woensdag 9 januari 2013

Met de tijd meegaan?!

Door Tjalling van den Bosch

Volgend seizoen gaan we in de nationale club-competitie de '50 zetten in 2 uur' vervangen door '80 minuten + 1 minuut per zet'. Hierover wil ik iets kwijt.

Ten eerste denk ik dat de protest- (of geschillen-)commissie zijn hart kan ophalen, het komend seizoen ! Een paar jaar geleden (tijdens een groot internationaal toernooi) zag ik een Rus, die in zijn partij in een moeilijke fase zat en nog maar een minuut of 3 op de (Fisher-)klok had, het volgende uithalen: Hij was aan zet en moest slaan maar dat deed hij niet hij drukte de klok in zonder een zet te doen, zijn onthutste tegenstander drukte de klok (terug-) in (de Rus had er nu weer 1 minuut bij) en mompelde iets van "jij bent". Nog sloeg de Rus niet, maar voerde een andere zet uit en drukte de klok weer in, zijn tegenstander wees hem er vervolgens op dat hij moest slaan en drukte de klok weer in (+ 1 minuut), vervolgens sloeg de Rus zonder zijn (foutieve) zet terug te nemen en drukte opnieuw de klok in, zijn tegenstander drukte opnieuw de klok in (weer + 1 minuut) en wees hem er op dat hij de foutieve zet moest terugplaatsen. Afijn, dat deed deze Rus en drukte de klok weer in (+ 1 minuut) zijn tegenstander sloeg nu ook en toen ging de partij 'gewoon' verder alleen zat de Rus toen iets ruimer in zijn tijd . . .

De scheidsrechters zijn niet te benijden als er het komend seizoen, tijdens tiental-wedstrijden, meerdere partijen tegelijkertijd met tijdnood kampen . . ."Nietes, welles" en maar de klok indrukken, je durft nauwelijks je bord nog te verlaten, allemaal maar een stoma . . .

Ten tweede vind ik de situatie tijdens tiental-wedstrijden (in de huige situatie) na het vierde uur,
taktisch gezien, het leukst. Wie moet remise aanbieden wie moet absoluut nog voor de winst gaan ?
Je hebt ook nog de tijd om een moeilijk eindspel (proberen) te doorgronden. Als je met het '80 minuten + 1 minuut per zet'-systeem in je laatste minuten bent beland dan loop je grote kans dat je het eindspel niet meer zo goed behandelt, Johann Friedrich Moser ('strategie der honderd velden') zou zich omdraaien in zijn graf. . .

De enige 'steekhoudende' reden om dit nieuwe systeem in te voeren (die ik heb gehoord) is dat je dan tijdens wedstrijden eerder naar huis kunt, want als je met zijn allen in een busje naar uitwedstrijden reist en iemand durft lang over zijn partij te doen ja dan krijg je (naar het schijnt) wrevel . . .
Het verlies van fraaie eindspellen en het op kosten jagen van clubs (elke club dient met ingang van hetnieuwe seizoen over voldoende electronische klokken te beschikken) zijn schijnbaar niet genoeg om hetsysteem in de prullemand te laten verdwijnen ! ! ! Ook zouden volgens de voorstanders van dit systeem de 'grootmeesters' er positief over zijn, maar bij navraag aan diverse super-grootmeesters (van het niveau wereldkampioen) leert mij dat deze er juist  op tegen zijn !

Beste (en ook door mij zeer gewaardeerde) bestuurders wees terughoudend als het gaat om het invoeren van vernieuwingen, want het kan je je sport kosten ! ! In een eerder epistel heb ik de lezers al eens gewezen op de aftakeling van de (kleine) Friese balsport het kaatsen. Ik zal u de uitleg over de regels besparen, maar kort samengevat ging het om 'landje veroveren/trachten te behouden'. Hierbij was het toegestaan om een handschoen als bescherming te gebruiken, kaatsers met een goede
techniek deden het echter vaak met 'blote hand'. Onder invloed van de moderne tijd veranderden de handschoenen echter in 'slagwapens', waardoor de opslagpartij in het nadeel kwam. Om dit op te vangen verbood men de 'slagwapens' niet (wat m.i. logisch was geweest), maar men veranderde de ballen waarmee gespeeld werd, ze werden harder en ronder, wat weer in het voordeel van de opslagers (serveerders) was. Hierdoor veranderde het kaatsen in een snellere en volgens velen spectaculairdere sport en zou het allemaal beter worden ( "je moet immers met de tijd meegaan"), maar . . . . wat gebeurde er daadwerkelijk ? De ouderen konden zich niet meer in hun sport herkennen en wendden zich af (als toeschouwer) en dus verdween het 'samen zijn' voor, tijdens en na de wedstrijd. De vergelijking tussen vroeger en nu (iets wat bij sport hoort !) was uit het kaatsen gerukt.
De situatie is nu zo dat de toeschouwers-aantallen nihil zijn (een enkele uitzondering daargelaten) en de spelers zelf (als ze verloren hebben) keren snel huiswaarts en dus zitten organisatoren met een
onverkoopbaar 'product'. Het kan dus daadwerkelijk mis gaan met je sport . . .  'Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst' maar als de ouderen het schip verlaten (of zich slechts beperken tot hun eigen senioren-wedstrijden), valt de grond weg waarop de jeugd moet presteren en dus ook hun interesse . . .
Ooit werd er bij tiental-wedstrijden '3 punten voor een overwinning' ingevoerd. Er waren vele valide redenen aangedragen om dit te doen (er zou feller op winst worden gespeeld en dus meer spektakel e.d.) maar er veranderde niets en wat er daadwerkelijk gebeurd is, is dat we nu met een hiaat in de historie zitten (hoe moeten we de uitslagen van toen interpreteren?) . . .

