel aan die poespas, maar omdat
vader László geld vroeg voor een interview, ondergingen ze hun lot met
hun (vrolijke) charme.
Alle drie de meisjes waren succesvol, zij het nog niet op het
allerhoogste niveau, maar toch imponeerden ze de schaakwereld. Eén van de slachtoffers van Judit was de bekende Nederlandse
schaker Hans Ree, waarover ik in mei 2013 (What's in a name. . . .)
al eens berichtte op dit blog. Ree werd in 24 zetten (!) van het bord geveegd door de
Hongaarse spring-in-'t-veld, zoals ik toen schreef ("grote witte strik in haar
kastanje-bruine haar"). Judit had niet alleen goede herinneringen aan dat toernooi
(Ohra-schaaktoernooi 1989, Judit was toen net 13 jaar), zo bleek 20 jaar na dato. Schaakjournalist Dirk Jan ten Geuzendam confronteerde haar in
(waarschijnlijk) 2008, tijdens een blindschaaktoernooi in het Spaanse Bilbao, met het
bewuste toernooi. In het, helaas ter ziele gegane, schaakmagazine Matten (nummer 5)
staat te lezen:
Heeft Judit dan alleen maar goede herinneringen aan het
OHRA-toernooi van 1989? Ze denkt even na. "Niet zo mooi was dat er zoveel mensen naar
het toernooi kwamen kijken dat er in de speelzaal ruimtegebrek ontstond. Je had een
Kroongroep van zes grootmeesters: Kortchnoi, Van der Wiel en Speelman herinner ik
me, die op een gegeven moment (begint te fluisteren) naar een andere ruimte
verhuisden. Zij speelden eerst met ons in dezelfde ruimte, maar toen ergens halverwege het
toernooi (lacht oprecht beschaamd) werden zij elders ondergebracht. Om ruimte te maken, omdat er altijd mensen op de gang stonden
te wachten om naar binnen te mogen. Toen moest ik er om lachen, maar als je jezelf
in die positie zou denken dan is het niet zo prettig".
In de Volkskrant schreef Gert Ligterink toendertijd: "Het
dertienjarige Hongaarse meisje dat in haar eentje de public relations van het OHRA-schaaktoernooi voor
haar rekening nam". Volgens overlevering was vooral Kortchnoi 'not amused' met de
verbanning; niet geheel onbegrijpelijk natuurlijk, want normaliter is de Kroon-groep
dé publiekstrekker en niet een meisje van 13 in de tweede groep. De laatste rondes speelden Kortchnoi en de zijnen vrijwel in de
anonimiteit hun toernooi uit. De drie grootmeesters uit de Ohrazeskamp, die Judit zich niet meer
kon herinneren, waren: (winnaar) Beliavsky, Gulko en Piket.
Het eerste grootmeestertoernooi waar alle drie de meisjes,
tegelijk, aan mee deden was de strijd om de Politikin Cup van 1989, in het Deense
Vejstrup. Alhoewel geen van hen het toernooi won, sprak men toch van een
Polgár-show; alle drie de meisjes speelden attractief en aanvallend schaak, waren
vindingrijk en scoorden dat het een lieve lust was. Door in de laatste ronde tegen Judit met een nipte remise te
ontsnappen, won de Deense grootmeester Curt Hansen het toernooi; zijn beste resultaat ooit. Judit werd tweede op een half punt, samen met de Australische
grootmeester Rogers; Zsuzsa en Zsófia respectievelijk vierde en vijfde.
Kortom: The Polgárs were on the road . . .
Wat ook mooi was meegenomen waren de extra pecunia (alsook
goederen) die de Polgárs vanaf die tijd opstreken. Uit het boek (uit 1990): De Polgar-zusters van Ed van
Eeden, tekenen we op:
Na de magere jaren van training en een laag inkomen, is met de
successen voor de Polgárs de tijd gekomen om te oogsten. Van een Amerikaanse zakenman kregen de Polgárs een, voor hun
werk noodzakelijke, computer. Een andere computerman, de Nederlandse ex-Volmac-directeur Joop
van Oosterom, betaalde hen honderdduizend dollar om enkele wedstrijden mee te spelen
voor zijn club, het Hilversums Schaak Genootschap. Al met al horen de Polgárs momenteel tot de best betaalde
schakers ter wereld. Op bijvoorbeeld Kasparov na, natuurlijk, die zijn zaken ook
uitstekend weet te behartigen.
Kortom, na jaren van de touwtjes aan elkaar knopen, brak
er nu een tijd aan waarin het de Polgárs financieel voor de wind
ging.
Wordt vervolgd . . .
Geen opmerkingen:
Een reactie posten