Beste dammers, sta niet toe dat mijn edele damsport, waar ik zoveel plezier aan beleef, verwordt tot een (onverkoopbaar) gedrocht waar uiteindelijk niemand zich meer 'happy' in voelt . . . Elke twee weken vergaap ik mij graag aan de partijen die 'landelijk' zijn gespeeld en kom dan altijd wel iets fraais tegen, zoals in het onderstaande fragment uit de wedstrijd Tamek Marknesse - Huizum 2.


De witte schijven werden gehanteerd door de voorzitter van Stichting Aanzet IJsbrand Haven en de zwarte door de teamleider van de reserves van Huizum Hans van Dijk.
Wit 'nam' de drie om drie via 39-33, 38-32 en 30-24 25x32, maar wist, na een lang eindspel, de man die uin staat stelt om miljonair te worden (zie het eerdere epsitel op deze blog over van Dijk) niet te verslaan. Haven had zich de moeite kunnen besparen door in deze stand naar winst te combineren !?!
37-32, 29-23, 30-24, 48-42, 39-34 en 25x12 ! niet uitgehaald dus, maar de mogelijk is en blijft . . . fraai.


vrijdag 4 januari 2013

Met een schone lei.....


Door Tjalling van den Bosch


Het nieuwe jaar begint meestal met goede voornemens (dit geldt zeker ook voor dammers) en is van alle tijden. Goed gemutst en vol optimisme beginnen velen aan de eerste partij van het nieuwe jaar, net zoals Roel Bergsma dit deed 25 jaar geleden. Bergsma, de oudere broer van voor(één)malig Nederlands kampioen Pieter (overigens was Roel éénmalig Fries kampioen !), was zijn hele werkzame leven verbonden aan het onderwijs. Tevens schreef hij (bijna 4 decennia lang) de damrubriek voor de Leeuwarder Courant. Hier volgt zijn relaas:

Eerste glanspartij van 1988

"Als je ruim 50 jaar met bord en schijven hebt gespeeld, net 70 bent geworden en graag het nieuwe jaar wilt ingaan met een glanspartij, welaan dan biedt Woudsend elk jaar die gelegenheid.
Doorvoed met oliebollen en overspoeld met beste wensen kan het eigenlijk niet mis gaan tegen Johannes Lemstra (wit). En inderdaad, na 26 wederzijdse zetten is er geen vuiltje aan de lucht.
 
Wit: J. Lemstra
Zw.: R. Bergsma
 
 
Wit heeft, zoals gebruikelijk in 90% van mijn partijen, veel meer tijd verbruikt dan ik en, ook al niet ongebruikelijk, ik meen minstens zo goed te staan, dankzij het al weer gebruikelijke tekort aan openingskennis en standtaxatie.
Maar . . . tussen de heilwensen blijkt echter de één of andere onheilswens verscholen te zitten, want na 44-40 (19x30) had ik zo steevast gerekend op 40-35, dat ik, oliebol, volledig schrok ik van 29-23 (18x29) 33x35 en, driedubbele oliebol, meende nu een schijf achter te staan, een mening, welke me de gehele partij niet los liet en me pas door Johannes bij de na-analyse werd meegedeeld ! ! !
Ontmoedigd door mijn vermeende blunder, speelde ik toch maar 'op remise' door, want ik had toch nog een redelijke stand 'ondanks een schijf minder . . . '
Na de 50ste zet van kwam het tot deze stand:


Nog steeds wat nonchalant gokkend op remise met die 'ellendige schijf minder' (even tellen tot zeven schijnt door die onheilswens niet mogelijk te zijn) speel ik niet het voor de hand liggende (9-13) met vlot remise, maar (9-14) , met het damdreiginkje ("je moet toch wat met een schijf minder") (25-30) 35x24 (14-20) 24x15 (4-10) 15x4 (21-26) met dam op 48.
Enfin, ik werk me dusdanig in de nesten, dat ik via een schijfoffer (dat is dan 'twee schijven achter') doorbreek naar dam, waarna we komen tot:


Johannes, ook al oliebollig, heeft net dam gehaald op 4 en staat verloren wegens (26-31) 37x26 (16-21) 4x31 (45-29) !, maar beide zogenaamde hoofdklassers wensen dit niet te zien.
Ik speelde in alle ellende (27-31) 36x27 (45-1) 4x22 (1-29) en gaf tegelijk op in de zoveelste
o n h e i l s v e r o n d e r s t e l l i n g , dat ik naar (31) moest slaan.
Kort na de handdruk zag ik, dat er na (1-29) nog redelijke remisekansen waren, hetgeen bij na-analyse ook duidelijk werd.

Resteren de vragen:
a. zijn onheilswensen en/of oliebollen aderverkalking bevorderend ?
b. Komt ouderdom ook op het dambord met gebreken ? (zo oud is Johannes overigens nog niet).

Wie brengt uitkomst ? Of moeten we het in de zoveelste discussiegroep gooien met het
zoveelste (vrij zeker) negatieve resultaat?"

Tot zover Roel Bergsma, met deze herpublikatie hopen wij de lezers er op te wijzen dat het nieuwe jaar (en dus het 'met een schone lei beginnen') geen garantie is voor een opleving in uw damprestaties, gelukkig nieuwjaar en o ja . . . zaterdag 12 januari 2013 is er weer het jaarlijkse
damtoernooi in Woudsend . . .

Postscriptum: Voor hen die menen dat alcohol van invloed moet zijn geweest op de 'prestatie'
van Roel Bergsma tijdens de bovenstaande partij wil schrijver dezes u erop wijzen dat de
hoofdpersoon lid was van de 'blauwe knoop'. . .

zondag 30 december 2012

Terugkomen....

  Door Tjalling van den Bosch

Nee dit epistel gaat niet over een wonderbaarlijke herrijzenis zeg maar een 'come back' van iemand, maar ik wil even terugkomen op een paar items die reeds eerder op dit medium zijn geplaatst.
In het epistel over 'De Galkin' (september 2012) vroeg ik mij af wie toch de maker van dat 'groot-meesterlijke probleem' was. Er kwam een reactie van 'good old' Alexander Rats, voormalig Europees
kampioen bij de 70-plussers. Hij vertelde mij dat het ging om Michaïl Galkin een jeugdvriend van hem en een zeer symphatieke man.
Uit zijn verhaal kon ik opmaken dat Mischa (Russen verbasteren voornamen nu eenmaal regelmatig) een enorme geest was, wat bij mij geen verbazing wekte, want gezien 'De Galkin' moet de maker ervan inderdaad de nodige hersencellen hebben kunnen aanspreken.
Ratz vertelde mij ook nog het volgende verhaal over Michaïl Galkin.
"Mischa kon soms enorm in zijn eigen gedachten verdwalen""Tijdens een belangrijke wedstrijd in de strijd om het 'Ploegenkampioenschap van de USSR' hadden we vooraf tegen hem gezegd dat hij resoluut met 32-28 moest openen, maar wat gebeurde er ?" "Nadat de klokken in werking waren gezet ging Mischa nadenken en na 55 minuten speelde hij . . . . 32-28 !" "Na afloop vroegen wij: Mischa, waarom dacht je zolang na over de eerste zet ?" "Wel" sprak Galkin "Ik wilde met 32-28 openen, maar toen zag ik even naar 33-29 en de mogelijkheden van die zet zijn zo ongelooflijk . . . . "
Afijn, de man achter 'De Galkin' heeft nu een gezicht gekregen . . .

Ook wil ik nog even terugkomen op het stukje over Jan G. Adema (augustus 2012)
waarin ik de filosofische kwaliteiten van het onderwerp aan de kaak stelde.  Jan sprak na een onnodige nederlaag in de wedstrijd tegen Hengelo de opmerkelijke woorden:
"Je moet het onafwendbare niet bestrijden, maar aanvaarden" !
Nadat Adema het epistel had gelezen kreeg ik de volgende reactie, want volgens hem had ik het niet helemaal goed begrepen:
"Accepteer wat je niet kunt veranderen en verander wat je niet kunt accepteren". (!?)
"Wijsheid is dat je onderscheid kunt maken tussen deze twee". (??)
"Als je je druk maakt over een onnodig verloren dampartij dan speelt dat zich af in je brein (dus je ego)". oké . .
"Als je hiervan bewust bent ontstijg je je ego en accepteer je wat is" . . . ,
Ober mag ik wel een dubbele whiskey?

Om dan maar in de esoterische sferen dit jaar af te sluiten:

 de toekomst is ongezien, onvoorzien en oningezien

dus daarom een gelukkig tweeduizendendertien . . . .

(oftewel . . . . geniet, maar drink met mate . . . .)

maandag 24 december 2012

Boer zoekt vrouw

Door Tjalling van den Bosch

Zoals sommigen van u wel weten heb ik in november jongstleden meegedaan aan
het toernooi 'Portugal Open'. Een vakantie van 'niets doen' is niet aan mij besteed, maar een dam-vakantie is juist voor mij het ultieme.
Niet om daar als dammer te schitteren (daar zijn mijn talenten te beperkt voor), maar vooral voor de gezelligheid en dan (het liefst) in de namiddag een partij, vol overgave, te spelen.
 Meestal zoek ik, in de 'niet-dam-uren', een strategisch plaatsje op het terras en geniet dan van alles wat er om me heen gebeurt. Wat mij opviel, tijdens het toernooi in Portugal, was dat het terras vooral werd bevolkt door mensen met van die moderne communicatie-middelen (i-pads, tablets of hoe
die misbaksels ook maar mogen heten). Er werd niet meer met elkaar gesproken men was alleen maar neurotisch in de weer met hun 'hebbedingetjes'.
De ober die vroeg wat men wilde nuttigen werd als een storende factor beschouwd. Vol afschuw aanschouwde ik dit tafereel, de geobsedeerde mens, het leken wel robots . . . Intermenselijke contacten in deze moderne tijd? 'Es war einmal' ! Eén ding wist ik toen zeker aan zoiets zal ik mij nooit overgeven, daarvoor heb ik een veel te vrije geest !

Toen ik weer thuis was controleerde ik mijn post en daar kwam ik een schrijven tegen van Marcel Kosters, iemand waar ik liever niet te veel aan herinnerd wordt, want in onze onderlinge ontmoetingen versloeg hij me (beide malen) pijnlijk. Maar goed, eens kijken wat hij te melden heeft: "Beste Tjalling, gefeliciteerd met je tweede prijs in de 'Sport Accord online actie' !?! Wat wil nu het geval ? Nadat ik op een zondagavond, tussen 7 en 8 uur, het voetbal had bekeken eiste mijn vriendin de televisie op, ze wilde 'boer zoekt vrouw' zien. Ik vind dat een afschuwelijk programma en dus trok ik mij terug op de computer-kamer. Ik kwam er achter dat je op www.playdraughts.com aan een blitz-toernooitje kon mee doen.
Deze damserver is ontwikkelt door (en op initiatief van) Roel Langendam en je kunt er  iedere avond om 20.30 uur (maar ook om 0.30, 14.30 en 21.30 uur) aan een blitz-toernooitje meedoen, dus ik was gered van 'boer zoekt vrouw' en kon nog dammen ook !
Afijn, ik speelde wel lekker op deze site die 'door dammers voor dammers' is gemaakt, het ziet er allemaal goed uit. Later heb ik nog een paar keer aan zo'n toernooitje meegedaan en je kunt er ook gewoon een partijtje spelen, een aanrader dus, zegt voort, zegt het voort . . . .In het begin schijnen er wat 'opstart'-problemen te zijn geweest, maar die zijn nu verleden tijd, de server draait nu optimaal, zoals ik al eerder aangaf een aanrader.
Oh ja, de tweede prijs is een Samsung Galaxy Tab ! ? ! ? . . . .


===

dinsdag 18 december 2012

Historie schrijven......

Door Tjalling van den Bosch

Eigenlijk bedoel ik met deze aanhef iets anders, eigenlijk had ik willen schrijven 'Huizumers die historie hadden kunnen schrijven'! Maar ja, dat is eigenlijk ook historie schrijven . . . .
Waar ik het met u over wil hebben is het volgende, diverse Huizumers (of ze op de betreffende datum ook daadwerkelijk lid waren van onze club is een tweede, maar eens een Huizumer altijd een Huizumer, net als de president van de V.S.) kregen ooit de kans een grote scalp, op een belangrijk moment, aan hun zegekar
te binden en dit (oh Schmerz) niet deden.
Misschien wel de meest pijnlijke 'misser' was die tijdens het wereldkampioenschap van 1972 te Hengelo.
In de tweede ronde (verspeeld op 4 mei 1972) troffen Harm Wiersma (18 jaar, hij zou tijdens het toernooi 19 jaar worden) en Ton Sijbrands (22 jaar) elkaar al, want landgenoten moesten (geheel volgens de regels) vroeg in het toernooi tegen elkaar spelen om zo combinevorming tegen te gaan.

Wit: H. Wiersma
Zw.: T. Sijbrands














Sijbrands heeft net (als 26ste zet) 2-8 gespeeld en de scherp opgezette partij (van beide kanten) kreeg een vervolg met 37-32 (4-9) 32x21 (16x27) 41-37 (23-28). Hier laat ik het bij, voor het restant van de partij kunt u terecht op toernooibase en  waarschijnlijk ook wel op turbodambase.
De ontmoeting eindigde in remise en maandenlang vergaapten de analytici zich aan deze partij. Niemand heeft in die tijd ooit kunnen bevroedden dat Wiersma de winst had laten glippen ! "Dat strekte hun niet tot schande" schreef Jan Metz in de Telegraaf, hij vervolgde met "want de ongedachte winst voor Wiersma, na liefst 2 gambietoffers, bracht zelfs  wereldkampioen Sijbrands in extase".
Wat is er aan de hand, in de bovenstaande diagram kan Wiersma winnen door 34-30  (23x34) (verplicht want op (25x34) volgt 39x30, 35-30, 24-19, 26-21, 33-28, 31x2 en 2x6) 26-21 (17x26) en nu 24-19 en 30x19 en de dreiging 33-28 stelt zwart voor onoverkomelijke problemen.

Ga dit na in deze donkere dagen . . . . , overigens ging toenertijd het volgende verhaal over de ontdekker van dit alles: toen Ton Sijbrands, een tijdje na het W.K., Moskou aandeed werd hem door Andries Andreiko het bovenstaande onder de neus gewreven, de twee moesten toen nog hun tweekamp om de wereldtitel spelen. Een 'onbekende' Rus zou dit allemaal hebben uitgevogeld. Die 'onbekende' Rus was Mark  Makrovitch tegenwoordig wonend in Duitsland en lid van DIOS Eibergen en Enschede.

Als u dan weet dat Sijbrands het toernooi won met 2 punten voorsprong op Wiersma dan . . . .Ach ja, de historie laat zich niet herschrijven, maar gezien de manier waarop beide spelers elkaar in bovenstaande partij naar de strot vlogen was een tweekamp tussen beiden toen op iets sensationeels uitgelopen. We vervolgen de ingeslagen weg (historie schrijven) en komen terecht in Soechoemi (Rusland) tijdens het Europees Kampioenschap van 1971. In de negende ronde trof Pieter Bergsma toen Ton Sijbrands die op dat moment (14 september) op koers lag voor de titel. Excuses aan Sijbrands dat hij wederom (ongevraagd) als slachtoffer, of eigenlijk als 'niet slachtoffer', moet dienen.

Wit: P. Bergsma
Zw.: T. Sijbrands














De zwartspeler heeft reeds een schijf opgepeuzeld en Pieter Bergsma hoopt dat de schijf op 14 enige compensatie gaat bieden. Sijbrands vervolgt op de 40ste zet met (22-27), Bergsma probeerde het nog wel via 30-24 (27-32) 37-31 (36x27) 24-20 (15x24) en 14-10, maar was kansloos in het afspel. Echter . . . de heer C. Chattallon (uit Hoorn) schreef enkele weken later in zijn rubriek  (welk tijdschrift weet ik niet) het volgende: "Twee winstpunten voor zwart dus. Maar de klap op de vuurpeil kwam weken later. Want toen de notatie van deze partij de landsgrenzen  was overgetrokken berichtte de Zwiserse kampioen A. Kuijken, dat wit de winst verzuimd had, omdat hij ergens een vrij eenvoudige combinatie had overzien. Niet alleen Bergsma was die mogelijkheid ontgaan ook Sijbrands en de toeschouwers en de journalisten . . .".
Inderdaad, in de bovenstaande diagram kan wit na het door zwart gespeelde (22-27) toeslaan via 39-33, 49-43 en 37-31 31x4 . . .
Bergsma eindigde uiteindelijk als vierde met 13 uit 10, Sijbrands won het toernooi met een bijna perfecte score: 7x winst 3x remise.

We begonnen dit epistel in het oosten van ons land en reisden toen door naar 'heel veel meer' oostelijk, dus is het gerechtvaardigt om in het westen van ons land af te sluiten.Amsterdam, Krasnapolski, juist ja, het onovertroffen 'Suikertoernooi'.Sijbrands en Wiersma deden niet mee aan dit prestigeuze toernooi vanwege (als ik het me goed herinner) (start-)geldbesognes en dus was de weg vrij voor de Russen.

Wit A. Gantwarg
Zw.:: F. Drost














Uit de zesde ronde (23-12-1971) van het eerder gememoreerde toernooi had Frank Drost na (6-11)
een gewonnen positie bereikt tegen de (Wit-)Rus. Van ellende offerde Gantwarg schijf 27 en vervolgde toen met 45-40. Drost vervolgde met (21-26) 32x21 (26x17) en de partij zou wonderwel nog in een puntendeling eindigen, echter als Frank na 45-40 was verder gegaan met 11-17 dan had Anatoli op kunnen geven daar nu ook 40-34 niet meer mogelijk is (ziet u het ?) . . . .
Gantwarg won uiteindelijk het toernooi met 18 uit 11, maar als hij in de zesde ronde een deuk had
opgelopen dan . . . . ach ja, de historie laat zich niet herschrijven.



woensdag 5 december 2012

ANTONIUS FREDERIKUS SCHOTANUS


Door Tjalling van den Bosch

Kafka

De lezer dezes zal zich afvragen wat de relatie is tussen onze hoofdpersoon en de Duits-talige schrijver Franz Kafka ?!? "Is het de onheilspellende, nachtmerrie-achtige sfeer, welke bekend staat onder de naam Kafkaesk en die zo vaak in de boeken van Kafka de boventoon voeren" zullen sommigen zich misschien afvragen.
Nee, nee u zit in de verkeerde hoek, de link waar schrijver dezes op aanstuurt gaat om een uitspraak van Kafka: "Ik schrijf geen literatuur, ik ben literatuur" en zo is het met onze hoofdpersoon ook, wat dammen betreft !

Antonius Frederikus Schotanus (van 4 januari 1943) zag het levenslicht in Leeuwarden en al snel raakte hij besmet met het damvirus, iets waar je je levenlang niet meer van afkomt.
Om de ruim 50-jarige dam-carriére van Schotanus uit de doeken te doen ben je dan ook nogal even bezig.Ten eerste is daar de dammer, maar hij is ook bestuurder en organisator.Het huidige 'geweten' van DamClub Huizum, Sietse Nagel, verwoordde het als volgt: " Het reper-toire van Anton is iets te groot voor ons, want als je denkt compleet te zijn, ben je er waarschijnlijk nog niet ". Dus dan maar even in het kort de (dam-)levenswandel van ons onderwerp in kaart proberen te brengen.

Dammer

Als lid van DamClub Huizum heeft hij al (bijna) ontelbare malen de 'onderlinge' op zijn naam geschreven (and still counting !). Daarnaast heeft hij, tot nu toe (eind 2012), 37 keer (debuut 1962, op 19-jarige leeftijd) meegedaan aan het Fries Kampioenschap (individueel) en uit deze strijd is Schotanus 9 keer als winnaar te voorschijn gekomen, je zou dus kunnen zeggen 1 op 4.
Hij nam 6 keer deel aan de finale van het Nederlands Kampioenschap, maar hier heeft hij nooit in de top kunnen meedraaien, wat op zich geen schande is als men begrijpt dat de 'toppers van toen' van het kaliber Roozenburg, Sijbrands en Wiersma waren (met zijn allen goed voor zo'n 10 wereldtitels). Aan een Europees- of WereldKampioenschap heeft Anton nooit meegedaan, maar wel aan alle verdere aansprekende dam-krachtmetingen zoals het Brinta-, Sotsji-, Suiker-, KSH-, en Turkstra- toernooi. Zijn beste prestatie is (naar eigen zeggen) zijn vierde plaats in het Turkstra-toernooi van 1968 (achter Tsjegolev, Andreiko en Sijbrands).
Maar dan ben je er nog niet, want onze hoofdpersoon heeft zich ook, jarenlang, overgegeven aan
het dammen per briefkaart ! Bij de correspondentie-dammers werd hij 3 keer (1965, 1984 en 1987) Nederlands Kampioen. Zijn 'finest hour' in dit metier beleefde Schotanus in 1988 toen hij wereldkampioen werd. Ook als teamspeler (10-tallen, 8-tallen, 4-tallen) heeft Schotanus vele prijzen gewonnen met als absoluut hoogtepunt het Kampioenschap van Nederland welke DamClub Huizum in het seizoen 1974-1975 ten deel viel. Met een plus 4 score had hij een groot aandeel in het uiteindelijke resultaat. Als laatste wil ik het Europees Kampioenschap bij de 60-plussers nog even voor het voetlicht halen. In het jaar 2010 wist Anton, in Berlijn, ook deze titel voor zich op te eisen.
Dat Schotanus zowel nationaal als internationaal 'Maitre' in het edele damspel is zal u dan ook niet verbazen. Hier laat ik het bij, want dit onderwerp (dammer) zou te lang worden als ik de hele palmares van Schotanus voor het voetlicht zou toveren en dan nog zou ik te kort schieten.

Bestuurder

Ook als bestuurder heeft Schotanus zich meer dan verdienstelijk gemaakt. Het zou te veel zijn om alles te benoemen, het interreseert de lezer misschien ook niet, maar toch even een paar feiten: van 1965 tot en met 1987 (met een kleine onderbreking) bestuurslid van de Provinciale Friese DamBond, van 1969 tot en met 1977 bestuurdlid van de Koninklijke Nederlandse DamBond.
van 1989 tot en met 1998 voorzitter van diezelfde bond. Maar bovenal heeft hij zich opgeworpen als bestuurder van onze club, waarvan (alles bij elkaar) al zo'n 30 jaar als voorzitter.

Organisator

Als laatste komt 'de organisator' aan bod, ook hier weer 'te veel om op te noemen' dus laten we hethouden bij de vermaarde 'Turkstra'-toernooien van 1965, 1966 en 1968, samen met Chris Wiersma (de vader van Harm) en de al even befaamde K.S.H.-toernooien van 1973, 1975 en 1977 samen met Wim Los.Het bovenstaande is een korte (!?!) samenvatting van wat Anton Frederikus Schotanus zoal 'bij de (dam-)kop' heeft gehad. De lezer die Schotanus totaal niet kent wil ik er op wijzen dat onze hoofdpersoon naast dit alles ook nog gewoon een baan had.
Hij was verbonden aan een scholengemeenschap in Heerenveen als leraar Duits (Kafka ?) en bediende zich graag van de 'Delftse methode' en dat heeft niets met dammen te maken (zoals sommigen misschien denken), maar dit is een methode van lesgeven waarbij op 'natuurlijke manier wordt onderwezen/geleerd'.

Pensioen

En dan is het tijd om rustig van 'Drees te trekken' ! Nou ik dacht het niet ! ? !, na zijn pensionering, in 2004, begaf Anton zich weer naar de studiebanken (als student!) en met succes, want op 30 juni 2008 kreeg hij zijn 'Masterbull voor Geschiedenis' aan de Rijksuniversiteit Groningen. Natuurlijk heeft Anton als dammer wel eens een nederlaag moeten slikken en privé heeft hij ook de nodige tegenslagen te verwerken gekregen, zo werd in 1995 bij zijn eerste vrouw (Annalies) kanker geconstateerd en een jaar later overleed ze aan de gevolgen hiervan. Enkele maanden geleden schrokken alle Huizumers enorm (en velen met ons) toen tijdens een toernooi
(E.K. senioren) in Vilnius (Litouwen) Schotanus plotseling onwel was geworden en met hartklachten in het ziekenhuis aldaar was opgenomen. Een 'inferior heart-attack' werd geconstateerd, gelukkig hoefde schrijver dezes geen necrologie te schrijven en kan Schotanus, nadat er in Groningen enkele 'omleidingen' tijdens een open hart operatie werden aangelegd,
zich (hopelijk) weer overgeven aan zijn ongeneeslijke ziekte . . . DAMMEN . . . .

Antonius Fredrikus Schotanus: "Ik dam niet, ik ben dammen" (vrij naar Franz Kafka) . . . .

Onderstaand fragment komt uit het jubileumboek van Damclub Huizum

Wit: A. Schotanus
Zw.: A. Bakker
(FK 1994)














Na het gespeelde 1.34-29! denkt de zwartspeler zich van de opsluiting te kunnen ontdoen, maar hij komt bedrogen uit. 1...17-22 2.29x20 25x14? 3.35x24 22-28 4.33x22 18x38 5.42x33 14-19 en nu de Afrikaanse dam met 6.24-20!! 15x24 7.47-41! 36x47 8.49-44 47x29 9.26-21 16x27 10.37-32 27x40 11.45x05!
Het eindspel dat er nog behoorlijk spannend uitziet, wordt met vaste hand naar winst gevoerd.

dinsdag 27 november 2012

Jan Gerlofsma

Door Tjalling van den Bosch

Velen zullen zich hem nog herinneren, velen zullen geen flauw idee hebben wie hij was. Jan Gerlofsma heeft 25 jaar lang (van 1959 tot 1984) op zijn geheel eigen enthousiaste wijze leiding gegeven aan DamClub Huizum. Maar liefst 25 jaar lang waarin hij onze club zag opklimmen van een modale derde klasser tot kampioen van Nederland. In 1955 was hij trouwens al toegetreden tot het hoogste orgaan binnen onze club, dus je kunt spreken van 3 decennia lang bestuurlijk actief.
Hij organiseerde feestavonden, verlotingen, sneldamtoenooien en leidde dus de vergaderingen.Gerlofsma werd geboren op 27 augustus 1914 te Achlum en overleed op 22 mei 1992 te Marssum.

Zijn beroep was aardappelhandelaar EN hij was een geboren voorzitter. Naast zijn voorzitterschap bij onze damclub bekleedde hij deze functie ook bij de Marssumer voetbalclub S.S.S. Hij was een sociaal bewogen man die vele functies binnen verenigingen op zich nam en vaak een stuwende kracht was bij het organiseren van feesten en partijen.Onze huidige voorzitter (Anton Schotanus) kon hem in 1989 persoonlijk de hand schudden voor het feit dat het, mede voor zijn inspanningen ten bate van  DamClub Huizum, Hare Majesteit had behaagd om Jan Gerlofsma de eremedaille, verbonden aan de Orde van Oranje Nassau, te laten overhandigen, iets dat dit jaar ook de voorzitter van I.O.C., Jacques Rogge, overkwam.

Als dammer was Jan Gerlofsma niet direct een hoogvlieger, zo kon ik in zowel Turbodambase als Toernooibase geen enkele partij van hem vinden. Niet één enkele Gerlofsma kwam in mijn speurtocht bovendrijven, wat vreemd is want in de geboorteplaats van Jan, Achlum, damden meerdere mannen met die achternaam. Zo bond ik in het verre verleden regelmatig de strijd aan met een zekere Oep Gerlofsma (heerlijk die ouderwetse Friese voornamen).
Hoe het ook zij dammen was voor Jan vooral een plezierige bezigheid maar om nu 4 á 5 uur achter het dambord te vertoeven dat was niet aan hem besteed.
Meestal duurden zijn partijen niet langer dan een uur of 2 en dan zocht hij snel de gelagkamer op om daar met zijn maten te gaan dobbelen, kaarten of bamzaaien en vooral te lachen. Ik kan me nog zo voor de geest halen dat wanneer ik op de clubavond na een lange partij ook het café-gedeelte van zalen Tivoli opzocht het daar vaak een gezellige boel was met mannen als (naast onze hoofdpersoon) Menno Bandstra, Marten Nicolaï, Johannes Schootstra, Brant Visser, Jurjen Hoekstra.Ze hadden veel plezier en regelmatig bulderden de lachsalvo's over de stamtafel. Jan Gerlofsma had ook de gave om je een serieus verhaal te vertellen welke achteraf een mop bleek te zijn.Ook verbasterde hij (à la Rinus Michels) de namen van mensen, schrijver dezes heeft het bij hem nooit verder gebracht dan 'bos' en Auke Scholma werd door hem steevast
'scholman' genoemd.

Auke Steensma reageerde na het 75-jarige jubileum van onze club (2007) op Jan Gerlofsma als volgt: "Wat een voorzitter. Trots op Huizum en Friesland, ik herinner mij een discussie aan de bar in Tivoli tussen hem en de voorzitter uit Noord-Holland, midden jaren '60. Gerlofsma verwees naar het opkomend jong talent in Friesland en poneerde de stelling dat Friesland waarschijnlijk sterker was geworden dan Noord-Holland, hetgeen door zijn collega stellig werd ontkend. Dat leidde tot een dispuut, resulterend in een wederzijdse uitdaging.  Gevolg: Wij togen met 10 Friese spelers (waaronder Harm Wiersma, Anton Schotanus, Oebele Hoekstra, Sjoerd Visser en Auke Steensma) naar Amsterdam en versloegen de Hollanders met 9-11 !!!
De bezieling van Gerlofsma vergeet ik nooit".
Om het sociale aspect van Gerlofsma te benadrukken het volgende verhaal van Jaap Kieffer
opgetekend door Rein van der Pal en Sietse Nagel: "In 1944 trad ik in het huwelijk met Annie Koot. Ik leende een pak van hem (Jan Gerlofsma), die tot mijn kennissenkring behoorde, alhoewel we niet van hetzelfde postuur waren.Nadat het ja-woord had geklonken moest Gerlofsma zijn pak weer terug hebben, omdat hij anders niet op het trouwfeest kon verschijnen". Het doet denken aan een scène van Laurel & Hardy . . . .

Het hele interview met Jaap Kieffer staat trouwens in het jubileumboek 'DamClub Huizum 75 jaar'.

Jan Gerlofsma, opdat wij niet vergeten . . . .